Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Besluit Bodycam Provincie Groningen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBesluit Bodycam Provincie Groningen 2023
CiteertitelBesluit Bodycam provincie Groningen 2023
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 158, eerste lid, van de Provinciewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2023nieuwe regeling

18-12-2023

prb-2023-15821

K21339

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit Bodycam Provincie Groningen 2023

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

 

Gelet op artikel 6, eerste lid, sub f van de Algemene Verordening Gegevensbescherming in samenhang met artikel 158, eerste lid, onderdeel c van de Provinciewet; Overwegende dat:

  • -

    Agressie en geweld een verhoogd risico vormen voor onze buitengewoon opsporingsambtenaren bij de controle en handhaving op wet- en regelgeving;

  • -

    Een Bodycam voor deze medewerkers als persoonlijk beschermingsmiddel kan dienen;

  • -

    Het gebruik van de Bodycam vraagstukken meebrengt rondom privacy van zowel de medewerkers als van de opgenomen betrokkenen en eventuele derden;

  • -

    Het wenselijk is om kaders vast te stellen voor het opnemen met de Bodycam, de opslag van het opgenomen beeld- en geluidsmateriaal en het bekijken van de opgenomen beelden;

Besluit om de Boa's van het team Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving uit te rusten met een Bodycam en het Besluit Bodycam Provincie Groningen 2023 vast te stellen.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    AVG: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).

  • b.

    Boa: buitengewoon opsporingsambtenaar van het team Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (domein 2, natuur en nautisch).

  • c.

    Boa-coördinator: een buitengewoon opsporingsambtenaar, die door de provincie is aangewezen voor een coördinerende rol in het Boa-proces, waaronder het beheren van autorisaties en het archiveren van beeldmateriaal.

  • d.

    Bodycam: een camera die op het lichaam wordt gedragen die beeld en geluid kan vastleggen.

  • e.

    College: college van gedeputeerde staten van Groningen.

  • f.

    Domeinleider: domeinleider van het domein Uitvoering of diens plaatsvervanger.

  • g.

    Teamleider: teamleider van het team Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving of diens plaatsvervanger.

Artikel 2 Doel Bodycam

  • 1.

    De Bodycam wordt in het kader van goed werkgeverschap primair ingezet ter bevordering van de bescherming van de eigen veiligheid van de medewerkers van de provincie Groningen. De Bodycam is een instrument voor de provincie Groningen om geweld en agressief gedrag tegen handhavers terug te dringen. Het doel van de Bodycam is verder:

    • a.

      Het gevoel van veiligheid van handhavers te vergroten. Zij hebben in toenemende mate te maken met agressief en intimiderend gedrag. Dit belemmert hen in hun werkzaamheden.

    • b.

      Ongewenst gedrag te voorkomen of situaties die uit de hand dreigen te lopen te de-escaleren. Van het dragen van een zichtbare Bodycam kan een preventieve werking uitgaan.

    • c.

      Het vastleggen van bewijsmateriaal ten behoeve van de werkzaamheden van de handhavers.

    • d.

      Het opleiden en/of coachen van handhavers met betrekking tot houding en gedrag.

  • 2.

    Voortdurend zal de effectiviteit van het gebruik van de Bodycam worden gemonitord in relatie tot dit doel. Periodiek, maar minimaal 1 keer per jaar, wordt het gebruik van de Bodycam geëvalueerd.

Hoofdstuk 2 Protocol voor opname, opslag en bekijken van beelden Opname

Artikel 3 Gebruik Bodycam

  • 1.

    Alle Boa's die de Bodycam gebruiken dienen voor het eerste gebruik van de Bodycam de cursus inzake "Gebruik Bodycam" hebben gevolgd.

  • 2.

    De Boa draagt de Bodycam duidelijk en zichtbaar.

  • 3.

    De Bodycam maakt constant opnames die telkens na minimaal 30 seconden worden overgeschreven. Dit betekent dat als de opname gestart wordt, de voorafgaande 30 seconden ook opgenomen worden.

  • 4.

    De Boa drukt op de knop die een opname start wanneer:

    • a.

      dit nodig is voor de eigen veiligheid, de veiligheid van collega’s of de veiligheid van derden;

    • b.

      de situatie dreigt te escaleren.

