Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoeksche Waard

Nota Voorkoming Misbruik en Oneigenlijk Gebruik Gemeente Hoeksche Waard

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoeksche Waard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota Voorkoming Misbruik en Oneigenlijk Gebruik Gemeente Hoeksche Waard
CiteertitelNota Voorkoming Misbruik en Oneigenlijk Gebruik Gemeente Hoeksche Waard
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2023nieuwe regeling

12-12-2023

gmb-2023-563802

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota Voorkoming Misbruik en Oneigenlijk Gebruik Gemeente Hoeksche Waard

 

1. Inleiding

 

Deze nota is geschreven om invulling te geven aan het beleid ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen (cf. artikel 13 Financiële Verordening 212).

 

Rechtmatigheid is een van de kernbegrippen van goed overheidsbestuur. De gemeente moet publieke gelden rechtmatig verwerven en besteden. Rechtmatigheid houdt in dat wet- en regelgeving wordt nageleefd. Het betreft niet alleen externe wet- en regelgeving (Europees, nationaal, provinciaal), maar ook gemeentelijke regelgeving.

Met ingang van het verslagjaar 2023 zal het college zelf verantwoording afleggen over de rechtmatigheid van de verantwoorde baten, lasten en balansmutaties.

 

Eén van de rechtmatigheidscriteria is het misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) criterium. Gemeentelijke regelingen kunnen gevoelig zijn voor M&O. Dit is bijvoorbeeld het geval als de verplichting om een heffing te betalen of de aanspraak op een uitkering op voorziening afhankelijk is van gegevens die mensen zelf verstrekken.

 

Bij de rechtmatigheidscontrole van de jaarrekening dient te worden nagegaan of de gemeente over interne procedures beschikt die opzettelijk M&O van (belasting-) gelden, subsidies, uitkeringen of bijdragen, etc. zoveel mogelijk ondervangen of voorkomen. Om deze toets goed te kunnen doen, is het belangrijk dat het M&O beleid is vastgesteld

 

Doel van de nota

M&O beleid maakt een organisatie weerbaar tegen misbruik en oneigenlijk gebruik. Het M&O beleid heeft als doel de kaders te stellen voor het voorkomen en bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden.

 

Deze nota is opgesteld om het overkoepelend beleid en de belangrijkste uitgangspunten bij de voorkoming en bestrijding van M&O van gemeentelijke regelingen vast te leggen. Het overkoepelend beleid biedt een kader voor controle en sancties, benoemt welke risicogebieden er zijn en hoe M&O beleid in de bedrijfsvoering kan worden vorm gegeven door middel van het treffen van beheersmaatregelen.

 

De uitwerking van het overkoepelend M&O beleid vindt plaats in de specifieke regelingen, verordeningen en processen. Dat behoort tot de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke teams zelf. De meeste regelingen zijn gebonden aan wettelijke eisen en minimumnormen voor het nemen van maatregelen ter bestrijding van fraude en misbruik. Vanuit M&O is het mogelijk daar maatregelen aan toe te voegen. De inzet van beheersmaatregelen (regelgeving, voorlichting, controle, sancties) in de risicogebieden wordt getypeerd variërend van geen specifiek, gematigd tot steng M&O beleid.

 

M&O, waar gaat het om?

M&O speelt als informatie van derden van groot belang is voor het verlenen van uitkeringen, vergoedingen, subsidies, heffingen, belastingen en vergunningen.

 

Definitie

De Commissie BBV (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten) heeft in de Kadernota rechtmatigheid 2023 de volgende definities van misbruik en oneigenlijk gebruik opgenomen:

 

Misbruik:

“Het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte overheidssubsidies of -uitkeringen te verkrijgen of niet dan wel een te laag bedrag aan heffingen aan de overheid te betalen”.

 

Oneigenlijk gebruik:

“Het door aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen, verkrijgen van overheidsbijdragen of het niet dan wel tot een te laag bedrag betalen van heffingen aan de overheid, in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving maar in strijd met het doel en de strekking daarvan”.

 

Het gaat bij M&O om derden die misbruik maken van (gemeentelijke) regelingen.

Misbruik is onrechtmatig, oneigenlijk gebruik niet. Wanneer sprake is van misbruik van overheidsgelden moeten deze gelden door de gemeente worden teruggevorderd.

