Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Openstellingsbesluit GLB-NSP Biodiversiteit op het landbouwbedrijf en Jonge Boeren regeling 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingOpenstellingsbesluit GLB-NSP Biodiversiteit op het landbouwbedrijf en Jonge Boeren regeling 2024
CiteertitelOpenstellingsbesluit GLB-NSP Biodiversiteit op het landbouwbedrijf en Jonge Boeren regeling 2024
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. Kaderverordening provincie Groningen 2017
  3. Regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Groningen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2023nieuwe regeling

18-12-2023

prb-2023-15826

K59344

Tekst van de regeling

Intitulé

Openstellingsbesluit GLB-NSP Biodiversiteit op het landbouwbedrijf en Jonge Boeren regeling 2024

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

 

Gelet op:

  • -

    titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 3, derde lid, van de Kaderverordening provincie Groningen 2017;

  • -

    artikel 1.2 Regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Groningen;

BESLUITEN:

  • I.

    Open te stellen: Openstellingsbesluit GLB-NSP Biodiversiteit op het landbouwbedrijf en Jonge Boeren regeling 2024 als nadere invulling op de algemene bepalingen zoals vastgesteld in de Regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Groningen

  • II.

    Vast te stellen hetgeen volgt:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In aanvulling op de definities, als bepaald in artikel 1.1 en artikel 2.2. van de regeling, wordt in dit openstellingsbesluit verstaan onder:

  • a.

    agroforestry: Agroforestry verwijst naar landbouwsystemen en -praktijken die houtige meerjarige planten (bomen en struiken) bewust combineren op hetzelfde stuk land waar ook andere landbouwgewassen worden geteeld of veehouderij plaatsvindt. Er vindt daarmee een ecologische en economische wisselwerking plaats tussen houtige en niet-houtige onderdelen van landbouwsystemen. In Nederland vallen ook voedselbossen onder de definitie van agroforestry. Een voedselbos is een door mensen ontworpen productief ecosysteem naar het voorbeeld van een natuurlijk bos, met een hoge diversiteit aan meerjarige en/of houtige plantensoorten die deels voor de mens als voedsel dienen (vruchten, zaden, bladeren, stengels, wortels);

  • b.

    biologische landbouwbedrijven: Bedrijven met een geheel of gedeeltelijke biologische bedrijfsvoering die beschikken over SKAL-certificaat of een SKAL-registratie bevestiging met bijbehorend SKAL-nummer;

  • c.

    demeter: demeter is het kwaliteitskeurmerk voor biodynamische landbouw en voeding. Alle producten met een Demeter-keurmerk voldoen in ieder geval aan de normen voor biologische landbouw, zoals die binnen de Europese wetgeving zijn vastgelegd. Boeren en verwerkers die daarnaast als aanvulling voldoen aan de Demeter-normen en -richtlijnen ontvangen na de controle een Demeter-certificaat en mogen het Demeter-keurmerk voeren;

  • d.

    natuurinclusieve landbouw: een landbouwsysteem dat optimaal beheer van natuurlijke hulpbronnen duurzaam integreert in bedrijfsvoering, inclusief zorg voor ecologische functies en de biodiversiteit op en om het bedrijf (definitie WUR). Deze vorm van landbouw ‘produceert’ dus ook natuurwaarden;

  • e.

    SNN: Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

  • f.

    kleinschalige windmolens: Kleinschalige windmolens zijn turbines met een tiphoogte tot maximaal 15 meter en een vermogen tot maximaal 20 kW die windenergie omzetten in elektriciteit door middel van een generator ten behoeve van gebruik op het eigen bedrijf;

  • g.

    KRW: Kaderrichtlijn Water Europese richtlijn die beoogt een goede ecologische en chemische kwaliteit te bereiken voor al het Europese grond- en oppervlaktewater;

  • h.

    regelbare drainage: Bij regelbare drainage wordt overtollig, ondiep grondwater niet meteen afgevoerd maar langer vastgehouden in de bodem. Door de ontwateringsbasis in hoogte te variëren kan de intensiteit van de drainage worden ingesteld;

  • i.

    regeling: Regeling Europese landbouwsubsidies provincies Groningen 2023 – 2027;

  • j.

    zelfrijdende werktuigen: Volledig zelfrijdende of autonome werktuigen zijn werktuigen gecombineerd met een voertuig met een eigen aandrijving. Dit voertuig is dan voorzien van een motor. Volledig zelfrijdende of autonome werktuigen behoeven geen bestuurder terwijl bij semiautonome werktuigen de bestuurder ondersteund wordt door slimme sensoren, cameratechnieken en systemen.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor productieve investeringen die geplaatst/gebruikt worden in de provincie Groningen.

  • 2.

    Als uitwerking van artikel 2.2.2 van de regeling wordt alleen subsidie verstrekt voor de fysieke investeringen genoemd in Bijlage 1 bij dit openstellingbesluit en voor de daarin genoemde subsidiabele activiteiten.

Artikel 3 Niet subsidiabele kosten

Overeenkomstig artikel 1.10 van de provinciale verordening wordt geen subsidie verstrekt in de volgende situaties:

  • 1.

    Er wordt geen subsidie verstrekt voor de aanschaf van zelfrijders of tractoren met uitzondering van investeringen die ingediend worden onder categorie 1 (Energie en klimaat) van de investeringslijst (Bijlage 1).

  • 2.

    Er wordt geen subsidie verstrekt voor abonnementen op software updates en servicecontracten.

  • 3.

    Er wordt geen subsidie verstrekt voor apparatuur benodigd voor het aflezen van de ICT en sensor techniek zoals computers, laptops, tablets en smartphones tenzij onlosmakelijk verbonden met de sensor.

  • 4.

    Indien er een aanvraag wordt gedaan voor een investering ten behoeve van energieopwekking, dan moet de opgewekte energie gebruikt worden door de eigen landbouwonderneming, het worden van (netto) energieleverancier is niet subsidiabel.

Artikel 4 Doelgroep

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt aan landbouwers of een samenwerkingsverband van landbouwers. In overeenstemming met artikel 2.2.3.

  • 2.

