Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dordrecht

Voorbereidingsbesluit voor bodemregels onder de Omgevingswet Gemeente Dordrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDordrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVoorbereidingsbesluit voor bodemregels onder de Omgevingswet Gemeente Dordrecht
CiteertitelVoorbereidingsbesluit voor bodemregels onder de Omgevingswet Gemeente Dordrecht
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

19-12-2023

gmb-2023-563182

Tekst van de regeling

Intitulé

Voorbereidingsbesluit voor bodemregels onder de Omgevingswet Gemeente Dordrecht

De gemeenteraad van Dordrecht;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 oktober 2023;

 

gelet op artikel 4.14 van de Omgevingswet en artikel 14.5 van het Omgevingsbesluit (per 1 januari 2024);

 

overwegende dat:

 

een wijziging omgevingsplan wordt voorbereid waarmee voor het gehele grondgebied van de gemeente Dordrecht regels worden gesteld over het bouwen op verontreinigde bodem, het graven in de bodem, het saneren van de bodem en het toepassen van bouwstoffen en grond;

 

besluit:

 

Artikel I

De voorbeschermingsregels die zijn vastgelegd in bijlage A vast te stellen en toe te voegen aan het omgevingsplan Dordrecht.

 

Artikel II

Dit voorbereidingsbesluit treedt tegelijk met de Omgevingswet in werking.

 

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 19 december 2023.

De griffier, De voorzitter,

A.E.T. Wepster A.W. Kolff

Bijlage A bij Artikel I

Hoofdstuk 1 Voorbeschermingsregels bodem

 

Afdeling 1.1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1.1 Voorrangsbepaling en afbakening

  • 1.

    Voor zover de voorbeschermingsregels in dit hoofdstuk afwijken van de regels in het tijdelijke deel van dit omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1 van de Omgevingswet, gelden de voorbeschermingsregels.

  • 2.

    De voorbeschermingsregels in dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op activiteiten die al werden verricht voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit hoofdstuk.

 

Artikel 1.2 Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    bodemgevoelig gebouw: bodemgevoelig gebouw als bedoeld in artikel 5.89g van het Besluit kwaliteit leefomgeving;

  • b.

    bodemgevoelige locatie: bodemgevoelige locatie als bedoeld in artikel 5.89h van het Besluit kwaliteit leefomgeving.

 

Afdeling 1.2 Bouwen op verontreinigde bodem

 

Artikel 1.3 Waarden toelaatbare kwaliteit bodemgevoelig gebouw

In aanvulling op artikel 22.30, eerste lid, zijn voor PFOA (perfluoroctaanzuur) de waarden voor de toelaatbare kwaliteit van de bodem opgenomen in tabel 1.3.1.

 

Tabel 1.3.1: waarde toelaatbare kwaliteit van de bodem voor PFOA per gebruiksfunctie

Gebruiksfunctie ( in de zin van de bodemfunctiekaart en bodemfunctieklassen )

 

Waarden (in mg/kg droge stof)

 

Landbouw/natuur

0,060

Wonen

0,060

Industrie

0,060

 

Artikel 1.4 Specifieke beoordelingsregels omgevingsvergunning bouwen op verontreinigde bodem

  • 1.

    In aanvulling op artikel 22.29, eerste lid, onder c, wordt, voor zover een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het bouwen, in stand houden en gebruiken van een bodemgevoelig gebouw op een bodemgevoelige locatie, de omgevingsvergunning alleen verleend als:

    • a.

      de waarden voor de toelaatbare kwaliteit van de bodem, bedoeld in artikel 1.3, niet worden overschreden; of

    • b.

      bij overschrijding van de waarden voor de toelaatbare kwaliteit van de bodem: als aannemelijk is dat een sanerende of andere beschermende maatregel wordt getroffen. Een sanerende of andere beschermende maatregel is in ieder geval een sanering overeenkomstig paragraaf 4.121 van het Besluit activiteiten leefomgeving.