2. Relatie M&O met rechtmatigheid, fraude en integriteit en ondermijning

 

Rechtmatigheid

M&O één van de drie criteria van rechtmatigheid. M&O heeft een relatie met rechtmatigheid, in die zin dat misbruik een onrechtmatige handeling is, maar bij oneigenlijk gebruik is dat niet het geval. Bij oneigenlijk gebruik wordt feitelijk gehandeld in overeenstemming met wet- en regelgeving. Daarmee zijn dergelijke handelingen niet onrechtmatig. Wel is sprake van handelen in strijd met het doel en de strekking van de wet- en regelgeving.

 

Integriteit

Bij M&O gaat het om derden van buiten de organisatie die gebruik maken van regelingen en/ of bezittingen van de gemeente en is dus extern gericht. Integriteit richt zich op de eigen organisatie en medewerkers en is intern gericht. Intern gelden integriteitsregelingen, de ambtseed, functiescheiding in processen maar ook aanspreekgedrag en collegiale toetsing. In het gemeentelijke Personeelshandboek zijn uitgebreide richtlijnen omtrent integriteit opgenomen.

 

Fraude

De Commissie BBV heeft in de Kadernota rechtmatigheid 2023 de volgende definitie van fraude opgenomen

 

“Dit omvat opzettelijke handelingen door één of meerdere personen binnen de gemeente, waarbij gebruik wordt gemaakt van misleiding teneinde een onrechtmatig of onwettig voordeel te behalen”.

 

In het kader van fraudebeheersing is een frauderisico inventarisatie gemaakt die jaarlijks geactualiseerd wordt. In die frauderisico analyse zijn processen benoemd waar zich mogelijk fraude zou kunnen voordoen en zijn daar beheersingsmaatregelen voor opgesteld.

 

Voor visualisatie van M&O in relatie tot integriteit en fraude zie hieronder:

 

 

Ondermijning

Een bijzondere vorm van misbruik is ‘ondermijnende criminaliteit’. Criminelen maken voor illegale activiteiten soms gebruik van legale bedrijven en diensten. Hierdoor vervagen normen en neemt het gevoel van veiligheid en leefbaarheid af. Dit effect heet ook wel ondermijning. Voorbeelden zijn wietplantages of xtc-labs in loodsen of woningen en het witwassen van geld via bedrijven. Om illegale praktijken te kunnen uitvoeren, maken criminelen vaak gebruik van de bovenwereld. Denk daarbij aan transport, opslag, huisvesting en financiële voorzieningen. Deze verwevenheid heeft vergaande consequenties. Door de invloed en ongewenste druk van criminelen vervagen normen en waarden en wordt, soms zonder dat we het meteen merken, onze veiligheid aangetast. De consequenties van ondermijning worden een steeds groter probleem voor de samenleving als deze niet worden aangepakt.

 

Ondermijning is een vorm/uiting van M&O en kan zich uiten in alle in deze nota genoemde onderwerpen, met name wanneer ondermijning financiële risico’s met zich meebrengt. Ondermijning op het gebied van gezag heeft meer een relatie met integriteit.

Gemeente Hoeksche Waard voert integriteitsonderzoeken op grond van de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) uit. Met deze onderzoeken kijkt de gemeente vooral naar: hoe de aanvrager voor de activiteit betaalt, de achtergrond van de aanvrager en met wie de aanvrager zaken doet. Door middel van het toepassen van de Wet Bibob kan de gemeente voorkomen dat er onbedoeld medewerking wordt verleend aan misbruik van vergunningen, subsidies, vastgoedtransacties of bijvoorbeeld aanbestedingsopdrachten als blijkt dat er ernstig gevaar bestaat dat daarmee strafbare feiten zullen worden gepleegd of uit strafbare feiten verkregen voordelen zullen worden benut. De wet levert daarmee een belangrijke bijdrage aan het beschermen van de eigen integriteit van overheden tegen het ongewild faciliteren van criminele activiteiten.

 

Privacy en databeveiliging

M&O heeft niet alleen betrekking op misbruik van middelen. Het kan ook gaan om misbruik van data, inbreuk op privacy of om het lekken van vertrouwelijke informatie of persoonsgegevens. Als gemeente hechten wij grote waarde aan de privacy van onze inwoners.