    Een jonge landbouwer is iemand die voldoet aan de criteria opgenomen in artikel 2.1.1 van de Regeling

  • 3.

    Indien een landbouwbedrijf uit meerdere landbouwers bestaat wordt in het kader van dit openstellingsbesluit slechts één keer subsidie verstrekt aan het landbouwbedrijf.

Artikel 5 Openstellingsperiode

  • 1.

    Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend van 22 januari 2024 9:00 uur tot en met 12 februari 2024 17:00 uur.

  • 2.

    Een aanvraag is tijdig ingediend indien deze binnen de in het eerste lid genoemde periode door SNN is ontvangen via het daarvoor ontwikkelde webportaal (www.snn.nl/programmas/glb-23-27).

Artikel 6 Subsidieplafond

Het subsidieplafond dat beschikbaar is in de periode zoals bepaald in artikel 4 is € 2.000.000,-- verdeeld over twee groepen aanvragers:

  • 1.

    Het subsidieplafond dat beschikbaar is voor alle landbouwers in de periode zoals bepaald in artikel 2 is €1.000.000,-, waarvan 100% EU-financiering

  • 2.

    Het subsidieplafond dat beschikbaar is voor jonge landbouwers in de periode zoals bepaald in artikel 2 is €1.000.000,- waarvan 43% EU-financiering en 57% provinciale cofinanciering.

Artikel 7 Hoogte subsidie

Onverminderd artikel 1.2 en 2.1.7 van de regeling geldt:

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt minimaal € 40.000 tot € 125.000.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie bedraagt 40% van de subsidiabele kosten.

  • 3.

    De hoogte van de subsidie bedraagt 55% van de subsidiabele kosten bij het onderdeel Jonge Boerenregeling.

Artikel 8 Subsidiabiliteit van kosten

  • 1.

    Subsidiabele kosten worden berekend volgens artikel 1.9a lid 3 uit de regeling.

  • 2.

    Subsidiabel zijn kosten voor de koop en of huurkoop van nieuwe machines en installaties met betrekking tot de investeringencategorieën uit bijlage 1. In afwijking op artikel 1.8 van de provinciale verordening zijn alleen “Kosten voor de koop en of huurkoop van nieuwe machines en installaties met betrekking tot de investeringencategorieën uit Bijlage 1” subsidiabel.

  • 3.

    In overeenstemming met artikel 2.2.5 van de regeling wordt alleen subsidie verstrekt voor andere kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overlegd.

Artikel 9 Subsidievereisten aanvraag

Onverminderd artikel 1.6 van de regeling en in aanvulling op het bepaalde in artikel 1.3 van de regeling:

  • 1.

    Dient een subsidieaanvraag te worden ingediend bij Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen via het SNN door middel van een daarvoor ontwikkelde webportal dat bereikbaar is via de website van SNN.

  • 2.

    Wordt een aanvraag voor subsidie ingediend met gebruikmaking van een volledig, door SNN verstrekt, ingevuld projectplan format, vergezeld van de van toepassing zijnde bijlagen. In aan artikel 1.6 van de regeling bevat de aanvraag in elk geval:

    • a.

      een omschrijving waarin ten minste de investering, de categorie zijn opgenomen en een onderbouwing waaruit blijkt dat de investering binnen de categorie past

    • b.

      een toelichting / onderbouwing op de begroting, door middel van één of meerdere offertes;

    • c.

      sluitend financieringsplan van de kosten van het project;

    • d.

      In het geval de aanvrager vergunningsplichtig is: een bewijsstuk van het starten van de vergunningprocedure. Bij het vaststellingsverzoek moet de toegekende vergunning worden meegezonden

  • 3.

    Dient als de aanvraag wordt ingediend door een landbouwer met een biologische bedrijfsvoering of landbouwer die in omschakeling is naar biologische landbouw, in aanvulling op artikel 1.6, de aanvraag vergezeld van een erkend certificaat of kwaliteitskeurmerk waaruit dit blijkt (SKAL of Demeter).

  • 4.

    Dient als de aanvraag wordt ingediend door een landbouwer die in omschakeling is naar biologische landbouw, in aanvulling op artikel 1.6, de aanvraag vergezeld te worden van het inschrijfnummer en documentatie van een certificerende instantie ter onderbouwing dat de bedrijfsomschakeling is gestart.

  • 5.

    Onverminderd het bepaalde in het tweede lid bevat de subsidieaanvraag, indien de investering naar waarschijnlijkheid leidt tot negatieve omgevingseffecten, een omschrijving van de benodigde vergunningen, waarin deze omgevingseffecten worden getoetst, die voor de uitvoering dienen te worden verkregen of een bewijsstuk dat de vergunningaanvraag is gestart. Uiterlijk bij vaststelling van de subsidie moet de vergunning worden overlegd.

Artikel 10 Selectiecriteria, weging en selectie

  • 1.

    Voor de rangschikking als bedoeld in artikel 1.12 lid 1 sub c en artikel 2.2.8 van de regeling hanteren Gedeputeerde Staten de scores van de investeringslijst in Bijlage 1. Eén bullet is 1 investering. De aanvragen worden gerangschikt op basis van het gemiddelde van de aangevraagde investeringscategorieën. De aanvragen worden gerangschikt op volgorde van puntenaantal beginnend bij de aanvraag met de meeste punten.

  • 2.

    In overeenstemming met artikel 2.2.8 lid 3 van de regeling krijgen landbouwers met een biologische bedrijfsvoering en landbouwers die omschakelen naar biologische landbouw een extra punt toegekend.

  • 3.

    Voor de rangschikking, bedoeld in artikel 1.15 en artikel 2.2.5 van de Regeling, hanteren Gedeputeerde Staten de scores van de investeringslijst zoals opgenomen in bijlage 1

  • 4.

    Indien aanvragen voor subsidie op gelijke plaats zijn gerangschikt en honorering van de aanvragen zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, kunnen de Gedeputeerde Staten besluiten het subsidieplafond op te hogen met het bedrag dat nodig is om de gelijk geplaatste aanvragen te subsidiëren.

  • 5.

