Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ridderkerk

Verordening Burgeradviesraad Sociaal Domein Ridderkerk 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRidderkerk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Burgeradviesraad Sociaal Domein Ridderkerk 2023
CiteertitelVerordening Burgeradviesraad Sociaal Domein Ridderkerk 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Participatieverordening sociaal domein Ridderkerk 2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 2.1.3, derde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  2. artikel 2.10 van de Jeugdwet
  3. artikel 47 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2023nieuwe regeling

14-12-2023

gmb-2023-563609

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Burgeradviesraad Sociaal Domein Ridderkerk 2023

De raad van de gemeente Ridderkerk;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2023, nummer 897328;

 

gelet op artikel 2.1.3, lid 3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 2.10 van de Jeugdwet, artikel 47 van de Participatiewet;

 

besluit de volgende verordening vast te stellen:

 

Verordening Burgeradviesraad Sociaal Domein Ridderkerk 2023

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • ondersteuner: de door het college beschikbaar gestelde onafhankelijke ondersteuning van de Burgeradviesraad Sociaal Domein Ridderkerk met secretariële, organisatorische en administratieve taken;

  • contactambtenaar: voor de Burgeradviesraad Sociaal Domein Ridderkerk het eerste aanspreekpunt binnen de ambtelijke organisatie en in opdracht van het college;

  • inhoudelijke beleidsadviseur: de persoon die de Burgeradviesraad Sociaal Domein Ridderkerk verzoekt tot advies over een onderwerp waar de betreffende ambtenaar binnen de ambtelijke organisatie verantwoordelijk voor is;

  • beleidsparticipatie: het geheel aan activiteiten waarin inwoners, cliënten en doelgroepen gevraagd en ongevraagd betrokken zijn bij het gemeentelijk beleid, behalve gekozen volksvertegenwoordigers in de gemeenteraad en vormen van formele inspraak, zoals het spreekrecht en de mogelijkheid tot het schrijven van brieven;

  • samenwerkingsdocument: het document betreffende nadere afspraken over bepalingen in de verordening die een specifiekere uitwerking behoeven;

  • huishoudelijk reglement: het document waarin regels en voorschriften zijn vastgelegd die gelden binnen de Burgeradviesraad Sociaal Domein Ridderkerk en daarbinnen ondersteunend zijn aan de verordening en het samenwerkingsdocument;

  • signaalfunctie: de rol van de Burgeradviesraad Sociaal Domein Ridderkerk om vanuit inwoners signalen te ontvangen die beperkt bij de gemeente terechtkomen;

  • college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk;

  • gemeente: de gemeente Ridderkerk;

  • portefeuillehouder: de verantwoordelijke wethouder van de gemeente Ridderkerk;

  • Burgeradviesraad: de Burgeradviesraad Sociaal Domein Ridderkerk;

  • inwoner: ingezetene van de gemeente Ridderkerk;

  • sociale wetgeving: de wetgeving binnen het sociaal domein waar de gemeente een verantwoordelijkheid heeft om zorg en ondersteuning te bieden, namelijk: Jeugdwet, Wet inburgering 2021, Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, Participatiewet en Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

Paragraaf 2. De Burgeradviesraad Sociaal Domein Ridderkerk

Artikel 2. Instelling en samenstelling

  • 1.

    Het college stelt een commissie van advies in als bedoeld in artikel 2.1.3, lid 3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 2.10 van de Jeugdwet, artikel 47 van de Participatiewet, zijnde de Burgeradviesraad Sociaal Domein Ridderkerk.

  • 2.

    De Burgeradviesraad bestaat uit maximaal 14 leden, inclusief een voorzitter. Dit aantal kan door het college worden aangepast als uit evaluatie het werk niet behapbaar blijkt.

  • 3.

    De leden beschikken tezamen over de benodigde ervaringen en/of kennis om te weten welke kwesties (uit het sociaal domein) onder inwoners spelen, beschikken over de netwerken om deze signalen op te halen en kunnen gezien worden als belanghebbenden en/of vertegenwoordigers van een of meerdere doelgroepen uit de sociale wetgeving.

