Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Tweejarige subsidieregeling cultuur Breda 2025-2026 |
Citeertitel | Tweejarige subsidieregeling cultuur Breda 2025-2026 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2023 | 31-12-2026 | nieuwe regeling | 22-12-2023 |
Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat zij op 22 december 2023 de Tweejarige subsidieregeling cultuur Breda 2025-2026 hebben vastgesteld.
De subsidieregeling wordt van kracht vanaf de dag na deze bekendmaking.
Tegen het besluit tot vaststelling van de subsidieregeling is geen bezwaar of beroep mogelijk.
Tweejarige subsidieregeling cultuur Breda 2025-2026
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda,
gelet op artikel 3 van de Verordening voor meerjarige subsidies Cultuur Breda 2025
Artikel 1 Wat willen we bereiken met de subsidieregeling?
Met deze regeling willen we organisaties binnen de professionele kunst en cultuur, die vanuit een heldere missie en visie actief en aantoonbaar bijdragen aan de Bredase culturele infrastructuur, subsidiëren. Daarbij zijn de uitgangspunten uit het Cultuurbeleid 2025-2040 en de Uitvoeringsagenda Cultuurbeleid 2025-2028 leidend. Zo bereiken we onze culturele doelen voor gemeente Breda.
In deze subsidieregeling staat een aantal woorden die wij graag uitleggen:
Erfgoedorganisaties: organisaties die het cultureel erfgoed als hun belangrijkste aandachtsgebied beschouwen en met een in de statuten verankerde erfgoeddoelstelling. Cultureel erfgoed omvat die materiële, immateriële, zichtbare en onzichtbare overblijfselen van onze maatschappelijke ontwikkeling, die burgemeester en wethouders waardevol vinden voor ons gemeenschappelijke geheugen en onze identiteit;
Professionele kunst en cultuur: werk dat primair gericht is op het beroepsmatig vervaardigen, produceren, ontwikkelen of tonen en van cultureel aanbod door makers die artistiek-inhoudelijk actief zijn in de kunsten en in die hoedanigheid aantoonbaar geïntegreerd zijn in de professionele kunstpraktijk van tenminste Breda;
Artikel 3 Afstemming Verordening voor meerjarige subsidies Cultuur Breda 2025
Voor al deze subsidies geldt de Algemene wet bestuursrecht en de Verordening voor meerjarige subsidies Cultuur Breda 2025. Als we daarvan afwijken, dan staat dat in deze subsidieregeling.
Artikel 5 Aan welke vereisten moet de subsidieaanvraag voldoen?
In aanvulling op de Cultuurverordening moet de aanvraag voldoen aan de volgende vereisten:
Artikel 6 Wat moet er worden aangeleverd bij de aanvraag?
Artikel 9 Wanneer weigeren wij de subsidie?
In de Cultuurverordening staan weigeringsgronden. Daarnaast kan het college de subsidie (deels) weigeren als:
de aanvrager in voorgaande jaren niet heeft voldaan aan één of meerdere subsidieverplichtingen, waaronder in elk geval het juist en tijdig afronden van de gesubsidieerde activiteiten, het tijdig melden van relevante veranderingen in de realisatie en het juist en tijdig verantwoorden van de activiteiten
Artikel 10 Hoe verdelen wij de subsidie?
Aanvragen worden gerangschikt op basis van het totale aantal punten. De aanvraag waaraan de meeste punten is toegekend komt het eerst voor subsidie in aanmerking. Het aantal te behalen punten per criterium is afhankelijk van de mate waarin de aanvraag voldoet aan het criterium. In de toelichting op deze regeling zijn de criteria en de wijze waarop de criteria gewogen worden, uitgewerkt.
Artikel 13 Hoe verantwoordt u de subsidie?
Dit zijn de verantwoordingseisen op grond van de Subsidieverordening Cultuur en deze subsidieregeling:
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in de vergadering van 22 december 2023.
De burgemeester,
De secretaris,
Toelichting Tweejarige subsidieregeling cultuur Breda 2025-2026
Artikel 5Aan welke vereisten moet de subsidieaanvraag voldoen?
