Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 12 december 2023, nr UTSP-1706958736-170, tot vaststelling van de Beleidsregel Evenementen en Wegwedstrijden provincie Utrecht 2023 (Beleidsregel Evenementen en Wegwedstrijden provincie Utrecht 2023)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBesluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 12 december 2023, nr UTSP-1706958736-170, tot vaststelling van de Beleidsregel Evenementen en Wegwedstrijden provincie Utrecht 2023 (Beleidsregel Evenementen en Wegwedstrijden provincie Utrecht 2023)
CiteertitelBeleidsregel Evenementen en Wegwedstrijden provincie Utrecht 2023
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels Evenementen en Wegwedstrijden 2021.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 10 van de Wegenverkeerswet 1994
  3. artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994
  4. artikel 150 van de Wegenverkeerswet 1994
  5. artikel 151 van de Wegenverkeerswet 1994
  6. Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)
  7. Omgevingsverordening 2022
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

12-12-2023

prb-2023-15777

UTSP-1706958736-139

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 12 december 2023, nr UTSP-1706958736-170, tot vaststelling van de Beleidsregel Evenementen en Wegwedstrijden provincie Utrecht 2023 (Beleidsregel Evenementen en Wegwedstrijden provincie Utrecht 2023)

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

 

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en op de artikelen 4.5 en 4.9 en sub paragraaf 4.2.3.6 van de Omgevingsverordening 2022, de artikelen 10 (verbod), 148 (mogelijk ontheffing verbod), 150 (mogelijkheid beperken ontheffing of stellen voorschriften) en 151 (bij AmvB vaststellen kosten behandelen aanvraag in rekening brengen) van de Wegenverkeerswet 1994 en de artikelen van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

 

Overwegende dat:

  • Het wenselijk is de regels ten aanzien van het houden van een evenement in het Beperkingengebied beheer provinciale wegen of daarbuiten, waarbij maatregelen nodig zijn om de doorstroming van het verkeer en de (verkeers-)veiligheid te borgen in het beperkingengebied zoals opgenomen in de Omgevingsverordening provincie Utrecht 2022 verder vorm te geven in beleidsregels;

  • Het wenselijk is om beleidsregels t.a.v. het houden van een wegwedstrijd in de zin van de Wegenverkeerswet 1994 en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 vast te stellen.

Besluiten de volgende beleidsregel vast te stellen:

 

I. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Aandachtsgebied stiltegebied: het gebied zoals bedoeld in artikel 9.25 Omgevingsverordening provincie Utrecht;

  • b.

    CROW-module verkeer bij evenementen: online publicatie verkeer bij evenementen, zoals opgenomen in de Online Kennismodule Verkeersmanagement van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de grond-, water-, wegenbouw en verkeerstechniek (CROW).

  • c.

    Evenement: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak;

  • d.

    Evenemententerrein: het volledige grondgebied waarop het evenement zal plaats vinden, zowel op de weg als elders;

  • e.

    Evenementenverkeersregelaar: De evenementenverkeersregelaar is een vrijwilliger die een eenmalige instructie heeft gevolgd om alleen eenvoudige verkeer regelende taken zoals het geven van een stopteken uit te voeren

  • f.

    Omstander: iemand die in de buurt is bij een onverwachte gebeurtenis op straat dan wel in de openbare ruimte

  • g.

    Provinciale weg: een weg in beheer bij de provincie Utrecht;

  • h.

    Stiltegebied: het gebied zoals bedoeld in artikel 9.25 Omgevingsverordening provincie Utrecht. Dit gebied omvat zowel het stiltegebied zelf als het direct daarbuiten gelegen aandachtsgebied;

  • i.

    U-route: uitwijkroute (met U-nummer), dat wil zeggen een permanente omleidingsroute voor het geval snelwegen worden afgesloten door langdurige blokkades als gevolg van ongevallen; deze uitwijkroutes zijn door RWS vastgelegd;

  • j.

    Voertuig: een voertuig zoals bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • k.

    Wegwedstrijd: een wedstrijd op de weg met voertuigen zoals bedoeld in artikel 10 van de Wegenverkeerswet.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze beleidsregel is van toepassing op de afhandeling van aanvragen voor vergunningen en ontheffingen voor:

    • a)

      Evenementen op of langs provinciale wegen waarbij de doorstroming van het verkeer op een provinciale weg wordt belemmerd en/of de verkeersveiligheid op de provinciale weg in gevaar wordt gebracht;

    • b)

      Wegwedstrijden op provinciale wegen of andere wegen binnen de provincie Utrecht, uitgezonderd rijkswegen en wegen die alle zijn gelegen binnen één gemeente.

  • 2.

    Alles wat in de volgende artikelen van deze beleidsregel is vastgelegd met betrekking tot een vergunning voor een evenement is van overeenkomstige toepassing op een ontheffing voor een wegwedstrijd.

II. Voorbereiding van het besluit

Artikel 3 Benodigde informatie

Het besluit op de aanvraag om vergunning/ontheffing wordt gebaseerd op de door de aanvrager te verstrekken informatie zoals bedoeld in paragraaf 4.2.3.6 Activiteiten evenement van de Omgevingsverordening provincie Utrecht.

Artikel 4 Advies van derden

  • 1.

    Als een evenement (mede) plaatsvindt op een weg die in beheer is bij een andere wegbeheerder, wordt deze wegbeheerder om advies gevraagd.