Artikel 3. Visie, doelstelling, werkwijze en bevoegdheden

  • 1.

    De Burgeradviesraad is een betrokken en constructief adviesorgaan sociaal domein, geïnspireerd en gevoed door de lokale gemeenschap. Burgerschap en het inwonersperspectief staan hierin centraal. De Burgeradviesraad heeft als taak gevraagd en ongevraagd advies te geven aan het college met betrekking tot genoemde aspecten en onderwerpen van gemeentelijk beleid ten aanzien van de uitvoering van sociale wetgeving. Ook heeft de Burgeradviesraad een signaleringsfunctie voor de effecten van de uitvoering van de sociale wetgeving op inwoners.

  • 2.

    Het college zal advies vragen aan de Burgeradviesraad over evaluaties, vaststelling, wijziging en intrekking van verordeningen, lokale regels en beleid met betrekking tot de sociale wetgeving.

  • 3.

    De Burgeradviesraad vervult haar signaalfunctie door ontvangen signalen – van inwoners of sociaalmaatschappelijke organisaties die in nauwe connectie staan met inwoners – over de uitwerking van het gemeentelijke beleid middels reguliere overleggen bij de ambtelijke organisatie ten gehore te brengen. Individuele klachten van inwoners zijn hiervan uitgesloten.

  • 4.

    De Burgeradviesraad is niet bevoegd om:

    • a.

      uitspraken te doen over individuele personen, bestuurders en/of medewerkers van de gemeente, tenzij het onderwerpen betreffen met een algemeen karakter;

    • b.

      te adviseren over de verplichte uitvoering door de gemeentelijke organen van wettelijke voorschriften, voor zover bij deze uitvoering geen ruimte voor eigen gemeentelijk beleid is gelaten.

Artikel 4. Verbinding met gemeentelijke processen

  • 1.

    De contactambtenaar heeft als taak de verbinding te leggen tussen de Burgeradviesraad, het college en de ambtelijke organisatie. De contactambtenaar voert periodieke overleggen met de voorzitter/vicevoorzitter van de Burgeradviesraad over lopende werkprocessen. In dit overleg vinden geen discussies plaats over de inhoud van adviesverzoeken.

  • 2.

    Het college stelt ten behoeve van de Burgeradviesraad een planning op met betrekking tot onderwerpen die voor een adviesaanvraag in aanmerking komen. Rekening houdende met termijnen van minimaal zes weken, worden adviesverzoeken van het college in behandeling genomen en worden (ongevraagde) adviezen van de Burgeradviesraad uitgebracht.

  • 3.

    Het college draagt zorg voor het tijdig aan de Burgeradviesraad verstrekken van:

    • a.

      de (gewijzigde) planning van beleids- en besluitvorming met betrekking tot sociale wetgeving. De contactambtenaar streeft naar een halfjaarplanning en stemt met voorzitter/ondersteuner af hoe de planning er per adviesvraag uitziet en maakt daarover afspraken.

    • b.

      alle stukken met betrekking tot de in artikel 4, tweede lid, bedoelde adviesaanvragen.

  • 4.

    De inhoudelijke beleidsadviseur in dienst van de gemeente:

    • a.

      verzorgt een tijdige agendering van de adviesaanvraag conform de halfjaarplanning bij de Burgeradviesraad;

    • b.

      licht op verzoek van de Burgeradviesraad tijdens een (werkgroep)vergadering van de Burgeradviesraad de adviesaanvraag en bijbehorende stukken toe;

    • c.

      zorgt voor beantwoording van vragen en een bestuurlijke reactie op voorstellen van de Burgeradviesraad.

  • 5.

    Adviezen aan het college worden als bijlage toegevoegd aan het collegevoorstel.

  • 6.

