Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vught

Verordening op de heffing en de invordering van leges Vught 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVught
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges Vught 2024
CiteertitelLegesverordening Vught 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Deze regeling vervangt de Legesverordening Vught 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet
  5. artikel 7 van de Paspoortwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2023nieuwe regeling

21-12-2023

gmb-2023-563522

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Vught 2024

De raad van de gemeente Vught;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2023

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges Vught 2024

(Legesverordening Vught 2024)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

 

  • -

    dag: de periode van 0.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

 

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

 

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht.

  • d.

    het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, plankaarten en archieven door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie;

  • e.

    het in behandeling nemen van aanvragen om verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • f.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening van een vergunning of ontheffing, die vereist is voor de realisering van het Tracébesluit PHS Meteren-Boxtel, mits de gemeente en ProRail hierover betaling van een vast bedrag ineens zijn overeengekomen.

  • g.

    Diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet .

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 2.5 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 5 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 6 (rijbewijzen);

    • 4.

      hoofdstuk 3 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 5.

      onderdeel 12.3.3 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 6.

      onderdeel 11.3 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Legesverordening Vught 2023’ vastgesteld bij raadsbesluit van 21 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening Vught 2024’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2023

de griffier,

Drs. J.A. Deneer

de voorzitter,

R.J. van de Mortel

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de legesverordening Vught 2024

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

 

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

a.

Maandag tot en met vrijdag tussen 10.00 uur en 22.00 uur:

€ 538,90;

b.

Zaterdag tussen 10.00 uur en 22.00 uur :

€ 754,90;

c.

Zon- en feestdagen tussen 12.30 en 22.00 uur in het Raadhuis:

€ 1185,90;

d.

Zon- en feestdagen tussen 12.30 en 22.00 uur op een trouwlocatie:

€ 916,95;

e.

Maandag tussen 09.30 en 12.00 uur en dinsdag tot en met donderdag tussen 09.00 uur en 12.00 uur, op het gemeentekantoor zonder ceremonie en exclusief trouwboekje of partnerschapsboekje:

€ 134,45;

f.

Genoemde tarieven in dit artikel worden verhoogd voor voltrekking op een aangewezen locatie op grond van de “Regeling eenmalige huwelijkslocaties gemeente Vught 2012” met:

€ 59,25;

g.

Genoemde tarieven in dit artikel worden verhoogd voor het verzorgen van een toespraak in de talen Duits, Engels of Frans met:

€ 80,45.

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van het Raadhuis of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

a.

Maandag tot en met vrijdag tussen 10.00 uur en 22.00 uur:

€ 538,90;

b.

Zaterdag tussen 10.00 uur en 22.00 uur :

€ 754,90;

c.

Zon- en feestdagen tussen 12.30 en 22.00 uur in het Raadhuis:

€ 1185,90;

d.

Zon- en feestdagen tussen 12.30 en 22.00 uur op een trouwlocatie:

€ 916,95;

e.

Maandag tussen 09.30 en 12.00 uur en dinsdag tot en met donderdag tussen 09.00 uur en 12.00 uur, op het gemeentekantoor zonder ceremonie en exclusief trouwboekje of partnerschapsboekje:

€ 64,55;

f.

Genoemde tarieven in dit artikel worden verhoogd voor voltrekking op een aangewezen locatie op grond van de “Regeling eenmalige huwelijkslocaties gemeente Vught 2012” met:

€ 59,25.

g.

Genoemde tarieven in dit artikel worden verhoogd voor het verzorgen van een toespraak in de talen Duits, Engels of Frans met:

€ 80,45.

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek of op grond van medisch beletsel om zich naar het gemeentehuis te begeven:

€ 247,75.

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek of op grond van medisch beletsel om zich naar het gemeentehuis te begeven:

€ 247,75.

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

a.

als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden:

€ 154,50;

b.

als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden:

€ 154,50.

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 38,10.

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

a.

Te annuleren tot 1 maand voorafgaand aan die gereserveerde datum:

€ 54,00;

b.