    Indien, eventueel na toepassing van de procedure genoemd in het vierde lid, twee of meer aanvragen eenzelfde plaats in de rangschikking hebben en de som van de totaal te verlenen subsidiebedragen overstijgt het subsidieplafond, dan wordt door middel van loting bepaald welke aanvraag of aanvragen gehonoreerd worden.

  • 6.

    Indien de aanvraag uit meerdere investeringen bestaat wordt het gemiddeld aantal punten bepaald door het aantal punten te delen door het aantal aangevraagde investeringen.

Artikel 11 Bevoorschotting

In afwijking van artikel 1.17 en 1.18 van de regeling kan geen voorschot en/of deelbetaling worden verstrekt.

Artikel 12 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.5 van de regeling wordt subsidie geweigerd indien:

  • a.

    niet wordt voldaan aan de subsidievereisten als bepaald in artikel 1.6 van de regeling of artikel 9 van het openstellingsbesluit;

  • b.

    de aanvraag wordt ontvangen buiten de openstellingsperiode als aangegeven in artikel 5 van dit openstellingsbesluit;

  • c.

    de aanvrager niet voldoet aan artikel 4 van dit openstellingsbesluit;

  • d.

    indien een subsidieaanvraag na initiële beoordeling de subsidiehoogte minder bedraagt dan € 40.000.

  • e.

    Per landbouwer kan op grond van dit openstellingsbesluit slechts één keer subsidie worden aangevraagd, waarin meerdere investeringen kunnen worden aangevraagd.

Artikel 13 Verplichtingen

In afwijking op artikel 1.16 van de regeling hoeft geen jaarlijkse voortgangsrapportage te worden ingediend.

Artikel 14 Realisatie van het project

  • 1.

    In aanvulling op artikel 1.15 van de regeling is de subsidieontvanger verplicht de aanvraag tot subsidievaststelling binnen twee jaar na datum subsidieverlening in te dienen.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1.22 van de verordening is het niet mogelijk om de investeringscategorie te wijzigen.

Artikel 15 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit openstellingsbesluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    De bijlagen maken integraal onderdeel uit van dit openstellingsbesluit.

Artikel 16 Citeertitel

Dit openstellingsbesluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit GLB-NSP Biodiversiteit op het landbouwbedrijf en Jonge Boeren regeling 2024.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.

Aldus vastgesteld in vergadering van Gedeputeerde Staten van 18 december 2023

Groningen, 18 december 2023

Gedeputeerde Staten voornoemd:

René Paas, voorzitter

Hans Schrikkema, secretaris

Bijlage 1 Investeringslijst

 

Opmerkingen vooraf

Voor alle investeringen geldt dat alleen bovenwettelijke, productieve investeringen subsidiabel zijn. De doorlooptijd van dit adviestraject is te kort geweest om een check op bovenwettelijk en productief te doen. Ook is het om dezelfde reden niet mogelijk geweest om investeringen te checken op complementariteit en consistentie met andere subsidieregelingen. Bij een aantal gemarkeerde investeringen wordt een voorbehoud bij opname op de lijst gemaakt. De noodzakelijke aanvullingen konden in de doorlooptijd van dit adviestraject niet opgesteld worden.

 

Water

Categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

Punten

1

Regelbare drainage

Subsidiabel:

De aanschaf en aanleg van:

  • Regelbare drainage

  • De aanpassing van bestaande drainage met een extra ontluchtingsdrain, waardoor deze regelbaar wordt

18

2

Stuwen

Subsidiabel

De aanschaf en aanleg van:

  • Waterconserveringsstuw

  • Knijpstuw

  • Zoete stuw

17

3

Ondergrondse waterberging

Subsidiabel

De aanschaf en aanleg van:

  • Voorzieningen voor ondergrondse wateropslag, waaronder freshmaker, kreekrug- infiltratiesystemen en diepdraininfiltratie

18

4

Materieel voor bewerking van percelen gericht op vermindering perceelafspoeling

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Drempelmachine voor ruggenteelten

  • Wafeltjesmachine

18

5

Waterbesparende precisieberegening en irrigatie

Omschrijving

Investeringen in gerichte beregenings- en bevloeiingssystemen die resulteren in een reductie van het watergebruik van 10-30 % voor het geïrrigeerde areaal.

 

Subsidiabel

De aanschaf en aanleg van:

  • Dripirrigatie/druppelslangen, inclusief besturing voor beregening/irrigatie en fertigatiesystemen

  • Aanschaf vlaksproeiers (alleen in combinatie met beregeningsbomen)

  • Aanschaf beregeningsboom

  • RWS (Root Watering System)

  • Sub-surface druppelirrigatie

  • Flippers en vernevelaars

  • Laagvolume sproeier ten behoeve van nachtvorstbestrijding

  • Elektrische aansturing van deze beregeningsbevloeiingsapparatuur

  • Debietmeter voor pomp + telemetrie ten behoeve van het gebruik van bovenstaande investeringen

  • Software voor alle soorten sensor-gestuurde irrigatie, in combinatie met bovenstaande investeringen

 

Niet subsidiabel

  • Reguliere beregeningshaspels, inclusief slang

  • Pompen

  • Aggregaat

  • Sproeibomen voor gewasbescherming

  • Reservoir voor opslag van beregeningswater/bevloeiingswater

  • Opwekking van energie voor een pomp

18

6

Waterbeheervoorzieningen ter verlaging van risico’s van verontreiniging door erfafspoeling bij een veehouderij of door afvalwater uit de veehouderij, akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-, vollegronds- of bedekte teelt

 

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg/installatie van:

  • Overdekte of onoverdekte verharde, vloeistofdichte vul- en wasplaats voor spuitmachines, inclusief een voorziening voor opvang en opslag en zuivering of verdamping van waswater.

  • Een vloeistofdicht biologisch zuiveringssysteem of de aanschaf van zuiveringssystemen die werken op basis van ozon of UV voor het zuiveren van was- en spoelwater van spuitmachines.

  • Systemen voor de verdamping van was- en spoelwater van spuitmachines.

  • Aanleg en inrichting van dat specifieke deel van het erf waardoor vervuild erfwater wordt opgevangen, afgevoerdof verwerkt middels zuiveren of verdampen voor een gesloten erf voor gewasbeschermingsmiddelen.

