Organisatie | Ameland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Luchthavengeldregeling 2024 |
Citeertitel | Luchthavengeldregeling 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening luchthavengeldregeling 2023.
artikel 229 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 18-12-2023 |
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
de tijd die wordt gerekend in verband met lesvluchten uitgevoerd door een niet op het luchtvaartterrein gevestigde erkende vliegschool tussen de overlandlanding en de overlandstart. Indien tussen overlandlanding en start, lokaal starts en landingen worden geoefend is er geen grondtijd. Indien er tussentijds even gepauzeerd wordt (koffiepauze ± 1,5 uur) en mogelijk even het luchthaventerrein wordt verlaten, is er sprake van grondtijd. Is in de grondtijd meerdere uren + verlaten van het luchtvaartterrein, c.q. een overnachting vervat, dan vervalt de speciale leslandingsregeling conform artikel 5. Het gewone landingsrecht volgens artikel 5, lid 1 en lid 2 sub a-b is dan verschuldigd voor de overlandlandingen alsmede het toeristenrecht.
Voor het gebruik door luchtvaartuigen van het luchtvaartterrein te Ballum Ameland worden overeenkomstig de bepalingen van deze regeling rechten geheven onder de naam van havengelden.
Betalingsplichtig is de eigenaar van het luchtvaartuig, de gebruiker daarvan en degene, die als gemachtigde van de eigenaar of de gebruiker optreedt, met dien verstande dat ieder van de genoemde personen het recht hoofdelijk verschuldigd is en betaling door de één, de andere(n) bevrijdt.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan aan, naar oordeel van de havenmeester of zijn plaatsvervanger, daarvoor in aanmerking komende natuurlijke personen of rechtspersonen toestemming worden verleend tot betaling van de verschuldigde rechten na ontvangst van een daarvoor opgemaakte nota, zulks onder door de exploitant gestelde of nader te stellen voorwaarden.
Artikel 5 Landings en startgeld
Bij de berekening van de in lid 1, sub a, van dit artikel bedoeld recht naar gewicht wordt onderscheid gemaakt naar:
Ingeval van een overlandvlucht bedraagt het verschuldigde recht naar gewicht per landing ingedeeld per geluidsklasse van maandag tot en met vrijdag voor vliegtuigen met een gewicht:
Ingeval van een overlandvlucht bedraagt het verschuldigde recht naar gewicht per landing ingedeeld per geluidsklasse in het weekend en tijdens feestdagen met een gewicht:
Ingeval van een terreinlanding bedraagt het verschuldigde recht naar gewicht per landing ingedeeld per geluidsklasse van maandag tot en met vrijdag voor vliegtuigen met een gewicht:
Ingeval van een terreinlanding bedraagt het verschuldigde recht naar gewicht per landing ingedeeld per geluidsklasse in het weekend en tijdens feestdagen voor vliegtuigen met een gewicht:
In geval van een lesvlucht bedraagt het recht voor een landing met een vliegtuig, waarmee een lesvlucht wordt uitgevoerd door een niet op het luchtvaartterrein gevestigde erkende vliegschool, en een maximale grondtijd (pauzetijd) van ± 1,5 uur,
Voor de eerste landing op maandag tot en met vrijdag:
Voor de eerste landing in het weekend en tijdens feestdagen:
De volgende landingen, c.q. doorstarts op maandag tot en met vrijdag:
De volgende landingen, c.q. doorstarts in het weekend en tijdens feestdagen:
Een niet op het luchtvaartterrein gevestigde niet erkende vliegschool valt niet onder de artikel 5, lid 2 sub c regeling, en is het gewone landingsrecht verschuldigd voor zowel overland-, als terreinlandingen.
Indien tussen aankomstlanding en vertrekstart een nacht is vervat in de grondtijd, kan er in principe niet meer worden gesproken van een normale lesvlucht, de inzittenden zijn dan aan te merken als toeristen, zijn toeristenbelasting verschuldigd en vallen niet onder dit artikel 6 en zijn ook de gewone landingsrechten verschuldigd voor zowel overland-, als terreinlandingen.