  • 2.

    Het bevoegd gezag kan met het oog op het voorkomen van risico's voor de gezondheid, voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning bouwen op verontreinigde bodem als het bevoegd gezag van oordeel is dat de bodem niet geschikt is voor het beoogde doel, maar door het stellen van voorschriften nog geschikt kan worden gemaakt.

 

Artikel 1.5 Meldplicht bouwen op een bodemgevoelige locatie

  • 1.

    Het is verboden een bodemgevoelig gebouw te bouwen op een bodemgevoelige locatie zonder dit ten minste vier weken voor het begin ervan te melden.

  • 2.

    Een melding bevat:

    • a.

      de resultaten van een voorafgaand bodemonderzoek als bedoeld in paragraaf 5.2.2 van het Besluit activiteiten leefomgeving;

    • b.

      de naam en het adres van degene die de bouwactiviteit verricht;

    • c.

      het adres waarop de bouwactiviteit wordt verricht;

    • d.

      de dagtekening; en

    • e.

      bij overschrijding van een waarde als bedoeld in artikel 22.30 of artikel 1.3: de gegevens en bescheiden die aannemelijk maken dat een sanerende of andere beschermende maatregel wordt getroffen.

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing als de bouwactiviteit als vergunningplichtig is aangewezen in dit omgevingsplan.

 

Artikel 1.6 Maatwerkvoorschriften bouwen op verontreinigde bodem

Het bevoegd gezag kan maatwerkvoorschriften stellen over bouwactiviteiten als bedoeld in artikel 1.5. Artikel 1.4, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

 

Afdeling 1.3 Graven in de bodem

Artikel 1.7 Maatwerkregel graven in de bodem met een kwaliteit onder of gelijk aan de interventiewaarde bodemkwaliteit

Paragraaf 4.119 van het Besluit activiteiten leefomgeving is ook van toepassing op het graven in bodem met een gehalte PFOA (perfluoroctaanzuur) van onder of gelijk aan 0,060 mg/kg droge stof, als het bodemvolume waarin wordt gegraven meer is dan 25 m3.

 

Artikel 1.8 Maatwerkregel graven in de bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde bodemkwaliteit

Paragraaf 4.120 van het Besluit activiteiten leefomgeving is ook van toepassing op het graven in bodem met een gehalte PFOA (perfluoroctaanzuur) van meer dan 0,060 mg/kg droge stof, als het bodemvolume waarin wordt gegraven meer is dan 25 m3.

 

Afdeling 1.4 Saneren van de bodem

Artikel 1.9 Maatwerkregel saneringsaanpak: verwijderen van verontreiniging

Met het oog op het beschermen van de gezondheid en het beschermen van de kwaliteit van de bodem wordt, in afwijking van artikel 4.1240 van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor het saneren van de bodem op een bodemgevoelige locatie met vluchtige stoffen in de bodem boven de interventiewaarde bodemkwaliteit, bedoeld in bijlage IIA bij het Besluit activiteiten leefomgeving, de sanering uitsluitend uitgevoerd volgens de saneringsaanpak verwijderen van verontreiniging, bedoeld in artikel 4.1242 van het Besluit kwaliteit leefomgeving.

 

Afdeling 1.5 Toepassen van bouwstoffen

Artikel 1.10 Verbod toepassen van de bouwstoffen immobilisaten, AVI-bodemassen en staalslakken

Het is verboden de activiteit, bedoeld in artikel 4.1257 van het Besluit activiteiten leefomgeving, te verrichten als het gaat om het toepassen van AVI-bodemassen, immobilisaten en staalslakken.

 

Afdeling 1.6 Toepassen van grond of baggerspecie

Artikel 1.11 Verbod toepassen thermisch gereinigde grond

Het is verboden de activiteit, bedoeld in artikel 4.1265 van het Besluit activiteiten leefomgeving, te verrichten als het gaat om het toepassen van thermisch gereinigde grond.