Te annuleren binnen 1 maand voorafgaand aan die gereserveerde datum:

€ 86,80;

c.

Te annuleren nadat het huisbezoek van de trouwambtenaar heeft plaatsgevonden:

€ 161,95;

d.

Te verzetten of als een mutatie van getuige(n) plaatsvindt:

€ 27,50.

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje bij een kosteloze huwelijks- dan wel partnerschapsvoltrekking of bij voltrekking zonder ceremonie op het gemeentekantoor:

€ 43,40;

b.

een duplicaat trouwboekje of partnerschapsboekje:

€ 43,40;

c.

Kalligrafering van kindgegevens in een trouwboekje of partnerschapsboekje per kind

€ 13,45.

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart*

 

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een nationaal paspoort:

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het tarief zoals dat is opgenomen in het “Besluit paspoortgelden”;

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het tarief zoals dat is opgenomen in het “Besluit paspoortgelden”;

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het tarief zoals dat is opgenomen in het “Besluit paspoortgelden”;

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het tarief zoals dat is opgenomen in het “Besluit paspoortgelden”;

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het tarief zoals dat is opgenomen in het “Besluit paspoortgelden”;

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het tarief zoals dat is opgenomen in het “Besluit paspoortgelden”;

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: het tarief zoals dat is opgenomen in het “Besluit paspoortgelden”.

De tarieven in dit artikel worden naar beneden afgerond met inachtneming een afronding op een veelvoud van € 0,05.

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: het tarief zoals dat is opgenomen in het “Besluit paspoortgelden”;

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: het tarief zoals dat is opgenomen in het “Besluit paspoortgelden”;

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: het tarief zoals dat is opgenomen in het “Besluit paspoortgelden”.

De tarieven in dit artikel worden naar beneden afgerond met inachtneming een afronding op een veelvoud van € 0,05.

Artikel 1.11 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: het tarief zoals dat is opgenomen in het “Besluit paspoortgelden. Dit tarief vermeerderd met een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document wordt naar beneden afgerond met inachtneming een afronding op een veelvoud van € 0,05.

* in deze paragraaf wordt voor de hoogte van de tarieven verwezen naar andere wetgeving/besluiten.

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen*

 

Artikel 1.12 Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het tarief bedoeld in art 111 zesde lid van de Wegenverkeerswet 1994 verhoogt met de vergoeding bedoeld in artikel 121, lid 1 van de Wegenverkeerswet. Het tarief bedoeld in art. 111 van de Wegenverkeerswet is opgenomen in het “Reglement rijbewijzen”.

De tarieven in dit artikel worden naar beneden afgerond met inachtneming een afronding op een veelvoud van € 0,05.

Artikel 1.13 Modaliteiten

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met: een toeslag zoals bedoeld in artikel 121, lid 1 en opgenomen in de Regeling afdracht vergoeding afgifte rijbewijzen, artikel 1, lid 2. Dit tarief vermeerderd met het in artikel 1.12 genoemd document wordt naar beneden afgerond met inachtneming een afronding op een veelvoud van € 0,05.

b.

bij het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen vermeerderd met:

€ 3,10.

* in deze paragraaf wordt voor de hoogte van de tarieven verwezen naar andere wetgeving/besluiten.

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

 

Artikel 1.14 Definities

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 9,10;

b.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 9,10;

c.

Aan de in voorgaande leden van dit artikel genoemde tarieven zijn niet onderworpen de bijzondere inlichtingen welke worden verstrekt ten aanzien van niet met naam of adres aangeduide of aan te duiden personen of groepen van personen, ten behoeve waar van de gemeentelijke basisregistratie persoonsgegevens dient te worden doorlopen, teneinde de verlangde gegevens op te sporen. Ook indien geen inlichtingen kunnen worden verstrekt, of indien de verkregen gegevens niet leiden tot het beoogde doel, wordt het recht geheven. Voor de verstrekking van deze bijzondere inlichtingen wordt voor elk onderzoek een bijdrage geheven van:

€ 17,40.

Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens per verstrekking:

€ 9,05.