  • Kistenwasser, inclusief opvang restwater voor afvoer of verwerking middels zuiveren of verdampen.

  • Een waterdichte opvangput waarmee verontreinigd afvalwater van het bedrijf gescheiden blijft van regulier rioolsysteem, inclusief de buizen, goten, richels voor afvoer

  • Aanvullende erf-en zuiveringsvoorzieningen voor de bollenteelt met spoelwater

  • Helofytenfilter voor het zuiveren afspoelend water van het erf of voor gebruik in de erfsloot

  • Opvang- en afvoersysteem van uitsluitend perssappen onder sleufsilo’s

 

Niet subsidiabel

  • Systemen voor het lozen van drain- of afvalwater vanuit kassen

  • Overkapping voor een voederopslag

  • Overkapping voor een mestopslag

  • Kosten voor herinrichting van het erf anderszins dan voor bovenvermeld doel

  • Erfverharding welke niet noodzakelijk is voor bovenstaande investeringen

  • Hemelwatersysteem waaronder dakgoten, buizen voor afvoer en reguliere riolering

  • Kuilplaten

  • Installaties of machines voor opvang van perssap of percolaat indien dit een overloopvoorziening is of wordt aangebracht naar het reguliere riool, de bodem of het oppervlaktewater.

16

7

Bovengrondse wateropvang (inclusief hemelwateropvang)

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Waterbassins en silo’s ten behoeve van hemelwateropvang inclusief bijbehorende pijpleidingen en voorzieningen ten behoeve van de opvang van hemelwater van daken.

  • Bijbehorende installatiekosten, hekwerk, taludbescherming, graafwerk en de aanleg van een opvangput voor hemelwater dat gebruikt wordt voor het verdund uitrijden van mest.

17

8

EC meters en monitoringssensoren

Omschrijving:

Beslissingsondersteunende modellen, sensoren en systemen voor:

  • °

    Weersextremen 

  • °

    Gewasbescherming

  • °

    Bemesting

  • °

    Oogstraming

 

Subsidiabel:

Aanschaf en aanleg van:

  • EC meters en monitoringssystemen voor het bepalen van vocht-, zuur- en zoutgehalte

  • Continuemeters

  • Grondwatermeters

  • Oppervlaktewatermeters bij beregening uit oppervlaktewaters

  • Penetrometers

  • PH meters

  • Vochtsensoren

  • Monitoringssensoren voor nitraat en fosfaat voor zowel bodem als oppervlaktewater

18

 

 

Biodiversiteit en biologische bestrijding

Categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

Punten

1

Autonome en semi-autonome niet-chemische bestrijding

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Autonome en Semi-autonome systemen die ziekten/plagen/onkruiden herkennen en op duurzame wijze bestrijden in het veld

    • °

      Thermisch

    • °

      Mechanisch

    • °

      Laser

    • °

      Elektrisch

  • Systemen ten behoeve van niet-chemische bestrijding van schadelijke insecten

 

Niet subsidiabel

  • Sorteermachines

17

2

Strokenteelt en vaste rijpaden

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Zaaimachines voor inzaaien voor "ondergewassen" zoals gras bij mais

  • Strokenfrees of strokenploeg

  • Zaai- en oogstmachines of andere aangepaste machines voor gewasmanagement, zoals onkruidbestrijding

  • Machines, hulpmiddelen of aanpassingskosten voor het overschakelen op een teeltsysteem met vaste rijpaden van max. 3 meter

  • Aanpassing van machines voor het werken met vaste rijpaden waarbij onbereden bedden ontstaan

  • Zelfrijdende machines voor strokenteelt

  • GPS/GIS of aanpassingen aan de apparatuur in combinatie met bovenstaande investeringen

17

3

Agroforestry

 

 

Omschrijving

Teelt van houtige gewassen (bomen en struiken) gecombineerd met veeteelt, groenteteelt of akkerbouw op hetzelfde perceel landbouwgrond. De houtige gewassen zijn bedoeld voor de productie van fruit, noten of bessen.

 

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg/aanplant van:

  • Aangepaste machines voor gewasmanagement van houtige gewassen die gecombineerd worden met akkerbouw, groenteteelt of grasland (voor veehouderij), waaronder oogstmachines, snoeimachines en materiaal voor boombescherming

  • Plantgoed van houtige, meerjarige gewassen (bomen en struiken) ten behoeve van fruit- of nootproductie van het bedrijf die bewust gemengd worden met akkerbouw, groenteteelt of grasland (voor veehouderij) op hetzelfde landbouwperceel

  • Plantgoed van houtige, meerjarige gewassen (bomen en struiken) ten behoeve van een perceel voedselbos op landbouwgrond (gewascode 1940), waarbij bomen en struiken voor eetbare producten zorgen

  • Bomen, struiken en windsingels op bouwland.

  • Voederhaag en voederbomen.

  • Kosten voor grondbewerking, aanplant/inzaaien ondergroei van boomstroken en boombescherming.

 

Niet subsidiabel

  • Aanplant van houtige, meerjarige gewassen, bomen en struiken, ten behoeve van kweekgoed (o.a. kerstbomen).

  • Bomen met als enkel doel hakhout.

  • Snelgroeiende bomen voor energieproductie (biomassa).

  • Niet meer dan 100 bomen/ha en niet meer dan 40% van de oppervlakte van het landbouwperceel mag struiken van éénzelfde teelt bevatten.

18

4

Vermindering bodemverdichting door ondiepe, niet-kerende grondbewerking

Omschrijving

Systemen, machines, werktuigen die gericht zijn op en gebruikt worden voor niet-kerende, ondiepe bodembewerking en het oppervlakkig vermengen van gewasresten, waar mogelijk in combinatie met direct zaaien, poten of planten.

