Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kerkrade

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKerkrade
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges 2024
CiteertitelLegesverordening 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Legesverordening 2023

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156 van de Gemeentewet
  2. artikel 229 van de Gemeentewet
  3. artikel 2 van de Paspoortwet
  4. artikel 7, tweede lid, van de Paspoortwet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

20-12-2023

gmb-2023-562870

23Rb097

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

1. dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

2. jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

3. kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

4. maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in de kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

5. week: een aangesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

1. Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor:

a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

1. beschikkingen op verzoek- en bezwaarschriften met betrekking tot plaatselijke belastingen;

2. de openbare besturen voor zover het nasporingen, stukken, inlichtingen of andere diensten, niet zijnde vergunningen, betreft, die door hen in het openbaar belang zijn gedaan/gevraagd;

3. de besturen van de stichtingen of instellingen, welke het gemeentebestuur van advies dienen, voor zover het nasporingen, stukken, inlichtingen of andere diensten betreft, die in verband met hun adviserende taak worden gevraagd.

4. het in behandeling nemen van een aanvraag tot dienstverlening voor zover deze aanvraag is gedaan door of vanwege de gemeente Kerkrade.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Voorlopig gevorderde bedrag

Indien de bouwkosten genoemd in de bij deze verordening behorende tarieventabel onder titel 2 op het moment van in behandeling nemen van de aanvraag niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een kennisgeving van het voorlopig gevorderde bedrag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen acht dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

  • 1.

    Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2.

    Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van Leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

1. van zuiver redactionele aard zijn;

2. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

a. hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

b. hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

c. onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

d. onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

e. hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Kwijtschelding

De regelgeving inzake de kwijtschelding is vastgelegd in de Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2024.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Legesverordening 2023”, vastgesteld 14 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Legesverordening 2024".

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade in zijn openbare vergadering d.d. 20 december 2023.

De voorzitter van de raad, De griffier,

dr. T.P. Dassen-Housen. mr. drs. D.G.M.G. Franssen.

Bijlage Tarieven tabel 2024

Titel 1

Algemene dienstverlening

 

Hst 1

Burgerlijke stand

 

 

Huwelijksvoltrekking

 

1.1

Het tarief bedraagt voor

 

1.1.1

het voltrekken van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, in het Raadhuis:

 

1.1.1.1

van maandag tot en met donderdag tussen 9.00 uur en 14.30 uur

(uitgezonderd de tijdstippen waarop huwelijken of registraties van een partnerschap legesvrij worden voltrokken). Om in aanmerking te kunnen komen voor legesvrije huwelijksvoltrekking dient tenminste één van de echtgenoten in de gemeente Kerkrade woonachtig te zijn.

€ 214,00

1.1.1.2

op vrijdag tussen 9.00 uur en 14.30 uur

€ 277,00

1.1.1.3

op zaterdag tussen 11.00 uur en 15.30 uur.

€ 627,00

1.1.2

Het voltrekken van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, in de door het college daartoe aangewezen trouwlocaties:

 

1.1.2.1

van maandag tot en met donderdag tussen 9.00 uur en 14.30 uur;

€ 415,00

1.1.2.2

Op vrijdag tussen 9.00 uur en 14.30 uur;

€ 480,00

1.1.2.3

op zaterdag tussen 11.00 uur en 15.30 uur .

€ 627,00

1.1.3

Het voltrekken van een huwelijk of registratie van een partnerschap buiten het huis der gemeente ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek.

€ 204,00

1.1.4

Voor de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, als lokethandeling en zonder enig decorum, uitgezonderd de tijdstippen waarop huwelijken of registraties van een partnerschap legesvrij worden voltrokken

€ 48,70

1.1.5

Voor het voltrekken van een huwelijk of het registreren van een partnerschap, als lokethandeling en zonder enig decorum, uitgezonderd de tijdstippen waarop huwelijken of registratie van partnerschappen legesvrij worden voltrokken.

€ 90,00

1.1.6

Het tarief voor de inzet van de getuige van gemeentewege bij de voltrekking van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap bedraagt per getuige

€ 36,55

1.1.7

Voor de herbevestiging van de trouwbelofte gelden dezelfde tarieven als voor het sluiten van een huwelijk of de registratie van een partnerschap.

 

1.1.7.1

Bij annulering van een huwelijk, registratie van een partnerschap of omzetting van een partnerschap in een huwelijk, binnen 10 werkdagen voor de dag van de huwelijksvoltrekking, registratie van een partnerschap of omzetting van een partnerschap in een huwelijk, worden administratiekosten in rekening gebracht ter hoogte van

€ 63,95

 

Trouwboekjes

 

1.1.8

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

1.1.8.1

een trouwboekje of partnerschapboekje of een duplicaat daarvan in standaard uitvoering;

€ 37,55

1.1.8.2

een trouwboekje of partnerschapboekje of een duplicaat daarvan in luxe uitvoering

€ 53,80

 

Inlichtingen e.d.