  • 2.

    De politie en hulpdiensten worden om advies gevraagd, als dit wenselijk is gezien de aard of omvang van het evenement.

III. Beoordeling van de aanvraag om vergunning/ontheffing

Artikel 5 Toetsingsgronden

Een vergunning/ontheffing wordt alleen verleend als wordt voldaan aan de bepalingen van paragraaf 4.2.3.6 (Activiteiten evenement) van de Omgevingsverordening provincie Utrecht (verder OVG) en aan alle hierna genoemde aanvullende voorwaarden:

  • 1)

    Door het beoogde gebruik van de weg ontstaat geen onherstelbare of ernstige schade aan de weg.

  • 2)

    Het evenement veroorzaakt geen ernstige risico’s en hinder voor het reguliere verkeer. Bij deze beoordeling worden in ieder geval betrokken:

    • a)

      Is een alternatieve route of locatie mogelijk?

    • b)

      Welke provinciale wegen zijn betrokken bij het evenement en op welke wijze? Hierbij gaat het om:

      • i)

        De intensiteit, capaciteit en functie van de weg;

      • ii)

        Het soort gebruik: betreft het een route of plaatsgebonden evenement;

      • iii)

        Vindt het evenement binnen of buiten de bebouwde kom plaats;

      • iv)

        Kruisen of volgen van de provinciale weg;

      • v)

        Gehele of gedeeltelijke afsluiting van de provinciale weg;

      • vi)

        Gebruik van de hoofdrijbaan (enkel of dubbelbaans), parallelweg of provinciaal fietspad.

    • c)

      Wat is het verwachte aantal bezoekers en deelnemers en wat is het effect daarvan op het verkeer? Zijn de gevolgen voor de verkeersveiligheid van weggebruikers, deelnemers en bezoekers acceptabel?

    • d)

      Wat is de toename van de verkeersdruk als gevolg van het evenement? Hierbij gaat het om:

      • i)

        De tijdsduur dat de doorstroming van het verkeer wordt belemmerd;

      • ii)

        De hoeveelheid verkeer dat wordt gehinderd;

      • iii)

        De extra reistijd voor het verkeer op het (omringend) wegennet;

      • iv)

        De hinder door de druk die het evenement legt op de parkeercapaciteit op of bij de weg;

      • v)

        Wegwerkzaamheden in de buurt of regio waarmee rekening moet worden gehouden;

      • vi)

        Extra drukte op de weg door feestdagen waarmee rekening moet worden gehouden.

    • e)

      Zijn gemeenten en andere wegbeheerders akkoord, voor zover nodig?

  • 3)

    Het verkeersmaatregelenplan voldoet aan de volgende eisen:

    • a)

      Er is een gelijkwaardige en veilige omleidingsroute, voor zover nodig;

    • b)

      Er worden geen U-routes (uitwijkroutes, U nummer) afgesloten;

    • c)

      De aanrijtijden van de hulpdiensten worden gegarandeerd;

    • d)

      De te nemen verkeersmaatregelen zijn conform de toepasselijke CROW- richtlijnen/modules 96b en de online publicatie Verkeer bij evenementen als opgenomen in de online kennismodule Verkeersmanagement van het CROW.

    • e)

      Eventueel in te zetten verkeersregelaars zijn beroepsverkeersregelaars en bevoegd op grond van de Regeling Verkeersregelaars 2009. Evenementenverkeersregelaars mogen niet worden ingezet op de hoofdrijbaan van de provinciale weg;

    • f)

      Het overige verkeer mag niet door het evenement of de wegwedstrijd worden opgehouden of gehinderd, tenzij dit gebeurt op aanwijzing van een verkeersregelaar. Een eventueel oponthoud mag dan niet langer duren dan 10 minuten.

    • g)

      De dienstregeling van het openbaar vervoer is gegarandeerd;

    • h)

      De politie en hulpdiensten zijn akkoord. Er is politiebegeleiding of begeleiding van hulpdiensten bij het evenement aanwezig, voor zover noodzakelijk;

    • i)

      Het voorstel (de melding) voor het plaatsen van tijdelijke bebording in verband met het evenement is akkoord bevonden door het bevoegd gezag.

  • 4)

    Het evenement veroorzaakt naar oordeel van de provincie geen ernstige of onacceptabele hinder voor omwonenden. Bij deze beoordeling worden in ieder geval betrokken:

    • a)

      Is er sprake van een bestaand evenement;

    • b)

      Aard, locatie en omvang van het evenement

    • c)

      Het effect van het verwachte aantal bezoekers en deelnemers voor de omwonenden;

    • d)

      De tijdsduur, het tijdvak en de dag(en) waarop het evenement plaatsvindt;

    • e)

      Het draagvlak bij de omwonenden en bij de bevolking;

    • f)

      Het economisch en recreatief belang;

    • g)

      Trekt het evenement andere evenementen aan?

  • 5)

    Het evenement veroorzaakt geen onacceptabele verstoring of aantasting van de fysieke leefomgeving. Bij deze beoordeling worden in ieder geval betrokken:

    • a)

      Alle benodigde toestemmingen en vergunningen op grond van andere wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving zijn verleend;

    • b)

      Het evenement vindt niet plaats in natuur- en stilte gebieden. Dit geldt ook voor de eventuele omleidingsroutes voor het evenement. Activiteiten binnen het aandachtsgebied zijn alleen toegestaan als wordt voldaan aan de afdeling 9.4 van de Omgevingsverordening

Artikel 6 Extra toetsingsgronden wegwedstrijden

Een ontheffing voor een wegwedstrijd wordt alleen verleend als wordt voldaan aan de toetsingsgronden van artikel 5 en aan alle hierna genoemde voorwaarden:

  • a.

