Organisatie | Woudenberg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bomenverordening Gemeente Woudenberg 2024 |
Citeertitel | Bomenverordening Woudenberg 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2023 | nieuwe regeling | 21-12-2023 | Z.342925/D.263225 |
ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen
In deze afdeling wordt verstaan onder
beschermd klein landschapselement: een punt-, lijn-, of vlakelement vastgelegd op de bomenkaart, bestaande uit een houtopstand met een kleinere oppervlakte dan 10 are en niet aangewezen als beschermd klein landschapselement conform artikel 6.24 lid 2 van de Omgevingsverordening van de Provinciale Staten van Utrecht;
ARTIKEL 2: Toepassing Bomenverordening gemeente Woudenberg 2024
De houtopstanden als bedoeld in lid 1 onderdelen b, f, g en h bestaan niet uit populieren, wilgen, essen of elzen die bedoeld zijn voor de productie van houtige biomassa en zij minstens één keer per tien jaar worden geoogst, bestaan uit minstens 10.000 stoven per hectare per eenheid en zijn aangelegd na 1 januari 2013.
ARTIKEL 6: Vergunning / procedure
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het vellen van een beschermde boom of houtopstand moet schriftelijk en gemotiveerd digitaal worden ingediend via het Omgevingsloket, door of namens dan wel met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de beschermde boom of houtopstand te beschikken.
Het besluit tot verlening of weigering van de ingediende aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het vellen van boom of houtopstand wordt onverwijld gepubliceerd na verzending aan de aanvrager. Bij deze kennisgeving wordt de concrete datum van verzending aan de aanvrager genoemd als begin van de bezwaartermijn van zes weken voor belanghebbenden.
ARTIKEL 8: Beperking geldigheidsduur
In het geval het een vergunning tot vellen van meer dan één beschermde boom of houtopstand betreft, is verlof tot vellen voor alle beschermde bomen slechts één jaar geldig, ook als in fasen geveld wordt of één of enkele beschermde bomen of houtopstanden al geveld zijn. Het bevoegd gezag kan op verzoek de termijn van één jaar verlengen tot maximaal drie jaar.
Indien de kap van een beschermde boom of houtopstand verband houdt met bouwwerkzaamheden en deze werkzaamheden vertragen of zijn stopgezet, al dan niet definitief, ontslaat dit de aanvrager niet van de verplichting de voorschriften, welke bij het verlenen van een ontheffing voor het vellen van de houtopstanden zijn opgelegd, te volgen.
ARTIKEL 9: Voorschriften bij een omgevingsvergunning tot vellen
Tot de omgevingsvergunning tot vellen te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren dat pas tot vellen van de beschermde boom en houtopstand op en bij bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan indien andere ontheffingen, vergunningen, toestemmingen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn en de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd is.
ARTIKEL 10: Herplant-/instandhoudingsplicht
Indien een beschermde houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder ontheffing van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de beschermde houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.
Indien een beschermde houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is in het voortbestaan ernstig worden bedreigd, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de beschermde houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen, binnen een door hen te stellen termijn, voorzieningen te treffen waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
ARTIKEL 11: Afstand van de erfgrenslijn
De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek is vastgesteld op 1 meter voor bomen en op 0,5 meter voor heesters en heggen in privaat eigendom en op nihil voor bomen, heesters en heggen in eigendom van de gemeente, zonder inbegrip van een houtopstand welke onderdeel uitmaakt van een klein landschapselement.
ARTIKEL 12: Bestrijding van boomziekten
Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van de rechthebbende gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende verplicht dit onverwijld na vaststelling te melden bij het bevoegd gezag.
Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van het bevoegd gezag gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het bevoegd gezag is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:
Hij die handelt in strijd met het bij of krachtens artikel 5, artikel 12 tweede lid, artikel 13, artikel 14, bepaalde, dan wel een voorschrift onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in het vorige lid niet nakomt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke beoordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de financiële en ecologische boomwaarde.