 

Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)

Om persoonsgegevens van de inwoners binnen Europa beter te beschermen, is vanaf 25 mei 2018 een nieuwe Europese privacywet van kracht, namelijk de Algemene Verordening Gegevens- bescherming (AVG). Voorbeelden van (bijzondere) persoonsgegevens zijn: naam, adres, geboortedatum, BSN, medische informatie en geloofsovertuiging. De AVG legt ondermeer vast dat persoonsgegevens alleen verzameld en bewaard mogen worden als daar een wettelijke grondslag voor is en zo lang dat strikt noodzakelijk is. De gemeente houdt een register bij met een beschrijving van processen en de persoonsgegevens die daarin verwerkt worden. Het opstellen van het verwerkingsregister voor alle processen met verwerkingen is continue in ontwikkeling. Als andere organisaties persoonsgegevens verwerken in opdracht van de gemeente worden hierover afspraken gemaakt en vastgelegd, bijvoorbeeld in een verwerkersovereenkomst.

 

In de organisatie is een team Privacy en InformatieVeiligheid (PIV) actief bestaande uit de Functionaris Gegevensbescherming (FG), CISO en twee Privacy officers. Dit team werkt nauw samen met de TISO.

 

Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO)

Informatiebeveiliging is de verzamelnaam voor de processen die ingericht worden om de betrouwbaarheid van gemeentelijke processen, de gebruikte informatiesystemen en de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van de daarin opgenomen en opgeslagen gegevens te garanderen. Hierbij is de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) het belangrijkste kader. De BIO is één gezamenlijk normenkader voor informatiebeveiliging binnen de gehele overheid, gebaseerd op de internationaal erkende en actuele ISO-normatiek. De uitwerking van dit kader is vastgelegd in het gemeentelijk Informatiebeveiligingsbeleid.

Jaarlijks wordt er verantwoording afgelegd over informatiebeveiliging en informatiekwaliteit middels ENSIA (Eenduidige Normatiek Single Information Audit).

3. M&O-beleid:

 

Het M&O-beleid is erop gericht het M&O door een mix van maatregelen te voorkomen, te beperken en tijdig te ontdekken. Bij het opstellen of herzien van regelgeving is het noodzakelijk dat aandacht aan mogelijke M&O-gevoelige aspecten en de maatregelen ter voorkoming en bestrijding van M&O wordt besteed.

 

Hierbij moet gedacht worden aan heldere definities, het verminderen van afhankelijkheid van gegevens van derden en nauwkeurige omschrijving van doel en doelgroep. Ook het opnemen van controle- en sanctiemaatregelen in de regeling wordt aanbevolen. Tot slot moet bij voorlichting en evaluatie van regelgeving eveneens aandacht besteed worden aan M&O gebruik.

 

Uitgangspunten

De volgende uitgangspunten liggen ten grondslag aan het M&O beleid van de gemeente Hoeksche Waard.

 

  • 1.

    De gemeente werkt vanuit een basishouding van vertrouwen in een juiste omgang met gemeentelijke regelingen door inwoners en instellingen/bedrijven in de Hoeksche Waard.

  • 2.

    Maatregelen die worden getroffen ter bevordering van een juist gebruik van gemeentelijke regelingen zijn proportioneel. Dat wil zeggen dat zij in verhouding moeten staan tot de risico’s die worden gelopen.

  • 3.

    De betrouwbaarheid van aangeleverde informatie, afgezet tegen het mogelijk optreden van risico's, is bepalend voor de mate van controle en sanctionering.

  • 4.

    Voorkomen is beter dan genezen. De inzet van beleid en maatregelen is primair gericht op preventie van M&O gebruik van gemeentelijke regelingen.

  • 5.

    Van derden ontvangen gegevens worden indien mogelijk gecontroleerd.

  • 6.

    Na constatering van een overtreding wordt de rechtmatige situatie zo snel mogelijk hersteld en zo nodig bestraft (boete).

  • 7.

    De teammanager van het team waar de betreffende regelingen worden uitgevoerd, is verantwoordelijk voor het treffen van M&O beheersmaatregelen.

  • 8.

    Beheersmaatregelen worden ingezet op basis van een analyse van de risico's en na afweging van de kosten en de baten.

  • 9.

    Het M&O beleid wordt periodiek, op basis van ontwikkelingen in wetgeving en ervaring met de maatregelen en controles.