 

1.1.9

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.1.9.1

inlichtingen uit de registers van de burgerlijke stand, per inlichting, per persoon

€ 12,00

1.1.10

 

Terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

 

 

 

 

Hst 2

Reisdocumenten

 

1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.2.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort;

 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is;

€ 36,87 +

rijksleges (1.2.6)

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt;

€ 36,86 +

rijksleges (1.2.6)

1.2.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort dat een groter aantal bladzijden bevat dan een nationaal paspoort als bedoeld onder 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is;

€ 36,87 +

rijksleges (1.2.6)

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt;

€ 36,86 +

rijksleges (1.2.6)

1.2.3

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon, die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers van 9 september 1976 (Stb. 468) als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort);

 

1.2.3.1

 

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is;

€ 36,87 +

rijksleges (1.2.6)

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt;

€ 36,86 +

rijksleges (1.2.6)

1.2.4

tot het verstrekken van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen;

€ 36,86 +

rijksleges (1.2.6)

1.2.5

tot het verstrekken van een Nederlandse Identiteitskaart (NIK) als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;

 

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is;

€ 32,46 +

rijksleges (1.2.6)

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 32,48 +

rijksleges (1.2.6)

1.2.6

De tarieven als genoemd in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 zijn de gemeentelijke basistarieven. Deze worden regulier vermeerderd met de rijksleges met inachtneming van de door het rijk bepaalde invoeringsdatum en het wettelijk maximum tarief (na vaststelling door het rijk volgt publicatie op de website en aanpassing in het kassasysteem).

Rijksleges

1.2.6.1

De tarieven als genoemd in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 zijn de gemeentelijke basistarieven. Deze worden bij een spoedlevering vermeerderd met de rijksleges met inachtneming van de door het rijk bepaalde invoeringsdatum en het wettelijk maximum tarief(na vaststelling door het rijk volgt publicatie op de website en aanpassing in het kassasysteem).

€ 57,09

 

 

 

Hst 3

Rijbewijzen

 

1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

1.3.1

het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs gemeentelijk tarief

€ 36,76 + rijksleges (1.3.2/1.3.2.1/1.3.3)

1.3.2

Het tarief als genoemd in de onderdeel 1.3.1 is het gemeentelijk basistarief. Deze wordt regulier vermeerderd met de rijksleges met inachtneming van de door het rijk bepaalde invoeringsdatum en het wettelijk maximum tarief (na vaststelling door het rijk volgt publicatie op de website en aanpassing in het kassasysteem).

Rijksleges

1.3.2.1

De rijksleges als genoemd in onderdeel 1.3.2 worden vermeerderd met € 3,50 terstond na het moment dat de relevante onderdelen van de wet Digitale Overheid (wDO) zijn ingevoerd, voorzien in 2023 (na vaststelling door het rijk volgt publicatie op de website en aanpassing in het kassasysteem).

Rijksleges

1.3.3

De tarieven als genoemd in de onderdelen 1.3.1 , 1.3.2 en 1.3.2.1 zijn de gemeentelijke basistarieven. Deze worden bij een spoedlevering vermeerderd met de rijksleges met inachtneming van de door het rijk bepaalde invoeringsdatum en het wettelijk maximum tarief (na vaststelling door het rijk volgt publicatie op de website en aanpassing in het kassasysteem).

Rijksleges

1.3.4

Administratiekosten bij vermissing van het rijbewijs, m.u.v. vermissing wegens inbraak in de woning en bij beroving

€ 29,45

 

 

 

Hst 4

Verklaringen en dergelijke

 

1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.4.1

een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

digitaal 12,00 /

balie 15,00

1.4.2

een bewijs van Nederlanderschap;

digitaal 12,00 /

balie 15,00

1.4.3

een verklaring omtrent het gedrag;

€ 7,50 +

rijksleges (1.4.8)

1.4.4

een bewijs van in leven zijn;

digitaal 12,00 /

balie 15,00

1.4.5

een bewijs van inwoning;

digitaal 12,00 /

balie 15,00

1.4.6

een persoonslijst;

€ 12,00

1.4.7

Het tarief bedraagt voor het legaliseren van handtekeningen en/of stukken, per geval.

€ 12,00

1.4.8

Het tarief als genoemd in de onderdeel 1.4.3. is het gemeentelijk basistarief. Deze wordt regulier vermeerderd met de rijksleges met inachtneming van de door het rijk bepaalde invoeringsdatum en het wettelijk maximum tarief(na vaststelling door het rijk volgt publicatie op de website en aanpassing in het kassasysteem).

Rijksleges

 

 

 

Hst 5

Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

 

1.5

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van onderdeel 1.5.2, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon, waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.5.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens van personen die opgenomen zijn in de basisregistratie personen.

€ 12,00

1.5.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens van personen die niet opgenomen zijn in de basisregistratie personen.

€ 12,00

1.5.3

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van nasporing, ter verkrijging van bijzondere inlichtingen, waarvoor de basisregistratie personen dient te worden geraadpleegd voor ieder daarvoor te besteden kwartier.