In dit artikel staat uitgelegd aan welke vereisten de subsidieaanvraag moet voldoen. Als een aanvraag niet voldoet aan één of meerdere vereisten, dan komt de subsidieaanvrager niet in aanmerking voor subsidie op grond van deze regeling.
Het eerste lid gaat over de drie culturele codes. Hieronder wordt toegelicht wanneer aan de subsidievereisten wordt voldaan.
Code Diversiteit & Inclusie: De Code Diversiteit & Inclusie is een gedragscode voor ondernemen en werken in de culturele en creatieve industrie en gaat over een gelijkwaardige en toegankelijke sector. Te raadplegen via https://codedi.nl/.
Relevante aandachtspunten met betrekking tot de Code Diversiteit & Inclusie zijn:
Fair Practice Code: De Fair Practice Code is een gedragscode voor ondernemen en werken in de culturele en creatieve industrie en gaat over de maatschappelijke kernwaarden solidariteit, duurzaamheid, vertrouwen, diversiteit en transparantie. Te raadplegen via https://www.fairpracticecode.nl/. De subsidieaanvrager reflecteert hierop in diens aanvraag.
Met solidariteit wordt bedoeld hoe de instelling zich inzet voor eerlijke vergoeding en behandeling zowel binnen de eigen organisatie (denk aan de gelijke behandeling en gelijke ontwikkelingsmogelijkheden van vast personeel en zzp'ers), als daarbuiten (denk aan de manier waarop de instelling bijdraagt aan gezamenlijke lobby of overleg binnen de sector). Met duurzaamheid wordt bedoeld hoe de instelling zich inzet voor gezonde bedrijfsvoering op de lange termijn (bijvoorbeeld door scholing, of het beperken van fysieke en mentale belasting van het personeel). Met vertrouwen wordt onder andere bedoeld hoe de instelling investeert in de sociale veiligheid op de werkvloer en in een gezonde werkomgeving. De waarden diversiteit en transparantie worden getoetst aan de Code Diversiteit & Inclusie en de Governance Code Cultuur.
Governance Code Cultuur: De Governance Code Cultuur is een normatief kader voor goed bestuur en toezicht in culturele organisaties. De subsidieaanvrager zet uiteen hoe de acht principes van de Governance Code Cultuur in praktijk worden gebracht. Te raadplegen via https://bij.cultuur-ondernemen.nl/cogovernance-code-cultuur/principe/introductie.
Artikel 10Hoe verdelen wij de subsidie?
In dit artikel staat uitgelegd hoe wij subsidie verdelen. Dit gebeurt met een tendersysteem. Hierbij wordt het beschikbare budget verdeeld op basis van een onderlinge vergelijking en het toewijzen van punten. De beste aanvragen, dus voor activiteiten die het meest bijdragen aan de te halen beleidsdoelen, krijgen de meeste punten en komen als eerst voor subsidie in aanmerking.
Bij het tendersysteem is het uiteraard van belang dat het van tevoren duidelijk is aan welke beoordelingscriteria de aanvragen worden getoetst. De beoordelingscriteria en de wijze van beoordeling worden hieronder nader toegelicht. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met het profiel en de context van de subsidieaanvrager.
a.Artistiek-inhoudelijke kwaliteit
Onder dit criterium wordt getoetst op welke wijze de organisatie erin slaagt om uw artistiek-inhoudelijke activiteiten uit te voeren op een niveau dat kwalitatief hoogstaand is en waarmee een wezenlijke bijdrage wordt geleverd aan het Bredase cultuuraanbod. Met een hoge artistiek-inhoudelijke kwaliteit wordt bedoeld dat er sprake moet zijn van een sterke artistiek-inhoudelijke visie. De artistiek-inhoudelijke kwaliteit wordt getoetst aan de hand van de indicatoren ‘visie’, ‘oorspronkelijkheid’, ‘vakdeskundigheid’ en ‘zeggingskracht’.
Visie heeft betrekking op het beeld van de artistiek-inhoudelijke ontwikkelingen, die de subsidieaanvrager beoogt op de langere termijn, in relatie tot de positie die de organisatie inneemt in de sector en de disciplines op lokaal, regionaal of nationaal niveau.
