Besluit aanwijzing toezichthouders Omgevingswet gemeente Hengelo

Artikel 1 Aanwijzing

• 1.

  Als toezichthouder belast met het toezicht op naleving van het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet worden aangewezen de medewerkers van Team VTH Leefomgeving van de gemeente Hengelo met de functie:

  • a.

    Toezichthouder Ruimte en Bouwen

  • b.

    Adviseur Brandveiligheid

• 2.

  Als toezichthouder belast met het toezicht op naleving van het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet worden aangewezen de medewerkers van Team Leefbaarheid en Veiligheid van de gemeente Hengelo met de functie:

  • a.

    Havenmeester

  • b.

    (Senior) toezichthouder openbare ruimte/BOA

  • c.

    Toezichthouder milieu

  • d.

    Toezichthouder afval

• 3.

  Als toezichthouder belast met het toezicht op naleving van het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet worden aangewezen de medewerkers van Team Beheer van de gemeente Hengelo met de functie:

  • a.

    Juridisch medewerker

• 4.

  Als toezichthouder belast met het toezicht op naleving van het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet worden aangewezen de medewerkers van Team Ruimtelijke Ordening van de gemeente Hengelo met de functie:

  • a.

    Adviseur monumentenzorg, archeologie en welstand

De aanwijzing tot toezichthouder geschiedt tot wederopzegging dan wel tot beëindiging van het dienstverband, dan wel tot benoeming in een functie die niet valt binnen de hiervoor genoemde functies.

Artikel 2 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag dat de Omgevingswet in werking treedt.

Artikel 3 Overgangsrecht

Eerdere besluiten van het college tot aanwijzing van toezichthouders voor het houden van toezicht op het bepaalde bij of krachtens de wetten zoals bedoeld in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zoals dat artikel luidde direct voor inwerkingtreding van de Omgevingswet, worden met ingang van de dag dat de Omgevingswet in werking treedt ingetrokken.

Artikel 4 Binnentreden woning

Vanaf het moment dat de Omgevingswet in werking treedt, zijn de medewerkers genoemd in het eerste lid en de in het tweede lid genoemde havenmeester aangewezen om, met medeneming van de benodigde apparatuur, een woning te betreden zonder toestemming van de bewoner, voor zover het toezicht op de naleving van een bij of krachtens de Omgevingswet gesteld voorschrift dit vereist, gelet op de door dat voorschrift beschermde belangen.