€ 19,30

1.5.4

Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid van het Besluit basisregistratie personen, bedraagt:

€ 3,05

1.5.5

Het tarief voor het maken van selecties bedraagt voor ieder daarvoor te besteden kwartier.

€ 23,35

 

 

 

Hst 6

Vastgoedinformatie

 

1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van:

 

1.6.1

een afdruk van:

 

1.6.1.1

een overzichtskaart bestemmingsplan op schaal 1 : 10.000;

€ 5,30

1.6.1.2

een plankaart op schaal 1 : 1.000, per blad;

€ 10,55

1.6.2

de toelichting behorende bij een bestemmingsplan per blz. A4 of gedeelte daarvan;

€ 1,25

 

met een maximum van:

€ 69,45

1.6.3

gebruiksvoorschriften behorende bij een bestemmingsplan, per blz. A4 of een gedeelte daarvan;

€ 1,25

 

met een maximum van:

€ 69,45

1.6.4

een afdruk van een gedeelte van een bestemmingsplan:

 

1.6.4.1

ter grootte van een A4-formaat;

€ 2,15

1.6.4.2

ter grootte van een A3-formaat.

€ 3,85

1.6.5

Legeskosten voor het verstrekken van bestemmingsplan informatie.

€ 8,65

 

Inzage in de kadastrale en topografische registratie

 

1.6.6

Het tarief bedraagt voor

 

1.6.6.1

het verlenen van inzage van de kadastrale registratie (inclusief afdruk op A4), indien sprake is van:

 

 

a) objectgegevens, per perceel of appartementsrecht (conform de Regeling tarieven Kadaster);

€ 14,10

 

b) subjectgegevens, per rechthebbende (conform de Regeling tarieven Kadaster).

€ 14,10

 

Kopie van een kadastraal stuk of plan op papier

 

1.6.7

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot de afgifte van

 

1.6.7.1

een kopie van een kadastraal stuk of plan:

 

 

a) afdruk op A3 of A4-formaat (conform de Regeling tarieven Kadaster);

€ 14,10

 

b) afdruk op A2, A1 of A0-formaat (conform de Regeling tarieven Kadaster).

€ 38,45

 

Kopie van een topografische kaart op papier

 

1.6.8

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot de afgifte van:

 

1.6.8.1

een kopie van een grootschalige topografische kaart (schalen 1:500 of 1:1000):

 

 

a) afdruk op A3 of A4-formaat;

€ 19,70

 

b) afdruk op A2, A1 of A0-formaat (conform de Regeling tarieven Kadaster)

€ 55,60

 

met dien verstande dat, indien van een kaart een kopie in twee- of meervoud wordt gevraagd, voor de afgifte van de tweede en elk volgende kopie is verschuldigd.

€ 14,00

 

Kopie van de gemeenteplattegrond op papier

 

1.6.8.2

Een kopie (zwart-wit) van de gemeenteplattegrond.

€ 7,10

 

Levering van digitale bestanden

 

1.6.9

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot de afgifte van:

 

1.6.9.1

een digitaal geografisch bestand (op CD/via e-mail):

 

 

de aanmaakkosten per aanvraag bedraagt:

€ 106,25

 

a) indien het een digitale kadastrale kaart betreft vermeerderd per ha (met een maximum van 50 ha);

€ 43,05

 

 

b) indien het een grootschalige topografische kaart (GBKN) betreft vermeerderd per ha (met een maximum van 50 ha);

€ 50,05

 

c) indien het een luchtfoto betreft vermeerderd per blad van 500*250m.

€ 83,45

 

Diversen

 

1.6.10.1

Het verstrekken van een afschrift uit de gemeentelijke basisregistratie adressen:

 

 

a) afdruk op A3 of A4-formaat (conform de Regeling tarieven Kadaster);

€ 14,40

 

b) afdruk op A2, A1 of A0-formaat (conform de Regeling tarieven Kadaster).

€ 39,40

1.6.10.2

Het verstrekken van een afschrift uit de gemeentelijke registratie publiekrechtelijke beperkingen:

 

 

a) afdruk op A3 of A4-formaat (conform de Regeling tarieven Kadaster);

€ 14,40

 

b) afdruk op A2, A1 of A0-formaat (conform de Regeling tarieven Kadaster).

€ 39,40

1.6.10.3

Voor het afgeven van een verklaring voor het niet aanwezig zijn van gemeentelijke publiekrechtelijke beperkingen op een perceel.

€ 13,60

1.6.10.4

Voor het via kadaster online opvragen van informatie over een kadastraal perceel.

€ 13,60

 

 

 

Hst 7

Gemeentearchief

 

1.7

Het tarief bedraagt voor:

 

1.7.1

het doen van nasporingen, ongeacht het resultaat, in de in het gemeentearchief berustende stukken, door een ambtenaar van het gemeentearchief, per kwartier of een gedeelte daarvan;

€ 17,45

1.7.2

het plaatsen van een handtekening en/of stempel van het gemeentearchief op afschriften en uittreksels waarop de handtekening en/of het stempel als waarmerk wordt verlangd, per handtekening en/of stempel;

€ 2,85

1.7.3

Het copyright voor het eenmalig gebruik van een foto of dia, voor een commercieel doel, per foto of dia.

