Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Brunssum

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting gemeente Brunssum 2024-2025

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBrunssum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting gemeente Brunssum 2024-2025
CiteertitelVerordening Toeristenbelasting gemeente Brunssum 2024-2025
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Deze regeling vervangt de Verordening toeristenbelasting 2022-2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 224 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2023nieuwe regeling

12-12-2023

gmb-2023-563081

202347355

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting gemeente Brunssum 2024-2025

De Raad van de gemeente Brunssum gemeentebladnummer 2023/90;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 nov. 2023 , dienst/afdeling Financiën en control;

 

gelet op het bepaalde in artikel 224 van de Gemeentewet;

 

Besluit vast te stellen:

 

"VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING GEMEENTE BRUNSSUM 2024 en 2025"

 

(verordening toeristenbelasting Gemeente Brunssum 2024-2025)

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet toetreding zorgaanbieders;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 1, van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan Asielzoekers.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting € 1,85.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Aanslaggrens

  • 1.

    Belastingbedragen van minder dan 5,00 worden niet geheven.

  • 2.

    Voor de toepassing van het vorige lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2.

    Betaling van de termijnen zoals bedoeld in het eerste lid is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Aanmeldingsplicht; aangifte

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het dagelijks bestuur van de BsGW aangewezen ambtenaar belast met de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen als bedoeld in artikel 232, vierde lid sub a en b van de Gemeentewet.

  • 2.

    De verplichting als bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor de belastingplichtige die met betrekking tot het jaar voorafgaand aan het belastingjaar in de heffing van de toeristenbelasting betrokken is.

  • 3.

    De belastingplichtige doet aangifte van het aantal overnachtingen bij de heffingsambtenaar middels een aan hem uit te reiken aangiftebiljet. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt de aangifte binnen twee weken na het uitnodigen daartoe gedaan.

  • 4.

    Het aangiftebiljet wordt vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders.

Artikel 11 Elektronische aangifte

Het uitnodigen tot het doen van aangifte kan naast de op de in artikel 237, eerste lid, van de Gemeentewet aangegeven wijze geschieden door het uitreiken, toezenden of elektronisch verzenden van een aangiftebrief waaruit blijkt de wijze van het doen van elektronische aangifte, een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden en de termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan. In dat geval geschiedt, in afwijking van de in artikel 237, tweede lid, van de Gemeentewet aangegeven wijze, de aangifte langs elektronische weg door het inleveren of toezenden van de gevraagde gegevens of bescheiden via de digitale voorziening ‘Digitale aangifte toeristenbelasting’ van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen.

Artikel 12 Nachtverblijfregister

De belastingplichtige is gehouden per belastingjaar een vanwege de gemeente kosteloos ter beschikking gesteld nachtverblijfregister, of een vergelijkbare eigen administratie, bij te houden en daarin de gegevens te boeken welke voor de heffing van de belasting van belang zijn.

Artikel 13 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening toeristenbelasting 2022-2023’ van 30 november 2021 wordt ingetrokken, met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Toeristenbelasting gemeente Brunssum 2024-2025’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2023

De Raad voornoemd,

voorzitter.

griffier.

Bijlage  

 

Wijzigingen verordening toeristenbelasting t.o.v. 2022-2023

 

  • De tarieven zijn conform begroting verhoogd en afgerond op € 0,05.

  • In Art. 2 t/m 4 zijn kleine tekstuele aanpassingen gedaan.

  • Art. 10: In het eerste lid wordt verwezen naar de heffingsambtenaar van BsGW omdat BsGW de aanslag oplegt. Toevoeging van een tweede lid waarin wordt aangegeven dat “al bekende” belastingplichtigen zich niet jaarlijks hoeven te melden. Navolgende leden worden dan vernummerd naar 3 en 4.

  • Art. 11: dit artikel is toegevoegd zodat de aangifte toeristenbelasting ook elektronisch kan gebeuren met behulp van de digitale voorziening aangifte van de BsGW. De volgende artikelen worden hernummerd.