Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westervoort

Beleidsregels ten behoeve van vergunningvoorschriften exploitatievergunningen openbare inrichtingen en terrassen gemeente Westervoort 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWestervoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels ten behoeve van vergunningvoorschriften exploitatievergunningen openbare inrichtingen en terrassen gemeente Westervoort 2024
CiteertitelBeleidsregels exploitatievergunningen openbare inrichtingen en terrassen Gemeente Westervoort 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening Westervoort 2021

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2023nieuwe regeling

12-12-2023

gmb-2023-562593

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels ten behoeve van vergunningvoorschriften exploitatievergunningen openbare inrichtingen en terrassen gemeente Westervoort 2024

De burgemeester van de gemeente Westervoort;

 

gelezen het bepaalde in art. 2:28 van Algemene plaatselijke verordening gemeente Westervoort 2021;

 

overwegende dat het wenselijk is voorschriften te verbinden aan het verlenen van een exploitatievergunning voor een openbare inrichting en dat het doelmatig is om daartoe standaardvoorschriften vast te stellen.

 

besluit:

 

vast te stellen de

 

Beleidsregels ten behoeve van vergunningvoorschriften exploitatievergunningen openbare inrichtingen en terrassen gemeente Westervoort 2024;

Algemeen

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    APV: de Algemene plaatselijke verordening Westervoort 2021 en diens opvolger;

  • b.

    eilandterras: een terras dat, in de directe nabijheid van het pand, niet direct aan de gevel van het pand gesitueerd en is gelegen op een plein. Het terras is gescheiden van de gevel van het pand door bijvoorbeeld een fietspad, een rijbaan of looppad;

  • c.

    exploitatievergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 2:28 APV;

  • d.

    gevelterras: een terras dat direct (direct gevelterras), dan wel slechts gescheiden door een loopgedeelte (indirect gevelterras), voor de gevel van het bijbehorende (horeca)bedrijf gesitueerd is;

  • e.

    leidinggevende:

    • a.

      de natuurlijke persoon of de bestuurders van een rechtspersoon of hun gevolmachtigden, voor wiens rekening en risico de openbare inrichting wordt uitgeoefend;

    • b.

      de natuurlijke persoon, die algemene leiding geeft aan een onderneming, waarin de openbare inrichting wordt uitgeoefend;

    • c.

      de natuurlijke persoon, die onmiddellijke leiding geeft aan de uitoefening van openbare inrichting;

  • f.

    openbare inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 2:27 lid 1 sub c APV;

  • g.

    plein: onbebouwde openbare ruimte veelal omgeven door meerdere gebouwen en omringd door verkeersroutes;

  • h.

    terrasmeubilair: stoelen, banken, tafels, parasols, bloem- en plantenbakken, elektrische verlichting, verwarmingstoestellen, reclameborden, terrashaarden en terrasschermen;

  • i.

    vergunninghouder; definitie zoals opgenomen in artikel 2:27 lid 1 sub d APV.

Artikel 2 Vergunningsplicht

Voor het exploiteren van een openbare inrichting en één of meer bij de openbare inrichting behorende terrassen is op grond artikel 2:28 van de APV een vergunning vereist van de burgemeester. Indien voor de inrichting een exploitatievergunning (nodig) is, wordt het terras in deze vergunning ondergebracht.

Artikel 3 Vereisten aanvraag

Bij de aanvraag wordt in ieder geval bijgevoegd:

  • 1.

    Een situatietekening/plattegrond van het terras op schaal, met details als bomen, bebouwing (in de omgeving), eventuele omliggende terrassen, lichtmasten, parasols (incl. afmetingen), terrasschermen en locatieopslag.

  • 2.

    Kleurenfoto’s van het gewenste terrasmeubilair.

Artikel 4 Duur vergunning

  • 1.

    Een exploitatievergunning wordt verstrekt voor onbepaalde tijd, tenzij er sprake is van een schaarse vergunning.

  • 2.

    De exploitatievergunning wordt voor een termijn van maximaal zes jaar verleend als het een schaarse vergunning betreft.

  • 3.

    De exploitatievergunning is persoonsgebonden, locatie gebonden en is niet overdraagbaar.

  • 4.

    De exploitatievergunning is het gehele jaar geldig, met inachtneming van de bepalingen zoals opgenomen in deze beleidsregel.

Artikel 5 Verplichtingen vergunninghouder

  • 1.

    Bij wijziging van de persoon van de leidinggevende dient de exploitant dit binnen een week schriftelijk te melden aan de burgemeester. Een nieuwe leidinggevende mag de leiding in de openbare inrichting uitoefenen voor zover ten behoeve van deze persoon een bijschrijving op de vergunning is gevraagd, mits de ontvangst van die aanvraag is bevestigd, zolang nog niet op die aanvraag is beslist;

  • 2.

    De in het bedrijf werkzame personen dienen in het bezit te zijn van een geldige verblijfstitel op grond waarvan haar/zijn arbeid in Nederland is toegestaan;

  • 3.

