Organisatie | Lelystad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING geldelijke vergoeding leden van de Rekenkamer 2005 |
Citeertitel | Verordening geldelijke vergoeding leden van de Rekenkamer 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-04-2008 | nieuwe regeling | 10-11-2005 Flevopost, 11-04-2008 | 3039 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Rekenkamer: de Rekenkamer van de gemeente Lelystad;
b. rechtspositiebesluit raads-en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;
c. Reisbesluitbinneneland: het Koninklijkbesluit van 1 maart 1993, Stb 144.
Artikel 3 Vergoeding voor werkzaamheden.
1. Leden van de Rekenkamer ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding.
2. Voor de voorzitter bedraagt deze 80% van de vergoeding die leden van de raad ontvangen ingevolge de Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2003.
3. De leden die geen voorzitter zijn ontvangen een vergoeding ter hoogte van 60% van de vergoeding die leden van de raad ontvangen ingevolge de Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2003.
4. Het plaatsvervangende lid van de Rekenkamer ontvangt een vergodeingvan 20% die leden van de raad ontvangen ingevolge de Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2003.
5. Voor iedere volledige kalendermaand dat het plaatsvervangende lid optreedt als vervanger bestaat recht op de in het derde lid bedoelde vergoeding.
Artikel 4. Berekening en betaling vergoeding voor werkzaamheden.
1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden vangt de vergoeding bedoeld in artikel 3 aan op de in het benoemingsbesluit bepaalde dag.
2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden eidigt de vergoeding bedoeld in artikel 3 aan op de in het ontslagbesluit bepaalde dag.
3. De vergoeding bedoeld in het tweede, derde en vierde lid van artikel 3 wordt maandelijks uitbetaald.
1. De gemaakte reiskosten die noodzakelijk zijn voor de vervulling van het lidmaatschap van de Rekenkamer worden aan het lid van de Rekenkamer vergoed.
2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (treini)taxi: volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte kosten;
b. bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoedingvan dein redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskoste overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling binneland.
3. De in het eerste lid bedoelde vergoeding is ook van toepassing voor het plaatsvevangende lid indien deze wordt opgeropen ter vervanging van één van de vaste leden.
4. Voor vergoeding van de on het eerste lid bedoelde kosten wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.
5. Het in het vierde lid bedoelde declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen 2 maanden bij de griffier of door hem aan gewezen ambtenaar ingediend, onder bijvoeging van de orginele bewijsstukken.