Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oudewater

Rectificatie: Verordening op de heffing en invordering van leges 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOudewater
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRectificatie: Verordening op de heffing en invordering van leges 2024
CiteertitelLegesverordening 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Legesverordening 2023.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet
  5. artikel 7 van de Paspoortwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

14-12-2023

gmb-2023-564384

Tekst van de regeling

Intitulé

Rectificatie: Verordening op de heffing en invordering van leges 2024

[Deze publicatie betreft een rectificatie omdat per abuis in de tarieventabel bij onderdeel 1.33.1 de bedragen in de verkeerde rijen zijn opgenomen. De oorspronkelijke publicatie is op 20 december 2023 bekendgemaakt, beschikbaar via Gemeenteblad 2023, 548656.]

 

De raad van de gemeente Oudewater;

 

gelezen het voorstel d.d. 14 november 2023 van:

  • -

    burgemeester en wethouders

gelet op de artikelen 156, eerste lid en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de

 

“Verordening op de heffing en invordering van leges 2024”

Artikel 1. Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4. Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in de onderdelen die voorzien zijn van de notatie (fv) van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard, waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers;

  • d.

    bewijzen van in leven zijn, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon, bezoldiging, gages of soldij;

  • e.

    een paracommerciële rechtspersoon, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal- culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf. Dit geldt voor onderwerpen die in de bij deze verordening behorende tarieventabel zijn voorzien van de notatie (ph).

Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend, met uitzondering van de volgende tarieven genoemd in hoofdstuk 1 van de tarieventabel behorende bij de Legesverordening:

  • a.

    artikel 1.10 (Nederlandse identiteitskaart) indien dit noodzakelijk is voor de aanvraag voor bijzondere bijstand en toeslagen bij Ferm Werk;

  • b.

    artikel 1.33.1, onderdeel c (aanvraag gehandicaptenparkeerkaart);

  • c.

    artikel 1.33.2 (standaard geneeskundig onderzoek voor een aanvraag gehandicaptenparkeerkaart);

  • d.

    artikel 1.33.3 (uitgebreid geneeskundig onderzoek voor een aanvraag gehandicaptenparkeerkaart);

  • e.

    artikel 1.33.9 (aanvraag gehandicaptenparkeerplaats);

  • f.

    artikel 1.33.9.1 (realiseren van de gehandicaptenparkeerplaats).

Artikel 9. Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11. Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening 2023 van 22 december 2022, zoals laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 20 april 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Legesverordening 2024”.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Oudewater in zijn openbare vergadering,

gehouden op 14 december 2023.

mr. M.W. Bosma

griffier

drs. D.C. de Vries

voorzitter

Bijlage Tarieventabel, behorende bij legesverordening

 

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlands identiteitskaart

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Paragraaf 1.10 Diversen

 

Hoofdstuk 2 Omgevingswet

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Paragraaf 2.2 Voorfase

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Paragraaf 2.13 Vermindering

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

 

Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn

Paragraaf 3.1 Horeca

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Artikel

Omschrijving

Verkooptarief

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap als daarbij gebruik wordt gemaakt van het stadhuis, de Broedkorf, de Heksenwaag, de Oud-Katholieke Kerk, Bed and Breakfast De Ruige Weide en 't Hof van Hoenkoop op:

a.

Maandag tussen 10.00 en 17.00 uur

€ 405,00

b.

Dinsdag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur

€ 405,00

c.

Zaterdag tussen 9.00 en 17.00 uur

€ 757,00

d.

Buiten de onder 1.1.1.a tot en met 1.1.1.c genoemde uren, maar op dezelfde dag, bedraagt het tarief:

€ 990,00

1.1.2.

Indien de ceremonie van de huwelijksvoltrekking of registratie van een partnerschap elders binnen de gemeente Oudewater plaatsvindt dan de locaties genoemd in artikel 1.1.1 gelden de tarieven genoemd onder 1.1.1.a. tot en met 1.1.1d met een verhoging van:

€ 254,00

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van het stadhuis, de Broedkorf, de Heksenwaag, de Oud-Katholieke Kerk, Bed and Breakfast De Ruige Weide en 't Hof van Hoenkoop op:

a.

Maandag tussen 10.00 en 17.00 uur

€ 405,00

b.

Dinsdag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur

€ 405,00

c.

