Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Subsidieregeling investeringen accommodaties sportverenigingen Den Haag 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling investeringen accommodaties sportverenigingen Den Haag 2024
CiteertitelSubsidieregeling investeringen accommodaties sportverenigingen Den Haag 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpRegeling tot wijziging van de Subsidieregeling investeringen accommodaties sportverenigingen Den Haag 2024

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-03-202401-01-202431-12-2026wijziging

19-03-2024

gmb-2024-128024

RIS318276 OCW/ 10716829
01-01-202422-03-2024nieuwe regeling

19-12-2023

gmb-2023-563482

RIS317379 OCW/10136611

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling investeringen accommodaties sportverenigingen Den Haag 2024

Toelichting

 

De Subsidieregeling investeringen accommodaties sportverenigingen Den Haag 2024 volgt de Subsidieregeling investeringen accommodaties sportverenigingen Den Haag 2021 (RIS 309503) op. De nieuwe regeling stimuleert, evenals de vorige regeling, sportverenigingen om verbeteringen aan hun accommodaties door te voeren en deze toekomstbestendiger te maken. In deze subsidieregeling zijn, ten opzichte van de regeling uit 2021, een aantal wijzigingen doorgevoerd. In de eerste plaats zijn de percentages van subsidie voor een aantal activiteiten waarvoor subsidie aangevraagd wordt aangepast. Verder zijn de maximale bedragen voor subsidieaanvragen en de subsidieplafonds verhoogd. Daarnaast is opgenomen dat voor onderdelen van sportaccommodaties waarvoor een andere gemeente verantwoordelijk is geen subsidie wordt verleend. Vanwege de aard en omvang van de wijzigingen is een geheel nieuwe subsidieregeling vastgesteld.

 

Besluitvorming

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

gelet op artikel 5 van de Algemene Subsidieverordening Den Haag 2020,

 

besluit vast te stellen de navolgende Subsidieregeling investeringen accommodaties sportverenigingen Den Haag 2024:

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

- ASV:

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

- beheerstichting:

stichting die statutair gevestigd in Den Haag en die belast is met het beheer van een sportaccommodatie die bij één of meer sportverenigingen in gebruik is;

- college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

- kleedruimte:

ruimte met sanitaire voorzieningen bestemd voor het omkleden ten behoeve van het beoefenen van een sport;

- multifunctioneel gebruik:

gezamenlijk gebruik van een sportaccommodatie door een sportvereniging en minimaal één andere organisatie, voor verschillende activiteiten;

- verhuurder:

verhuurder, niet zijnde de gemeente Den Haag, die een sportaccommodatie ter beschikking stelt aan een sportvereniging en hiervoor een huursom ontvangt;

-project:

samenstel van activiteiten gericht op het bouwkundig tot stand brengen of het bouwkundig verbeteren van een sportaccommodatie;

- projectkosten:

noodzakelijke uitgaven voor het realiseren van een project;

- sportaccommodatie:

voorziening gelegen op het grondgebied van de gemeente Den Haag, bestemd en in gebruik voor activiteiten op het gebied van amateursport;

- sportvereniging:

vereniging met volledige rechtsbevoegdheid zonder winstoogmerk die statutair gevestigd is in Den Haag en die zich statutair het in clubverband beoefenen van een sport ten doel stelt;

- topsportvereniging:

sportvereniging die actief is op het hoogst haalbare nationale (amateur) competitie niveau;

 

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van deze subsidieregeling is het stimuleren en realiseren van voldoende, kwalitatief goede en toegankelijke sportaccommodaties in Den Haag.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel dat met deze subsidieregeling wordt beoogd is de bevordering van de gezondheid en de persoonlijke ontwikkeling van Haagse inwoners.