4. Beheersingsmaatregelen ter voorkoming van M&O

 

Bepaalde regelingen en processen (of onderdelen daarvan) kunnen het risico van M&O met zich meedragen. Dat is in het bijzonder het geval als er sprake is van afhankelijkheid van gegevens die derden aan de gemeente verstrekken. Wettelijke eisen en minimumnormen verbinden aan de meeste regelingen de verplichting om maatregelen ter bestrijding van fraude en misbruik te treffen. Dat zijn maatregelen uit landelijke wetgeving en lokale regelgeving die sowieso worden ingezet. Daarnaast zijn extra beheersmaatregelen denkbaar die het risico van M&O verder terugdringen.

 

Ook beheersmaatregelen die intern zijn gericht, zijn relevant. Het gaat dan om zaken zoals functiescheiding, toegangsrechten tot applicaties, regelmatige controle daarvan, het vastleggen van gebeurtenissen in log-ins, en rapportages over deze maatregelen.

 

Een onderscheid kan worden aangebracht tussen preventieve en repressieve maatregelen (of een mix daarvan).Deze specifieke maatregelen dienen verankerd te worden in de betreffende processen en getoetst bij de procescontrole en de verbijzonderde interne controle

 

Preventieve maatregelen

Preventieve maatregelen zijn maatregelen die liggen vóór het moment van beschikken, betalen of ontvangen van een uitkering, vergunning of subsidie/bijdrage. Preventieve maatregelen betreffen regelgeving, voorlichting en controle vooraf. Zij zijn gericht op het voorkomen van M&O van regelingen.

 

Regelgeving

Heldere en eenduidige regelgeving beperkt de ruimte voor M&O. Bij de totstandkoming van verordeningen, beleidsregels, nadere regels, richtlijnen en procedures moet aandacht worden besteed aan M&O gevoelige aspecten en handhaafbare beheersmaatregelen. Dit uit zich in heldere en eenduidige definities, vermindering van de afhankelijkheid van gegevens afkomstig van derden, een nauwkeurige omschrijving van doel en doelgroep, rechten, plichten en voorwaarden zijn opgenomen, een slagvaardige reparatiewetgeving en sancties op misbruik.

 

Voorlichting

Wet- en regelgeving wordt door middel van voorlichting onder de aandacht gebracht van belanghebbenden (inwoners, bedrijven en instellingen). Er dient informatie te worden verstrekt over het bestaan van een regeling, aard en doel van de regeling, de specifieke doelgroep, geldende voorwaarden en controle- en sanctiebeleid. Voorlichting draagt in preventieve zin bij aan het voorkomen van M&O van een regeling, zeker als ook duidelijk wordt gecommuniceerd over mogelijke sancties. Daarnaast werkt actieve voorlichting over het M&O-beleid via de website van de gemeente stimulerend op de naleving van regelgeving.

 

Controle vooraf

Controle vooraf vindt plaats tot aan het moment van de uitbetaling, ontvangst of beschikking. Controle in de uitvoering is een middel om (de kans op) M&O te signaleren. Mogelijke M&O gevallen kunnen al in een vroegtijdig stadium worden waargenomen. Controle vooraf richt zich op de toetsing van de juistheid en volledigheid van gegevens die door derden zijn verstrekt. De ambtenaar gaat na of door de inwoners, bedrijven of instellingen aan de voorwaarden van bijvoorbeeld een subsidie of vergunning is voldaan. Door betrokkene(n) aangeleverde gegevens worden indien mogelijk geverifieerd. Uitgangspunt is dat, voordat wordt uitbetaald, een andere medewerker controleert of deze werkzaamheden zichtbaar, volledig en juist zijn uitgevoerd (vier-ogen principe).

 

In beleid wordt bepaald welke controlemethoden worden gebruikt ten aanzien van regelingen. Controles kunnen variëren van integraal (totale controle), steekproefsgewijs tot incidenteel. Hierbij is van belang: de aard en omvang van de doelgroep en hoe misbruikgevoelig een regeling is. Processen waarbij gevoeligheden spelen, moeten voldoende maatregelen bevatten om de tijdigheid, juistheid, volledigheid en prestatielevering te toetsen van door belanghebbende(n) verstrekte gegevens.

 

Repressieve maatregelen

Repressieve maatregelen zijn maatregelen die na het moment van beschikken, betalen of ontvangen worden genomen. Het gaat om controle achteraf waarbij M&O kan worden vastgesteld, en sanctionering/maatregelenbeleid in werking kan treden.

