Organisatie | Barendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2024 |
Citeertitel | Verordening Rioolheffing 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Deze regeling vervangt de Verordening Rioolheffing 2023.
artikel 228a van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2023 | nieuwe regeling | 19-12-2023 | 888372 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
niet-woning: een niet-woning in de zin van artikel 220a, tweede lid, Gemeentewet, een recreatieterrein in de zin van art. 16, onder e, van de Wet WOZ, een perceel dat wordt gebruikt door een instelling in de zin van artikel 1, onder f, van de Wet toelating zorginstellingen en een garagebox, voor zover deze niet op de voet van artikel 16, aanhef en onderdeel d, van de Wet WOZ, een samenstel vormt met een woning.
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
De belasting is niet verschuldigd ter zake van percelen die in zelfstandig gebruik zijn als berging (WOZ-objectcode 1730) of garagebox (WOZ-objectcode 1700).
Artikel 6 Maatstaf van heffing
Als voor het perceel geen waarde op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld, wordt de heffingsmaatstaf van dat perceel bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
Het aantal kubieke meters afvalwater in de zin van het derde lid, wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of is opgepompt. In geval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
De heffing als bedoeld in artikel 3 wordt geheven naar het tarief, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht met betrekking tot het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde heffing als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het gebruikersdeel in de loop van het jaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde heffing als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,--.
Artikel 11 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Barendrecht van 19 december 2023.
De griffier,
mw. C.M. Krouwel
De voorzitter,
drs. R.E. Schneider
Tarieventabel Rioolheffing 2024
behorende bij de VERORDENING RIOOLHEFFING 2024