Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hilvarenbeek

Verordening gemeentelijke rekenkamer Hilvarenbeek 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHilvarenbeek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening gemeentelijke rekenkamer Hilvarenbeek 2024
CiteertitelVerordening gemeentelijke rekenkamer Hilvarenbeek 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening Rekenkamercommissie Gemeente Hilvarenbeek 2021

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

14-12-2023

gmb-2023-564227

1012011

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening gemeentelijke rekenkamer Hilvarenbeek 2024

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • College: college van burgemeester en wethouders.

  • Rekenkamer: gemeentelijke rekenkamer als bedoeld in artikel 81a van de Gemeentewet.

  • Voorzitter: voorzitter van de rekenkamer.

  • Lid: lid van de rekenkamer, niet zijnde de voorzitter.

  • Wet: Gemeentewet.

  • Doelmatigheid: de mate waarin dezelfde prestaties met de inzet van minder middelen kunnen worden gerealiseerd.

  • Doeltreffendheid: de mate waarin de getroffen maatregelen de gewenste effecten hebben.

  • Rechtmatigheid: de mate waarin gehandeld wordt conform wet- en regelgeving.

Artikel 2. Taak van de rekenkamer

  • 1.

    Er is een gemeentelijke rekenkamer.

  • 2.

    De rekenkamer doet onderzoek naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde beleid.

  • 3.

    Bij het uitvoeren van haar taken kan de rekenkamer gebruik maken van de resultaten van door anderen verrichte controles, onverminderd haar bevoegdheid tot het verrichten van onderzoek.

Artikel 3. Samenstelling van de rekenkamer

  • 1.

    De rekenkamer bestaat uit vier leden, waaronder een voorzitter.

  • 2.

    De raad benoemt de leden van de rekenkamer.

  • 3.

    De raad benoemt één van de leden als voorzitter en één als plaatsvervangend voorzitter.

  • 4.

    De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamer, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeken en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming.

  • 5.

    Onverminderd de bevoegdheid van de raad tot benoeming en ontslag van de leden stelt de rekenkamer een zodanig rooster van aftreden op dat daarmee de continuïteit binnen de rekenkamer wordt gewaarborgd.

  • 6.

    De leden van de rekenkamer, waaronder de voorzitter, kunnen maximaal één keer voor een periode van zes jaar worden herbenoemd.

Artikel 4. Ontslag en non-activiteit

Indien zich een van de gronden voor ontslag of non-activiteit als bedoeld in de artikelen 81c en 81d van de wet, of indien zich een onverenigbaarheid van functies voordoet als genoemd in artikel 81f van de wet, doet de rekenkamer daarvan terstond mededeling aan de raad.

Artikel 5. Personele ondersteuning

  • 1.

    De rekenkamer wordt bijgestaan door een secretaris / onderzoeker.

    • a.

      In geval de secretaris / onderzoeker een ambtenaar is die niet op de griffie werkzaam is, is omtrent de arbeidsovereenkomst artikel 81j van de Gemeentewet van toepassing.

    • b.

      In geval de secretaris / onderzoeker een ambtenaar is die op de griffie werkzaam is, is artikel 81j van de Gemeentewet van toepassing, met dien verstande dat de raad, in overeenstemming met artikel 107e van de Gemeentewet, besluit over de arbeidsovereenkomst.

    • c.

      De rekenkamer kan een derde inhuren die de functie van secretaris / onderzoeker bekleedt.

  • 2.

    De secretaris / onderzoeker legt verantwoording af over zijn werkzaamheden aan (de voorzitter van) de rekenkamer.

  • 3.

    De kosten van de secretaris / onderzoeker komen ten laste van het budget van de rekenkamer als bedoeld in artikel 8.

Artikel 6. Besluitvorming

  • 1.

    In de vergaderingen van de rekenkamer wordt besloten bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft.

  • 2.

    Besluiten kunnen niet worden genomen tenzij minimaal twee leden van de rekenkamer ter vergadering aanwezig zijn.

  • 3.

    Bij staking van stemmen wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering. Indien de stemmen dan opnieuw staken is het voorstel niet aangenomen.

Artikel 7. Budget

  • 1.

    De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget verplichtingen aan te gaan en uitgaven te doen voor de uitvoering van haar werkzaamheden.

  • 2.

    De rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorige begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185 lid 3 van de Gemeentewet.

  • 3.

    Het budget van de rekenkamer wordt vanuit het griffiebudget beschikbaar gesteld.

  • 4.

    Het budget wordt jaarlijks geïndexeerd met een percentage dat is opgebouwd uit de volgende indices van het CBS, peildatum maart van het lopende jaar:

    • a.

      50% loonvoet sector overheid

    • b.