Zaterdag tussen 9.00 en 17.00 uur

€ 757,00

d.

Buiten de onder 1.2.1 tot en met 1.2.c genoemde uren, maar op dezelfde dag, bedraagt het tarief:

€ 990,00

1.2.2

Indien de ceremonie van de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk elders binnen de gemeente Oudewater plaatsvindt dan de locaties genoemd in artikel 1.2.1 gelden de tarieven genoemd onder 1.2.1.a. tot en met 1.2.1d met een verhoging van:

€ 254,00

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

1.3.1

Voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek gelden de tarieven genoemd onder 1.1.1.a t/m 1.1.1.d met een verhoging van:

€ 254,00

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

1.4.1

Voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek gelden de tarieven genoemd onder 1.2.1.a t/m 1.2.1.d met een verhoging van:

€ 254,00

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

a.

als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden

€ 155,00

b.

als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden

€ 398,00

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 47,50

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

1.7.1

Indien een in de gemeente te sluiten huwelijk/geregistreerd partnerschap wordt geannuleerd nadat melding van voorgenomen huwelijk/geregistreerd partnerschap in de gemeente heeft plaatsgevonden, worden administratiekosten in rekening gebracht ter hoogte van:

€ 111,25

1.7.2

Indien de bode meer dan 1 uur aanwezig moet zijn, wordt het tarief vermeld onder 1.1.1.a tot en met 1.2.1.d per 15 minuten verhoogd met:

€ 25,50

1.7.3

Indien de ceremonie, vermeld onder 1.1.1.a tot en met 1.2.1.d langer dan 1 uur duurt, wordt het tarief per 15 minuten verhoogd met:

€ 20,00

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.8.1

een trouwboekje of partnerschapsboekje:

€ 29,00

1.8.2

De kosten voor het schoonmaken bij het strooien van rijst, confetti, bloemblaadjes etc. ter gelegenheid van een huwelijk of partnerschapsregistratie worden op basis van nacalculatie aan het bruidspaar/de partners doorberekend.

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlands identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

1.9.1

een nationaal paspoort:

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

1.9.2

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.9.1 (zakenpaspoort):

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

1.9.3

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

1.9.4

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 63,40

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

1.10.1

een Nederlandse identiteitskaart:

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,90

1.10.2

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoons:

€ 36,90

Artikel 1.11 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.11.1

voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.9.1 tot en met 1.10.1, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen:

€ 57,05

1.11.2

voor het bezorgen van een in de onderdelen 1.9.1 tot en met 1.10.2 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de onderdelen 1.9.1 tot en met 1.10.1 genoemde bedragen:

€ 18,00

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

1.12.1

tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 51,10

Artikel 1.13 Modaliteiten

1.13.1

Het tarief genoemd in onderdeel 1.12.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 39,65

1.13.2

Voor het verstrekken van een formulier omtrent de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen worden de daarvoor door het CBR vastgestelde kosten verhoogd met:

€ 6,85

1.13.3

Voor het bezorgen van een in onderdeel 1.12.1 genoemd document, zijnde een toeslag op het in onderdeel 1.12.1 genoemde bedrag:

€ 18,00

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

1.14.1

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.14.2

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.15.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 15,00

1.15.2

tot het verstrekken van een persoonslijst uit het BRP:

€ 29,00

Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.16.1

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking:

€ 15,00

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

1.17.1

In afwijking van artikel 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 32,40

1.18.2

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

Gereserveerd

Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken

Gereserveerd

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

Gereserveerd

Artikel 1.22 Informatie uit registers

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

1.22.1

tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

a.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object

€ 6,30

b.

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 6,30

c.

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet

€ 6,30

d.

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed

€ 6,30

Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden

Gereserveerd

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 Gemeentegarantie

Gereserveerd

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.25.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35

1.25.2

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 13,00

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

1.26.1

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 30,55

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

1.27.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

1.27.2

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden

Gereserveerd

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

1.29.1

een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 9,55

1.29.2

indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 150,00

a.

wanneer de urgentieverklaring wordt verleend, krijgt de aanvrager

€ 100,00

terug van de op grond van onderdeel 1.29.2 verschuldigde leges.

Artikel 1.30 Leegstandwet

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

1.30.1

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 65,90

1.30.2

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 65,90

1.30.3

Als aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.30.1 en 1.30.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

1.31.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen gelden de tarieven zoals opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000.

