Organisatie | Laarbeek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Laarbeek 2024 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van heffing is 1 januari 2024.
Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing 2023.
artikel 15.33 van de Wet milieubeheer
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2023 | nieuwe regeling | 21-12-2023 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Voor de berekening van het aantal malen dat per perceel een container ter lediging wordt aangeboden, wordt uitgegaan van het aantal malen dat door de op het inzamelvoertuig aangebrachte registratieapparatuur een lediging wordt geregistreerd. Indien tijdens enige inzamelbeurt door een calamiteit of door een technische storing de containerherkenningsapparatuur of de containerregistratieapparatuur op het inzamelvoertuig of de middelen waarmee de gegevens van de geledigde containers worden opgeslagen niet naar behoren functioneren, wordt overgeschakeld op handmatige registratie van aangeboden en geledigde containers aan de hand van de op de containers aangebrachte visuele herkenningsmiddelen.
Onverminderd het bepaalde in het eerste tot en met vijfde lid bedraagt de belasting voor achterlaten op de gemeentelijke brengvoorziening van de volgende afvalstromen bij de eerste tot en met de vierde aanbieding:
voor het achterlaten van blad, gras, snoeihout (exclusief bamboe en riet), autobanden zonder velg (maximaal 5 stuks), wit- en bruingoed, koelkasten, diepvriezers, televisies e.d., kadavers van kleine huisdieren, asbest (max 35 m2), afgewerkte olie (maximaal 5 liter), klein chemisch afval, gasflessen e.d., vlakglas, luiers, papier, karton, textiel, schone en droge een- of tweepersoons matrassen (maximaal 4 stuks), schoeisel, ferro en non-ferro metalen, PMD, frituurvet en schoon tempex is geen belasting verschuldigd.
Een belastingplichtige die middels een medische verklaring kan aantonen dat ten gevolge van een ziekte of een lichamelijk ongemak op zijn of haar perceel permanent beduidend meer restafval wordt geproduceerd dan op een perceel waar geen sprake is van deze ziekte of dat lichamelijk ongemak wordt op schriftelijk verzoek achteraf vrijstelling verleend van een gedeelte van de belasting als bedoeld in artikel 4, tweede lid.
Een belastingplichtige die middels een medische verklaring kan aantonen dat ten gevolge van een ziekte of lichamelijk ongemak op zijn of haar perceel permanent beduidend meer restafval wordt geproduceerd dan op een perceel waar geen sprake is van deze ziekte of dat lichamelijk ongemak kan op verzoek vrijstelling verleend worden van de belasting voor het aanvragen van een extra (tweede) container voor restafval, mits dit voorafgaand aan de levering van de container is aangevraagd. De container wordt dan kosteloos geleverd.
Indien de belastingplicht is ontstaan in de loop van het belastingjaar is het bedrag van de vrijstelling gelijk aan zoveel twaalfde gedeelte van het volgens het tweede lid van dit artikel berekende bedrag als de belastingplichtige in dat belastingjaar vastrecht als bedoeld in artikel 4, eerste lid, verschuldigd is.
Indien de ziekte of het lichamelijk ongemak is ontstaan in de loop van het belastingtijdvak is het bedrag van de vrijstelling gelijk aan zoveel twaalfde gedeelte van het volgens het tweede lid van dit artikel berekende bedrag als de belastingplichtige of de medebewoner van het perceel waarvoor hij belastingplichtig is in dat belastingtijdvak volle maanden een ziekte of lichamelijk ongemak heeft als bedoeld in het eerste lid.
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag. Uitzondering hierop vormt de belasting als genoemd in artikel 4, zesde lid. Heffing hiervan gebeurt door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling dan wel via een schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet(en) de aanslag(en) als bedoeld in artikel 4, eerste tot en met vijfde lid, worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid moeten, indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven en zolang de verschuldigde bedragen via automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslag(en) en de bestuurlijke boete(s) worden betaald in tien gelijke maandelijkse termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die van de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later.
Van de belasting bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, wordt kwijtschelding als bedoeld in artikel 255 van de Gemeentewet alleen verleend aan natuurlijke personen tot maximaal een bedrag van € 264,86. Van de belasting in artikel 4, derde tot en met zevende lid, wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur
Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 12 Tijdstip inwerkingtreding
De Verordening afvalstoffenheffing 2023, vastgesteld bij besluit van de raad van de gemeente Laarbeek van 15 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.