    De doelstellingen genoemd in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994;

  • b.

    Het bepaalde in artikel 148, lid 2 van de Wegenverkeerswet 1994, te weten een afschrift van de verzekeringspolis overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen die de schade dekt waartoe het gebruik van motorrijtuigen tijdens de wedstrijd aanleiding kan geven. De verzekering dient mede de aansprakelijkheid te dekken van degenen die de wedstrijd organiseren;

  • c.

    Het betreft geen wegwedstrijd met motorvoertuigen waarbij uitsluitend snelheid het criterium is om de wedstrijd te kunnen winnen.

Artikel 7 Kleine evenementen

  • 1.

    Een vergunning wordt in ieder geval verleend, als wordt voldaan aan alle volgende voorwaarden:

    • a)

      Het evenement betreft geen wegwedstrijd;

    • b)

      Het evenement is niet gericht op het vermaak van omstanders;

    • c)

      Het evenement betreft geen optocht van tractors, praalwagens of vergelijkbare langzaam rijdende voertuigen;

    • d)

      Bij het evenement zijn maximaal 150 deelnemers of andere tot de organisatie behorende personen aanwezig;

    • e)

      Het evenement vindt plaats tussen een half uur na zonsopgang en een half uur voor zonsondergang;

    • f)

      Voor de deelnemers aan het evenement gelden de reguliere verkeersregels;

    • g)

      Er worden geen verkeersmaatregelen getroffen en ingevolge de CROW- model verkeer bij evenementen zijn deze ook niet nodig;

    • h)

      Er worden geen verkeersregelaars ingezet om het verkeer op de provinciale weg te regelen;

    • i)

      Er worden geen objecten aangebracht op de weg of aan andere eigendommen van de provincie, zoals het wegmeubilair. Alleen het plaatsen van routebebording is toegestaan;

    • j)

      Er worden geen markeringen, in welke vorm dan ook, aangebracht op de provinciale weg;

    • k)

      Er ontstaat geen voorzienbare schade aan de weg, de bermen of het wegmeubilair

IV. Aan de vergunning / ontheffing te verbinden voorschriften

Artikel 8 Voorschriften

  • 1.

    Aan een vergunning / ontheffing worden in ieder geval l de voorschriften als genoemd in bijlage 1 verbonden.

  • 2.

    Naast de in bijlage 1 genoemde voorschriften kunnen maatwerkvoorschriften aan een vergunning / ontheffing worden verbonden

Artikel 9 Intrekking vergunningen / ontheffingen voor onbepaalde tijd

Reeds verleende vergunningen / ontheffingen voor onbepaalde tijd voor terugkerende evenementen worden binnen een jaar na de inwerkingtreding van deze beleidsregel ingetrokken.

Artikel 10 Intrekken oude beleidsregels

Ingetrokken worden de beleidsregels Evenementen en Wegwedstrijden 2021 van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 30 maart 2021.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2024 of de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: ‘Beleidsregel Evenementen en Wegwedstrijden provincie Utrecht 2023’

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 12-12 2023

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter,

mr. J.H. Oosters

Secretaris,

mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen

Toelichting

Algemeen

 

Aanleiding

Naast het doel waarvoor wegen zijn aangelegd (verkeersfunctie) worden deze ook gebruikt voor evenementen en wegwedstrijden. Evenementen en wegwedstrijden beïnvloeden de doorstroomfunctie van de weg en beperken de bereikbaarheid voor aanwonenden en van gebieden. Ook kunnen evenementen en wegwedstrijden leiden tot afwijkend verkeersgedrag en conflicten, waardoor de verkeersveiligheid vermindert. Vanuit het verkeersbelang dienen evenementen en wegwedstrijden dan ook tot een minimum beperkt te worden. Daarnaast is het echter zo dat de provincie Utrecht het houden van evenementen en wegwedstrijden (met (inter-)nationale betekenis) binnen haar provincie wil stimuleren. In deze beleidsregels worden evenementen en wegwedstrijden dan ook toegestaan zolang de verkeersbelangen in voldoende mate gewaarborgd kunnen worden. Op deze wijze wordt recht gedaan aan beide in wezen tegengestelde belangen.

 

Regelgeving

Op wegwedstrijden is de verbodsbepaling uit artikel 10 van de Wegenverkeerwet 1994 van toepassing en op de overige evenementen is de verbodsbepaling uit artikel 4.39 van de Omgevingsverordening 2022 van toepassing. Ook evenementen die weliswaar niet plaatsvinden op de provinciale weg, maar die als gevolg van de omvang een dermate verkeer aantrekkende werking hebben dat de provincie maatregelen moet treffen ter bescherming van de verkeersveiligheid en de doorstroming op de weg vallen onder de werkingssfeer van artikel 4.39 van de Omgevingsverordening provincie Utrecht 2022. Mogelijk is ook een ontheffing op grond van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) nodig, indien bijvoorbeeld bij wielerwedstrijden door fietsers gebruikt gemaakt wordt van de hoofdrijbaan in plaats van het fietspad. Ook de plaatselijke APV kan op een evenement van toepassing zijn. De gemeente is hiervoor bevoegd gezag.