    Het college draagt zorg voor het toevoegen van door de Burgeradviesraad uitgebrachte adviezen bij de raadstukken als het stuk geagendeerd wordt bij de gemeenteraad. Wanneer het niet in de gemeenteraad behandeld wordt, zullen de adviezen slechts ter kennisname doorgezet worden. In beide gevallen voorziet het college het advies van de Burgeradviesraad van een inhoudelijke reactie.

Artikel 5. Vergadering Burgeradviesraad

  • 1.

    De ondersteuner plant voorafgaand aan een nieuw kalenderjaar vier bestuurlijke vergaderingen in. Twee keer per jaar zullen de voorzitter, vicevoorzitter en ondersteuner van de Burgeradviesraad met de portefeuillehouder en de contactambtenaar vergaderen en twee keer per jaar zal de gehele Burgeradviesraad met de portefeuillehouder en de contactambtenaar vooraf bepaalde thema’s bespreken. De ondersteuner plant daarnaast acht reguliere vergaderingen van de Burgeradviesraad in. Dit aantal kan in geval van bijzondere omstandigheden aangepast worden.

  • 2.

    De Burgeradviesraad kan op verzoek incidenteel de portefeuillehouder, contactambtenaar en/of de inhoudelijke beleidsadviseur bij een overleg betrekken. Dit gebeurt in overleg met de contactambtenaar.

  • 3.

    Voorafgaand aan een bestuurlijke vergadering vindt een vooroverleg plaats tussen de contactambtenaar, de voorzitter en de ondersteuner. Hierin wordt de agenda van de vergadering besproken en vastgesteld. Voor een reguliere vergadering van de Burgeradviesraad kan door de contactambtenaar input geleverd worden.

  • 4.

    De ondersteuner zorgt ervoor dat de uitnodiging, agenda en vergaderstukken tijdig voorafgaand aan de vergadering aan de leden worden toegezonden.

 

Paragraaf 3. Functies binnen de Burgeradviesraad Sociaal Domein Ridderkerk

Artikel 6. Leden van de Burgeradviesraad

  • 1.

    De Burgeradviesraad is verantwoordelijk voor de werving en selectie van leden en voor de voordracht aan het college voor benoeming, schorsing en ontslag.

  • 2.

    Het college benoemt, schorst en ontslaat de leden op voordracht van de Burgeradviesraad, met uitzondering van artikel 6, achtste lid, sub b.

  • 3.

    De leden dienen voorafgaand aan benoeming een Verklaring Omtrent het Gedrag te overleggen. Het college zal de kosten hiervan vergoeden.

  • 4.

    Vanwege behoorlijk bestuur (good governance) en de vereiste onafhankelijkheid zijn de volgende bepaling van toepassing. Het lid:

    • a.

      is inwoner van Ridderkerk;

    • b.

      is geen lid van, werkzaam bij of valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad en/of college;

    • c.

      heeft geen bestuurs-/managementfunctie bij een door de gemeente gesubsidieerde organisatie en/of inkooprelatie die actief is in Ridderkerk op het gebied van sociale wetgeving;

    • d.

      heeft vier jaar lang tot aanvang van zittingname geen actieve politieke functie (gehad), zoals burgerlid, raadslid of lid van het college in Ridderkerk;

    • e.

      heeft geen maatschappelijke functie waarmee de onafhankelijke advisering door de Burgeradviesraad ten gunste van de betreffende (maatschappelijke) organisatie beïnvloed zou kunnen worden of daarvan de schijn zou kunnen wekken.

  • 5.

    De leden worden voor maximaal vier jaar benoemd.

  • 6.

    Leden zijn maximaal één keer herbenoembaar.

  • 7.

    De Burgeradviesraad stelt een rooster van aftreden op.

  • 8.

    Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op verzoek van het lid;

    • b.

      bij besluit van het college al dan niet op voordracht van de Burgeradviesraad, in geval van het niet voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 6 vierde lid en/of in geval van het niet nakomen van afspraken gemaakt in de verordening, het samenwerkingsdocument of het huishoudelijk reglement;

    • c.

      na afloop van de zittingsduur.