€ 6,60

1.7.4

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van:

 

1.7.4.1

een kopie, vervaardigd met behulp van de readerprinter;

€ 0,30

1.7.4.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van archiefstukken, per stuk;

€ 0,30

1.7.4.3

een fax of e-mail van een daartoe gescand archiefstuk, per archiefstuk (A4);

€ 2,35

1.7.4.4

een digitale foto verstuurd via e-mail per bestand,

€ 6,70

1.7.4.5

Foto’s besteld via beeldbank Kerkrade, per bestand

€ 6,60

1.7.5

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van:

 

1.7.5.1

kopieën of lichtdrukken van kaarten of bouwtekeningen ouder dan 20 jaar per m²

€ 6,70

 

 

 

Hst 8

Wet op de Kansspelen

 

1.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van:

 

1.8.1

een vergunning, als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning);

€ 44,75

1.8.2

een formulier voor het doen van een mededeling, als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen.

€ 7,15

1.8.3

Een vergunning, als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.8.3.1

Indien de aanvraag betrekking heeft op het aanwezig hebben van kansspelautomaten in een speelautomatenhal voor een periode van één jaar:

 

 

a) indien de vergunning voor één kansspelautomaat geldt;

€ 56,50

 

b. indien de vergunning voor 2 of meer automaten geldt een basistarief van:

€ 22,50

 

te vermeerderen met het product van het aantal kansspelautomaten met een bedrag van :

€ 34,00

1.8.3.2

Indien de aanvraag betrekking heeft op het aanwezig hebben van kansspelautomaten in een andere inrichting dan een speelautomatenhal voor onbepaalde tijd:

 

 

a) indien de vergunning voor één speelautomaat geldt;

€ 226,50

 

b) indien de vergunning voor twee kansspelautomaten geldt.

€ 362,50

1.8.3.3

Een aanwezigheidsvergunning voor een andere speelautomaat dan die bedoeld in de Wet op de kansspelen, per jaar.

€ 37,00

 

 

 

Hst 9

Telecommunicatiewet

 

1.9

Het tarief voor het in behandeling nemen van een Instemmingbesluit ingevolge de Telecommunicatieverordening bedraagt.

€ 280,00

 

 

 

Hst 10

Verkeer en vervoer

 

1.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van:

 

 

1.10.1

een vergunning of ontheffing, verleend op grond van de Wegenverkeerswet, het Wegenverkeersreglement, het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens of een daarop steunende regeling met een geldigheidsduur:

 

 

1.10.1.1

van een maand of minder;

€ 20,30

1.10.1.2

meer dan één maand en ten hoogste zes maanden;

€ 35,10

1.10.1.3

meer dan zes maanden en ten hoogste één jaar.

€ 49,85

1.10.2

een aanvraag om parkeerverbod-ontheffing ten behoeve van een gehandicapte bestuurder/passagier van een motorvoertuig:

 

1.10.3.

een eerste aanvraag gehandicaptenparkeerkaart (GPK) bestuurder en/of passagier (dus enkelvoudig en/of meervoudig)

€ 97,95

1.10.4.1

een verlenging gehandicaptenparkeerkaart (GPK) bestuurder en/of passagier (dus enkelvoudig en/of meervoudig)

€ 37,05

1.10.4.2

een aanvraag gehandicaptenparkeerkaart (GPK) passagier als aanvulling of in plaats van de reeds verkregen GPK bestuurder

€ 37,05

1.10.5

een verzoek tot de aanleg invalidenparkeerplaats c.q. artsenparkeerplaatsen.

€ 67,50

1.10.6

Gereserveerd

 

1.10.7

Gereserveerd

 

 

Wet vervoer gevaarlijke stoffen

 

1.10.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van een ontheffing, als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen:

 

 

1.10.8.1

indien het een verlenging van een bestaande ontheffing ingevolge de Wet vervoer gevaarlijke stoffen betreft;

€ 72,55

1.10.8.2

indien het een nieuwe ontheffing met een geldigheidsduur van één jaar betreft;

€ 142,40

1.10.8.3

indien het een ontheffing met een geldigheidsduur van maximaal drie jaar betreft.

€ 173,25

 

 

 

Hst 11

Overige vergunningen, ontheffingen en dergelijke

 

1.11.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van een vergunning of ontheffing of een andere beschikking voor zover daarvan in het vervolg van deze tabel niet van afgeweken wordt.

€ 26,10

1.11.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing voor het stoken van vuur in de openbare lucht.