 

Artikel 1:4 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die bestaan uit:

  • a. werkzaamheden of aankopen ten behoeve van het vervangen en herbouwen van een sportaccommodatie waarvan de technische levensduur is verstreken;

    b. werkzaamheden of aankopen ten behoeve van het bouwkundig verbeteren van een sportaccommodatie;

    c. werkzaamheden of aankopen ten behoeve van het bouwkundig geschikt maken van een sportaccommodatie voor multifunctioneel gebruik;

    d. het treffen van maatregelen ten behoeve van het verbeteren van de toegankelijkheid van een sportaccommodatie;

    e. werkzaamheden of aankopen ten behoeve van het vervangen van een kleedruimte waarvan de technische levensduur is verstreken;

    f. werkzaamheden of aankopen ten behoeve van het bouwkundig verbeteren van een kleedruimte;

    g. het treffen van maatregelen voor energiebesparing op een sportaccommodatie.

 

Artikel 1:5 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een beheerstichting of een sportvereniging, die de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten verricht in, aan of ten behoeve van een sportaccommodatie die zij:

  • a. in eigendom hebben;

    b. huren van of in bruikleen hebben van de gemeente Den Haag; of

    c. huren van een verhuurder, mits op basis van een huurovereenkomst met een looptijd van tenminste tien jaar of langer waarvan ten tijde van het indienen van de aanvraag de looptijd nog tenminste negen jaar bedraagt.

 

Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die naar het oordeel van het college direct verbonden zijn met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4.

  • 2.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    a. kosten die betrekking hebben op de totstandkoming van het projectplan of het opstellen en indienen van de subsidieaanvraag;

    b. kosten die betrekking hebben op de aanschaf van goederen of op werkzaamheden voor de sportaccommodatie die gericht zijn op het in een aanvaardbare conditie houden van de accommodatie en die onder regulier onderhoud vallen;

    c. kosten die betrekking hebben op conventionele veldverlichting;

    d. kosten voor zelfwerkzaamheid die niet kunnen worden aangemerkt als projectkosten of die hoger zijn dan het bedrag van de maximale vrijwilligersvergoeding;

    e. BTW die teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht;

    f. onvoorziene kosten van het project voor zover deze meer bedragen dan 5% van de begroting;

    g. kosten waarvoor de aanvrager al subsidie ontvangt;

    h. kosten voor velden, kleedgebouwen, inrichting van het sportpark of veldverlichting die onder de verantwoordelijkheid vallen van een andere gemeente.

 

Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie bedraagt maximaal:

    a. 45 % van de subsidiabele kosten per aanvrager met een maximum van € 600.000,-voor de activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder a, b, c, e en f;

    b. 45 % van de subsidiabele kosten per aanvrager met een maximum van € 850.000,- voor de activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder a en e indien de aanvraag door een sportvereniging of een beheersstichting namens twee of meer sportverenigingen ten behoeve van multifunctioneel gebruik wordt gedaan en waarbij een nieuwe activiteit wordt toegevoegd die nog niet eerder door de aanvrager werd uitgevoerd;

    c. 60 % van de subsidiabele kosten per aanvrager met een maximum van € 600.000,-voor de activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder d en g.

  • 2.

    Indien een aanvraag wordt ingediend door een topsportvereniging wordt het percentage, genoemd in het eerste lid, onder a, opgehoogd met 15% indien het uitvoeren van die activiteiten ertoe leidt dat topsport beter kan worden beoefend.

  • 3.

    Indien een aanvrager in de vier kalenderjaren voorafgaand aan de aanvraag subsidie heeft ontvangen op grond van deze regeling, de Subsidieregeling investeringen accommodaties sportverenigingen Den Haag 2019 of de Subsidieregeling investeringen accommodaties sportverenigingen Den Haag 2021, wordt de maximaal te verlenen subsidie verlaagd met het subsidiebedrag dat op grond van deze regelingen is verstrekt.

 

Artikel 1:8 Subsidieplafonds

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor 2024, 2025 en 2026 een subsidieplafond van € 2.300.000,- per kalenderjaar.

  • 2.

    Het subsidieplafond voor 2024 wordt verdeeld in de volgende deelplafonds:

    a. € 1.550.000,- voor de activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder a tot en met f;

    b. € 750.000,- voor de activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder g.

  • 3.

    De subsidieplafonds voor 2025 en 2026 worden verdeeld in de volgende deelplafonds:

    a. € 1.575.000,- voor de activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder a tot en met f;

    b. € 725.000,- voor de activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder g.

