Lijst van gevallen bindend adviesrecht gemeente Losser 2024

Toelichting  

Algemeen

Het instrument adviesrecht is een aanvulling op het bestaande instrumentarium van de raad om te sturen op ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving. Het omgevingsplan en de omgevingsvisie blijven hiervoor de kaders. De Omgevingswet gaat ervan uit dat het college standaard zelfstandig kan toetsen aan de door de raad gestelde kaders, dus ook bij de besluitvorming omtrent buitenplanse omgevingsplanactiviteiten (afgekort: BOPA). Dat zijn activiteiten die niet passen in het omgevingsplan.

Buitenplanse omgevingsplanactiviteiten zijn er in verschillende vormen en maten. In de geest van de Omgevingswet wordt het instrument adviesrecht alleen gebruikt bij aanvragen met een grote(re) impact op de samenleving en bij aanvragen die niet passen binnen de bestaande ruimtelijke visies en beleidskaders van de raad.

Het verlenen van een omgevingsvergunning voor een BOPA is een bevoegdheid van het college. De gemeenteraad wijst gevallen van BOPA’s aan waarbij het college voorafgaande aan de vergunningverlening advies moet vragen aan de gemeenteraad. Dit advies is bindend.

Artikelsgewijze toelichting

Algemeen

Bij vrijwel alle gevallen op de lijst is bepaald dat geen advies van de raad hoeft worden gevraagd als de ontwikkeling past binnen een door de raad vastgestelde ruimtelijke visie of ruimtelijk beleidskader. Hieronder vallen niet alleen de bestaande visies en kaders, maar ook de visies en kaders die de raad in de toekomst nog vast gaat stellen.

Het gaat hierbij uitdrukkelijk om ruimtelijke visies en kaders en niet om thematische visies en kaders. Dat een ontwikkeling past binnen de (thematische) Woonvisie is dus geen reden om geen bindend advies van de raad te vragen. Een rood-voor-rood-ontwikkeling daarentegen die past binnen de kaders van de (integrale) Beleidsnotitie Buitengebied met ruimtelijke kwaliteit hoeft op grond van deze regeling niet voor bindend advies aan de raad worden voorgelegd.

Artikel 1. Lijst van gevallen waarin bindend advies moet worden gevraagd

• 1.

  Wonen

• 1.1

  Het bouwen van meer dan 11 woningen binnen de bebouwde kom, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met een door de raad vastgestelde ruimtelijke visie of vastgesteld ruimtelijk beleidskader.

Toelichting: de bovengrens van 11 woningen is gebaseerd op de bestaande grens in de jurisprudentie over wat wordt beschouwd als een “nieuwe stedelijke ontwikkeling”. Het begrip stedelijke ontwikkeling en de bijbehorende grens van 11 woningen bepaalde onder de oude wetgeving bijvoorbeeld of de ontwikkeling getoetst moest worden aan de Ladder van duurzame verstedelijking.

Transformatie van bestaande bebouwing valt niet onder dit artikel. Voor het omvormen van een bestaand kantoorpand naar 12 woningen is geen advies van de gemeenteraad nodig.

In het geval van een herontwikkeling met bestaande woningen geldt dat alleen het aantal extra woningen meetelt bij de bepaling of de situatie onder het adviesrecht valt.

• 1.2

  Het bouwen van één of meer woningen buiten de bebouwde kom, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met door de raad vastgestelde ruimtelijke visie of vastgesteld ruimtelijk beleidskader.

Toelichting: voor de bouw van woningen in het buitengebied ligt de grens op één woning, tenzij de ontwikkeling past binnen met vastgestelde kaders of vastgesteld beleid.

• 1.3

  Huisvesting van arbeidsmigranten, vluchtelingen en/of asielzoekers, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met door een door de raad vastgestelde ruimtelijke visie of vastgesteld ruimtelijk beleidskader.