    • c.

      Bij opname van betrokkenen wordt altijd door de Boa vooraf gemeld (met een luide stem) dat er opnamen gemaakt gaan worden. Indien waarschuwing vooraf niet mogelijk is, omdat er door de Boa direct gehandeld moet worden, wordt de Bodycam direct aangezet en wordt na het uitzetten van de opname aan betrokkenen gemeld dat er opnames zijn gemaakt.

  • 5.

    De Bodycam wordt direct uitgezet, nadat de dreigende situatie voorbij is of geen sprake (meer) is van escalatie.

  • 6.

    De Boa waarschuwt collega’s als er opnamen zijn gemaakt, waarbij zij (mogelijk) herkenbaar in beeld komen.

     

Opnamelocaties

Artikel 4 Locaties

  • 1.

    Gegeven het uitgebreide werkterrein van de Boa's kan de Bodycam worden ingezet op alle werkterreinen van de Boa's, deze terreinen bestaan uit:

    • a.

      openbare ruimte;

    • b.

      voor publiek toegankelijke ruimten;

    • c.

      privéterrein en –eigendom (zoals woningen).

  • 2.

    In geval opnames zijn gemaakt op de terreinen zoals bedoeld in het eerste lid, onder a en b van dit artikel, worden andere personen (inclusief medewerkers) van het incident, voor zover ze niets met het incident te maken hebben, onherkenbaar gemaakt.

  • 3.

    In het geval dat de medewerker de Bodycam meevoert op een terrein zoals bedoeld in het eerste lid, onder c van dit artikel legt de medewerker aan de betrokkene vooraf uit waarvoor de Bodycam dient, tenzij dit (vanwege de snelheid van de controle) niet mogelijk is.

  • 4.

    In het geval dat opnames zijn gemaakt op terreinen zoals bedoeld in het eerste lid, onder c van dit artikel, worden de beelden enkel opgeslagen voor vastlegging van het voorgevallen incident tussen de Boa en de betrokkene. Andere personen (inclusief medewerkers), voor zover zij niets met het incident van doen hebben, worden onherkenbaar gemaakt. De provincie gebruikt de beelden niet als bewijslast voor andere overtredingen die zijn waargenomen door de Bodycam.

     

Rapporteren gebruik Bodycam

Artikel 5 Verslaglegging

  • 1.

    Als een Boa beelden heeft gemaakt met de Bodycam dan legt de Boa dit gebruik ten spoedigste vast in een verslag. In dit verslag beschrijft de Boa de feiten en omstandigheden die hebben geleid tot het gebruik en de situatie die is vastgelegd.

  • 2.

    In het verslag wordt beschreven hoe en wanneer de betrokkene vooraf is gewaarschuwd dat de Bodycam is aangezet. Indien de waarschuwing vooraf niet mogelijk was, moet dit worden toegelicht in het verslag met daarbij de reden om niet te waarschuwen.

  • 3.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde verslag wordt onverwijld aan de Boa-coördinator gezonden. De Boa-coördinator borgt de archivering van de beelden en het verslag wordt gearchiveerd in het Boa Registratie Systeem.

  • 4.

    Het is de Boa niet toegestaan zelfstandig Bodycam-opnamen te vernietigen.

  • 5.

    Als een Boa naar aanleiding van een incident bij de politie aangifte heeft gedaan, dan meldt de Boa het eventuele gebruik van de Bodycam bij de aangifte.

     

Opslag van beeldmateriaal door de Bodycam

Artikel 6 Toegestane opslag

De opslag van data wordt alleen toegestaan op de Bodycam en voor de opslag bestemde servers.

Artikel 7 Opslag op de Bodycam

  • 1.

    De opslag van beeldmateriaal op de Bodycam wordt alleen toegestaan als:

    • a.

      Opgeslagen data op professionele wijze is versleuteld door middel van encryptie.

    • b.

      Toegang tot de data op professionele wijze is beveiligd.

    • c.