1.31.2

(fv) Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 58,85

Artikel 1.32 Kabels en leidingen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen

1.32.1

van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een vergunning of een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

a.

indien het betreft tracés tot 250 m¹

€ 359,75

b.

indien het betreft tracés vanaf 250 m¹ tot 1500 m¹

€ 476,15

c.

indien het betreft tracés vanaf 1500 m¹ tot 5000 m¹

€ 567,75

d.

indien het betreft tracés vanaf 5000 m¹ en meer, per m¹ tracé

€ 0,17

1.32.2

van een melding als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 25 m¹

€ 100,20

1.32.3

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in onderdeel 1.32.1 a t/m d genoemde bedrag per overleg verhoogd met:

€ 474,15

1.32.4

Bij projecten met meer dan 10.000 m¹ tracélengte is het college, vanwege redenen van algemeen belang, bevoegd afwijkende tariefafspraken te maken.

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

1.33.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 64,00

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 64,00

c.

een verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 45,90

d.

een verstrekking van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart na vermissing:

€ 34,40

e.

een ontheffing van de vastgestelde route voor het transport van gevaarlijke stoffen met een geldigheidstermijn van maximaal 3 maanden:

€ 207,15

f.

een ontheffing van de vastgestelde route voor het transport van gevaarlijke stoffen met een geldigheidstermijn van maximaal 12 maanden:

€ 305,40

g.

een verlenging van de onder f verleende ontheffing per jaar:

€ 169,70

h.

een ontheffing voor het laden en lossen van gevaarlijke stoffen binnen de bebouwde kom:

€ 110,65

1.33.2

Voor een standaard geneeskundig onderzoek ten behoeve van een aanvraag als bedoeld in 1.33.1.c wordt het tarief onder 1.33.1.c verhoogd met:

€ 113,00

1.33.3

Voor een uitgebreid geneeskundig onderzoek en meer uitgebreide rapportage ten behoeve van een aanvraag als bedoeld in 1.33.1.c wordt het tarief onder 1.33.1.c verhoogd met:

€ 202,20

1.33.4

Voor een huisbezoek wordt het tarief onder 1.33.2 en 1.33.3 verhoogd met:

€ 84,50

1.33.5

Voor het opvragen van medische informatie (in geval van bezwaar) wordt een bedrag in rekening gebracht van:

€ 104,15

1.33.6

Indien een persoon, zonder bericht van verhindering, niet op een afspraak voor een geneeskundig onderzoek verschijnt, wordt een bedrag in rekening gebracht van:

€ 113,00

1.33.7

Indien een persoon de aanvraag waarvoor reeds een geneeskundig onderzoek is gestart, afbreekt wordt een bedrag in rekening gebracht van:

€ 41,65

1.33.8

Indien een beoordeling in bezwaar/second opinion wordt aangevraagd wordt het tarief onder 1.33.2 en 1.33.3 per uur verhoogd met:

€ 190,30

1.33.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een verstrekking van een verkeersbesluit voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats conform artikel 26 sub c van het RVV, inhoudende het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats:

€ 180,85

1.33.9.1

Conform onderdeel 1.33.9 wordt het tarief verhoogd met de kosten van het realiseren van de gehandicaptenparkeerplaats met dien verstande dat deze kosten vooraf schriftelijke kenbaar zijn gemaakt aan de aanvrager tot een maximum van:

€ 603,10

1.33.9.2

Indien de behandeling van een aanvraag tot het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats leidt tot een afwijzend besluit of binnen zes weken door middel van een schriftelijk ingediend verzoek wordt afgezien van het gebruik van de vergunning wordt in afwijking van onderdeel 1.33.9 een tarief geheven van:

€ 90,40

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.34.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 9,70

1.34.2

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 24,75

1.34.3

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 12,30

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.35.1

(fv) om een vergunning voor het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 66,15

1.35.2

(fv) om een vergunning of een ontheffing op grond van het gestelde in de Algemene Plaatselijke Verordening en zover niet elders in deze tabel genoemd:

€ 96,85

1.35.3

tot het in exploitatie nemen van een kindcentrum (dagopvang, buitenschoolse opvang) of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet Kinderopvang:

€ 1.500,00

1.35.4

tot het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet op Kinderopvang:

€ 150,00

1.35.5

Indien een aanvraag als bedoeld in 1.35.4 wordt afgewezen, bedraagt het tarief voor elke volgende aanvraag:

€ 75,00

 

Hoofdstuk 2 Omgevingswet

Artikel

Omschrijving

Vast tarief

Variabel tarief

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij binnenplanse afwijkingsbevoegdheid: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

Kruimelgevallenregeling: de regeling behorend bij het raadsbesluit over delegatie- en adviesrecht.

principeverzoek: een verzoek van een initiatiefnemer aan het college om, alvorens een formele aanvraag wordt ingediend, een beoordeling of indicatie te geven waaruit blijkt of medewerking kan worden verleend aan het voorgenomen project over één of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving danwel over één of meer milieubelastende activiteiten.

Intaketafel: een intern overleg dat bestaat uit een multidisciplinair team met adviseurs waarbij een initiatief wordt beoordeeld op wenselijkheid.

Omgevingstafel: een intern overleg dat bestaat uit een multidisciplinair team met adviseurs, waar mogelijk en nodig aangevuld met belanghebbenden, vergunninghouder of andere externe partijen, waarbij een initiatief wordt beoordeeld op haalbaarheid.

Eenvoudige omgevingstafel: een omgevingstafel dat geen complexe omgevingstafel is.

Complexe omgevingstafel: een omgevingstafel waar een initiatief wordt behandeld dat in strijd is met het omgevingsplan, waarvoor geen binnenplanse beoordelingsregels gelden en dat niet in het afwijkingenbeleid past en waarvoor de multidisciplinaire

kleine buitenplanse afwijking: een afwijking van het omgevingsplan die voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in het gemeentelijk afwijkingenbeleid

grote buitenplanse afwijking: een afwijking van het omgevingsplan die geen kleine binnenplanse afwijking is.

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

5.

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit, als daarin is voorzien in de bijlage I “kengetallenlijst toetsing bouwkosten gemeente Oudewater” en de bij de aanvraag opgegeven bouwkosten meer dan 10% afwijken van deze normbouwkosten.

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

principeverzoek;

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Principeverzoek

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op een principeverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief voor:

a.

een overleg aan de intaketafel:

€ 586,50

b.

een overleg aan de eenvoudige omgevingstafel:

€ 1.500,00

c.

een eerste overleg aan de complexe omgevingstafel:

€ 3.500,00

d.

elk volgend overleg aan de complexe omgevingstafel

€ 1.500,00

2.

per beoordeling door de commissie ruimtelijke kwaliteit en erfgoed wordt het tarief verhoogd met het bedrag genoemd in artikel 2.47 sub b.

3.

per beoordeling door de agrarische beoordelingscommissie wordt het tarief verhoogd met het bedrag genoemd in artikel 2.47 sub d.

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

indien de bouwkosten minder dan € 50.000,00 bedragen dan is verschuldigd de sommatie van een basistarief van:

€ 260,50

en een percentage over de vastgestelde bouwsom van:

1,500%

b.

indien de bouwkosten € 50.000,00 tot € 250.000,00 bedragen dan is verschuldigd de sommatie van een basistarief van:

€ 573,10

en een percentage over de vastgestelde bouwsom van:

1,100%

c.

indien de bouwkosten € 250.000,00 tot € 500.000,00 bedragen dan is verschuldigd de sommatie van een basistarief van:

€ 1.302,50

en een percentage over de vastgestelde bouwsom van:

0,850%

d.

indien de bouwkosten meer dan €500.000,00 bedragen, dan is verschuldigd de sommatie van een basistarief van:

€ 2.344,50

en een percentage over de vastgestelde bouwsom van:

0,650%

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

a.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

1.

indien de bouwkosten minder dan € 50.000,00 bedragen, dan is verschuldigd de sommatie van een basistarief van:

€ 156,30

en een percentage over de volledige bouwsom van:

2,500%

2.

indien de bouwkosten € 50.000,00 tot € 250.000,00 bedragen dan is verschuldigd de sommatie van een basistarief van:

€ 312,60

en een percentage over de vastgestelde bouwsom van:

2,200%

3.

indien de bouwkosten € 250.000,00 tot € 500.000,00 bedragen dan is verschuldigd de sommatie van een basistarief van:

€ 1.146,20

en een percentage over de vastgestelde bouwsom van:

1,900%

4.

indien de bouwkosten meer dan €500.000,00 bedragen dan is verschuldigd de sommatie van een basistarief van:

€ 2.344,50

en een percentage over de vastgestelde bouwsom van:

1,700%

a.