  • 4.

    Indien een deelplafond in een kalenderjaar niet wordt bereikt, kan het college besluiten de resterende middelen toe te voegen aan het hetzelfde deelplafond van het volgende kalenderjaar.

  • 5.

    Het college kan het subsidieplafond bij besluit verlagen conform artikel 7 van de ASV.

 

Artikel 1:9 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.

 

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

 

Artikel 2:1 Aanvraag subsidie

  • 1.

    In aanvulling op artikel 8, tweede en derde lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020 legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    a. een door de algemene ledenvergadering van een sportvereniging of het bestuur van een beheerstichting goedgekeurde jaarrekening;

    b. een volledige ingevulde vragenlijst ten behoeve van het Vitaliteitsonderzoek sportverenigingen Den Haag 2024;

    c. een uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, van maximaal drie maanden oud, met vermelding van de huidige bestuursleden;

    d. de statuten van de aanvrager;

    e. indien op basis van de statuten voor het uitvoeren van de activiteiten of de investering van het project toestemming van de algemene ledenvergadering is vereist, een door het bestuur ondertekend verslag van een algemene ledenvergadering met akkoordverklaring voor de uit te voeren activiteiten aan de sportaccommodatie en de investering;

    f. bij aanvragen die betrekking hebben op multifunctioneel gebruik van de accommodatie, een akkoordverklaring van de organisaties die gebruik gaan maken van de sportaccommodatie;

    g. minimaal drie, en bij een aanvraag van minder dan € 10.000,- minimaal één, gespecificeerde en vergelijkbare, offertes, die zijn opgesteld overeenkomstig de eisen uit de Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers, opgesteld door de Stichting Samenwerken voor Veiligheid, per projectdeel, met onderbouwing van de keuze voor deze offertes;

    h. een eigendomsbewijs, een huur- of bruikleenovereenkomst, afhankelijk van de situatie als bedoeld in artikel 1:5;

    i. een akkoordverklaring voor nieuwbouw of verbouw van de eigenaar van de grond, niet zijnde de gemeente Den Haag;

    j.een verklaring van de particuliere verhuurder van de grond waaruit blijkt dat de uit te voeren activiteit een investering betreft die een minimale levensduur kent van tien jaar;

    k. een vergunning, voor zover de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd vergunningplichtig zijn of een beschrijving waaruit blijkt dat de activiteiten voldoen aan het meest actuele bestemmingsplan indien geen vergunning nodig is;

    l. een beschrijving waaruit blijkt dat de activiteiten bijdragen aan een betere aansluiting tussen de vraag naar en het aanbod van sportaccommodaties voor de betreffende georganiseerde sport in Den Haag.

  • 2.

    Indien meerdere partijen gebruik maken van dezelfde sportaccommodatie kan de aanvrager zijn aanvraag indienen namens al deze partijen mits:

    a. de aanvraag een door alle bij de aanvraag betrokken besturen ondertekende verklaring bevat, waarin zij verklaren dat de aanvrager als penvoerder gemachtigd is om hen in het kader van de subsidieverstrekking in en buiten rechte te vertegenwoordigen en dat alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de aanvraag en verantwoording, op verzoek aan de penvoerder worden verstrekt;

    b. de aanvraag een door alle betrokken besturen ondertekende samenwerkingsovereenkomst voor een periode van ten minste tien jaar bevat, waarin ten minste de volgende onderwerpen zijn geregeld:

    1◦ een overzicht van alle betrokken partners;

    2◦ afspraken met betrekking tot penvoerderschap en correspondentie met het college;

    3◦ afspraken met betrekking tot (gelijkwaardige) aansprakelijkheid;

    4◦ afspraken met betrekking tot gezamenlijk gebruik van de sportaccommodatie;

    5◦ afspraken met betrekking tot de eigendom van de sportaccommodatie;

    6◦ een toelichting op de te nemen maatschappelijke rol van de partijen;

    7◦ een overzicht van de uit te voeren activiteiten in de sportaccommodatie.

  • 3.

    De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde digitale aanvraagformulier.