 

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Spit-zaai, grondfrees-zaai, rotoreg-zaai, schijveneg-zaai, schoffel-zaai combinaties

  • Schijveneggen

  • Mulchfrees

  • Eco-ploeg waarmee op 15 cm diep geploegd kan worden (o.b.v. specificaties fabrikant)

  • Mechanische loofsnijder of mechanische wortelsnijder of looftrekker

  • Machines voor inwerken groenbemesters, ruige mest en gewasresten

  • Rupsbanden voor onder tractor of zelfrijdende oogstmachine

  • Luchtdrukwisselsystemen met een zodanige capaciteit dat de banden binnen 5 minuten op 2 bar kunnen worden gebracht (exclusief de banden)

  • Wildredder in combinatie met één van bovenstaande systemen/werktuigen

 

Niet subsidiabel

  • Reguliere ploegen en spitmachines (krukas en roterend)

14

5

Onkruid-, plaag- en ziektebestrijding

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Een machine waarmee ziekten, plagen of onkruiden mechanisch of met laser in het veld worden bestreden op basis van plaats specifieke waarneming

  • Camera besturing voor bestaande schoffelwerktuigen

  • Schoffeltuig

  • Vinger- of torsiewieders en wiedeggen

  • Maaiers voor paden in de fruitteelt

  • Doorzaaimachine voor blijvend grasland

  • Weed seed crusher

15

6

Verwerken bedrijfsgewassen tot krachtvoer en/of meststoffen

Subsidiabel

  • Machines of installaties om producten mee te bewerken zoals malen en pletten.

  • Toepassingen om (gras)klaver te verwerken zodat deze bruikbaar is als kunstmest- en krachtvoervervanger, op voorwaarde dat dit gebeurt met hernieuwbare energie (bijvoorbeeld drogen, persen, pelleteren en opslaan).

 

Niet subsidiabel

  • Voermengwagen of machines voor het uitkuilen of verwerken van ruwvoer.

  • Opslag zoals sleufsilo’s en kuilplaten en silo’s machines of systemen om krachtvoer te verstrekken.

  • Maïshakselaars en combines.

 

Opmerking

  • Alleen machines voor eerste bewerking (malen en pletten) zijn subsidiabel (vervolgbewerkingen niet)

18

7

Verwerken en toepassen van organisch restmateriaal

Omschrijving

Investeringen die specifiek bedoeld zijn voor de verwerking van organisch restmateriaal met als doel het verhogen van bodemkwaliteit, zoals materieel voor het maaien en ophalen van slootkanten, het verwerken en toepassen van gewasresten, maaisel van slootkanten, bermen of natuurterreinen, slootbagger of compost hiervan.

 

Subsidiabel

  • Machines en werktuigen voor het inwerken, mulchen of onderwerken van gewasresten, ruige mest, vaste mest en groenbemester met behulp van schijven(eg), rollen, tanden of snijders

  • Materiaal om specifiek voor het maaien van slootkanten maaisel op de kant te kunnen deponeren en ophalen voor verdere verwerking

  • Maai/blaas systemen voor het maaien van slootkanten

  • Materieel voor het verwerken van organisch restmaterieel zoals compostverwerkers.

  • Baggerspuit voor het verspreiden van slootbagger over het perceel

  • Werktuigen voor het snijden of hakselen en gelijkmatig uitstrooien van beheergras, bermmaaisel, slootmaaisel of gewasresten over landbouwgrond

  • GPS in combinatie met één van bovenstaande investeringen

 

Niet subsidiabel

  • Mestverwerkingsinstallaties

  • Reguliere grasmaaiers

  • abonnementen

  • Kiepwagens, silagewagens en opraapwagens

18

 

 

 

Energie en klimaat

Categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

Punten

1

Machines of werktuigen met elektrische of waterstof aandrijving gericht op het uitoefenen van landbouwgerichte activiteiten

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Mobiele machines bestemd voor het verrichten van werkzaamheden in de land- en tuinbouw, waarbij de aandrijving is voorzien van een elektromotor en voor de opslag van energie één of meerdere accu’s worden toegepast

  • Volledig elektrisch aangedreven tractoren en volledig elektrisch aangedreven zelfrijdende zaai-, bewerkings- en oogstmachines zoals combines of aardappelrooiers

  • Elektrische automatische voermachine/volledig elektrisch aangedreven voertuigen en machines voor ruwvoerverstrekking

  • Op waterstof aangedreven machines/werktuigen gericht op het uitoefenen van landbouwgerichte activiteiten

  • Oplaadpunt voor elektrisch aangedreven mobiele machines, bestemd voor het verrichten van landbouwactiviteiten, voor het elektrisch laden van accu’s van eigen elektrisch aangedreven mobiele machines die zijn voorzien van een geheel of gedeeltelijke elektrische hoofdaandrijving, waarbij het oplaadpunt is opgesteld op het eigen bedrijfsterrein

  • Een oplaadsysteem en al dan niet de volgende onderdelen: een ontlaadsysteem, een meet- en regelsysteem, een lockerkast met een stroomafnamepunt per locker en een stekkerherkenningssysteem

  • Oplaadpunten en -systeem voor waterstof aangedreven machines

 

Niet subsidiabel

  • Elektrische auto’s, fietsen of andere vervoersmiddelen voor personen

  • Mest – en voerschuiven

  • Heftrucks, shovels, hoogwerkers en grasmaaiers

  • PV-systemen (zonnepanelen, fotovoltaïsch)

12

2

Aanpassing klimaatverandering

Subsidiabel

Aanschaf en installatie/aanleg van:

  • Nachtvorst propeller

  • Anti hagelgeneratiesystemen

  • Hagelnetten

  • Regenkappen

  • Parasols ter voorkoming van zonnebrand bij fruitteelt

  • Insectengaas

18

3

Duurzame energie en warmtewinning

Subsidiabel

Aanschaf en installatie van:

  • Accusysteem voor de opslag van eigen opgewekte zonne-energie

  • Temperatuurregulatie in bedrijfsgebouwen niet zijnde bedrijfswoningen door warmtewisselaars, warmtepompen of aardwarmtesystemen

  • Kleinschalige wind turbines, met een tiphoogte tot maximaal 15 meter en een vermogen tot maximaal 20 kW.

  • Een electrolyser om zelf met duurzame energie waterstof te maken (voor eigen gebruik).