  • 9.

    De Burgeradviesraad werkt het eerste, tweede, zevende en achtste lid nader uit in het huishoudelijk reglement.

Artikel 7. Werkgroepen

  • 1.

    De Burgeradviesraad stelt vier werkgroepen in:

    • a.

      Jeugdwet,

    • b.

      Wmo,

    • c.

      Participatiewet (waaronder Wet inburgering) en

    • d.

      Armoede (waaronder minimaregelingen en Wet gemeentelijke schuldhulpverlening).

  • 2.

    Werkgroepen worden bemenst door leden van de Burgeradviesraad, waarvan een als coördinator functioneert.

  • 3.

    Werkgroepen kunnen inwoners en organisaties benaderen voor informatie en deze uitnodigen als gast bij de vergadering van de werkgroep. Hierbij geldt dat de behandelde stukken alleen voor leden van de Burgeradviesraad bedoeld zijn.

Artikel 8. Belangenverstrengeling en onafhankelijkheid

  • 1.

    Vanwege de vertrouwelijkheid van informatie die binnen de Burgeradviesraad besproken wordt en het voorkomen van schijn van voorkennis is onafhankelijkheid van de Burgeradviesraad cruciaal.

  • 2.

    De leden van de Burgeradviesraad verrichten hun werkzaamheden op persoonlijke titel.

  • 3.

    Leden melden (mogelijke) aspecten die kunnen leiden tot (schijn van) belangenverstrengeling en/of het gebruik van ontvangen informatie voor andere doeleinden vanwege hun rol binnen de Burgeradviesraad schriftelijk binnen 5 werkdagen nadat deze bekend geworden zijn of geacht te zijn geworden aan de voorzitter van de Burgeradviesraad.

  • 4.

    De voorzitter meldt (mogelijke) aspecten die kunnen leiden tot (schijn van) belangenverstrengeling en/of het gebruik van ontvangen informatie voor andere doeleinden vanwege zijn of haar rol binnen de Burgeradviesraad schriftelijk binnen 5 werkdagen nadat deze bekend geworden zijn of geacht te zijn geworden aan de voorzitter van het college.

Artikel 9. Overleg tussen college en Burgeradviesraad

  • 1.

    Tenminste vier keer per jaar vindt overleg plaats tussen de voorzitter en/of vicevoorzitter en ondersteuner Burgeradviesraad, ambtelijke vertegenwoordiging en de portefeuillehouder. De ondersteuner van de Burgeradviesraad is bij dat overleg aanwezig en neemt het secretariaat op zich.

  • 2.

    Doel van het overleg is het bespreken van de samenwerking tussen de Burgeradviesraad en de gemeente.

  • 3.

    Op verzoek van een van de in het eerst lid genoemde personen kunnen anderen aan dit overleg deelnemen, tenzij een van de vaste deelnemers hiertegen bezwaar heeft.

  • 4.

    De in het eerste lid van dit artikel genoemde personen kunnen agendapunten aandragen voor dit overleg.

 

Paragraaf 4. Voorzieningen

Artikel 10. Ondersteuning

  • 1.

    De Burgeradviesraad wordt gefaciliteerd door een ondersteuner die geen lid is van de Burgeradviesraad en gefinancierd wordt door de gemeente.

  • 2.

    De ondersteuner van de Burgeradviesraad heeft als taak het faciliteren van de Burgeradviesraad. Hierdoor kan de Burgeradviesraad haar taken op een goede wijze uitvoeren. Concreet betekent dit (niet limitatief):

    • a.

      het tijdig verzenden van de agenda en bijbehorende informatie;

    • b.

      het maken van een verslag van de vergadering van de Burgeradviesraad;

    • c.

      het opstellen van het (financieel) jaarverslag;

    • d.

      het op schrift stellen van adviezen;

    • e.

      het, na ondertekening door de voorzitter, verzenden van adviezen.

  • 3.