€ 23,55

1.11.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een vergunning ex artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening tot:

 

1.11.3.1

het op, aan of boven de openbare weg uitstallen van goederen, mits niet reeds volgens een andere bepaling van deze tarieventabel leges verschuldigd is (verkoopautomaten, uithangborden, alsmede uitstallingen, blikvangers en reclameborden behorende bij winkels);

€ 97,65

1.11.3.2

het op, aan of boven de openbare weg plaatsen van verwijzingsborden door makelaars ten behoeve van de verkoop van een pand of perceel, mits niet reeds volgens een andere bepaling van deze tarieventabel leges verschuldigd is;

€ 342,30

1.11.3.3

het plaatsen van een container op de openbare weg op jaarbasis;

€ 59,05

1.11.4

een vergunning ex artikel 2:119 van de Algemene plaatselijke verordening voor de bedrijfsmatige aflevering of het bedrijfsmatig voorhanden hebben van vuurwerk.

€ 123,95

1.11.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een vergunning ex artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening tot het innemen van standplaats op of aan de openbare weg of een publieke plaats ten einde goederen en/of diensten ten verkoop aan het publiek aan te bieden (standplaatsvergunning):

 

1.11.5.1

geldig voor een tijdvak van maximaal een maand;

€ 45,55

1.11.5.2

geldig voor een tijdvak langer dan een maand tot maximaal een kwartaal;

€ 110,55

1.11.5.3

geldig voor een tijdvak langer dan een kwartaal tot maximaal een jaar.

€ 221,05

1.11.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

1.11.6.1

een vergunning als bedoeld in artikel 2:58 van de Algemene plaatselijke verordening voor het exploiteren van een smart- of headshop;

€ 455,30

1.11.6.2

een vergunning als bedoeld in artikel 2:58 van de Algemene plaatselijke verordening voor het exploiteren van een smart- of headshop waarbij slechts sprake is van een wijziging in de persoon van de leidinggevende, zonder dat de inrichting en/of ondernemer wijzigt.

€ 110,45

1.11.6.3

Gereserveerd

 

1.11.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek van de ondernemer tot intrekking van de vergunning als bedoeld in 1.11.6.

€ 38,95

1.11.8

Een vergunning als bedoeld in artikel 2:56 van de Algemene plaatselijke verordening voor het uitoefenen van een bedrijf in een door de burgemeester aangewezen gebouw of gebied, of een door de burgemeester aangewezen bedrijfsmatige activiteit, voor zover dit niet valt binnen het bereik van de Europese Dienstenrichtlijn.

€ 398,90

1.11.9

Gereserveerd

 

1.11.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een ontheffing als bedoeld in artikel 2:45 van de Algemene plaatselijke verordening voor het exploiteren van een zogeheten nachtzaak:

 

1.11.10.1

indien de aanvraag leidt tot een weigering;

€ 228,25

1.11.10.2

indien de aanvraag leidt tot een verlening van een ontheffing voor een periode van twaalf maanden;

€ 1.623,90

1.11.10.3

indien de aanvraag leidt tot een verlening van een ontheffing voor een proefperiode van zes maanden.

€ 812,00

1.11.11

Gereserveerd

 

1.11.12

Het tarief bedraagt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.11.12.1

een beschikking op een verzoek, dan wel een stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, per beschikking of stuk.

€ 9,45

1.11.12.2

Gedrukte stukken, afschriften van stukken of fotokopieën van stukken, per pagina:

 

1.11.12.2.1

voor de eerste pagina;

€ 0,80

1.11.12.2.2

voor elke volgende pagina;

€ 0,40

1.11.12.3

kopieën of lichtdrukken van kaarten of tekeningen, per m²;

€ 5,10

1.11.13

Het tarief bedraagt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een

andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, voor het verlenen van diensten, per kwartier.

€ 7,60

1.11.14

Gereserveerd

 

1.11.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van aanstellingspassen voor verkeersregelaars door de evenementenorganisatie, per pas;

met een maximum van € 50,00 per jaar per organisatie.

€ 11,25

1.11.16

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:84 tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid, anders dan als bedoeld in de wet op de Kansspelen

€ 398,90

1.11.17

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunningaanvraag voor een collecte.

Nihil

Hoofdstuk 2

Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

 

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

 

Artikel 2.1

Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

5.

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit:

 

 

Uitgangspunt zijn de in de aanvraag opgenomen bouwkosten. De gemeente kan een controleberekening uitvoeren. Indien uit deze berekening blijkt dat de bouwkosten meer dan 10% afwijken van de normkosten vindt er een ambtshalve aanpassing van de bouwkosten plaats. Voor de berekening van de normkosten worden als leidraad gehanteerd de meest recente uitgaven van “Cobouw Bouwkosten Taxatieboekje (Her)bouwkosten bedrijfspanden” en “Cobouw Bouwkosten Taxatieboekje (Her)bouwkosten) woningen”. Deze boekjes liggen ter inzage in het Stadskantoor, Markt 33, gedurende de openingstijden.

 

Artikel 2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

omgevingsoverleg;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3

Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2

Voorfase

 

Artikel 2.4

Omgevingsoverleg

 

1.