 

Toetsingskader

In de Omgevingsverordening 2022 is voor het verlenen of weigeren van een vergunning het volgende toetsingskader opgenomen:

 

Algemeen: paragraaf 4.2.1

Artikel 4.5 Oogmerk provinciale weg

  • 1.

    De regels in deze afdeling zijn gesteld met het oog op het behoeden van de staat en een doelmatige en veilige werking van een provinciale weg voor nadelige gevolgen van activiteiten op of rond die weg, waartoe ook het belang van verruiming of wijziging van die weg behoort.

  • 2.

    Taken en bevoegdheden op grond van deze afdeling kunnen ook worden uitgeoefend met het oog op de volgende belangen in het gebied waar de provinciale weg is gelegen:

    • a.

      het beschermen van landschappelijke en aardkundige waarden;

    • b.

      het beschermen van ecologische waarden en natuur;

    • c.

      het beschermen van cultuurhistorische en archeologische waarden; en

    • d.

      het beschermen van recreatieve en toeristische belangen.

Artikel 4.6 Aanwijzing beperkingengebied provinciale weg

Een beperkingengebied provinciale weg bestaat uit:

  • a.

    het Beperkingengebied bouwwerken provinciale weg;

  • b.

    het Beperkingengebied vrij zicht provinciale weg; en

  • c.

    het Beperkingengebied beheer provinciale weg.

Daarnaast bevat de Omgevingsverordening in paragraaf 4.2.3.6 een specifieke beoordelingsregel voor het al dan niet verlenen van een vergunning voor een evenement in de zin van de Omgevingsverordening:

 

Artikel 4.39 Omgevingsvergunning evenement

Het is verboden zonder omgevingsvergunning in het Beperkingengebied beheer provinciale weg een evenement te houden waarbij de doorstroming van het verkeer wordt belemmerd of de verkeersveiligheid op de provinciale weg in gevaar wordt gebracht.

 

Artikel 4.40 Beoordelingsregel omgevingsvergunning evenement

  • 1.

    Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een evenement wordt in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      een evenement onaanvaardbare verstoring van of schade aan natuur en landschap tot gevolg zou hebben;

    • b.

      de route van een evenement binnen het natuurnetwerk Nederland ligt;

    • c.

      een evenement plaatsvindt op dagen waarop door bijzondere gebeurtenissen of omstandigheden extra verkeersdrukte verwacht kan worden;

    • d.

      de bereikbaarheid van het verkeer, waaronder het openbaar vervoer en hulpdiensten, en de verkeersveiligheid onvoldoende geborgd zijn; of

    • e.

      de politie of hulpdiensten negatief adviseren over de gevolgen van het evenement voor het gebruik van en de veiligheid op de provinciale weg.

  • 2.

    Indien voor dezelfde datum meerdere evenementen aangevraagd worden die gelijktijdig plaatsvinden en die in verband met situering, schaalgrootte en verkeer aantrekkende werking niet gelijktijdig kunnen plaatsvinden geldt de volgende rangorde:

    • a.

      internationale evenementen;

    • b.

      nationale evenementen;

    • c.

      regionale evenementen;

    • d.

      lokale evenementen.

In artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 staat het volgende toetsingskader voor het verlenen en weigeren van een ontheffing:

 

  • a.

    het verzekeren van de veiligheid van de weg;

  • b.

    het beschermen van de weggebruikers en passagiers;

  • c.

    het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • d.

    het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

  • e.

    het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu als bedoeld in de Wet milieubeheer;

  • f.

    het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden.

Deze regels laten nog veel ruimte open. Zodoende bestaat er behoefte aan aanvullende beleidsregels die een nader toetsingskader geven. Een bijkomend voordeel is dat in het besluit tot vergunning/ ontheffing verlening voor een evenement of wegwedstrijd verwezen kan worden naar deze beleidsregels. Van het in de beleidsregels opgenomen beleid kan overigens wel door Gedeputeerde Staten worden afgeweken. In de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat dit mogelijk is in geval de beleidsregels voor een of meer belanghebbenden gevolgen zouden hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen (artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht). Natuurlijk dient een dergelijke afwijking goed te worden gemotiveerd in het besluit.

 

Wegwedstrijden

De verbodsbepaling van artikel 10 van de Wegenverkeerswet 1994 geldt slechts voor wegwedstrijden met voertuigen. Volgens de geldende jurisprudentie moet een ruime interpretatie aan het begrip ‘wedstrijd’ gegeven worden. Is sprake van een prestatie-element dan valt de tocht al snel onder de categorie wedstrijden. Zo is een tocht waarbij aan de deelnemers die de tocht uitrijden een beloning in het vooruitzicht wordt gesteld een wedstrijd. Hiervan is geen sprake meer indien iedereen, los van de prestatie, een herinnering krijgt. Volgens artikel 10, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 is naast een vergelijking van prestaties, ook bij het vaststellen van prestaties sprake van een wedstrijd. Is bijvoorbeeld van iedere deelnemer aan een fietstocht aan het einde van die tocht zijn eindtijd of zijn gemiddelde snelheid bekend , dan is er sprake van het vaststellen van een prestatie en dus van een wedstrijd.