Een op het luchtvaartterrein gevestigde erkende vliegschool kan een maandabonnement voor zowel overland-, als terreinlandingen aangaan.
Een tijdelijk op het luchtvaartterrein gevestigde vliegschool (bv. tijdens de erkenningsaanvraag) kan slechts een maandabonnement aangaan voor de terreinlandingen. Dit geldt ook indien voor die vliegschool, de erkenningsaanvraag eventueel niet mocht worden gehonoreerd.
Artikel 6 Startgeld voor motorsleepvliegtuig in combinatie met zweefvliegtuig en landingsgeld voor leslandingen, uitgevoerd door vliegtuigen van niet op het luchtvaartterrein gevestigde vliegscholen
Voor het parkeren van een vliegtuig op het luchtvaartterrein wordt per etmaal of gedeelte daarvan parkeergeld geheven, overeenkomstig het hierna bepaalde.
Geen parkeergeld, als bedoeld in lid 1 van dit artikel, wordt geheven, indien het parkeren geschiedt gedurende de daglichtperiode, alsmede in het geval, dat voor een vliegtuig een parkeerabonnement is afgesloten.
Indien een vliegtuig uitsluitend wordt geparkeerd op grond die eigendom is van de eigenaar of gebruiker van het vliegtuig, dan wel waarvoor de exploitant met de eigenaar of gebruiker een huur of erfpachtovereenkomst heeft aangegaan, wordt, tenzij in die overeenkomst anders is bepaald, geen parkeergeld geheven.
Artikel 9 Vergoeding voor het doen opstijgen van een vrije ballon
Voor het doen opstijgen of eventueel landen van een vrije bemande ballon vanaf het luchtvaartterrein wordt een recht geheven van € 28,60
Artikel 11 Rechten zweefvliegen
Behoudens hetgeen in de voorgaande artikelen ten aanzien van zweefvliegtuigen is geregeld, bedraagt het recht voor het gebruik van het luchtvaartterrein ten behoeve van een zweefvliegtuig in combinatie met een lier voor het doen opstijgen van een zweefvliegtuig, indien en voor zover daarvoor een abonnement is afgesloten, ongeacht de intensiteit van het gebruik, per maand of gedeelte daarvan € 115,40
In geval voor meer dan één zweefvliegtuig of voor meer dan één lier voor het doen opstijgen van een zweefvliegtuig, eveneens volgens abonnement gebruik van het luchtvaartterrein wordt gemaakt, bedraagt het recht, ongeacht de intensiteit van het gebruik, voor:
elk volgend zweefvliegtuig boven het getal één, per maand of gedeelte daarvan € 78,05
Artikel 12 Overige bepalingen inzake de heffing van rechten
Indien een vliegtuig, na van het luchtvaartterrein te zijn opgestegen, hierop zonder een ander luchtvaartterrein te hebben aangedaan, wegens slechte weersomstandigheden, motorstoring of andere onvoorziene buitengewone oorzaken, terugkeert, zullen geen rechten, als bedoeld in de artikelen 5, 6 en 7, worden geheven.
Artikel 13 Inning van de rechten
Alle krachtens deze regeling verschuldigde rechten of vergoedingen worden geïnd door of namens de havenmeester van het luchtvaartterrein, die deze verantwoordt op de wijze, zoals door de exploitant is bepaald.
Door of namens de havenmeester wordt voor iedere betaling een bewijs afgegeven, zoals de exploitant dat heeft vastgesteld.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Ameland, gehouden op 18 december 2023
, voorzitter.
, griffier.
Behorende bij besluit van 18 december 2023
In afwijking van het in artikel 5, onder lid 2, van de Havengeldregeling bepaalde, bedraagt het recht naar gewicht voor een vliegtuig, waarvoor een maandabonnement als bedoeld in artikel 1, onder B en C, is afgesloten:
Aldus vastgesteld in de Raad van de gemeente Ameland, gehouden op 18 december 2023