  • Slow fill installatie voor waterstof

  • Lichtdoorlatende zonnepanelen geïntegreerd in de teelt

 

Niet-subsidiabel

  • Temperatuurregulatie voor bedrijfswoningen

  • Zonnepanelen voor bedrijfsgebouwen

17

4

Vergistingsinstallaties voor plantaardig materiaal

Subsidiabel

Aanschaf en installatie van:

  • Vergistingsinstallatie voor plantaardig materiaal

  • Bijbehorende verwerkingsinstallaties voor de verdere verwerking zodat de afzetmogelijkheden van het eindproduct worden vergroot (alleen in combinatie met aanschaf van een vergistingsinstallatie)

 

Niet subsidiabel

  • Mestvergistingsinstallaties

18

 

 

Veehouderij

Categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

Punten

1

Comfortabele ligplaatsen

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Een mat, matras, waterbed, gelmatras voor koeien om op te rusten met voldoende indrukbaarheid conform DLG test (uitslag: blijvende elasticiteit ≥ 15 mm indrukking bij een belasting van 2000N per 75 cm2 of DLG test goed (++)).

  • Een diepstrooiselbox: dik ingestrooide ligbox met zaagsel, stro, zand of ander organisch materiaal, met uitzondering van dikke fractie uit mestscheiders. Met strooiselkering aan voor- en achterzijde van de box van minimaal 15 cm hoog, gemeten loodrecht vanaf de bodem. Indien boxen in een dubbele rij liggen en aan de kopkant op elkaar aansluiten dan is daar geen strooiselkering vereist.

  • Een combinatie van mat of matras met diepstrooisel, waarbij indrukbaarheid mat/matras conform DLG test met uitslag goed (+) de hoogte strooiselkering loodrecht gemeten vanaf bovenkant mat/matras 8 cm.

 

Niet subsidiabel

  • Alle andere varianten op rustmogelijkheden voor dieren

  • De stal of plek waar de matrassen of waterbedden in komen

18

2

Digitale voorzieningen voor weidegang

 

Subsidiabel

Aanschaf en installatie van:

  • Systemen die tenminste weidegang kunnen registreren en monitoren

  • Trackers via een oormerk of band

  • Automatische weide-selectiepoorten voor toegang richting de weide

  • Aanschaf van software behorend bij een selectiepoort en/of GPS-systeem

18

3

Mestverwerkingssystemen

 

Subsidiabel

Aanschaf en installatie van:

  • Monomestvergisters met een maximale omvang van 25.000m3 mest

  • Alle mestverwerkingsinstallaties al dan niet in combinatie met een monomestvergistingsinstallatie voor de verdere verwerking van de vergiste mest tot een hoogwaardige meststof zoals compost, korrels, vloeibare stikstofhoudende kunstmeststoffen.

  • Installaties voor het drogen, opschonen en comprimeren van het gas uit eigen installatie

  • Installaties voor het opslaan van gecomprimeerd biogas uit eigen installatie in flessen/containers voor mobiel transport, ten bate van eigen gebruik.

 

Niet subsidiabel

  • Een aansluiting op een mestscheidingsinstallatie.

16

4

Mechanische

Mestscheidingsinstallatie

Subsidiabel

Aanschaf en installatie van:

  • Mechanische mestscheidingsapparatuur zodat de ruwe mest door de mechanische bewerking wordt gescheiden in een dikke fractie en een dunne fractie.

18

5

Niet digitale voorzieningen voor weidegang voor graasdieren

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Een oversteekplaats zoals een koetunnel

  • Veeroosters

  • Mobiele melkrobot en mobiele melksystemen

  • Schuilmogelijkheden

  • Voorzieningen ter voorkoming van hittestress

  • Voorzieningen voor het beschermen van vee tegen wolven (volgens faunaschade preventiekit wolven BIJ12)

 

Niet subsidiabel

  • Kavelpaden

18

6

Stalklimaat

Subsidiabel

Aanschaf en installatie van:

  • Koelsystemen voor dieren; water mistvernevelsystemen en airco

  • Voor kraamstal zeug en biggen: Directe warmtebron, infrarood paneel, vloerverwarming en/of (vloer)koeling voor zeugen

  • Voor pluimvee: Infraroodpanelen en/of vloerverwarming voor het verwarmen van jonge kuikens

  • Voor pluimvee en varkens: Daglichtvoorzieningen die minstens 2% van het vloeroppervlak beslaan met lichtdoorlatende wand-of dakplaten

 

Niet subsidiabel:

  • Elektrische stalverlichting

17

7

Gedeeltelijk dichte vloer in hokken voor biggenopfok

Subsidiabel

  • Minimaal 40% van de totale vloeroppervlakte met een dichte kunststof vloer voor biggenopfok

18

8

Technieken die uitkomst van eieren in vleeskuikenstallen mogelijk maken

 

 

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Systemen voor uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens met aparte vervolghuisvesting welke voldoen aan specificaties RAV lijst E 5.9

 

Niet subsidiabel

  • Bouw en verbouw van overige stalonderdelen.

16

9

Vrijloopkraamhokken zeugen

 

 

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Vrijloopkraamhokken voor zeugen in plaats van gangbare huisvesting van kraamboxen.

18

10

Gekartelde schoftboom en roterende koeborstel

Subsidiabel

Aanschaf en installatie van:

  • Gekartelde schoftboom inclusief bevestigingsmateriaal zoals beugelklemmen e.d.

  • Roterende koeborstel

Niet subsidiabel

  • Overige kosten voor onderdelen van ligboxafscheidingen, zoals de ligboxen zelf

  • Niet roterende koeborstel, bijvoorbeeld met een spiraalveer

18

 

 

Precisielandbouw

Categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

Punten

1

Groei- en Oogstmonitoring

Subsidiabel

Aanschaf en installatie van:

  • Digitale systemen ten behoeve van inzicht in oogstvariabelen, groeivariabelen (akkerbouw) en grasoogst (veehouderij)

  • Digitale systemen voor plaatsspecifieke opbrengstmetingen

  • Digitale systemen om de groei te monitoren, bijvoorbeeld door het gebruik van satelliet- of drones om data te verzamelen

18

2

Precisiebemesting

Omschrijving

Systemen voor het gericht emissiearm, in de juiste dosering, zonder overlapping in de bodem toedienen van vloeibare stikstofhoudende (kunst)meststoffen op het moment dat het gewas dit nodig heeft.