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50.

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 19,90.

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

 

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: het tarief zoals deze is opgenomen in de “Regeling Vergoeding Verklaring Omtrent het gedrag en Gedragsverklaring Aanbesteden”.

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 5,50;

c.

tot het waarmerken van een kopie:

€ 4,90;

d.

voor een optie voor de Nederlandse nationaliteit het tarief zoals bedoeld in artikel 2 jo. 9 “Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002”.

e.

tot naturalisatie het tarief zoals bedoeld in artikel 2 jo. 9 “Besluit optie- en naturalisatie- gelden 2002”.

f.

tot nasporingen van gemeentewege in de registers van de burgerlijke stand, zonder dat van het resultaat een authentiek uittreksel uit de registers wordt verlangd en ongeacht het resultaat van de nasporing voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 19,95;

g.

tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand: het tarief zoals dat is opgenomen in het “Legesbesluit akten burgerlijke stand”. 

h.

om een afschrift van een Meertalig Modelformulier (Mmf) Burgerlijke stand: tweemaal het tarief zoals dat is opgenomen in het “Legesbesluit akten burgerlijke stand”.

i.

tot het verlenen van uitstel van het begraven/cremeren als bedoeld in artikel 17 van de wet op de lijkbezorging:

€ 12,55;

j.

tot het afgeven van een “laissez-passer (lijkenpas)” als bedoeld in artikel 11 van het “Besluit op de lijkbezorging”:

€ 12,55.

k.

voor een internationale attestatie de vita geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het “Legesbesluit akten burgerlijke stand”.

De tarieven in dit artikel waarvoor wat betreft de hoogte verwezen wordt naar andere wetgeving/besluiten worden naar beneden afgerond met inachtneming van een afronding op een veelvoud van € 0,05.

 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

 

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 19,95.

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

 

Artikel 1.30 Leegstandwet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 51,19;

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ 51,19.

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.]

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50;

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50;

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00;

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 226,50;

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50;

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00.

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 150;

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 106,04

b.

afgifte van een nieuwe ontheffingskaart

€ 52,99

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 42,25

c.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 154,77

 

Paragraaf 1.10 Diversen

 

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,42

2.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 0,52

3.

in formaat A2 of groter, per bladzijde:

€ 0,62

4.

in digitale vorm:

€ 10,00

Artikel 1.35 Activiteiten beheer Openbare Ruimte

Het tarief bedraagt voor:

a.

Het tot stand brengen van een trottoirbandverlaging, per standaardverlaging

wanneer een standaardverlaging niet mogelijk is, wordt op basis van een calculatie de aanvrager een vrijblijvende offerte toegezonden. Na een schriftelijke akkoordverklaring van de aanvrager wordt de verlaging tegen de geoffreerde prijs aangebracht

€ 516,50

b.

Verrichtten van werkzaamheden voor derden, per ingezet manuur:

€ 59,30

c.

Het tarief als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Waterafvoerverordening Vught 2022, voor het tot stand brengen van een aansluiting van een perceel op de openbare riolering bedraagt:

de werkelijke kosten, zoals die onder meer bestaan uit de (interne) voorbereidings- en uitvoeringskosten en materiaalkosten, daarbij uitgaande van de volgende uurtarieven voor:

 

beleidsadviseur:

€ 133,90

projectondersteuner:

€ 94,75

wijkcoördinator (wijkteamleider):

€ 94,75

uitvoerend medewerker BOR/riolering:

€ 72,10

Een voertuig wordt weggesleept wanneer sprake is van een gevaarlijke situatie in verband met de verkeersveiligheid of evenement, of geparkeerd is op een evenementlocatie. Het tarief voor het wegslepen bedraagt voor een voertuig:

d.

met een gewicht tot 1.500 kilogram en waarvoor een regulier sleepvoertuig gebruikt kan worden:

€ 172,10

e.

met een gewicht vanaf 1.500 kilogram en waarvoor een regulier sleepvoertuig gebruikt kan worden, per uur en met een minimum van twee uur:

€ 172,10

f.

indien geen regulier sleepvoertuig gebruikt kan worden zal het tarief op basis van nacalculatie worden bepaald.

