Organisatie | Landsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing 2024 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van heffing is 1 januari 2024.
Deze regeling vervangt de Verordening Afvalstoffenheffing 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2023 | nieuwe regeling | 21-12-2023 |
De raad van de gemeente Landsmeer;
Gezien het voorstel op 14 november 2023
Gelet op de artikelen 216, 219, eerste lid, alsmede 229, eerste lid aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en art. 15.33 van de Wet milieubeheer;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing 2024.
Hoofdstuk II. Afvalstoffenheffing.
De afvalstoffenheffing wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven terzake van het feitelijk gebruik van een perceel, waaronder mede begrepen een stacaravan, een woonboot en een woonwagen, ten aanzien waarvan ingevolge art. 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Onder het begrip perceel wordt niet verstaan een volkstuinhuisje, zomerhuisje of vakantiehuisje, tenzij een dergelijk huisje dient tot hoofdverblijf.
Belastingplichtig voor de afvalstoffenheffing is degene die naar de omstandigheden beoordeeld, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 9 Termijnen van betaling
Indien op basis van art. 7, lid 2, een machtiging tot automatische incasso werd afgegeven, moeten de aanslagen worden betaald, respectievelijk worden de aanslagen geïncasseerd in acht gelijke termijnen, waarbij de eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elke volgende termijn één maand later.