Indien moet worden beoordeeld of de activiteit in overeenstemming is metregels voor de toepassing van binnenplanse beoordelingsregels (binnenplanse afwijkingsbevoegdheid) in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet wordt het bedrag onder a verhoogd met:

c.

Als er sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit wordt het bedrag onder a vermeerderd met:

1.

Indien er sprake is van een kleine buitenplanse afwijking

€ 700,00

2.

Indien er sprake is van een grote buitenplanse afwijking

€ 5.573,00

d.

De tarieven uit artikel 2.4 zijn tevens van toepassing op een aanvraag zoals genoemd in artikel 2.6 (omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijk deel)) indien de aanvraag wordt behandeld op een omgevingstafel.

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 287,50

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet in samenhang met artikel 10 van de Erfgoedverordening Oudewater 2009, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 573,65

2.

Het tarief genoemd onder 2.8.1 wordt vermeerderd met de kosten voor het verkrijgen van een advies van de commissie Ruimtelijke Kwaliteit en Erfgoed, zijnde per advies:

€ 69,80

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

a.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 715,95

b.

Het tarief genoemd onder 2.9.1 wordt vermeerderd met de kosten voor het verkrijgen van een advies van de commissie Ruimtelijke Kwaliteit en Erfgoed, zijnde per advies:

€ 69,80

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 287,50

2.

Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 287,50

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

gereserveerd

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

gereserveerd

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

gereserveerd

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

gereserveerd

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

gereserveerd

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

gereserveerd

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

gereserveerd

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

gereserveerd

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

gereserveerd

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

gereserveerd

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

gereserveerd

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

gereserveerd

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

gereserveerd

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

gereserveerd

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 265,60

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 265,60

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande niet gereserveerde artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 265,60

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 258,95

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: voorwerpen op of aan een openbare plaats

gereserveerd

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 198,00

Artikel 2.32 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

1.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 163,80

2.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

3.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit waarbij moet worden beoordeeld of de activiteit in overeenstemming is metregels voor de toepassing van binnenplanse beoordelingsregels in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet:

€ 499,75

4.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

a. Indien er sprake is van een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 499,75

b. Indien er sprake is van een grote buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 9.352,60

5.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 163,80

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.33 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift:

€ 309,05

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 280,90

Artikel 2.34 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 309,05

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 618,10

c.

vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 927,15

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 309,05

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.33 en 2.34, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 309,05

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.36 Gelijkwaardige maatregel

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per gelijkwaardige maatregel:

€ 309,05

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per gelijkwaardige maatregel:

€ 309,05

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per gelijkwaardige maatregel:

€ 309,05

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per gelijkwaardige maatregel:

€ 309,05

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.37 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 379,60

Artikel 2.38 Wijzigen omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 299,90

Artikel 2.39 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 299,90

Artikel 2.40 Intrekken omgevingsvergunning

gereserveerd

Artikel 2.41 Beoordeling aanvullende gegevens

gereserveerd

Artikel 2.42 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.47 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

Artikel 2.43 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 9.352,60

Artikel 2.44 Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 163,80

Artikel 2.45 Buiten behandeling laten van een aanvraag

1.

Het tarief bedraagt voor een aanvraag die, na toepassing van het bepaalde in artikel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet in behandeling wordt genomen:

€ 233,40

2.

Indien binnen 8 weken een nieuwe omgevingsvergunning voor hetzelfde project, geheel of gedeeltelijk bestaand uit bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.5, 2.6, 2.7, 2.26, 2.27 en 2.28 wordt ingediend kan, indien deze aanvraag leidt tot een omgevingsvergunning, teruggaaf van de geheven leges voor de betreffende onderdelen worden verleend.