 

Controle achteraf

Controle van gegevens achteraf wordt uitgevoerd na het uitkeren/innen van bedragen, dan wel nadat de beschikking is verleend. Daarmee is het een repressieve maatregel. Controles achteraf kunnen (evenals bij controles vooraf) integraal, steekproefsgewijs of incidenteel worden uitgevoerd. Manieren om te controleren kunnen zijn: verzoeken om inlichtingen, inspecties, waarneming, bevestigingen, herberekeningen, cijferanalyses en het opnieuw uitvoeren van controles. Interne controles worden periodiek uitgevoerd om te beoordelen of conform de interne procedures is gewerkt en of transacties getrouw en rechtmatig tot stand zijn gekomen. In de uitvoering van de Verbijzonderde Interne Controles (VIC) is expliciet aandacht voor M&O.

 

Vastlegging van de controleresultaten is verplicht. De resultaten van de controle kunnen bijvoorbeeld leiden tot aanpassing van het controlebeleid en/of de regelgeving.

 

Sancties en maatregelen

Sancties worden opgelegd als reactie op een vaststelling van misbruik. Alleen misbruik is immers onrechtmatig en moet worden hersteld en/of passende maatregelen worden genomen.

 

Maatregelen zijn vereist om adequaat te reageren op geconstateerd misbruik en/of oneigenlijk gebruik. Dit houdt onder andere in dat maatregelen en sancties proportioneel moeten zijn in relatie tot het vergrijp. Uitgangspunt is dat het behaalde voordeel wordt teruggevorderd en er indien nodig maatregelen worden getroffen. Concreet leidt het tot terugvordering van te veel betaalde bedragen, naheffing van ten onrechte gederfde ontvangsten en intrekking van een ten onrechte verstrekte vergunning. In bepaalde gevallen kan ook de ontbinding van een overeenkomst of de intrekking van een erkenning als niet-financiële sancties worden opgelegd. Ingeval van een misdrijf (fraude of diefstal) wordt aangifte gedaan bij de politie.

 

Van sanctionering gaat een afschrikeffect uit en draagt om die reden eveneens bij aan het voorkomen en beperken van misbruik van gemeentelijke regelingen.

 

Evaluatie

Het M&O-beleid en de uitvoering hiervan zal periodiek geëvalueerd moeten worden. Gebreken kunnen worden ontdekt en hersteld wanneer in de fase van beleidsevaluatie expliciet aandacht wordt besteed aan M&O. Evaluatieprocedures zijn nodig voor zowel bestaande als nieuwe regelgeving. Naar aanleiding van evaluaties kan een indicatie worden gegeven van de effectiviteit van het M&O beleid. Tevens kan zicht worden verkregen op de toereikendheid van de controlemogelijkheden. Het M&O beleid kan hierop worden aangepast.

5. Intensiteit M&O-beleid

 

De intensiteit van het noodzakelijke M&O-beleid wordt bepaald door een beleidsmatige keuze, gebaseerd op een risico-afweging en een kosten-batenanalyse.

 

De risico’s dienen primair te worden ondervangen via het proces van de administratieve organisatie en interne controle (AO/IC). Kunnen via de AO/IC onvoldoende waarborgen worden ingebouwd dan zijn aanvullende maatregelen via het M&O-beleid nodig.

 

Ten aanzien van de zwaarte van de M&O-maatregelen dienen, op basis van de uiteengezette aanpak, keuzes gemaakt te worden:

 

Streng M&O-beleid

Bij streng M&O beleid zijn ten opzichte van de reguliere AO/IC specifieke en aanvullende (controle) maatregelen noodzakelijk om het risico van M&O te minimaliseren; deze maatregelen strekken zich zowel uit tot de voorwaardenscheppende sfeer (opstellen regelgeving) als het actieve toezicht daarop (controle, handhaving). Een streng M&O beleid is noodzakelijk als er een grote afhankelijkheid van informatie is die door belanghebbende wordt verstrekt. De administratieve organisatie moet er dan voor zorgen dat in het proces van uitvoering voldoende checks zijn ingebouwd. Het opnemen van een controle- en sanctiebeleid in die regelgeving voldoet aan de norm streng M&O-beleid. Terugvordering of intrekking van gelden is daar een goed voorbeeld van.