De kosten voor de opslag van een weggesleept voertuig met een gewicht tot 1.500 kilogram bedragen:

g.

voor de eerste twee weken:

nihil

h.

voor elke dag na het verstrijken van de eerste twee weken:

€ 5,70

De kosten voor de opslag van een weggesleept voertuig met een gewicht vanaf 1.500 kilogram bedragen:

i.

voor de eerste dag

Nihil

j.

voor elke dag daarna

€ 34,36

k.

De kosten voor het vernietigen van het voertuig bedragen:

€ 51,51

Artikel 1.36 Kabels en leidingen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren, omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

a.

indien het tracés betreft tot 250 m¹

€ 348,99

b.

indien het tracés betreft vanaf 250 m1 tot 1.500 m¹

€ 466,53

c.

indien het tracés betreft vanaf 1.500 m1 tot 5.000 m¹

€ 583,90

d.

indien het tracés betreft vanaf 5.000 m1, per m1 tracé

€ 0,11

e.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in de A.V.O.I., omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 25 meter:

€ 90,42

f.

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in 10.1 genoemde bedrag per overleg verhoogd met:

€ 328,77

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

 

Artikel 2.1 Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

Bouwkosten:

de kosten, exclusief omzetbelasting, die worden berekend aan de hand van de ‘ROEB-lijst’ zoals opgenomen in de bijlage van deze tarieventabel.

 

Uitsluitend voor zover de in de aanvraag begrepen type bouwwerk redelijkerwijs niet kan worden geacht te zijn genomen in de ‘ROEB-lijst’ wordt onder bouwkosten mede het volgende verstaan: De aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

voorbeoordeling;

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

 

Artikel 2.4 Voorbeoordeling

1.

Als de aanvraag om voorbeoordeling betrekking heeft op een voorbeoordeling dat binnen een omgevingsplan past of dat slechts een geringe afwijking en/of afweging betreft, bedraagt het tarief:

€ 179,39;

2.

Als de aanvraag om voorbeoordeling betrekking heeft op een voorbeoordeling dat niet past binnen het omgevingsplan waarbij een afweging door meerdere disciplines noodzakelijk is, bedraagt het tarief:

€ 750,00;

3.

Als de aanvraag om voorbeoordeling betrekking heeft op een voorbeoordeling dat niet past binnen het omgevingsplan waarbij sprake is van een complex project met uitgebreid advies van meerdere disciplines, bedraagt het tarief:

€ 1.500,00;

4.

Als de aanvraag om voorbeoordeling betrekking heeft op een voorbeoordeling voor een principe-uitspraak van de gemeenteraad over de mogelijkheid tot het vaststellen van een omgevingsplan, bedraagt het tarief:

€ 2.500,00;

5.

Indien extern advies nodig is om meer inzicht te krijgen in de haalbaarheid van een voorbeoordeling, dan komen de kosten voor dit externe advies voor rekening van de aanvrager bovenop de genoemde legeskosten.

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

de bouwkosten lager dan € 50.000:

1,23 % van de bouwkosten met een minimum van:

€ 179,39;

b.

de bouwkosten van € 50.000 tot € 100.000 bedragen:

1,19 % van de bouwkosten boven € 50.000,- vermeerderd met

€ 613,80;

c.

de bouwkosten tussen € 100.000 tot € 250.000 bedragen:

1,34 % van de bouwkosten boven € 100.000 vermeerderd met

€ 1.207,80;

d.

de bouwkosten tussen € 250.000 tot € 500.000 bedragen:

1,48 % van de bouwkosten boven € 250.000 vermeerderd met

€ 3.217,50;

e.

de bouwkosten tussen € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

1,60 % van de bouwkosten boven € 500.000 vermeerderd met

€ 6.913,50;

f.

de bouwkosten €1.000.000 of meer bedragen:

1,72 % van de bouwkosten boven € 1.000.000 vermeerderd met

€ 14.932,50.