 

Subsidiabel

Aanschaf en installatie van:

  • Onderdelen voor kunstmeststrooiers die plaatsspecifiek gewasbemesting mogelijk maken voor zowel korrels als vloeistoffen

  • Systemen om vloeibare meststoffen via druppelslangen in de juiste dosering en op het juiste moment toe te dienen aan het gewas (fertigatie)

  • Systemen voor het meten van het stikstofgehalte van de toegediende mest met NIRS indien dit meteen wordt doorvertaald in het doseren van de meststoffen

  • Systemen voor rijenbemesting met dierlijke mest

  • Systemen voor het digitaal meten van opbrengsten voor opbrengstkaarten ten behoeve van plaats specifieke teeltoptimalisatie

  • GPS/GIS apparatuur, inclusief bodemkaart voor bovenstaande systemen (alleen in combinatie met aanschaf van bovenstaande systemen)

 

Niet subsidiabel

  • Zodenbemester

  • Strooier

18

3

Precisiegewasbescherming

 

Subsidiabel

  • Spotspray toepassingen: herkenning van onkruid met behulp van camera’s waarna alleen het onkruid bespoten wordt (sterke middelreductie)

  • Bijbehorende installatiekosten

 

Niet subsidiabel

  • Kosten voor gebruik van drift reducerende additieven

 

Opmerkingen

  • Het percentage restvloeistofreductie of driftreductie moet worden vermeld op de offerte.

17

 

 

Bijlage 2 Toelichting Openstellingsbesluit GLB-NSP productieve investeringen Waterkwaliteit en natuurinclusiviteit op het landbouwbedrijf 2024

 

Algemeen

Dit is een openstelling in de Provincie Groningen waarmee we landbouwers willen stimuleren om te investeren in het verduurzamen van hun bedrijf. De maatregel is vooral bedoeld om de aanschaf van moderne installaties en machines te stimuleren, waarmee de landbouwer zijn of haar bedrijf kan verduurzamen. Dit doen zij door met specifieke investeringen een bijdrage te leveren aan de milieu- en klimaatdoelen en het efficiënt gebruiken van natuurlijke hulpbronnen, zoals water, bodem en biodiversiteit. Ook is er binnen deze regeling ruimte voor investeringen met betrekking tot dierenwelzijn.

 

Gedeputeerde Staten van Groningen stellen een lijst vast met duurzame investeringen die relevant zijn voor de bedrijfsvoering van landbouwers in Groningen. De score per investeringscategorie is vormgegeven door de WUR op basis van de mate waarin de investering bijdraagt aan de innovatie en modernisering, effectiviteit en efficiëntie. De investeringen zijn landelijk afgestemd en zijn zo gekozen dat zij bijdragen aan één of meerdere doelstellingen van deze maatregel, zoals die benoemd zijn in het Nationaal Strategisch Plan (NSP), namelijk:

 

  • SO1 Het bieden van steun met het oog op een leefbaar bedrijfsinkomen en veerkracht van de landbouwsector in de hele Unie, ten behoeve van een grotere voedselzekerheid voor de lange termijn, van een meer diverse landbouw, en van een economisch duurzame landbouwproductie in de Unie.

  • SO2 Vergroting van de marktgerichtheid en het concurrentievermogen van landbouwbedrijven voor zowel de korte als de lange termijn, onder meer door meer aandacht voor onderzoek, technologie en digitalisering.

  • SO4 Bijdragen tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering, onder meer door de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en meer koolstof vast te leggen, en duurzame energie te bevorderen.

  • SO5 Bevordering van de duurzame ontwikkeling en het efficiënte beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht, onder meer door de afhankelijkheid van chemische middelen te verkleinen.

  • SO6 Bijdragen tot het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, tot versterking van ecosysteemdiensten en tot de instandhouding van habitatten en landschappen.

  • SO9 Beter inspelen door de landbouw van de Unie op de maatschappelijke verwachtingen inzake voedsel en gezondheid, onder meer wat betreft hoogkwalitatief, veilig en voedzaam voedsel dat op duurzame wijze is geproduceerd, en voorts vermindering van de voedselverspilling, verbetering van het dierenwelzijn, en bestrijding van antimicrobiële resistentie.

 

Met deze openstelling wordt invulling gegeven aan de provinciale doelen zoals vastgelegd in provinciaal beleid op het gebied van natuur, klimaat, water, landbouw en het landelijk gebied.

 

Artikel 2 en 3 Subsidiabele en niet subsidiabele activiteiten en kosten

De subsidiabele activiteiten zijn beschreven in de investeringslijst, opgenomen in Bijlage 1. Iedere aanvraag (zowel van een individuele landbouwer als samenwerkingsverband) mag bestaan uit meerdere investeringen die niet uit dezelfde categorie hoeven te komen. Eén bullet binnen een categorie, zoals weergegeven onder subsidiabel, wordt gezien als één investering.

 

 

 

Met de subsidie wordt beoogd om bij te dragen aan de volgende doelen:

  • a.

    matiging van en aanpassing aan klimaatverandering of bevorderen van duurzame energie;

  • b.

    bevorderen van duurzame ontwikkeling of efficiënt beheer van natuurlijke hulpbronnen;

  • c.

    het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, versterking van ecosysteemdiensten of instandhouding van habitatten of landschappen;

  • d.

    verbetering van dierenwelzijn.

 

Er wordt geen subsidie verstrekt voor de aanschaf van zelfrijders of tractoren met uitzondering van investeringen die ingediend worden onder Energie en klimaat, categorie 1 van de investeringslijst. Daarnaast wordt geen subsidie verstrekt voor abonnementen op software updates en servicecontracten. Indien er voor het in gebruik stellen van de machine een abonnement noodzakelijk is dan dient de aanvrager uit eigen middelen de noodzakelijke abonnementen op software updates en servicecontracten af te sluiten. Indien er een aanvraag wordt gedaan voor een investering ten behoeve van energieopwekking, dan moet de opgewekte energie gebruikt worden door de eigen landbouwonderneming. Het worden van (netto) energieleverancier is niet subsidiabel. Berekening betreft verbruik totaal huidig: onderverdeeld in opgewekt, opgewekt naar net en teruggekocht en ingekocht op basis van de laatste eindafrekening. Daarnaast wordt een berekening met dezelfde waarden voor de nieuwe situatie opgesteld door de aanvrager waarop basis van wordt gecontroleerd dat de aanvrager geen (netto) energieleverancier wordt.