      50% index materiele overheidsconsumptie (IMOC)

  • 5.

    Ten laste van het in het eerste lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • De vergoedingen aan de leden.

    • De kosten voor de secretaris / onderzoeker, voor zover deze door de rekenkamer wordt ingehuurd.

    • Externe onderzoekers en deskundigen die door de rekenkamer zijn ingeschakeld.

    • Alle overige uitgaven die de rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van zijn taak.

Artikel 8. Vergoeding

  • 1.

    De leden en de voorzitter van de rekenkamer ontvangen voor hun werkzaamheden een vaste maandelijkse vergoeding. Deze vergoeding bedraagt 25% van de vergoeding voor raadsleden, welke is gebaseerd op het rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    De vergoedingen, genoemd in het eerste lid, zijn inclusief reis-, verblijf- en overige kosten.

Artikel 9. Onderzoeksprogrammering en onderzoeksplannen

  • 1.

    De rekenkamer kiest zelfstandig en onafhankelijk de onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling met bijbehorende onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2.

    De rekenkamer inventariseert bij de raad welke suggesties er zijn voor onderzoeksonderwerpen.

  • 3.

    De raad kan de rekenkamer een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand, met redenen omkleed, in hoeverre aan dat verzoek al dan niet wordt voldaan.

Artikel 10. Werkwijze rekenkamer

  • 1.

    De rekenkamer stelt een reglement van orde vast en brengt dit ter kennisname van de raad. Dit reglement wordt tevens openbaar gemaakt op de website van de rekenkamer.

  • 2.

    De rekenkamer stelt een onderzoeksprotocol vast en brengt dit ter kennisname van de raad. Dit protocol wordt tevens openbaar gemaakt op de website van de rekenkamer.

  • 3.

    De rekenkamer vergadert in beslotenheid. De rekenkamer kan daarnaast openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 4.

    De rekenkamer legt haar bevindingen en haar oordeel vast in rapporten, met dien verstande dat hierin niet worden opgenomen gegevens en bevindingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn.

  • 5.

    Voordat de rekenkamer een rapport, bedoeld in het vierde lid, vaststelt, stelt zij in elk geval het onderzochte orgaan in de gelegenheid binnen redelijke termijn te reageren op haar bevindingen en voorlopige conclusies.

  • 6.

    Na de vaststelling van een rapport, deelt de rekenkamer aan de raad, aan het college en, indien van toepassing, aan de betrokken instelling, de opmerkingen en bedenkingen mee die zij naar aanleiding van haar bevindingen van belang acht. Aan de raad of het college kan zij ter zake voorstellen doen.

  • 7.

    De rekenkamer stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar. Dit verslag gaat gepaard met een onderzoeksplan voor het volgende jaar.

  • 8.

    De rekenkamer zendt een afschrift van haar rapporten en haar verslag aan de raad en het college.

  • 9.

    De rekenkamer geeft een schriftelijke reactie op het overzicht dat het college jaarlijks aan de raad zendt inzake de door de rekenkamer aan het college gedane voorstellen en wijze waarop aan de voorstellen door het college vervolg is gegeven.

Artikel 11. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening gemeentelijke rekenkamer Hilvarenbeek 2024.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 14 december 2023,

Raadsgriffier

M. Janus

Voorzitter

E.M.L. Weys

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING OP DE VERORDENING

Artikel 2

De huidige rekenkamer(commissie) betreft een gezamenlijke commissie voor vier gemeenten, te weten Dongen, Goirle, Hilvarenbeek en Loon op Zand. Deze samenwerking typeert zich als een ‘personele unie’ waarbij elke gemeenteraad dezelfde commissieleden heeft benoemd in de rekenkamercommissie.

 

Vanaf 2024 zijn er twee mogelijkheden voor rekenkamers om samen te werken. Een personele unie of een gemeenschappelijke regeling. Vanuit praktische overwegingen is er voor gekozen om het bestaande construct van een personele unie voort te zetten in de nieuwe rekenkamer.

 

Artikel 3

In het nieuwe artikel 81a Gemeentewet is vastgelegd dat de raad een rekenkamer instelt. Dit is dus niet langer optioneel. De raad bepaalt het aantal leden van de rekenkamer (artikel 81b). In de huidige situatie kent de rekenkamercommissie vier externe leden, waarbij ieder lid als eerste aanspreekpunt fungeert naar elk van de voor dit doel samenwerkende gemeenten.

 

De raad benoemt de leden van de rekenkamer.