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

1.

de bouwkosten lager dan € 50.000 bedragen:

2,86 % van de bouwkosten met een minimum van:

€ 233,20;

2.

de bouwkosten van € 50.000 tot € 100.000 bedragen:

2,77 % van de bouwkosten boven € 50.000,- vermeerderd met

€ 1.432,20;

3.

de bouwkosten tussen € 100.000 tot € 250.000 bedragen:

2,49 % van de bouwkosten boven € 100.000 vermeerderd met

€ 2.818,20;

4.

de bouwkosten tussen € 250.000 tot € 500.000 bedragen:

2,22 % van de bouwkosten boven € 250.000 vermeerderd met

€ 6.550,50;

5.

de bouwkosten tussen € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

1,96 % van de bouwkosten boven € 500.000 vermeerderd met

€ 12.094,50;

6.

de bouwkosten €1.000.000 of meer bedragen:

1,72 % van de bouwkosten boven € 1.000.000 vermeerderd met

€ 21.895,50;

7.

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:

€ 360,14.

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 3.930,71.

c.

als de in onderdeel a bedoelde aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft, worden de in het eerste tot en met zesde lid genoemde tarieven verhoogd met:

1.

indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen:

€ 226,75;

2.

de bouwkosten € 25.000 bedragen of meer, maar minder dan € 50.000:

€ 377,98;

3.

de bouwkosten € 50.000 bedragen of meer, maar minder dan € 100.000:

€ 529,28;

4.

de bouwkosten € 100.000 bedragen of meer, maar minder dan € 250.000:

€ 680,51;

5.

de bouwkosten € 250.000 bedragen of meer, maar minder dan € 500.000:

€ 1.134,21;

6.

de bouwkosten € 500.000 bedragen of meer, maar minder dan € 1.000.000:

€ 1.512,34;

7.

de bouwkosten € 1.000.000 bedragen of meer:

€ 2.268,57;

8.

indien enkel de buitenplanse omgevingsplanactiviteit die niet ziet op de omgevingsplanactiviteit bouwactiviteit zoals genoemd in onderdeel a eerste tot en met zesde lid, bedraagt het tarief:

€ 720,61.

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 180,81;

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 720,61.

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 12 van de Erfgoedverordening gemeente Vught 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 180,81;

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 180,81;

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 3.930,71;

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 3.930,71;

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 720,61;

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 720,61.

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening gemeente Vught 2023 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

  • a.

    als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

  • b.

    als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 542,24;

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 542,24.

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de Erfgoedverordening gemeente Vught 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 360,14;

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 3.930,71;

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 720,61.

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 542,24.

 

Paragraaf 2.5 Milieu

 

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten:

a.

voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoel in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet (milieubelastende activiteit bruidsschat):

€ 4.225,00;

b.

voor een milieubelastende activiteit zoals bedoeld in 2.5.1.1., waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure):

€ 6.900,00.

Artikel 2.13 Besluit activiteiten leefomgeving (BAL): milieubelastende activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, zoals bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten:

a.

voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving waarbij de reguliere procedure wordt gevolgd:

€ 4.225,00;

b.

voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure):

€ 6.900,00.

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

 

Artikel 2.14 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Gereserveerd

Artikel 2.15 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

Gereserveerd

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

 

Artikel 2.16 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

Gereserveerd

Artikel 2.17 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Gereserveerd

Artikel 2.18 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Gereserveerd

Artikel 2.19 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Gereserveerd

Artikel 2.20 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 147,77.

Voor uitvoering van de werkzaamheden op of aan openbare grond zal door de afdeling Dienstverlening een begroting worden opgesteld. De werkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd in opdracht van de gemeente. De kosten van aanleg komen voor rekening van de aanvrager van de omgevingsvergunning.

Artikel 2.21 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 403,97;

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

€ 403,97;

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 3.930,71;

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 720,61.

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

 

Artikel 2.22 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

Gereserveerd

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor maximaal 5 bomen of een houtopstand:

€ 131,42;

b.

voor iedere boom meer dan 5:

€ 21,17.