      Data wordt maximaal 28 dagen opgeslagen, berekend vanaf de opname datum. De bewaartermijn kan worden verlengd, indien de beelden als bewijsmateriaal dienen in een strafrechtelijk onderzoek of worden gebracht in de klachtenprocedure.

    • d.

      Data niet beschikbaar is op de Bodycam na overdracht op de bestemde server.

    • e.

      Data niet over te dragen is naar een andere gegevensdrager dan daarvoor bestemde servers of software.

Artikel 8 Opslag in het Boa Registratie Systeem

  • 1.

    De opslag van data afkomstig van beeldmateriaal van de Bodycam wordt alleen toegestaan in het Boa Registratie Systeem, wat gebruikt wordt door de provincie, als:

    • a.

      Opgeslagen data op professionele wijze wordt versleuteld door middel van encryptie.

    • b.

      Toegang tot de data op professionele wijze wordt beveiligd.

    • c.

      Data wordt alleen opgeslagen in het Boa Registratie Systeem, indien de beelden als bewijsmateriaal dienen in een strafrechtelijk onderzoek of worden gebracht in de klachtenprocedure. Data wordt dan maximaal voor de duur opgeslagen, die nodig is voor het strafrechtelijk onderzoek of de klachtenprocedure.

    • d.

      Data na verwijdering niet meer beschikbaar is op de provinciale server.

    • e.

      Gebruik van de data over de gehele keten, van downloaden tot definitieve verwijdering, wordt gelogd in de software voor het bekijken van beelden.

Artikel 9 Opslag op externe server

  • 1.

    De opslag van data afkomstig van beeldmateriaal wordt alleen toegestaan op een externe server als:

    • a.

      De leverancier van de externe server de verplichte provinciale verwerkersovereenkomst inclusief de door de provincie goedgekeurde security afspraken ondertekent.

    • b.

      De opgeslagen data op professionele wijze wordt versleuteld door middel van encryptie.

    • c.

      De toegang tot de data op professionele wijze wordt beveiligd.

    • d.

      Data wordt maximaal 28 dagen opgeslagen, berekend vanaf de opname datum. De bewaartermijn kan worden verlengd, indien de beelden als bewijsmateriaal dienen in een strafrechtelijk onderzoek of worden gebracht in de klachtenprocedure.

    • e.

      De data is na verwijdering niet meer beschikbaar op de externe server.

    • f.

      Gebruik van de data over de gehele keten, van downloaden tot definitieve verwijdering, wordt gelogd in de software voor het bekijken van beelden.

Bekijken van door de Bodycam opgenomen beeldmateriaal

Artikel 10 Bekijken beelden

  • 1.

    De volgende medewerkers mogen de beelden bekijken:

    • a.

      Teamleider

    • b.

      Desbetreffende Boa

    • c.

      Boa-coördinator

    • d.

      Klachtenbehandelaar van de provincie (Commissie Rechtsbescherming)

    • e.

      Domeinleider (op verzoek van de teamleider)

  • 2.

    Het bekijken van de beelden geschiedt nooit individueel, maar altijd samen met een andere medewerker. Bij het bekijken van de beelden is altijd minimaal de teamleider aanwezig.

  • 3.

    Beelden mogen alleen worden bekeken:

    • a.

      Als de politie of het Openbaar Ministerie de beelden vordert voor een strafrechtelijk onderzoek.

    • b.

      Bij een klachtenprocedure of een verzoek van inzage van een burger die gefilmd is.

    • c.

      Als een Boa - bijvoorbeeld in het kader van reflectie of lering - bij de teamleider een verzoek doet en de teamleider hiervoor toestemming geeft.

  • 4.

    Het bekijken van de beelden mag nooit gevolgen hebben voor de rechtspositie van de betrokken medewerkers. De beelden worden ook niet gebruikt voor het beoordelen van het functioneren van de betrokken medewerkers.

  • 5.

    De volgende maatregelen worden genomen bij het bekijken van de beelden:

    • a.

      Bij het bekijken van de beelden wordt bewaakt dat geen andere derden dan de bekijkende medewerkers beeldopnamen kunnen waarnemen.

    • b.