Oorspronkelijkheid houdt verband met de herkenbare (artistieke) signatuur die onlosmakelijk is verbonden met de organisatie en de mate van onderscheidende activiteiten. In hoeverre zijn de activiteiten van de subsidieaanvrager onderscheidend ten opzichte van andere makers of soortgelijke instellingen in de stad, regio of het land?
Vakdeskundigheid heeft betrekking op de vaardigheid van de makers en professionals die bij de instelling betrokken zijn. De activiteiten moeten een vanzelfsprekende hoogwaardige kwaliteit hebben. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de technische beheersing van instrumenten, spel, regie of choreografie, of uit de wijze waarop een curator, conservator of programmeur een tentoonstelling of festival samenstelt. Het gevolgd hebben van een vakopleiding is daarbij niet doorslaggevend, het gaat om de vaardigheid en het vakmanschap waarmee de activiteiten tot stand komen en worden uitgevoerd. Bij ondersteunende activiteiten heeft het betrekking op de wijze waarop een instelling zich ten dienste stelt van cultuursector en andere relevante sectoren.
Zeggingskracht heeft betrekking op de artistieke impact van de activiteiten op het publiek. Dat wil zeggen dat de activiteiten de bezoeker ook aanspreken. Is de organisatie in staat het publiek te prikkelen, te ontroeren of aan het denken te zetten? Slaagt de organisatie erin om datgene wat zij wil uitdrukken of bereiken, ook daadwerkelijk over te dragen op het publiek of de gebruikers? De subsidieaanvrager dient dan ook blijk te geven van kennis van het publiek dat men er mee hoopt te bereiken.
Met zakelijke kwaliteit wordt bedoeld dat de organisatie financieel, organisatorisch en bedrijfsmatig op orde is. De subsidieaanvrager dient een gezonde bedrijfsvoering te hebben, die voldoende vertrouwen geeft om de voorgenomen activiteiten op verantwoorde en gezonde wijze te realiseren. Een goed onderbouwde begroting is essentieel. Van belang daarbij is dat er sprake is van een realistische mix van inkomstenbronnen, inclusief een risicoanalyse: hoe wordt omgegaan met tegenvallende inkomsten en uitgaven en welke maatregelen kunnen er dan getroffen worden? Ook van belang is de wijze waarop ondernemerschap wordt ingevuld, qua verbindingen in de stad en samenwerkingen.
Bij het beoordelen van het criterium 'zakelijke kwaliteit' wordt ook gekeken naar de verhouding tussen het bedrag dat de subsidieontvanger aanvraagt (en de daarbij behorende activiteiten) en de meerwaarde voor de stad.
Ook de Governance Code Cultuur en de Fair Practice Code zeggen iets over de zakelijke kwaliteit van een organisatie. Daarom dient een subsidieaanvrager te onderbouwen dat deze codes worden geïmplementeerd.
c.Maatschappelijke betekenis en belang voor Breda
Er wordt gekeken naar de inbedding van de subsidieaanvrager in de lokale culturele infrastructuur. Van belang daarbij is dat de activiteiten van de subsidieaanvrager bijdragen aan een evenwichtige culturele infrastructuur, samenhangend en divers cultuuraanbod en aansluiten op het Bredase cultuurbeleid.
Ook wordt gekeken naar of en hoe een subsidieaanvrager een bijdrage levert aan lokale maatschappelijke vraagstukken of aan andere maatschappelijke sectoren. De subsidieaanvrager dient te getuigen van omgevingsbewustzijn. Omgevingsbewustzijn doelt op de mate waarin de subsidieaanvrager geïnformeerd is over ontwikkelingen in de stad en regio en duurzaam samenwerkt met andere culturele en maatschappelijke partijen.
d.Toegankelijkheid en publiekswerking
Onder dit criterium valt de verantwoordelijkheid om de drempels voor participatie van publiek en deelnemers zo veel mogelijk te verlagen zodat potentieel publiek gemakkelijk toegang heeft tot gesubsidieerd cultureel aanbod.