 

Voor zogenaamde recreatieve toertochten is geen ontheffing op grond van de Wegenverkeerswet 1994 noodzakelijk. Voorwaarde is wel dat ieder prestatie- en/of wedstrijdelement ontbreekt. Zo zal bijvoorbeeld geen tijd mogen worden opgenomen, geen klassement mogen worden opgemaakt en geen prijsuitreiking mogen plaatsvinden. Voor deze recreatieve toertochten is vaak wel een vergunning op grond van de Omgevingsverordening 2022 noodzakelijk. In het kader van de handhaving van de beleidsregels wordt uitgegaan van de intentie die de organisatoren bij de wedstrijd hebben. Deze intentie bepaalt of er sprake is van een wedstrijd of van een recreatieve toertocht.

 

Gedeputeerde Staten geven in aanvulling op artikel 4.40 lid 3 van de Omgevingsverordening bij wielerwedstrijden voorrang aan wegwedstrijden met profrenners met licentie van de nationale wielerunies. Daarna volgen wegwedstrijden met amateurs met licentie. Daarna volgen wegwedstrijden waaraan geen licentiehouders deelnemen en daarna recreatieve toertochten e.d.

 

Bevoegdheidsverdeling

Slechts in uitzonderlijke gevallen zal een evenement of wegwedstrijd gebruik maken van wegen die in beheer van het Rijk zijn. Meestal worden de evenementen en wegwedstrijden verreden over gemeentelijke en provinciale wegen. Beperkt een wedstrijd zich tot het grondgebied van één gemeente dan hebben burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente ingevolge artikel 148, eerste lid, sub b, van de Wegenverkeerswet de taak ontheffing te verlenen en bij zogenaamde intergemeentelijke wegwedstrijden Gedeputeerde Staten van Utrecht. Als een wedstrijd gaat door twee gemeenten in verschillende provincies dan behandelen Gedeputeerde Staten van beide betrokken provincies de ontheffingsaanvraag.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel is een aantal begripsbepalingen opgenomen.

 

Voor de definitie van evenement wordt aangesloten bij de definitie die de meeste gemeenten hanteren, namelijk de definitie in de model-Algemene Plaatselijke Verordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

 

Er worden twee soorten evenementen onderscheiden:

  • Plaatsgebonden evenementen: evenementen die binnen een afgesloten evenemententerrein plaatsvinden. De provinciale weg valt dan geheel of gedeeltelijk binnen het evenemententerrein en wordt afgesloten voor het verkeer gedurende de duur van het evenement. Voorbeelden: braderieën, markten, kermissen e.d;

  • Route gebonden evenementen: evenementen die zich over de weg verplaatsen volgens een vooraf bepaalde route, waarbij de provinciale weg onderdeel uitmaakt van de route, maar niet gedurende de gehele duur van het evenement volledig is afgesloten voor het verkeer.

Plaatsgebonden evenementen spelen zich meestal binnen de bebouwde kom af.

Het merendeel van de verzoeken om vergunning / ontheffing betreft route gebonden evenementen (zoals recreatieve toertochten) en wegwedstrijden.

 

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze beleidsregel ziet dus op evenementen in de zin van de Omgevingsverordening en wegwedstrijden in de zin van de Wegenverkeerswet.

 

Artikel 3 Benodigde informatie

In de Omgevingsverordening staan de indieningsvereisten.

 

Artikel 4 Advies van derden

Als een wegwedstrijd plaats vindt op het grondgebied van meerdere gemeentes zijn Gedeputeerde Staten het bevoegd gezag, ook als de wegwedstrijd volledig plaats vindt op gemeentelijke wegen. Uiteraard vragen Gedeputeerde Staten de betrokken gemeentes om advies. Als een gemeente niet reageert, wordt ervan uitgegaan dat deze geen bezwaar heeft tegen de wegwedstrijd.

 

Overleg met de politie en hulpdiensten vindt meestal plaats in een overleg dat door de gemeente wordt geïnitieerd. Voor de meeste evenementen is, naast een vergunning of ontheffing voor het gebruik van de provinciale weg, een evenementenvergunning van de gemeente nodig. In de vergunningverlening door de gemeente spelen openbare orde en veiligheid een belangrijke rol Is voor een evenement reeds door de Gemeente een evenementenvergunning afgegeven, dan mag men ervan uitgaande dat politie en hulpdiensten zijn geïnformeerd en akkoord zijn.

 

Artikel 5 Toetsingsgronden

Het verbod van artikel 4.39 en 4.40 van de Omgevingsverordening provincie Utrecht 2023 dient met name de verkeersveiligheid, de doorstroming van het verkeer en het onderhoud van de weg. Hetzelfde geldt voor het verbod op wegwedstrijden, vastgelegd in de Wegenverkeerswet. Bij de beslissing over het al dan niet verlenen van een vergunning / ontheffing dienen verschillende belangen tegen elkaar afgewogen te worden. De gegeven toetsingsgronden zijn harde voorwaarden. Alleen als daaraan wordt voldaan, is er ruimte voor de afweging of de belangen die met het evenement zijn gemoeid, opwegen tegen de hinder die het evenement veroorzaakt voor het reguliere verkeer. Daarbij wordt met name gekeken naar het belang van het evenement voor de vrijetijdseconomie en het toerisme.