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: reclame

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4:16 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief:

€ 120,70.

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg]

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel [2:10] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

€ 89,21;

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 89,21.

Artikel 2.27 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 720,61;

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 403,97;

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 720,61;

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 403,97.

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

 

Artikel 2.28 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Gereserveerd

Artikel 2.29 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.28 (bouwactiviteiten), behoudens maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 360,14.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.025,00

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

 

Artikel 2.30 Gelijkwaardige maatregel 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

€ 360,14;

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:

€ 360,14;

c.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a en b, behoudens gelijkwaardige maatregelen bij milieubelastende activiteiten, bedraagt het tarief:

€ 360,14.

d.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 1.025,00

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

 

Artikel 2.31 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 179,39.

Artikel 2.32 Wijzigen omgevingsvergunning

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project, tenzij deze het gevolg is van de opheffing van een illegale situatie:

€ 180,81.

2.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een, naar de omstandigheden beoordeeld, niet geringe wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

Artikel 2.33 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 360,14.

Artikel 2.34 Intrekken omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.51 van toepassing is:

€ 180,81.

Artikel 2.35 Beoordeling aanvullende gegevens

Gereserveerd

Artikel 2.36 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.41 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

Artikel 2.37 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€21.665,42.

Artikel 2.38 Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 720,61.

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

 

Artikel 2.39 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

50%.

met een minimum van

€ 180,81.

Artikel 2.40 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

a.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 13.827,42;

b.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a, behoudens milieubelastende activiteiten:

€ 13.827,42.

Artikel 2.41 Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 360,14;

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 1.426,23;

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 360,14;

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 360,14;

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 360,14;

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 360,14;

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 360,14.

Artikel 2.42 Advies 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 2.765,48

b.

voor een vereist advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen:

€ 1.043,43;

c.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.43 Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

a.

als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming:

€ 2.765,48;

b.

als de provincie moet besluiten over de instemming in het kader van de natuurtoets voor:

-

gebiedsbescherming

€ 720,61;

-

soortenbescherming door burger:

€ 720,61;

-

soortenbescherming infrastructureel of gebiedsgericht:

€ 720,61;

-

soortenbescherming overige:

€ 720,61.

c.

in overige gevallen als een ander bestuursorgaan moet besluiten over instemming het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

Artikel 2.44 Hogere waardenbesluit

De vaststelling van een hogere grenswaarde zoals bedoeld in artikel 83 van de Wet geluidhinder:

€ 836,13.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

 

Artikel 2.45 Vermindering na voorbeoordeling

Gereserveerd

Artikel 2.46 Vermindering bij meervoudige aanvraag 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:

a.

bij 5 tot 10 activiteiten:

2%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

b.

bij 10 tot 15 activiteiten:

3%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

c.

bij 15 of meer activiteiten:

5%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

 

Artikel 2.47 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bedraagt het tarief:

€ 180,84.

Artikel 2.48 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bedraagt het tarief:

50 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met een minimum van:

€ 179,39.

Artikel 2.49 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

60 %

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat in elke geval een bedrag is verschuldigd van:

€ 179,39;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip na vier weken na de indiening van de aanvraag:

50 %

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, met dien verstande dat in elk geval een bedrag is verschuldigd van:

€ 179,39.

Artikel 2.50 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

60 %

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

50 %

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.51 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

10 %

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.52 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

40 %

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

Artikel 2.52 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

Artikel 2.53 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 179,39 wordt niet teruggegeven.

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

 

Paragraaf 3.1 Horeca

 

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel [2:28] van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 201

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel [2:29, tweede lid,] van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 55,70

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 195.00

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 58.00

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 58.00

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 83,95

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 57,93

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

 

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel [3:3] van de Algemene plaatselijke verordening:

a.

voor een escortbedrijf:

€ 691,73

b.

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a:

€ 691,73

c.

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 691,73

 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

 

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 44,73

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 31,95

 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

 

Artikel 3.6 Organiseren evenement

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel [2.25, eerste lid,] van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

a.