 

Gematigd M&O-beleid

Gematigd M&O-beleid houdt in dat waakzaamheid is geboden. Enkele aanvullende maatregelen worden getroffen, zoals een actieve voorlichting en (extra) kritische beoordeling van de aangeleverde informatie waarbij maatregelen in de voorwaardenscheppende sfeer zijn aan te bevelen. Hierbij valt te denken aan heldere en eenduidige regelgeving en actieve voorlichting. Daarnaast zijn maatregelen te nemen in de sfeer van (extra) kritische beoordeling van en onderzoek naar de onderbouwing en herkomst van informatie (bv. verscherpte controles).

 

Geen specifiek M&O-beleid

Is het risico ten aanzien van M&O gering en is de reguliere AO/IC voldoende (bijv. functiescheiding) dan is er geen specifiek M&O-beleid noodzakelijk en zijn er geen aanvullende maatregelen noodzakelijk. Het is voldoende als incidentele controles op M&O plaatsvinden.

6. Risicovolle processen

 

Regelingen waarbij de informatie van andere partijen bepalend is voor het verlenen en vaststellen van de (hoogte van) uitkeringen, voorzieningen, subsidies, heffingen, belastingen en vergunningen zijn gevoelig voor M&O. Ook interne processen kunnen M&O-gevoelig zijn. De volgende processen worden aangemerkt als risicogevoelig, omdat derden een aanmerkelijk (financieel) belang hebben en de gemeente in grote mate afhankelijk is van door die derden verstrekte gegevens.

 

Inkomensoverdrachten; Verstrekken van uitkeringen in het Sociaal Domein (streng M&O-beleid)

Inkomensoverdrachten vinden plaats in het kader van werk en inkomen (Participatiewet, Besluit bijstandverlening zelfstandigen, wet-inburgering, minima-regelingen, schulddienstverlening, TONK, TOZO, Leefgeld Oekraïne en Energietoeslag ). Het betreft open einde regelingen waarbij een cliënt die aan de voorwaarden voldoet de gevraagde uitkering of dienstverlening verkrijgt. Het risico van een onbetrouwbare gegevensverstrekking is groot vanwege de sterke persoonlijke belangen van iemand bij de uitkering of de dienstverlening. Dit, terwijl de gegevensverstrekking bepalend is voor het vaststellen van het recht op en de hoogte en duur van de inkomenscompensatie. Om die reden geldt ten aanzien van inkomensoverdrachten een streng M&O-beleid.

 

Inkomensoverdrachten; Verstrekken van voorzieningen WMO en Jeugdwet (streng M&O-beleid)

Individuele voorzieningen worden verstrekt in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet. Ook hier geldt dat sprake is van open einde regelingen, het risico van onbetrouwbare gegevensverstrekking en het feit dat de aangeleverde gegevens van derden bepalend zijn voor het toekennen van de gevraagde voorziening. Dit zijn redenen om een streng M&O-beleid te voeren. Het gesprek en het overleg met cliënten worden gevoerd. Dit komt een adequate dienstverlening ten goede en is een aanvullende waarborg dat de juiste gegevens op tafel komen.

 

Identiteitsbewijzen, reisdocumenten en rijbewijzen (streng M&O-beleid)

Bij de verstrekking van identiteitsbewijzen, reisdocumenten en rijbewijzen maakt de gemeente gebruik van de gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP). Deze gegevens in het BRP moeten juist zijn, mede om M&O van genoemde documenten te voorkomen. Een streng M&O-beleid is noodzakelijk.

 

Inkopen en aanbestedingen. (gematigd M&O-beleid)

Met inkoop en aanbesteding kan een aanmerkelijk financieel belang gemoeid zijn. Wet- en regelgeving en ook het inkoopbeleid, mandaatregeling, budgethouders regeling en integriteitsbeleid bevatten al de nodige waarborgen op het gebied van M&O. Reeds van toepassing zijnde (verbijzonderde) interne controles op inkopen en aanbestedingen zijn eveneens een waarborg dat deze juist en volledig zijn. Ook interne budget- en functiescheidingen zijn van toepassing. Aanvullende M&O-maatregelen kunnen zich beperken tot enkele extra controles van aangeleverde gegevens. Daarom geldt voor inkopen en aanbestedingen een matig M&O-beleid. Voor aanvullende opdrachten (meerwerk) en opdrachten die één-opéén gegund worden is een streng beleid noodzakelijk, omdat hierop mogelijk niet alle voorstaande beheersmaatregelen worden toegepast.