      Bij het bekijken van de beelden mogen op geen enkele wijze beelden, foto’s, geluidsopnames of kopieën worden gemaakt. Mocht dit gebeuren, dan wordt het bekijken door de teamleider direct beëindigd en hiervan melding gemaakt bij de domeinleider.

Artikel 11 Bekijken door anderen

  • 1.

    Politie en Openbaar ministerie kunnen in het kader van strafrechtelijk onderzoek beelden vorderen:

    • a.

      Hiervoor dient een schriftelijke vordering te worden verstrekt.

    • b.

      De beelden worden overgedragen conform de strekking van de vordering uit het eerste lid, onder a van dit artikel.

    • c.

      De teamleider, wordt voordat het beeldmateriaal is overgedragen mondeling of schriftelijk op de hoogte gesteld.

  • 2.

    De teamleider kan de beelden vorderen in het kader van de klachtenafhandeling:

    • a.

      Hiervoor moet een schriftelijke vordering worden verstrekt.

    • b.

      De beelden worden overgedragen conform de strekking van de vordering uit het tweede lid, onder a, van dit artikel.

  • 3.

    Betrokken burgers of degene die namens hen opkomt mogen de beelden op verzoek bekijken:

    • a.

      Het verzoek tot het uitlezen van de Bodycam wordt schriftelijk of ingediend bij de teamleider en bevat minimaal:

      • -

        (organisatiegegevens) naam, adres, telefoonnummer en/of e-mailadres;

      • -

        Beschrijving van het aantoonbaar belang voor het uitlezen van de opnamen;

      • -

        Datum, tijdstip en plaats waar de opnamen zijn gemaakt.

    • b.

      Nadat de teamleider heeft vastgesteld dat betrokkene te zien is op de beelden die gemaakt zijn met de Bodycam, mag de betrokkene of degene die namens hen opkomt de beelden inzien.

    • c.

      De beelden mogen opgevraagd worden in kader van het recht op inzage zoals beschreven in artikel 15 van de AVG of om een klacht of verzoek om schadevergoeding in te dienen.

    • d.

      De beelden worden bekeken in het bijzijn van de teamleider.

    • e.

      Een betrokkene of degene die namens hen opkomt ontvangt tijdens de inzage nooit een kopie en het is niet toegestaan om foto’s, geluidsopnames of beeldmateriaal te maken. Bij het bekijken van de beelden van de Bodycam mogen aantekeningen worden gemaakt.

    • f.

      Bij een overtreding van lid 3, onder e, van dit artikel wordt het bekijken van de beelden direct gestopt door de teamleider.

    • g.

      Op verzoek kan een kopie van de beelden worden verstrekt zoals bedoeld in artikel 15, derde lid van de AVG, met in achtneming van artikel 15, vierde lid van de AVG. Dit houdt in dat andere personen dan betrokkene onherkenbaar moeten worden gemaakt. De teamleider beoordeelt een dergelijk verzoek.

    • h.

      De betrokken medewerkers wordt door de teamleider geïnformeerd als er een verzoek om inzage is ingediend. Waar nodig of op verzoek van de medewerkers worden zij door de teamleider betrokken bij de verstrekking van de kopie.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 12 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking in het provinciaal blad.

Artikel 13 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Bodycam provincie Groningen 2023.

Groningen, 18 december 2023

Gedeputeerde Staten van Groningen:

René Paas, voorzitter

Hans Schrikkema, secretaris

Toelichting Doel, Grondslag en Noodzaak

 

Doel

De Boa’s in onze provincie met regelmaat geconfronteerd met vooral verbaal maar ook fysieke (bedreiging met) geweld. Hierbij moet worden gedacht aan (bedreigingen met) geweld door onder andere personen met pistolen, jagers en grote groepen jongeren. Daarnaast komen de Boa's in situaties terecht waarbij wetsovertredingen worden vastgesteld, zoals het opzettelijk dode van beschermde soorten, stroperij, illegale vellingen, het vernielen rust- en verblijfsplaatsen van beschermde soorten. De nautische Boa's komen tevens in situaties terecht waarbij wetsovertredingen worden vastgesteld, zoals het te snel varen met motorboten en het creëren van onveilige vaarsituaties op het water. Deze situaties doen zich voor in het gehele werkgebied (voornamelijk buitengebied) van de Boa's en deze situaties zorgen ervoor dat de Boa's zich niet altijd veilig voelen in het werkgebied. De Bodycam zal worden ingezet om de veiligheid van onze Boa's te vergroten.