De toegankelijkheid is deels afhankelijk van het profiel van een organisatie. Het gekozen profiel heeft immers gevolgen voor de samenstelling van het potentiële publiek en de wijze waarop de omgang met diversiteit invulling krijgt. Tegelijkertijd zijn er veel aspecten die een organisatie, ongeacht het profiel, op orde moet hebben. De subsidieaanvrager dient een duidelijke visie op duurzame publieksopbouw (met het oog op de toekomst) en een passende benadering van (nieuwe) doelgroepen te hebben.
Het publieksbeleid (het geheel van educatie-, participatie- en marketingbeleid) dient erop gericht te zijn potentieel publiek daadwerkelijk in staat te stellen activiteiten te bezoeken, bijvoorbeeld door het verlagen van drempels voor doelgroepen die niet eerder bereikt werden, door aan te sluiten op zaken die in de (lokale) maatschappij spelen of door zich te verbinden met bredere doelgroepen dan alleen het bestaande publiek.
Ook de Code Diversiteit & Inclusie heeft betrekking op toegankelijkheid en publiekswerking. Van de subsidieaanvrager wordt verwacht dat deze de code onderschrijft en implementeert.
Aan ieder van de vier beoordelingscriteria kan maximaal 100 punten worden toegekend. In totaal kunnen er dus maximaal 400 punten worden toegekend. Per beoordelingscriterium wordt op meerdere aspecten beoordeeld en een eindscore toegekend, onderbouwd met argumenten. De basis voor deze beoordeling zijn de bij de aanvraag ingediende documenten.
Er zijn geen punten van kritiek. De aanvraag is op het betreffende criterium excellent uitgewerkt, de inhoud is zeer helder beschreven, excellent (want zeer zorgvuldig en overtuigend) onderbouwd en roept geen vragen op.
Er zijn bijna geen punten van kritiek. De aanvraag is op het betreffende criterium zeer goed uitgewerkt, de inhoud is helder beschreven, zeer goed (want zorgvuldig en overtuigend) onderbouwd en roept bijna geen wezenlijke vragen op.
Er zijn weinig punten van kritiek en deze zijn niet van cruciale betekenis. De aanvraag is op het betreffende criterium onderdeel is goed uitgewerkt, de inhoud is helder beschreven en roept slechts een beperkt aantal vragen op.
Er zijn enkele punten van kritiek, maar deze doen weinig afbreuk aan de inhoud. De aanvraag is op het betreffende criterium ruim voldoende uitgewerkt en helder. De vragen die het oproept staan de uitvoering van het plan niet in de weg.
Er zijn wel punten van kritiek maar deze zijn niet van doorslaggevende betekenis. De positieve elementen hebben de overhand. De aanvraag is op het betreffende criterium voor verbetering vatbaar, maar de verwachting is dat de aanvrager deze verbeteringen bij de uitvoering van het plan kan realiseren.
Er zijn punten van kritiek, maar ook enkele positieve elementen. De aanvraag is op het betreffende criterium matig uitgewerkt en roept vragen op. Op onderdelen ontbreekt concrete informatie of is de informatie inconsistent. Er zijn verbeterpunten die opgepakt moeten worden.
De punten van kritiek hebben de overhand. Deze betreffen cruciale aspecten. De aanvraag is op het betreffende criterium zwak uitgewerkt en roept veel vragen op. Veel informatie ontbreekt of de informatie is inconsistent. Er zijn belangrijke verbeterpunten die de uitvoering van het plan in de weg kunnen staan. Als een subsidieaanvraag op een beoordelingscriterium minder dan 40 punten behaalt, is de kwaliteit niet goed genoeg en dan wordt de aanvraag geweigerd.
30 Erg Zwak / 20 Zeer zwak / 10 Slecht
De aanvraag levert zeer veel kritiek op. Er zijn bijna (30) tot geen (10) positieve elementen te benoemen. De aanvraag is op het betreffende criterium slecht uitgewerkt en roept veel significante vragen op. Essentiële informatie ontbreekt of de informatie is inconsistent. Er is gerede twijfel aan de uitvoerbaarheid.