Een grootschalig evenement, dat commercieel van aard is en - waarbij op een evenementdag meer dan 5000 bezoekers verwacht worden; of - dat op basis van de Behandelscan Evenementen Brabant van de Veiligheidsregio Brabant Noord wordt geïndiceerd met behandelaanpak C:

€ 10360

b.

Een evenement, dat commercieel van aard is en - waarbij op een evenementdag meer dan 400 bezoekers verwacht worden; of - dat op basis van de Behandelscan Evenementen Brabant van de Veiligheidsregio Brabant Noord wordt geïndiceerd met behandelaanpak B:

€ 452

c.

Een evenement, dat commercieel van aard is, met 250 tot 400 bezoekers:

€ 70,45

d.

voor het houden van een evenement, dat niet commercieel van aard is:

Nihil

e.

Een tijdelijke verkeersmaatregel voor één weg of weggedeelte:

€ 62,41

f.

een tijdelijke verkeersmaatregel voor twee of meer wegen:

€ 109,11

g.

Het tarief voor het beschikbaar stellen van verkeersborden en dranghekken voor het tijdelijk afsluiten van een straat voor een meldingsplicht evenement bedraagt inclusief het brengen en ophalen hiervan door de gemeente:

Nihil

Artikel 3.7 Organiseren markt

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning:

a.

voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel [5:23] van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 69,55

 

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

 

Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een vaste-standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 1. d, van de Marktverordening Vught

€ 350

b.

een dagplaatsvergunning als bedoeld in artikel 1. e, van de Marktverordening Vught, die leidt tot vergunningverlening:

€ 150

c.

een standwerkvergunning als bedoeld in artikel 1. c, van de Marktverordening Vught, die leidt tot vergunningverlening:

€ 150

Artikel 3.9 Losse standplaatsen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel [5:18] van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 104.48

 

Paragraaf 3.6 venten

 

Artikel 3.10 ventvergunningen

Voor een vergunning om in de gemeente te mogen venten als genoemd in artikel 5:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening Vught geldig voor:

 

a. één dag

€ 150

b. één maand

€ 150

c. één jaar

€ 350

 

Paragraaf 3.7 Algemene Plaatselijke Verordening Vught

 

Artikel 3.11 Vergunning plichtige activiteiten Voor elke vergunning, ontheffing of andere goedgunstige beschikking op een aanvraag, op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening Vught bedraagt het tarief:

 

a. voor zover niet anders in deze tarieventabel is bepaald:

€ 41.70

b. voor collecte-vergunningen

nihil

c. voor stook vergunningen:

€8.21

d. voor het verlenen van elke ontheffing van de sluitingstijd als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene Plaatselijke Verordening Vught:

€55,70

e. voor het gebruiken van de weg of een weggedeelte anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Vught:

€89,73

f. Voor uitvoering van werkzaamheden voor de aanleg van kabelgoten op of aan openbare grond het tarief in sub e. vermeerderd met het bedrag dat op grond van een begroting van de gemeente wordt vastgesteld.

 

Paragraaf 3.8 Ondernemers vergunningen

 

Artikel 3.12 Ondernemers vergunningen

 

a. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een vergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening Vught voor het exploiteren van een openbare inrichting:

€ 201

b. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een vergunning als bedoeld in artikel 2:72 van de Algemene Plaatselijke Verordening Vught consumentenvuurwerk ter beschikking te stellen dan wel voor het ter beschikking stellen aanwezig houden:

€ 208.85

c. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing voor overige geluid – of lichthinder als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene Plaatselijke Verordening Vught:

€ 55,60

 

Paragraaf 3.9 Leegstand

 

Artikel 3.13 Leegstand vergunningen

Tot verlenging van een vergunning tijdelijke verhuur:

 

a. van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 51,49

b. van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet

€ 51,49

 

Behorende bij het raadsbesluit van 21 december 2023

 

de griffier,

Drs. J.A. Deneer

 

de voorzitter,

R.J. van de Mortel

Bijlage 2 Bouwkosten ROEB 2024