Toelichting: voor de huisvesting van de genoemde doelgroepen is veelal een brede politieke afweging gewenst.

• 2.

  Agrarische bedrijven

• 2.1

  Het vestigen van een agrarisch bedrijf, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met een door de raad vastgestelde ruimtelijke visie of vastgesteld ruimtelijk beleidskader.

• 2.2

  Het uitbreiden van een agrarisch bouwperceel naar meer dan 1 hectare, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met een door de raad vastgestelde ruimtelijke visie of vastgesteld ruimtelijk beleidskader.

Toelichting: een aanvraag die voorziet in de nieuwvestiging van een agrarisch bedrijf of de uitbreiding van een bestaand agrarisch bouwperceel naar meer dan 1 hectare moet voor advies aan de raad worden voorgelegd, tenzij de aanvraag past binnen het beleid.

• 3.

  Niet-agrarische bedrijven

• 3.3

  Het vestigen van een niet-agrarisch bedrijf buiten de bebouwde kom, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met een door de raad vastgestelde ruimtelijke visie of vastgesteld ruimtelijk beleidskader.

• 3.4

  Het uitbreiden van een niet-agrarisch bedrijf buiten de bebouwde kom met meer dan 20%, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met een door de raad vastgestelde ruimtelijke visie of vastgesteld ruimtelijk beleidskader.

• 4

  Duurzame energie

• 4.1

  Het realiseren van een zonneveld groter dan 200 m2, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met een door de gemeenteraad vastgestelde ruimtelijke visie of vastgesteld ruimtelijk beleidskader.

• 4.2

  Het oprichten of uitbreiden van een installatie voor opwekking van duurzame energie, waaronder biomassavergisting, tenzij deze wordt gesitueerd op een bestaand bouwperceel van een agrarisch bedrijf.

Het gaat hier om activiteiten die een aanzienlijk effect op de fysieke leefomgeving hebben en door de omgeving veelal als storend worden ervaren. Zonnevelden en windturbines die niet bedoeld zijn voor grootschalige opwekking van energie, maar ten dienste staan aan de energieverzorging van een individuele woning of bedrijf hoeven niet voor advies aan de raad worden voorgelegd.

• 5.

  Verkeer, vervoer en openbare ruimte

• 5.1

  Grootschalige wijziging, reconstructie en/of aanleg van weginfrastructuur en/of waterhuishoudkundige voorzieningen, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met een door de gemeenteraad vastgestelde ruimtelijke visie of vastgesteld ruimtelijk beleidskader.

Het gaat hier om grootschalige aanpassingen of reconstructies. Kleine aanpassingen van het planologische regime hoeven niet voor advies aan de raad worden voorgelegd.

• 6.

  Nutsvoorzieningen en telecommunicatie

• 6.1

  De bouw van antennemasten hoger dan 40 meter.

• 6.2

  Aanleg, wijziging en/of reconstructie van infrastructuur voor elektriciteitsvoorziening, telecommunicatie en olie- en gaswinning of distributie, indien sprake is van bovengrondse hoofdleidingen en/of meer dan 50 m2 aan bouwwerken wordt toegevoegd.

Toelichting: de gehanteerde grenzen zijn grotendeels gebaseerd op de huidige kruimelregeling (Bijlage II bij artikel 4 van het Besluit omgevingsrecht), waarin is bepaald dat het college bevoegd is af te wijken van het bestemmingsplan voor antenne-installaties tot maximaal 40 meter en voor nutsvoorzieningen tot maximaal 50 m2.

• 7.

  Overige doeleinden

• 7.1

  Het vestigen of het uitbreiden met meer dan 20% van een voorziening voor educatieve -, sociale -, medische -, culturele -, levensbeschouwelijke -, sport - of recreatieve doeleinden buiten de bebouwde kom, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met een door de gemeenteraad vastgestelde ruimtelijke visie of vastgesteld ruimtelijk beleidskader.