 

Lid 2

Bij de toetsingsgrond onder lid 2 speelt de functie en gebruik van de provinciale weg een grote rol. Hiertoe worden drie typen van wegen onderscheiden:

  • erftoegangswegen: weg bedoeld voor het toegankelijk maken van erven (binnen de bebouwde kom).

  • gebiedsontsluitingswegen: weg waarop het verkeer op de wegvakken kan stromen en op de kruispunten kan uitwisselen;

  • stroomwegen: weg bedoeld om een vlotte doorgang aan het verkeer te bieden.

Dit betekent dat op of langs stroomwegen en gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom evenementen en wegwedstrijden vaak alleen bij hoge uitzondering kunnen worden toegestaan, namelijk alleen indien een evenement of wegwedstrijd van grote (inter)nationale betekenis is en indien grote plaatselijke belangen in het geding zijn. Het evenement brengt door zijn uitstraling de naam van de provincie Utrecht landelijk/internationaal onder de aandacht. Onder grote plaatselijke belangen vallen niet alleen concrete financiële opbrengsten, maar ook zaken als uitstraling, toeristische relevantie en de uniekheid van een evenement of wegwedstrijd. Voorbeelden zijn doorgaande wielerwedstrijden, zoals de Ronde van Nederland en Olympia’s Tour. Naast de uitstraling en de grote belangen die met deze wegwedstrijden zijn gemoeid is er bovendien sprake van een kortstondige afsluiting van de provinciale weg.

 

Op of langs gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom kunnen evenementen en wegwedstrijden bij uitzondering worden toegestaan, indien een evenement of wegwedstrijd van (inter)nationale betekenis is, waarbij grote plaatselijke belangen in het geding zijn èn indien evenementen en wegwedstrijden met regionale betekenis reeds gedurende een reeks van jaren op een provinciale weg worden georganiseerd en toegestaan. De inrichting van de gebiedsontsluitingsweg, binnen de bebouwde kom, komt vaak dan nog niet overeen met de inrichting die bij deze functie hoort. Voorbeelden zijn het bloemencorso te Leersum en de Haantjesdag te Woudenberg. Dergelijke nieuwe evenementen worden niet meer toegestaan.

 

Op of langs erftoegangswegen kunnen evenementen en wegwedstrijden eigenlijk altijd worden toegestaan indien deze van regionale betekenis zijn en hiervoor een breed maatschappelijk draagvlak is. Een afsluiting levert meestal geen verkeerstechnische belemmeringen op.

 

De reden voor het strengere beleid op Stroomwegen en Gebiedsontsluitingswegen is de zwaarte van de verkeersfunctie die aan deze wegen worden toegekend. Het verkeer hoort op deze wegen, zo goed als mogelijk, veilig en vlot afgewikkeld te worden. In de praktijk blijkt het praktisch onmogelijk om een gelijkwaardige omleidingsroute in te stellen waarbij het verkeer veilig kan afwikkelen. Dit wordt mede veroorzaakt doordat veel wegen, die tijdens het te houden evenement of de te houden wegwedstrijd dienst kunnen doen als omleidingsroute, eigenlijk zijn ingericht voor een lokale verblijfsfunctie en daardoor ongeschikt zijn als onderdeel van een -zij het tijdelijke- doorgaande route.

 

Afsluiting van een weg ten behoeve van een evenement of wegwedstrijd kan in elk geval niet plaatsvinden, indien de verkeersveiligheid en/of doorstroming van het verkeer in het geding is, bijvoorbeeld als gevolg van tijdelijke situaties (werk in uitvoering) en als er geen redelijk alternatief is voor doorgaand verkeer, hulpverleningsdiensten of het openbaar vervoer.

 

Lid 3

“Verkeer bij evenementen” is een onderdeel van de kennismodule verkeersmanagement van het CROW. Dit onderdeel kan worden gehanteerd om de meest voorkomende standaardmaatregelen te kunnen bepalen en uit te werken ten behoeve van wegafsluitingen en omleidingen in het kader van evenementen en wegwedstrijden. Daarnaast komen ook maatregelen aan de orde ter afbakening en bescherming van een evenemententerrein dat op korte afstand naast de openbare weg ligt en maatregelen bij tijdelijke in- en uitritten en in- en uitvoegstroken.

 

Onder een gelijkwaardige en veilige omleidingsroute verstaan we ook een route met een beperkte omrijtijd, als indicatie houden we daarbij aan dat de rijtijd maximaal 125% van de oorspronkelijke rijtijd mag zijn. Ook mag er geen hinderlijk gebruik van sluiproutes ontstaan.

 

Gedeputeerde Staten zullen geen ontheffing verlenen voor wegwedstrijden waaraan de politie geen medewerking zal verlenen en deze medewerking wel noodzakelijk wordt geacht gezien de aard en/of omvang. Aangeraden wordt om al in vroegtijdig stadium met de politie contact hierover op te nemen. Deze weigeringsgrond ziet op de verkeersveiligheid.

 

Lid 4

Bij de beslissing tot al dan niet afsluiting worden uitdrukkelijk alle betrokken belangen meegewogen. Hieronder vallen zowel de belangen van de organisator van een evenement als die van omwonenden, ondernemers en/of andere instanties uit de betreffende staat en/of gebied.

 

Bij het economisch en recreatief belang is een van de vragen wat de uitstraling van het evenement is internationaal, nationaal, regionaal, lokaal? Is het evenement ten behoeve van een goed doel? Enz.