Informatieverzoek

 

 

Een oriënterend overleg tussen een initiatiefnemer van een bouw- en/of ruimtelijk plan en gemeente waarin (algemene) informatie aan elkaar wordt uitgewisseld en geen formele toetsing wordt gedaan of formeel standpunt wordt ingenomen. Voor het behandelen van een informatieverzoek, het uitwisselen van (algemene) informatie, worden geen leges gevraagd.

 

2.

Vooroverleg/vergunningcheck

 

 

Het overleg tussen een initiatiefnemer van een bouw- en/of ruimtelijk plan en de gemeente, voorafgaand aan het indienen van een concreet (bouw)plan. Onderdelen van het planvoornemen en eventueel benodigde onderzoeken en aandachtspunten worden besproken om uiteindelijk de omgevingsvergunningprocedure soepeler te laten verlopen. Voor een vooroverleg dient de initiatiefnemer te betalen een tarief van:

€ 55,00

3.

Omgevingsoverleg/principeverzoek

 

 

De initiatiefnemer van een bouw- en/of ruimtelijk plan kan de haalbaarheid van het (bouw)plan vooraf laten beoordelen door de gemeente voordat een omgevingsvergunningprocedure wordt opgestart. Meestal gebeurt dit wanneer het (bouw)plan in strijd is met het rechtsgeldige omgevingsplan en een wijziging of afwijking van het omgevingsplan nodig is. Het is noodzakelijk dat het schetsplan dan in concept, bij voorkeur met een ingevuld intakeformulier, wordt voorgelegd. Op verzoek van de initiatiefnemer kan de gemeente een ambtelijk advies (onder voorwaarden) verlenen en duidelijkheid geven over de planologische haalbaarheid van het plan. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag, die betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving dient alvorens het verzoek in behandeling wordt genomen betaald te worden een tarief van:

€ 210,00

4.

Omgevingsoverleg omgevingsplanactiviteit milieubelastende activiteit.

€1.776,00

Paragraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

Artikel 2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 25.000:

3%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 175,00

b.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000:

3%

 

van de bouwkosten;

 

c.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 200.000:

3%

 

van de bouwkosten;

 

d.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 2.500.000:

3%

 

van de bouwkosten;

 

e.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000:

3%

 

van de bouwkosten, met een maximum van;

€ 750.000,00

f.

Indien het bouwen betreft een airco-installatie/airco-unit bij of aan een woning:

€ 75,00

Artikel 2.6

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het (te bouwen) bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 450,00

 

1. als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met:

€ 75,00

 

2. als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 600,00

 

3. als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:

-

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 450,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 900,00

d.

Het onder a, b of c vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering.

PM

Artikel 2.7

Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 450,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 450,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 900,00

 

Het onder a, b of c vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering.

PM

Paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Artikel 2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 1 van de Gemeentelijke Monumentenverordening 2004 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 

 

1. voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 450,00

 

2. voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 450,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

 

 

1. voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 450,00

 

2. voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 450,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

 

1. voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 900,00

 

2. voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 900,00

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 200,00

3.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Gemeentelijke Monumentenverordening 2004 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

 

 

a.     als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

 

 

b.     als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop, voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

 

Het onder a, b of c vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering.

PM

4.

Omgevingsplanactiviteit betreffende verduurzaming monument of aanbrengen zonnepanelen op monument.

€ 75,00

Artikel 2.9

Rijksmonumentenactiviteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 450,00

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 450,00

 

Het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering.

PM

Artikel 2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel9 van de Gemeentelijke Monumentenverordening 2004 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 450,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 450,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 900,00

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

 

Het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering.

PM

Artikel 2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 450,00

 

Het onder a of b vermelde bedrag wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering.

PM

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

 

Artikel 2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

regulier:

€ 2.997,00

b.

complex:

€ 7.992.00

Artikel 2.13

Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

regulier:

€ 2.997,00

b.

complex:

€ 7.992.00

Artikel 2.14

Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

regulier:

€ 2.997,00

b.

complex:

€ 7.992.00

Artikel 2.15

Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

regulier:

€ 2.997,00

b.

complex:

€ 7.992.00

Artikel 2.17

Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

regulier:

€ 2.997,00

b.

complex:

€ 7.992.00

Artikel 2.18

Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

regulier:

€ 2.997,00

b.

complex:

€ 7.992.00

Artikel 2.19

Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

regulier:

€ 2.997,00

b.

complex:

€ 7.992.00

Artikel 2.20

Samenloop van milieubelastende activiteiten

 

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

 

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 2.6

Lozingsactiviteiten

 

Artikel 2.21

Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 450,00

Artikel 2.22

Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 450,00

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

 

Artikel 2.23

Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 450,00

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 450,00

3.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met [normwaarde archeologische verwachtingswaarde OF archeologische verwachtingen], als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 450,00

4.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 450,00

5.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 450,00

6.