 

Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden

 

Artikel 3:1 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste tweede en derde lid, van de ASV weigert het college een subsidie, indien:

  • a. de aanvraag wordt gedaan door een beheerstichting of sportvereniging, die zich na 1 januari 2023 in de gemeente Den Haag gevestigd heeft en waarvan de sportaccommodatie in eigendom is van een andere gemeente.

    b. de aanvraag wordt gedaan voor activiteiten, waarvoor de aanvrager al subsidie ontvangt of heeft ontvangen;

    c. een door het college uitgevoerd onderzoek uitwijst, dat de aanvrager financieel of organisatorisch niet voldoende draagkrachtig is;

    d. de subsidieverlening niet leidt tot een betere aansluiting tussen de vraag naar en het aanbod van sportaccommodaties voor de betreffende georganiseerde sport in Den Haag op basis van het onderzoek ‘Ruimte voor georganiseerde sport in Den Haag’ uitgevoerd door het Mulier Instituut (RIS301864);

    e. werkzaamheden waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft al gegund of gestart zijn.

 

Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling

 

Artikel 4:1 Verplichtingen

  • 1.

    Onverminderd de artikelen 12 en 14 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

    a. de subsidieontvanger draagt er zorg voor dat de gesubsidieerde sportaccommodatie gedurende negen jaar na het ontvangen van de subsidie ter beschikking blijft voor de fysieke beoefening van sport in Den Haag;

    b. indien de subsidieontvanger activiteiten uitvoert als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel g, is de subsidieontvanger verantwoordelijk voor het periodiek onderhouden en tijdig vervangen van de uitgevoerde matregelen;

    c. indien een voorschot wordt betaald, verleent de subsidieontvanger een zakelijk zekerheidsrecht aan het college of een andere vorm van zekerheidsstelling voor de vorderingen die ontstaan op grond van 4:57 van de Awb;

    d. indien de activiteiten van de subsidieontvanger plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed moet de subsidieontvanger meervoudig of gezamenlijk gebruik toe te staan;

  • 2.

    Indien het een aanvraag betreft als bedoeld in artikel 2:1, tweede lid, rusten alle aan de subsidie verbonden verplichtingen op de penvoerder, ongeacht welk bestuur feitelijk is belast met de uitvoering van de daarop betrekking hebbende werkzaamheden.

  • 3.

    Indien de activiteiten van de subsidieontvanger niet plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed, kan het college in de verleningsbeschikking als verplichting opnemen dat de subsidieontvanger de huisvesting waarin de activiteiten plaatsvinden in medegebruik geeft of verhuurt aan andere subsidieontvangers van de gemeente.

 

Artikel 4:2 Bevoorschotting

Op basis van de bouwplanning en de daarbij behorende financiële planning stelt het college voor de verleende subsidie bij beschikking een bevoorschottingsschema vast.

 

Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf

 

Artikel 5:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling

In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in uiterlijk 12 weken nadat de activiteiten zijn afgerond.

 

Artikel 5:2 Wijze van verantwoorden

In aanvulling op artikel 17, vierde en vijfde lid van de ASV, legt de subsidieontvanger bij de aanvraag tot vaststelling de volgende gegevens over:

  • a. de rekeningen en betaalbewijzen van de met de subsidie gefinancierde activiteiten;

    b. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten, waarvan de inrichting gelijk is aan de bij de aanvraag gevoegde begroting;

    c. een bestuursverklaring volgens de Wet normering topinkomens;

    d. een bewijs van inspectie door de afdeling Bouw, Onderhoud en Techniek van de Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn op grond van de productgroep Sportvoorzieningen van de Gemeente Den Haag.

 

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

 

Artikel 6:1 Hardheidsclausule

Het college kan een of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 6:2 Evaluatie

Het college evalueert deze subsidieregeling uiterlijk vóór 1 juli 2027.

 

Artikel 6:3 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2024 en vervalt op 31 december 2026.

 

Artikel 6:4 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling investeringen accommodaties sportverenigingen Den Haag 2024.

 

Den Haag, 19 december 2023

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

Jan van Zanen