 

Lid 5

Steeds zal bekeken moeten worden of natuur en landschap het evenement of de wegwedstrijd toelaten. Overigens wordt overlast, hinder en schade bij route gebonden evenementen vaak niet veroorzaakt door de deelnemers zelf, maar meer door de toeschouwers (bij wedstrijden). Dat wordt in de afweging meegenomen.

 

artikel 6 Extra Toetsingsgronden wegwedstrijden

De in dit artikel vermelde weigeringsgrond onder sub a betreffen situaties waarin het verlenen van de ontheffing zou leiden tot een onevenredige aantasting van de door de Wegenverkeerswet 1994 behartigde belangen, zoals verkeersveiligheid, verkeersdoorstroming en milieu. Dus indien naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, de wegwedstrijd teveel hinder voor de overige verkeersdeelnemers veroorzaakt en verkeersveiligheid en -afwikkeling in het gedrang komen, zal niet tot ontheffing verlening worden overgegaan.

 

Ingevolge artikel 148 van de Wegenverkeerswet mogen Gedeputeerde Staten geen ontheffing verlenen, als de aanvrager niet kan aantonen dat hij een aansprakelijkheidsverzekering heeft gesloten.

Gedeputeerde Staten voeren het beleid geen ontheffing te verlenen voor wegwedstrijden met motorvoertuigen waarbij uitsluitend op snelheid wordt gereden. Daar zijn speciale circuits voor.

 

artikel 7 Kleine evenementen

Evenementen die voldoen aan de voorwaarden genoemd in dit artikel worden geacht een kleine impact te hebben. Daarom wordt voor dergelijke evenementen eigenlijk altijd vergunning verleend. Een evenement met een publiek aantrekkende werking heeft al snel een te grote impact. Het evenement mag daarom alleen gericht zijn op het vermaak van de deelnemers, niet op dat van omstanders. Optochten van tractoren en praalwagens voldoen in ieder geval niet aan die voorwaarde. Dat geldt echter ook voor andere activiteiten die (mede) bedoeld zijn de aandacht van omstanders te trekken. De voorwaarde dat voor de deelnemers de reguliere verkeersregels gelden, overlapt met de voorwaarde dat er geen verkeersmaatregelen worden getroffen. Het is bijvoorbeeld denkbaar dat bij een grote wielerwedstrijd fietsers gebruik mogen maken van de rijbaan. Bij een klein evenement, zoals een georganiseerde fietstocht, rijden de deelnemers gewoon op het fietspad en moeten zich aan de normale verkeersregels houden. Er is geen sprake van een klein evenement, als er objecten op de weg worden geplaatst of aan andere eigendommen van de provincie worden bevestigd. Tot de eigendommen van de provincie behoren de weg en alles wat daarbij hoort, zoals de vluchtheuvel, de berm, bomen in de berm en het wegmeubilair. Wegmeubilair is de verzamelnaam voor alle voorwerpen die bij de weg horen, zoals lantaarnpalen, verkeersborden, verkeerszuilen, afvalbakken, etc.

 

artikel 9 Intrekking vergunningen / ontheffingen voor onbepaalde tijd

Ontheffingen voor onbepaalde tijd voor terugkerende evenementen worden al jaren niet meer verleend. Een deel van de eerder verleende vergunningen/ontheffingen voor onbepaalde tijd is nog van kracht. Deze worden binnen een jaar na de inwerkingtreding van deze beleidsregel ingetrokken.

 

BIJLAGE 1  

 

ALGEMENE VOORSCHRIFTEN behorende bij door Gedeputeerde Staten van Utrecht krachtens de Omgevingsverordening Provincie Utrecht 2023 verleende vergunningen dan wel krachtens de Wegenverkeerswet 1994 verleende ontheffingen ten behoeve van evenementen en wegwedstrijden op of langs de provinciale weg in Utrecht.

  • 1.

    De toestemminghouder dient aan te tonen dat ten behoeve van het evenement wordt beschikt over de toestemming van andere betrokken wegbeheerders en dient daartoe zorg te dragen voor het tijdig verkrijgen van de benodigde toestemming van andere betrokken wegbeheerders.

  • 2.

    De toestemminghouder is verantwoordelijk voor het afstemmen met de bewoners, eigenaren, en dergelijke over de bereikbaarheid van de percelen die gelegen zijn aan / langs het parcours of evenemententerrein.

  • 3.

    De toestemming is alleen rechtsgeldig indien de besturen van de in de toestemming vermelde gemeenten een verklaring van geen bedenkingen hebben afgegeven voor de organisatie van het evenement of de wegwedstrijd.

  • 4.

    de toestemmminghouder voert het door de provincie goedgekeurde verkeersmaatregelenplan uit.

  • 5.

    Indien na ontvangst van de toestemming nog wijzigingen nodig zijn van de route of het tijdschema, licht de toestemminghouder zo spoedig mogelijk en tenminste vijf dagen vóór de dag waarop het evenement of de wegwedstrijd plaats heeft alle bij het evenement of de wegwedstrijd betrokken wegbeheerders alsmede de hulpdiensten in.

  • 6.

    Indien het evenement of de wegwedstrijd niet doorgaat, stelt de organisatie alle bij het evenement of de wegwedstrijd betrokken wegbeheerders en de hulpdiensten zo spoedig mogelijk en tenminste 24 uur vóór de dag waarop het evenement of de wegwedstrijd zou hebben plaatsgehad op de hoogte.