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.46 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 755,45

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 755,45

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 755,45

Artikel 2.47 Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 802,35

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 291,75

c.

voor de beoordeling van een akoestisch onderzoek:

€ 802,35

d.

voor de beoordeling van een verzoek tot het volgen van een procedure verkrijgen hogere grenswaarde:

€ 1.302,50

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 802,35

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 802,35

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 802,35

Artikel 2.48 Advies

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 384,00

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Commissie Omgevingskwaliteit & Erfgoed Oudewater 2023 dan worden kosten in rekening gebracht overeenkomstig de in bijlage II vermelde tarieventabel.

c.

voor een advies van de agrarische beoordelingscommissie:

€ 1.172,25

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.49 Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16:16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

€ 384,00

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.50 Vermindering na principeverzoek

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een principeverzoek als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, worden de ter zake van het principeverzoek geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning. De vermindering bedraagt:

70,000%

2.

De in het eerste lid genoemde vermindering van de leges voor het principeverzoek geldt niet voor de leges voor de beoordeling door de commissie ruimtelijke kwaliteit en erfgoed en agrarische adviescommissie en de beoordeling van onderzoeksrapporten zoals genoemd in het tweede en derde lid van artikel 2.4 en artikel 2.47.

Artikel 2.51 Vermindering bij meervoudige aanvraag

gereserveerd

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.52 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

a.

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. Bij de gehele intrekking bedraagt de teruggaaf:

50,000%

b.

Indien binnen 8 weken een nieuwe omgevingsvergunning voor hetzelfde project, geheel of gedeeltelijk bestaand uit aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is kan, indien deze aanvraag leidt tot een omgevingsvergunning, teruggaaf van de geheven leges voor de betreffende onderdelen worden verleend.

Artikel 2.53 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

35,000%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

Indien binnen 8 weken een nieuwe omgevingsvergunning voor hetzelfde project, geheel of gedeeltelijk bestaand uit bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.5, 2.6, 2.7 en 2.28 wordt ingediend vindt, indien deze aanvraag leidt tot een omgevingsvergunning, teruggaaf van de geheven leges voor de betreffende onderdelen plaats.

Artikel 2.54 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, of sloopactiviteit

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw-, aanleg-, of sloopactiviteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

35,000%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

c.

Indien binnen 8 weken een nieuwe omgevingsvergunning voor hetzelfde project, geheel of gedeeltelijk bestaand uit bouw-, aanleg-, sloopactiviteiten, wordt ingediend vindt, indien deze aanvraag leidt tot een verleende omgevingsvergunning, teruggaaf van de geheven leges voor de betreffende onderdelen plaats.

Artikel 2.55 Teruggaaf als gevolg van het weigeren of intrekken van een standplaatsvergunning

a.

Als een aanvraag om een standplaatsvergunning, als bedoeld in artikel 2:31, niet leidt tot vergunningverlening, bestaat aanspraak op teruggaaf van:

40,000%

b.

Als een aanvraag om een vaste standplaatsvergunning wordt ingetrokken, als bedoeld in artikel 2:31, bestaat aanspraak op teruggaaf van:

50,000%

Artikel 2.56 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

Artikel 2.57 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 45,00 wordt niet teruggegeven.

 

Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn

Artikel

Omschrijving

Verkooptarief

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

(ph) een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 433,15

b.

(ph) een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:30, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 98,05

c.

een aanvraag tot het wijzigen van de exploitatievergunning voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 143,95

2.

Als een aanvrager zijn aanvraag om een nieuwe dan wel gewijzigde exploitatievergunning en/of drank- en horecavergunning als bedoeld in de onderdelen 3.1 en 3.2 intrekt, terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50,00%

3.

Het tarief per markeerpunaise waarmee een terras op openbare grond wordt afgepind bedraagt:

€ 41,60

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

(ph) een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 122,35

b.

(ph) een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 36,40

c.

(ph) een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 143,95

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 118,80

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 36,40

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.

om een vergunning of om een verlenging als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening:

a.

voor een escortbedrijf:

€ 981,75

b.

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a:

€ 981,75

c.

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 981,75

2.