De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:

€ 450,00

Artikel 2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

a. aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

b. indrijven van voorwerpen,

c. ophogen van de grond, of

d. verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel […] van het omgevingsplan:

€ 450,00

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 900,00

Artikel 2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 450,00

 

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 900,00

Artikel 2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

 

(regeling in de Algemene plaatselijke verordening; overgangsrecht Omgevingswet)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel [2:11] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 450,00

Artikel 2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

 

Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening/overgangsrecht Omgevingswet)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel [2:12] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

  • Omgevingsvergunning tarief:

€ 250,00

 

  • Indien van toeppassing, aanleg inrit door gemeente per strekkende meter:

€ 70,00

Artikel 2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 450,00

 

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 450,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 900,00

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

 

Artikel 2.29

Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

 

 

(regeling in Algemene plaatselijke verordening; overgangsrecht Omgevingswet)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het in, op of aan een onroerende zaak hebben van een alarminstallatie die een voor de omgeving opvallend geluid of lichtsignaal kan produceren, bedoeld in artikel 4:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 27,00

Artikel 2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

 

(regeling in de Algemene plaatselijke verordening/overgangsrecht Omgevingswet)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in een provinciale verordening of de Bomenverordening Kerkrade 2012 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 75,00

Artikel 2.31

Omgevingsplanactiviteit: reclame

 

 

(regeling in de Algemene plaatselijke verordening/overgangsrecht Omgevingswet)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 120,00

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 120,00

Artikel 2.32

Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg]

 

 

(regeling in de Algemene plaatselijke verordening/overgangsrecht Omgevingswet)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel [2:10] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan of uitstallen van roerende zaken,:

€ 98,00

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak inzamelen en transporteren van grote bedrijfsmatige afvalstromen in een daarvoor bestemde afzetcontainer:

€ 25,70

 

  • 1.

    Losse vergunning

€ 58,20

 

  • 2.

    Jaarvergunning

 

c.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar plaatsen van een terras, zoals bedoeld in artikel 2:23, tweede lid van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 310,00

d.

als de activiteit bestaat uit het aanbrengen van een makelaarsbord op gemeentegrond, zoals bedoeld in artikel 4:12 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 337,30

Artikel 2.32

Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

 

 

(regeling in de Algemene plaatselijke verordening aangehaakt bij omgevingsvergunning/overgangsrecht Omgevingswet)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel [5:18] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, met inachtneming van de volgende looptijden:

 

a.

1 maand

€ 47,00

b.

1 kwartaal

€ 115,00

c.

1 jaar

€ 230,00

Artikel 2.34

Andere activiteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 450,00

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

1. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 450,00

 

2. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 900,00

 

3. voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 450,00

Paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften

 

Artikel 2.35

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 75,00

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 75,00

Artikel 2.36

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

 

a. één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.998,00

 

b. twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.998,00

 

c. vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.998,00

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft

€ 1.998,00

Artikel 2.37

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 75,00

Paragraaf 2.10

Gelijkwaardigheid

 

Artikel 2.38

Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 120,00

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 120,00

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 120,00

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 120,00

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

3.

De op grond van dit artikel verschuldigde leges wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

 

Artikel 2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 75,00

Artikel 2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

 

 

oor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 450,00

Artikel 2.42

Intrekken omgevingsvergunning

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning

 

a.

een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 75,00

b.

een omgevingsvergunning milieu, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 1.887,00

2.

Indien het Milieu betreft wordt het vermelde bedrag verhoogd met de kosten, die de RUDZL (zie bijlage II bij deze tarieventabel) en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.43

Beoordeling aanvullende gegevens

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel bin behandeling is genomen:

€ 120,00

Artikel 2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Artikel 2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

 

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de buitenplanse omgevingsactiviteit of -activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

€ 900,00

Artikel 2.46

Niet genoemd besluit op aanvraag

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 450,00

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

 

Artikel 2.47

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10%

Artikel 2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 4.995,00

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 900,00

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 900,00

Artikel 2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 120,00

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 120,00

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 120,00

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 120,00

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 120,00

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 120,00

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 120,00

 

De op grond van dit artikel verschuldigde leges wordt verhoogd met de kosten, die de RUDZL en/of een andere dienst in rekening brengt voor de advisering

PM

Artikel 2.50

Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 900,00

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit Monumenten en Cultuurhistorie (RKMC)] dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

€ 75,00

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit Monumenten en Cultuurhistorie (RKMC)] in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:

€ 100,00

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51

Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13

Vermindering

 

Artikel 2.52

Vermindering na omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

100%

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

c. binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

Artikel 2.53

Vermindering bij meervoudige aanvraag

 

 

Dit artikel is vervangen door artikel 2.5 van deze verordening

 

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

 

Artikel 2.54

Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

85%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.55

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

85%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen [zes] weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.59

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.60

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 25,00 wordt niet teruggegeven.

 

Titel 3

Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

 

Hst 1

Horeca

 

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van een vergunning of ontheffing of een andere beschikking voor zover daarvan in het vervolg van deze tabel niet van afgeweken wordt.