 

De beoogde onafhankelijkheid van de leden van de rekenkamer wordt door de Gemeentewet op uiteenlopende manieren gewaarborgd. Dat geschiedt onder andere door een wettelijk bepaalde benoemingstermijn van 6 jaar (artikel 81c lid 1), maar ook door de regeling van onverenigbare betrekkingen in artikel 81f, de verplichting in de raadsvergadering een eed of verklaring en belofte van zuivering en van trouw aan de Grondwet af te leggen (artikel 81g), en door de toekenning van een vergoeding voor werkzaamheden (artikel 81k), die in artikel 7 van deze verordening aan de orde komen.

 

Op grond van artikel 81c lid 2 Gemeentewet benoemt de raad de voorzitter van de rekenkamer in functie.

 

De benoemingstermijn van de rekenkamerleden is wettelijk bepaald op 6 jaar, maar het is aan de raad om te bepalen of en zo ja hoe vaak herbenoeming mogelijk is. In deze verordening (artikel 3, lid 5) wordt het mogelijk gemaakt om een rekenkamerlid eenmaal te herbenoemen.

 

De leden van de nieuwe rekenkamer starten allemaal in hun nieuwe rol op 1 januari 2024. In beginsel betekent dit dat alle leden op dezelfde datum aftreden. In een rooster van aftreden wordt doorgaans rekening gehouden met verschillende momenten van aftreden, ter waarborging van de continuïteit. De leden van de nieuwe rekenkamer zullen in onderling overleg een rooster van aftreden opstellen, waarbij als uitgangspunt geldt dat zij niet allemaal op dezelfde datum volgens rooster dienen af te treden.

 

Artikel 4

De limitatieve opsomming van ontslaggronden in artikel 81c lid 6 en lid 7 Gemeentewet moet worden gezien in het licht van de door de wetgever gewenste onafhankelijkheid van de rekenkamer. De raad mag een lid van de rekenkamer uitsluitend ontslaan op diens verzoek of indien zich ten minste één van de in het zesde lid opgesomde omstandigheden voordoet. De in het zevende lid bedoelde gronden kunnen leiden tot ontslag. Hier heeft de raad dus – anders dan bij de dwingend geformuleerde ontslaggronden uit het zesde lid – een zekere beleidsvrijheid.

 

Artikel 5

De rekenkamer heeft een secretaris die ambtelijke ondersteuning biedt. Deze secretaris legt verantwoording af over zijn/haar werkzaamheden aan de rekenkamer en wordt aangestuurd door de rekenkamervoorzitter.

 

In de Wet versterking decentrale rekenkamers is de mogelijkheid (die rekenkamercommissies hadden) om de secretaris bij de griffie onder te brengen behouden gebleven. In dit geval benoemt niet het college deze ambtenaren (zoals gesteld in artikel 81 j, tweede lid) maar de raad. De griffier neemt de rechtspositionele besluiten over de secretaris in overleg met de rekenkamervoorzitter. De griffier en de rekenkamervoorzitter zorgen er samen voor dat de secretaris organisatorisch zodanig wordt ingebed in de griffie (qua voorzieningen en arbeidsvoorwaarden) dat deze zijn/haar werk goed kan doen.

 

Los van de formele positionering van de secretaris, kan er ook voor gekozen worden om ter uitvoering van deze werkzaamheden externe ondersteuning in te huren. Dit was de laatste jaren in de rekenkamer-commissie de praktijk en de nieuwe rekenkamer is voornemens deze praktijk voort te zetten.

 

Artikel 7

De van toepassing zijnde indexering is eenvoudig en doet recht aan de kostenstructuur van de rekenkamer.

 

Artikel 8

In de huidige verordening(en) is bepaald dat de leden en voorzitter van de rekenkamercommissie een maandelijkse vergoeding ontvangen voor hun werkzaamheden. De grondslag voor deze vergoeding blijft in de nieuwe verordening(en) gehandhaafd.

 

Artikel 9

Met het vastleggen van de verplichting om raad en college te informeren over voorgenomen onderzoeken en om per onderzoek het onderzoeksplan vooraf ter beschikking te stellen, wordt tot uitdrukking gebracht dat de raad hecht aan een zorgvuldige werkwijze en een zorgvuldige omgang met het gemeentebestuur door de rekenkamer.

 

Artikel 182 lid 2 Gemeentewet stelt dat de raad de rekenkamer kan verzoeken om een onderzoek in te stellen. In dit artikel is vastgelegd hoe de rekenkamer omgaat met een dergelijk verzoek.

 

Artikel 10

De rekenkamer bepaalt haar eigen werkwijze en legt deze vast in een openbaar Reglement van Orde en in een openbaar Onderzoeksprotocol.

 

Artikel 185 lid 1 Gemeentewet stelt dat de rekenkamer haar bevindingen en haar oordeel vastlegt in rapporten. In dit artikel is vastgelegd hoe rekenkamer en raad omgaan met deze rapporten.