Het bedrag dat op grond van het eerste lid verschuldigd is wordt:

a.

voor iedere beheerder die zal worden aangesteld bij het seksbedrijf vermeerderd met:

€ 301,65

b.

als de aanvraag tot het verlenen van de vergunning mede ziet op een seksinrichting vermeerderd met:

€ 301,65

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3. bedoelde vergunning in verband met een wijziging van:

a.

de exploitant aan wie de vergunning is verleend:

€ 301,65

b.

de op de vergunning vermelde of te vermelden beheerder of beheerders:

€ 301,65

c.

de activiteit waarvoor de vergunning is verleend:

€ 301,65

d.

het vaste telefoonnummer dat in advertenties voor het seksbedrijf zal worden gebruikt:

€ 301,65

e.

het adres waar het seksbedrijf wordt uitgeoefend:

€ 301,65

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 32,20

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing

€ 32,20

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

a.

(fv) een klein evenement, gedefinieerd als een evenement waarbij standaard vergunningsvoorwaarden van toepassing zijn:

€ 65,35

b.

(fv) een middelgroot evenement, gedefinieerd als een evenement waarvoor adviesaanvragen noodzakelijk zijn van de wijkopzichter en/of marktmeester en/of hulpdiensten en aanvullende voorwaarden in de vergunning worden opgenomen:

€ 130,65

c.

(fv) een groot evenement, gedefinieerd als een evenement waarvoor adviesaanvragen noodzakelijk zijn van de wijkopzichter en/of marktmeester en/of hulpdiensten, aanvullende voorwaarden in de vergunning worden opgenomen en waarvoor overleg en toezicht is vereist:

€ 260,30

Artikel 3.7 Organiseren snuffelmarkt

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning:

a.

voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 65,35

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een vaste-standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 9, eerste lid van de Marktverordening Oudewater 2019:

€ 65,90

b.

een dagplaatsvergunning als bedoeld in artikel 9, vierde lid, van de Marktverordening Oudewater 2019, die leidt tot vergunningverlening:

€ 65,90

c.

een standwerkvergunning als bedoeld in artikel 9, vierde lid, van de Marktverordening Oudewater 2019, die leidt tot vergunningverlening:

€ 65,90

d.

een bedienvergunning als bedoeld in artikel 9, vijfde lid van de Marktverordening Oudewater 2019:

€ 65,90

2.

Als een aanvraag om een vaste-standplaatsvergunning, te verlenen via het selectiestelsel, niet leidt tot vergunningverlening, bestaat aanspraak op teruggaaf van 40% van de op grond van het eerste lid, onderdeel a, verschuldigde leges.

3.

Als een aanvraag om een vaste-standplaatsvergunning, te verlenen via loting, niet leidt tot vergunningverlening, bestaat aanspraak op teruggaaf van 40% van de op grond van het eerste lid, onderdeel a, verschuldigde leges.

4.

Als een aanvraag om een vaste standplaatsvergunning wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van 50% van de op grond van het eerste lid, onderdeel a, verschuldigde leges.

Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

overschrijving van een vaste-standplaatsvergunning op naam van een ander als bedoeld in artikel 7 van de Marktverordening Oudewater 2019:

€ 65,90

b.

toestemming met vervanging van de vergunninghouder (artikel 9, tweede lid, van de Marktverordening Oudewater 2019):

€ 65,90

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

Gereserveerd

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

Artikel 3.11 Vergunning onttrekken woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014:

€ 65,90

Artikel 3.12 Vergunning samenvoegen woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014:

€ 65,90

Artikel 3.13 Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014:

€ 65,90

Artikel 3.14 Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014:

€ 65,90

Artikel 3.15 Splitsingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om een recht op een gebouw te splitsen in appartemensrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 65,90

Artikel 3.16 t/m 3.18

Gereserveerd

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 260,50

 

Behorende bij het raadsbesluit met nummer D/23/123018 van 14 december 2023.

 

mr. M.W. Bosma

griffier

Bijlage I Kengetallenlijst toetsing bouwkosten peildatum 1-1-2024

 

Soort bouwwerk

Per m2 vloeropp. minimaal

Per m2 vloeropp. maximaal

Per m3 minimaal

Per m3 maximaal

Hoe luxueuzer hoe hoger de prijs per eenheid; hoe groter hoe goedkoper per eenheid

Prijs in €

Prijs in €

Prijs in €

Prijs in €

Woningbouw

Twee onder een kap tot 100 m2 / 280 m3

871

920,70

308

324

Twee onder een kap v.a. 100 m2 / 280 m3

791

871

286

308

Vrijstaande woning tot 120 m2

940

956

340

345

Vrijstaande woning v.a. 120 m2 

866

940

308

340

Tussenwoning

759

791

266

287

Flatwoning

791

913

281

319

Villa / landhuis

1.014

1.333

361

478

Aan- en uitbouw aan woning

tot 40 m2

1.221

1.434

425

483

v.a. 40 tot 60 m2

1.062

1.251

372

435

v.a. 60 m2

913

1.080

319

372

Dakopbouw op woning (ca. 25 m2)