 

Artikel 4 Doelgroep

Voor deze subsidie komen zowel individuele als samenwerkingsverbanden van landbouwers in aanmerking. Onder een samenwerkingsverband wordt verstaan: een verband dat geen rechtspersoonlijkheid bezit, niet zijnde een vennootschap, bestaand uit ten minste twee niet in een groep verbonden deelnemers, dat is opgericht ten behoeve van de uitvoering van activiteiten. Samenwerkingsverbanden dienen te voldoen aan artikel 1.3 in de regeling.

 

Artikel 7 Hoogte subsidie

De hoogte van de subsidie is voor jonge landbouwers 55% van de subsidiabele kosten en voor overige landbouwers 40% van de subsidiabele kosten. Per aanvraag kan tot € 125.000,-- subsidie worden verstrekt aan een individuele landbouwer. Voor een aanvraag van een samenwerkingsverband kan in totaal voor het samenwerkingsverband tot € 125.000,-- worden aangevraagd en verstrekt. Het minimale subsidiebedrag is € 40.000,--. Deze bedragen zijn gebaseerd op de investeringen op de investeringslijst en met dit bedrag worden de administratieve lasten voor de aanvrager beperkt gehouden terwijl alsnog een heel aantal aanvragers van subsidie kan worden voorzien.

 

Artikel 8 Subsidiabiliteit van kosten

Bij huurkoop moet voor subsidiabele kosten sprake zijn van een aanvrager die eigenaar wordt van de machine/installatie nadat alle termijnen zijn betaald. Uit het contract moet blijken dat de aanvrager alle termijnen afbetaalt en daarmee eigenaar wordt van de investering voordat de instandhoudingsperiode (vaststellingsdatum +3 jaar voor mkb, of vaststellingsdatum +5 jaar voor niet mkb) is afgelopen.

 

Artikel 9 Subsidievereisten aanvraag

Alleen kosten die marktconform en redelijk zijn, komen in aanmerking voor subsidie. Het onderbouwen van de redelijkheid is uw verantwoordelijkheid. Een onderbouwing mag bestaan uit offertes of vergelijkbare aankopen. Bij opdrachten boven de € 25.000,00 levert u minimaal 3 offertes aan. Lukt dat niet? Dan deelt u een andere onderbouwing. Bijvoorbeeld een taxatierapport. Ontbreekt de onderbouwing? Dan doen wij zelf onderzoek. Dit kan leiden tot een lager subsidiebedrag.

 

Het kan het zijn dat een vergunning nodig is om de investering uit te voeren. Het blijft altijd belangrijk om vooraf goed na te denken of advies in te winnen of de beoogde maatregel wel of niet zinvol is om toe te passen en of er eventueel vergunningen nodig zijn. Deze informatie kan worden gebruikt voor de subsidieaanvraag.

 

Subsidieaanvragen moeten worden ingediend via het webportal van SNN. Via de website van SNN kunnen de benodigde documenten worden gedownload. Aanvragen dienen volledig te zijn en verplichte documentatie moet bij de aanvraag worden aangeleverd. Een doel van de Europese Unie is om biologische landbouw te stimuleren. Daarom kunnen biologische landbouwers of landbouwers die aan het omschakelen zijn naar biologische landbouw een extra punt krijgen op de aanvraag. Om voor extra punten in aanmerking te komen als biologische of biologisch dynamische landbouwer dient bij de aanvraag het certificaat van de certificering te worden aangeleverd of bewijs van registratie als omschakelaar.

 

De aanvraag dient een toelichting of onderbouwing op de begroting, door middel van één of meerdere offertes, te bevatten. Alleen kosten die marktconform en redelijk zijn, komen in aanmerking voor subsidie. Het onderbouwen van de redelijkheid is uw verantwoordelijkheid. Een onderbouwing mag bestaan uit offertes of vergelijkbare aankopen. Bij opdrachten boven de € 25.000,00 levert u minimaal 3 offertes aan. Lukt dat niet? Dan deelt u een andere onderbouwing. Bijvoorbeeld een taxatierapport. Ontbreekt de onderbouwing? Dan doen wij zelf onderzoek. Dit kan leiden tot een lager subsidiebedrag.”

 

Artikel 10 Selectiecriteria, weging en selectie

Alle aanvragen worden na sluiting van de openstellingsperiode gerangschikt op basis van de punten die de diverse investeringen hebben in de investeringslijst. Hoe hoger het aantal punten hoger de ranking. Wanneer voor meerdere investeringen subsidie wordt aangevraagd wordt het gemiddelde van de punten bepaald voor de ranking. Dit geldt ook voor aanvragen van samenwerkingsverbanden. Wanneer de score is bepaald worden eventuele extra punten toegekend voor biologische en biologisch dynamische landbouwers.

 

Artikel 13 Verplichtingen

Normaal gezien is het verplicht volgens de regeling om twee maanden na de beschikking te beginnen met realisatie van de investering. Dit is voor subsidies beschikt op grond van deze openstelling niet verplicht vanwege de soort investeringen op de lijst. Daarnaast is het ook niet verplicht om jaarlijks een verslag omtrent voortgang in te dienen. Bij een verzoek tot wijziging van de subsidie is dit wel noodzakelijk. Daarnaast dient de investering waarvoor subsidie is ontvangen ten minste vijf jaar in stand te worden gehouden, tenzij sprake is van een investering door een mkb-onderneming, in welk geval sprake is van een instandhoudingsverplichting van drie jaar.

 

De subsidieontvanger is verplicht de aanvraag tot subsidievaststelling binnen twee jaar na datum subsidieverlening in te dienen. Indien dit niet binnen twee jaar wordt ingediend, kan geen aanspraak meer gemaakt worden op de verleende subsidie.