Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schouwen-Duiveland

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting Schouwen-Duiveland 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchouwen-Duiveland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting Schouwen-Duiveland 2024
CiteertitelVerordening op de heffing en invordering van een forensenbelasting Schouwen-Duiveland 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpVerordening forensenbelasting 2024

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 223 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Gemeentewet artikel 223

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024Verordening 2024

21-12-2023

gmb-2023-563969

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting Schouwen-Duiveland 2024

De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;

 

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2023;

 

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

Vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting Schouwen-Duiveland 2024

 

 

 

Artikel 1. Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

 

Artikel 2. Belastbaar feit en belastingplicht

Onder de naam ‘forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3. Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend openbaar orgaan, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

De belasting wordt niet geheven als de belastingplichtige en zijn gezin verblijf houden in de voor zich en zijn gezin beschikbaar gehouden gemeubileerde woning en ter zake van dit verblijf ook toeristenbelasting wordt geheven overeenkomstig de verordening toeristenbelasting.

Artikel 4. Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld.

In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.

In geval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de waarde.

De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet, met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.

 

Artikel 5. Belastingtarief

De belasting bedraagt per belastingjaar 0,3072% van de maatstaf van heffing voor de woning als bedoeld in artikel 4, met een maximum van € 2.772,00 per woning en een minimum van € 288,88.

 

Artikel 6. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 6A. Ontstaan van de belastingschuld

De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.

 

Artikel 7. Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 8. Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen worden betaald in tien termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens op de laatste werkdag van de daaropvolgende maand.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Artikel 9. Kwijtschelding van belasting

Bij de invordering van forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 10. Overgangsbepaling

De “Verordening forensenbelasting Schouwen-Duiveland 2023” van 22 december 2022, en de 1e wijziging verordening 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

 

Artikel 11. Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

 

Artikel 12. Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als “Verordening forensenbelasting Schouwen-Duiveland 2024”.

 

 

 

 

P.M.W. Goossens-Smits

J.Chr van der Hoek

griffier

voorzitter

 

 

 

Vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 21 december 2023.