797

866

292

329

Dakkapel

€ 675,- plus € 1.150,- per strekkende meter

Voorbeeld 2,5 meter breed

3.717

Voorbeeld 3,5 meter breed

5.220

Voorbeeld 5,0 meter breed

6.770

Garage / berging

metselwerk plat dak

metselwerk kap

hout plat dak

hout kap

531

505

345

319

674

637

520

473

212

202

143

133

266

255

202

186

Kelder

tot 10 m2 / 25 m3

v.a. 10 m2 tot 20 m2 / 25 m3 tot 50 m3

v.a. 20 m2 / 50 m3

925

815

760

1.000

900

850

415

365

340

450

405

380

Dakterras

319

350

Overkapping / carport

239

260

90

1.062

Tuinhuisje plat dak

kap

202

223

223

244

85

96

96

106

Erfafscheiding / m1 hout

metselwerk

85

319

90

425

Agrarische stal: runderen

nok tot 5,5 m hoog

207

233

53

58

nok v.a. 5,5 m tot 7,5 m hoog

276

313

48

53

nok v.a. 7,5 m hoog

345

382

43

48

Agrarische stal:

varkens / kippen / paarden

nok tot 5,5 m hoog

340

361

85

117

nok v.a. 5,5 m tot 7,5 m hoog

488

504

74

96

nok v.a. 7,5 m hoog

573

594

64

85

Mestkelders onder stal

80

96

37

48

Sleufsilo

58

80

Werktuigberging / bedrijfsschuur

damwandprofiel eenvoudig

damwandplaatstaal geïsoleerd

143

212

165

255

27

53

32

64

metselwerk eenvoudig

metselwerk geïsoleerd

212

515

255

685

53

80

64

106

Productie-, magazijn-, opslag-, industriehal

ongeïsoleerd

nok tot 5,5 m hoog

250

340

64

85

nok v.a. 5,5 m tot 7,5 m hoog

255

483

53

74

nok v.a. 7,5 m hoog

435

621

48

69

Productie-, magazijn-, opslag-, industriehal

geïsoleerd

nok tot 5,5 m hoog

281

382

69

96

nok v.a. 5,5 m tot 7,5 m hoog

372

515

58

80

nok v.a. 7,5 m hoog

483

664

53

74

Bedrijfsruimten

15% kantoorfunctie tot 5,5 m hoog

v.a. 5,5 m tot 7,5 m hoog

419

631

573

871

106

101

143

133

30% kantoorfunctie tot 5,5 m hoog

v.a. 5,5 m tot 7,5 m hoog

504

759

690

1.046

127

116

175

165

40% kantoorfunctie tot 5,5 m hoog

v.a. 5,5 m tot 7,5 m hoog

589

887

807

1.221

149

138

202

191

60% kantoorfunctie tot 5,5 m hoog

v.a. 5,5 m tot 7,5 m hoog

706

1.073

972

1.471

181

165

244

228

Kantoorruimten tot 100 m2

1.434

1.673

425

504

v.a. 100 m2 tot 300 m2

1285

1.540

382

430

v.a. 300 m2

1.237

1.519

350

419

Schoolgebouw tot 100 m2

1.168

1.381

425

504

v.a. 100 m2 tot 300 m2

1.062

1.274

382

430

v.a. 300 m2

956

1.115

350

419

Showroom, winkel, horeca tot 100 m2

903

1.062

212

234

v.a. 100 m2 tot 300 m2

850

956

202

223

v.a. 300 m2

797

903

191

212

Terrein verharding, beton, onderheid

< 100m2  

165

186

> 100m2

138

149

Terrein verharding, vloeistofdicht beton, onderheid

< 100m2  

175

196

> 100m2

149

159

Monumentale gebouwen

Uitgebreid onderhoud +wijzigingen/aanvullingen

96

Groot onderhoud, incl. casco verbeteringen

223

Restauratie met 20% casco

531

 

Bijlage II