 

Het doel van het gebruik van de Bodycam is meervoudig:

  • a.

    Het gevoel van veiligheid van handhavers te vergroten. Zij hebben in toenemende mate te maken met agressief en intimiderend gedrag. Dit belemmer hen in hun werkzaamheden.

  • b.

    Ongewenst gedrag te voorkomen of situaties die uit de hand dreigen te lopen te de-escaleren. Van het dragen van een zichtbare Bodycam kan een preventieve werking uitgaan.

  • c.

    Het vastleggen van bewijsmateriaal ten behoeve van de werkzaamheden van de handhavers.

  • d.

    Het opleiden en/of coachen van handhavers met betrekking tot houding en gedrag.

 

De beelden die met de Bodycams zijn gemaakt, waarbij eventuele strafbare feiten zijn gepleegd, kunnen in een strafrechtelijk onderzoek na vordering van de politie of het Openbaar Ministerie, als bewijsmateriaal worden gebruikt.

 

Een burger (of diens belangenbehartiger) heeft op basis van artikel 15 van de AVG het recht om inzage te vragen van beelden die zijn opgenomen. Het doel van deze inzage kan ter verificatie dienen van hetgeen zich heeft voorgedaan, bijvoorbeeld ter onderbouwing van het indienen van een klacht of het vragen van schadevergoeding.

 

Grondslagen

Grondslagen Boa's

De provincie heeft binnen het team Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving meerdere toezichthouders in dienst. Zij houden toezicht en handhaven op wet- en regelgeving. Dit betreft zowel landelijke als lokale regelgeving. De juridische grondslag voor toezichthouders, en de kaders waarbinnen zij mogen werken, staan beschreven in de Algemene Wet Bestuursrecht. De term toezichthouder is gedefinieerd in artikel 5:11 van de Algemene wet Bestuursrecht. Toezichthouders houden enkel toezicht op de wet- en regelgeving waarvoor zij zijn aangewezen.

 

Enkele toezichthouders zijn ook een Boa. Boa’s ontlenen hun bevoegdheden aan artikel 142 Wetboek van Strafvordering en de Wet Politiegegevens. Zij hebben strafrechtelijke opsporingsbevoegdheid en mogen binnen het domein waarin zij zijn aangesteld strafbare feiten opsporen. De Boa's binnen het team Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving zijn aangesteld voor domein 2 (Milieu, welzijn en infrastructuur).

 

Toezicht en Handhaving van wet- en regelgeving

Boa’s worden aangewezen om toezicht te houden en te handhaven op aangewezen wet- en regelgeving, zoals de Wet natuurbescherming, de Ontgrondingenwet, de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwembaden, de Wet milieubeheer, de Waterwet, de Visserijwet en Wet dieren. De uitvoering van toezicht en handhaving is een publiekrechtelijke taak, waarover het college beslist.

 

Grondslag Persoonlijk beschermingsmiddel

Werknemers moeten veilig en gezond kunnen werken. De Arbeidsomstandighedenwet voorziet in het juridisch kader en verplicht werkgevers om Arbobeleid te voeren. De Bodycam wordt aan Boa's ter beschikking gesteld op basis van artikel 3, eerste lid, onder b van de Arbeidsomstandighedenwet. Ondanks alle maatregelen (zowel landelijk als lokaal) om agressie en geweld een halt toe te roepen blijft er een verhoogd risico bij de uitvoering van toezichthoudende en handhavende taken. De Bodycam wordt ingezet als persoonlijk beschermingsmiddel.

 

Privacy

Met de inzet van Bodycams wordt gepoogd om incidenten en onrechtmatige gedragingen gericht op de Boa's te voorkomen en hiermee de veiligheid van de Boa's te garanderen en eventuele psychosociale arbeidsbelasting zoveel mogelijk te beperken. De Boa's dragen de Bodycams tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden. De Boa zet de Bodycam enkel aan als de situatie daar om vraagt.