 

Verstrekken van subsidies (gematigd tot streng M&O-beleid)

Met subsidieverstrekking is een aanmerkelijk financieel belang gemoeid. De gemeente is afhankelijk van de betrouwbaarheid van de verstrekte gegevens van de instelling. Het risico bestaat dat iemand subsidie aanvraagt en krijgt, terwijl hij/zij er niet (geheel) recht op heeft of de gelden voor een ander doel besteedt.

 

Vergunningverlening, leges, toezicht en handhaving (gematigd tot streng M&O-beleid)

Vergunningverlening en handhaving hebben betrekking op wezenlijke overheidstaken en er spelen vaak grote publieke belangen met mogelijke (financiële en politiek-bestuurlijke) gevolgen. De aanvrager van een vergunning kan gelet op de grote afhankelijkheid van de gemeente bij het al dan niet verkrijgen van een vergunning baat hebben bij het verstrekken van onjuiste informatie

 

Heffingen en Belastinginkomsten (geen specifiek tot gematigd M&O-beleid)

De belangrijkste belastinginkomsten worden gerealiseerd door de OZB, afvalstoffenheffing en rioolrechten. De heffing en invordering van deze belastingen wordt gebaseerd op objectieve criteria of op gegevens van niet-betrokken derden (bv. bevolkingsregister, kadaster ed.) Hiervoor is geen specifiek M&O beleid noodzakeleijk. Bepaalde belastingen zijn wel afhankelijk van gegevensverstrekking door belanghebbenden zoals de hondenbelasting of kwijtschelding van leges en heffingen. Hiervoor is een gematigd M&O beleid noodzakelijk.

 

Leerlingenvervoer (geen specifiek tot gematigd M&O-beleid)

Het toekennen van een beschikking voor leerlingenvervoer is voor een belangrijk deel afhankelijk van de gegevens die door een derde/ belang- hebbende worden aangeleverd. Gezien de persoonlijke belangen van derden maar het beperkte financiële belang geen specifiek tot gematigd M&O-beleid noodzakelijk.

 

Personeelslasten (geen specifiek M&O-beleid)

De salarisadministratie is goed georganiseerd. Enkele belangrijke aandachtspunten zijn: kopie identiteitsbewijs, formele aanstelling, controle buiten de personeelsadministratie om en Verklaring Omtrent Gedrag. Een nuance geldt wellicht voor kostenvergoedingen. Hierbij valt te denken aan het verkrijgen van een vergoeding voor gemaakte reiskosten terwijl deze kosten door een persoon niet juist opgegeven worden of er de juiste grondslag voor ontbreekt. Het risico is dat een (fictieve) medewerker wordt opgevoerd in de salarisadministratie of dat het salaris of aantal uren te hoog wordt ingegeven in het salarissysteem. Het financiële belang hiervan is in het algemeen echter beperkt. Hierbij moet wel sprake zijn van een goede functiescheiding.

 

Gemeenschappelijke regelingen (geen specifiek M&O-beleid)

Via de accountantscontrole en de vertegenwoordiging van de gemeente in het bestuur van deze regelingen kan toezicht worden uitgeoefend op de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Het treffen van maatregelen op het gebied van M&O is primair de verantwoordelijkheid van de gemeenschappelijke regeling.

7. Verantwoording

 

In het kader van de verantwoording worden in ieder geval de volgende stappen ondernomen:

 

  • In de Programmabegroting wordt in de paragraaf Bedrijfsvoering informatie opgenomen over het M&O-beleid;

  • In de Jaarstukken wordt in de paragraaf Bedrijfsvoering verantwoordingsinformatie over het M&O-beleid opgenomen: de geconstateerde ongecorrigeerde fouten in de rechtmatigheidsverantwoording met een toelichting;

  • Bij het verrichten van proces/ interne controles, lijncontroles en verbijzonderde interne controles wordt aandacht besteed aan het M&O risico’s;

  • De ambtenaren in de organisatie zijn verantwoordelijk voor meldingen van M&O schendingen;

  • Bij het opstellen van procesbeschrijvingen wordt rekening gehouden met M&O gevoelige aspecten en risico’s en beheersmaatregelen opgenomen in het proces;

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hoeksche Waard

gehouden op 12 december 2023.

de griffier, G. de Schipper-Tinga

de voorzitter, F.D. van Heijningen