    De ondersteuner ter facilitering van de Burgeradviesraad werkt in opdracht van het college en wordt aangestuurd door de Burgeradviesraad. De ondersteuner gaat vertrouwelijk om met informatie die bij het uitoefenen van de functie ter ore of onder ogen is gekomen.

  • 4.

    Informatie die door de gemeente vertrouwelijk wordt gedeeld met of verstrekt wordt aan de Burgeradviesraad, kan door de Burgeradviesraad alleen gedeeld worden met de ondersteuner en mag niet gedeeld worden met niet-leden.

Artikel 11. Overige faciliteiten

  • 1.

    De gemeente Ridderkerk stelt de volgende faciliteiten ter beschikking van de Burgeradviesraad:

    • a.

      een toegankelijke vergaderruimte met bijbehorende voorzieningen;

    • b.

      een jaarlijks budget voor kopieervoorzieningen.

  • 2.

    Het college neemt jaarlijks een budget op in de begroting ten behoeve van de Burgeradviesraad. Dit budget is bestemd voor ondersteuning (artikel 10), deskundigheidsbevordering, communicatie en organisatie en activiteiten van de Burgeradviesraad, als ook voor de vrijwilligersvergoeding.

Artikel 12. Vergoedingen voor leden van de Burgeradviesraad

  • 1.

    De leden van de Burgeradviesraad ontvangen een onkostenvergoeding voor de vrijwillige inzet binnen de Burgeradviesraad;

  • 2.

    De maximale beschikbare vergoeding is vastgesteld als percentage van de fiscaal vrijgestelde vrijwilligersvergoeding, namelijk:

    • a.

      voorzitter: 100%;

    • b.

      vicevoorzitter: 80%;

    • c.

      coördinator werkgroep: 75%;

    • d.

      lid: 50%.

  • 4.

    Over de voorwaarden voor toekenning van een vrijwilligersvergoeding worden nadere afspraken gemaakt in het samenwerkingsdocument.

  • 5.

    Het college keert de vergoeding achteraf per kwartaal uit.

  • 6.

    In gevallen waarin de vrijwilligersvergoeding voor problemen zorgt aangaande de uitkering van een uitkeringsgerechtigde, wordt contact opgenomen met de gemeente. De gemeente onderzoekt daartoe de mogelijkheden voor participatie in de Burgeradviesraad.

 

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 13. Nadere regels en huishoudelijk reglement

  • 1.

    Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

  • 2.

    De Burgeradviesraad stelt een huishoudelijk reglement vast ter nadere invulling van zijn functioneren. De Burgeradviesraad brengt het reglement en eventuele wijzigingen ter kennis van het college.

  • 3.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college, na daartoe advies te hebben ingewonnen van de Burgeradviesraad.

Artikel 14. Overgangsperiode

  • 1.

    Na vaststelling van deze verordening worden het Maatschappelijk Burgerplatform Ridderkerk en het Burgerplatform Minima Ridderkerk opgeheven en wordt de Burgeradviesraad Sociaal Domein Ridderkerk ingesteld.

  • 2.

    Het advies voor het benoemen van de eerste leden voor de Burgeradviesraad wordt verzorgd tot en met 31 december 2023 door de oud-leden van de opgeheven Maatschappelijk Burgerplatform Ridderkerk en Burgerplatform Minima Ridderkerk.

  • 3.

    Leden die bij die instelling van de Burgeradviesraad langer dan vijf jaar lid zijn van de in het eerste lid genoemde adviesraden, kunnen voor een periode van drie jaar lid zijn van de Burgeradviesraad, tenzij artikel 2 derde lid hiermee in gevaar komt. Leden die vier jaar lid zijn kunnen herbenoemd worden, zoals benoemd in artikel 6 in het vijfde en zesde lid.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de Participatieverordening sociaal domein Ridderkerk 2016.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Burgeradviesraad Sociaal Domein Ridderkerk 2023.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Ridderkerk in zijn openbare vergadering van 14 december 2023,

de griffier,

J. van Straalen

de voorzitter,

M. Oosterwijk