 

Wettelijke grondslag AVG

Het gebruik van de Bodycam leidt tot een inmenging in de persoonlijke levenssfeer en daarmee tot een inbreuk op een grondrecht. Eén van de voorwaarden voor de beperking van dit recht, is dat hier een wettelijke grondslag voor moet bestaan.

 

Bij het maken van beelden met de Bodycam en het opslaan en beoordelen van deze beelden is sprake van het verwerken van (bijzondere) persoonsgegevens. De verwerking van persoonsgegevens is alleen rechtmatig indien er aan een grondslag in artikel 6 van de AVG wordt voldaan. In dit geval wordt er voldaan aan artikel 6, eerste lid, sub f van de AVG:

 

de verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen, met name wanneer de betrokkene een kind is.

 

Hoewel dit artikel niet geldt voor de verwerking van gegevens door overheidsinstanties in het kader van de uitoefening van hun taken, is deze uitzondering niet van toepassing in het onderhavige geval. Het uitrusten van de toezichthouders en Boa’s wordt gedaan in het kader van ‘goed werkgeverschap’, en wordt derhalve niet gedaan in het kader van de uitoefening van de uitvoering van een overheidstaak. Het gaat er immers om of het gebruik van Bodycams noodzakelijk wordt geacht voor het bieden van een veilige werkplek aan de Boa's in de openbare ruimte. Dit belang weegt zwaarder dan het belang van een persoonlijke levenssfeer zonder inmenging. De wettelijke grondslag voor de inzet van de Bodycams is derhalve gelegen in artikel 3, eerste lid, onder b en artikel 3 tweede lid van de Arbeidsomstandighedenwet en artikel 2.15 van het Arbeidsomstandighedenbesluit.

 

Noodzaak, proportionaliteit en subsidiariteit

Noodzaak

Agressie en geweld kunnen ernstige gevolgen hebben voor de Boa en het geweld kan zowel fysieke als mentale gevolgen hebben voor de Boa. De fysieke gevolgen kunnen variëren van lichte verwondingen, permanente fysieke gevolgen tot in potentie het overlijden. De gevolgen van verbale vormen van agressie lijken wellicht minder schadelijk, maar komen veel vaker voor. Dit kan leiden tot psychische pijn en andere gezondheidsklachten zoals:

  • -

    angstgevoelens;

  • -

    slaapstoornissen;

  • -

    maagpijn; en

  • -

    psychosomatische klachten- PTSS.

 

Agressie en geweld zijn volgens de Arbeidsomstandighedenwet een vorm van psychosociale arbeidsbelasting. Werkgevers zijn, zoals beschreven in artikel 2.15 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, verplicht maatregelen vast te stellen en uit te voeren om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen of indien dat niet mogelijk is te beperken.

 

Proportionaliteit

De Bodycams worden pas aangezet wanneer de Boa’s in situaties terechtkomen die (dreigen te) escaleren. De beelden zijn voorzien van encryptie en worden opgeslagen op een beveiligde server waardoor ze niet zomaar bekeken kunnen worden. Voor het bekijken van de beelden zijn in dit besluit duidelijke instructies opgenomen, waarin onder meer wordt vermeld dat de beelden slechts na bekendmaking aan de teamleider door een selecte groep kunnen worden bekeken. De beelden mogen niet verspreid worden via internet of social media. Door de strikte voorwaarden die gesteld worden aan het gebruik van de Bodycam, in combinatie met het doel waarvoor deze worden ingezet, wordt voldaan aan het proportionaliteitsbeginsel

 

Subsidiariteit

Er is altijd aandacht voor de veiligheid van de Boa's. Het algemene beeld is dat de samenleving verruwt. Onze Boa's krijgen steeds vaker met geweld te maken. Medewerkers worden doorlopend getraind in gesprekstechnieken en vaardigheden om situaties te de-escaleren. De huidige uitrusting van de Boa’s behelst tot op heden echter geen vergelijkbaar middel dat kan worden ingezet in (escalerende) situaties om escalatie te voorkomen en om bij te dragen aan het veiligheidsgevoel van Boa's.