  • 7.

    De toestemminghouder, de deelnemers aan het evenement of de wegwedstrijd en de personen die voor regeling of controle werkzaam zijn, komen alle voorschriften en/of aanwijzingen na, welke in het belang van de veiligheid van het verkeer en het milieu door daartoe bevoegde ambtenaren in verband met het evenement of de wegwedstrijd worden gegeven.

  • 8.

    De deelnemers mogen door geen andere motorvoertuigen worden begeleid, voorafgegaan of gevolgd, dan door die van politie, organisatoren, verzorging en verslaggeving.

  • 9.

    Het overige verkeer mag niet door het evenement of de wegwedstrijd worden opgehouden of gehinderd, tenzij dit gebeurt op aanwijzing van een verkeersregelaar. Een eventueel oponthoud mag niet langer duren dan 10 minuten.

  • 10.

    Medewerkers van de organisatie die aanwijzingen geven aan het verkeer moeten zijn aangesteld als verkeersregelaar ingevolge de Regeling verkeersregelaars 2009. Tijdens de uitoefening van deze functie moet een hes of jas gedragen worden, die voldoet aan bijlage 2 van de Regeling verkeersregelaars 2009.

  • 11.

    De in de route aanwezige, uit verkeerstechnisch oogpunt, gevaarlijke punten moeten in overleg met de politie door de organisatoren van het evenement of de wegwedstrijd worden beveiligd.

  • 12.

    De te volgen route mag niet door het aanbrengen van tekens op het wegdek worden aangegeven.

  • 13.

    Benamingen van wegen en/of daarlangs gelegen percelen mogen niet worden gewijzigd of afgeplakt en wegen of weggedeelten mogen niet worden afgezet of anderszins afgesloten zonder dat daarvoor door de wegbeheerder vooraf schriftelijk toestemming is gegeven.

  • 14.

    Bij het door de organisatoren aanbrengen van oriëntatiepunten / controlemateriaal is het verwijderen of onzichtbaar maken van verkeerstekens, verkeersborden of andere aanduidingen verboden. Het plaatsen van oriëntatiepunten/controlemateriaal dient zodanig te geschieden dat het verkeer hierdoor niet in gevaar wordt gebracht. Gedurende de avond- en nachturen zijn controleposten binnen de bebouwde kom verboden.

  • 15.

    Gebruik van onverharde wegen of eigen wegen is slechts toegestaan indien hiertoe door de wegbeheerder/wegeigenaar toestemming is verleend.

  • 16.

    De toestemminghouder (organisatie) dient tijdig in overleg te treden met de politie inzake de beveiliging van de te volgen route.

  • 17.

    De bewegwijzering van de omleidingsroute moet tenminste twee weken voor de aanvangsdatum van het evenement of de wegwedstrijd ter vaststelling aan Gedeputeerde Staten worden voorgelegd.

  • 18.

    Routebebording dient te voldoen aan het bepaalde in de artikelen 4.42 tot en met 4.44 Omgevingsverordening.

  • 19.

    De te treffen verkeersmaatregelen worden tenminste twee weken voordat het evenement of de wegwedstrijd plaatsvindt door de toestemminghouder aan belanghebbenden bekendgemaakt.

  • 20.

    Het aanbrengen van oriëntatiepunten / controlemateriaal en het plaatsen van de omleidingsborden mag pas binnen 24 uur voor aanvang van het evenement of de wegwedstrijd plaatsvinden.

  • 21.

    De toestemminghouder draagt zorg voor voldoende parkeerfaciliteiten.

  • 22.

    In geval van een calamiteit moeten de hulpdiensten altijd toegang / doorgang hebben over het parcours of het evenemententerrein

  • 23.

    Na afloop van het evenement of wegwedstrijd dient de hele weg in oorspronkelijke staat en schoon achter gelaten te worden. Zwerfafval op de weg en in de bermen/sloten dient verwijderd te zijn. Indien dit niet het geval is zal de provincie op kosten van de toestemminghouder opdracht geven tot het in de in oorspronkelijke staat brengen van de weg en tot het schoonmaken van de weg inclusief de bermen en sloten.

    • a)

      Indien schade aan de rijbaan, de berm, het wegmeubilair e.d. is ontstaan moet de toestemminghouder de wegbeheerder hiervan direct op de hoogte stellen. De toestemminghouder neemt en betaalt alle noodzakelijke maatregelen om te voorkomen dat de provincie of anderen schade lijden door het evenement;

    • b)

      Alle extra kosten die gemaakt worden door de provincie, het openbaar vervoer en andere ondernemers ten gevolge van het evenement worden door de toestemminghouder vergoed;

  • 24.

    De toestemminghouder zorgt ervoor dat eventuele schade binnen een week na afloop van het evenement in overleg met de provincie wordt hersteld. Als de toestemminghouder deze verplichting niet nakomt, betaalt hij de kosten die de provincie maakt voor het herstellen van de schade.

  • 25.

    Organisatie en deelnemers dienen verzekerd te zijn tegen uit het evenement of de wegwedstrijd voortvloeiende risico’s ten aanzien van hun wettelijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden.

N.B. De vergunning/ ontheffing waarvan deze voorschriften deel uitmaken vrijwaart de toestemminghouder niet van aansprakelijkheid voor aan het evenement of de wegwedstrijd gerelateerde schades.