€ 26,10

3.1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

3.1.2.2

een aanvraag voor de afgifte van een vergunning ingevolge artikel 3 Alcoholwet;

€ 398,90

3.1.2.3

een aanvraag voor de afgifte van een vergunning ingevolge artikel 3 Alcoholwet, waarbij slechts sprake is van een wijziging in de persoon van de leidinggevende, zonder dat de inrichting en/of de persoon van de ondernemer wijzigt;

€ 110,45

3.1.3

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet;

€ 110,45

3.1.4

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet;

€ 45,55

3.1.5

een verzoek van de ondernemer tot intrekking van de vergunning;

€ 38,95

3.1.6

een vergunning ex artikel 2:44 van de Algemene plaatselijke verordening voor het plaatsen/exploiteren van een terras op de openbare weg of vandaar waarneembaar (terrasvergunning) voor onbepaalde tijd;

€ 309,55

3.1.7

een vergunning als bedoeld in artikel 2:36 van de Algemene plaatselijke verordening voor het exploiteren van een alcoholvrij horecabedrijf;

€ 398,90

3.1.7.1

een vergunning ingevolge artikel 2:36 van de Algemene plaatselijke verordening voor het exploiteren van een alcoholvrij horecabedrijf, waarbij slechts sprake is van een wijziging in de persoon van de leidinggevende, zonder dat de inrichting en/of de ondernemer wijzigt;

€ 110,45

3.1.7.2

een verzoek van de ondernemer tot intrekking van de vergunning.

€ 38,95

3.1.7.3.

een vrijstelling van het verbod ex artikel 2:36

€ 38,95

 

 

 

Hst 2

Organiseren evenementen of markten

 

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van een vergunning of ontheffing of een andere beschikking voor zover daarvan in het vervolg van deze tabel niet van afgeweken wordt.

€ 26,10

3.2.2

Meldingsplichtig A-evenement: evenement dat volgens de criteria van artikel 2:24, lid 3 Algemene plaatselijke verordening Kerkrade uitsluitend meldingsplicht is

 

3.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

3.2.3.1

Vergunningsplichtig A-evenement, waarbij operationele voorbereiding en uitvoering door OOV-diensten niet noodzakelijk wordt geacht. Evenement met laag risico, beperkte impact op omgeving en verkeer, veelal minder dan 5.000 bezoekers

€ 38,25

3.2.3.2

B-evenement, waarbij operationele voorbereiding en uitvoering door een of meerdere OOV-diensten voorstelbaar wordt geacht. Evenement heeft een gemiddeld risico met een grote impact op de directe omgeving en/of gevolgen voor het verkeer, veelal met 5.000 tot 10.000 bezoekers

€ 117,95

3.2.3.3

C-evenement, waarbij operationele voorbereiding en uitvoering door een of meerdere OOV-diensten noodzakelijk wordt geacht. Evenement met hoog risico met een grote impact op de stad en/of regionale gevolgen voor verkeer, veelal met meer dan 10.000 bezoekers.

€ 235,70

3.2.3.4

Gereserveerd

 

3.2.3.5

een vergunning voor het houden van een activiteit in een horecabedrijf

 

 

a) geldig per dag;

€ 26,00

 

b) geldig voor een kalenderjaar;

€ 104,45

3.2.4

een ontheffing zoals benoemd in artikel 2:9 van de Algemene plaatselijke verordening voor het optreden als straatartiest, geldig voor een periode:

 

 

a) korter dan een maand;

€ 45,55

 

b) langer dan een maand.

€ 115,60

 

 

 

Hst 3

Prostitutiebedrijven

 

3.3

Een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening voor het exploiteren van een seksinrichting/escortbedrijf:

 

 

a) indien het een seksinrichting betreft;

€ 716,80

 

b) indien het een escortbedrijf betreft;

€ 398,90

 

c) indien het enige andere vormen betreft van het verrichten van enige seksuele handelingen tegen vergoeding.

€ 398,90

3.3.1

Een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening voor het exploiteren van een seksinrichting/escortbedrijf waarbij slechts sprake is van een wijziging in de persoon van de leidinggevende, zonder dat de inrichting en/of ondernemer wijzigt.

€ 110,45

3.3.2

Een verzoek van de ondernemer tot intrekking of wijziging van de vergunning.

€ 38,90

 

 

 

Hst 4

Marktstandplaatsen

 

3.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van een vergunning of ontheffing of een andere beschikking voor zover daarvan in het vervolg van deze tabel niet van afgeweken wordt.

€ 26,50

3.4.2

 

Een aanvraag om een vergunning ingevolge de Marktverordening voor het innemen van een vaste standplaats op een weekmarkt.

€ 45,45

Hst 5

Winkeltijdenwet

 

3.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van een vrijstelling of ontheffing ingevolge of krachtens de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet.

€ 45,45

Hst 6

Bedrijfsmatige activiteiten

 

3.6.1

Een vergunning als bedoeld in artikel 2:56 van de Algemene plaatselijke verordening voor het uitoefenen van een bedrijf in een door de burgemeester aangewezen gebouw of gebied, of een door de burgemeester aangewezen bedrijfsmatige activiteit, voor zover dit valt binnen het bereik van de Europese Dienstenrichtlijn.

€ 398,90