    De exploitatievergunning, en in voorkomende gevallen een afschrift van de aanvraag en de ontvangstbevestiging, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, dienen in het bedrijf aanwezig te zijn en op eerste verzoek van een ambtenaar van politie of daartoe aangewezen toezichthouder ter plaatse ter hand te worden gesteld;

  • 4.

    Elke wijziging in de bedrijfsvoering van de openbare inrichting of van de exploitatievorm dient uiterlijk binnen een maand schriftelijk te worden gemeld aan de burgemeester.

Artikel 6 Openbare orde

  • 1.

    De exploitant is verplicht tot een zodanige exploitatie van het bedrijf dat geen bedreiging van de openbare orde of verstoring van het woon- en leefklimaat plaatsvindt;

  • 2.

    De leidinggevenden zijn verplicht er voortdurend op toe te zien dat er in het bedrijf geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten als genoemd in de Opiumwet;

  • 3.

    Het is verboden in het horecabedrijf middelen, als bedoeld in artikelen 2 en 3 van de Opiumwet (soft- en harddrugs) voorradig te hebben, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren of te vervaardigen alsmede te gedogen dat anderen de inrichting hiertoe gebruiken;

  • 4.

    In de openbare inrichting mogen zich geen personen ophouden, die in het bezit zijn van wapens zoals bedoeld in de Wet wapens en munitie;

  • 5.

    De vergunninghouder zorgt er voor dat bezoekers rustig de openbare inrichting verlaten en dat de sluiting van de openbare inrichting ordelijk verloopt. Hiertoe kan in de exploitatievergunning een uitstroomregeling worden opgenomen.

  • 6.

    In geval van ordeverstoring zijn de vergunninghouders en/of diegenen die namens hen optreden, ertoe gehouden degenen die de verstoring veroorzaken, tot orde en rust te manen. Als aan deze aanmaning geen gehoor wordt gegeven, dienen de vergunninghouders de politie daarvan onmiddellijk in kennis te stellen;

  • 7.

    De vergunninghouder moet op dagen dat het terras in gebruik is uiterlijk één uur na sluiting van het terras én op eerste aanzegging van een daartoe bevoegde ambtenaar, de in de nabijheid van het terras op de weg achtergebleven stoffen en/of voorwerpen, voor zover deze kennelijk uit de winkel of van het terras afkomstig zijn, verwijderen.

  • 8.

    Eventuele schade aan gemeentelijke eigendom(men) dient gemeld te worden bij de gemeente. Indien de schade ontstaan is als gevolg van de inrichting of het gebruik van het terras dienen de herstelkosten door vergunninghouder te worden vergoed aan de gemeente. Ook moet worden voorkomen dat de gemeente, dan wel derden, als gevolg van het gebruik van de vergunning schade lijden.

Artikel 7 Toezicht en handhaving

  • 1.

    Met toezicht en handhaving zijn belast de bij de burgemeester of bij het college van burgemeester en wethouders aangewezen personen.

  • 2.

    Alle aanwijzingen en bevelen gegeven door de toezichthouders, dan wel de politie, brandweer en andere (medische) hulpdiensten dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.

Artikel 8 Wijzigen voorwaarden en intrekking vergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6 van de APV, kan, wanneer de bescherming van de openbare orde en veiligheid en/of de aantasting van het woon- en/of leefklimaat in de directe omgeving van de openbare inrichting dit noodzakelijk maakt, de burgemeester met onmiddellijke ingang aanvullende voorschriften en/of beperkingen aan de exploitatievergunning verbinden danwel de opgelegde voorschriften en/of beperkingen met onmiddellijke ingang intrekken of wijzigen, danwel de exploitatievergunning geheel of gedeeltelijk intrekken.

Artikel 9 Bijzondere omstandigheden

De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden afwijken van deze beleidsregels.

Regels met betrekking tot terrassen

Artikel 10 Situering en locatie

  • 1.

    Gevelterrassen mogen uitsluitend worden geplaatst tegen de voor- en/of zijgevel van het horecabedrijf, ten behoeve waarvan het terras wordt geëxploiteerd. De breedte van een gevelterras mag niet meer bedragen dan de breedte van de voor- of zijgevel van het pand ten behoeve waarvan het terras wordt geëxploiteerd. De diepte van een gevelterras is afhankelijk van de beschikbare openbare ruimte. De exacte omvang en situering van het terras worden op de plattegrond bij de exploitatievergunning aangegeven.

  • 2.

    Een gevelterras wordt hetzij direct tegen de gevel geplaatst hetzij indirect tegen de gevel geplaatst waarbij het terras eerst gescheiden wordt door een doorgang. Het terras mag dan na die doorgang geplaatst worden. Een nieuw terras sluit in beginsel aan bij de situering van de naastgelegen terrassen. Doorgangen sluiten zo zoveel mogelijk op elkaar aan. Bij herinrichting van de openbare ruimte kan de burgemeester de plaats van de doorgangen bepalen. Doorgangen dienen te voldoen aan hetgeen in deze beleidsregels is bepaald.

  • 3.

    Een terras mag niet worden geplaatst direct voor de gevel van naastgelegen of aangrenzende panden.

  • 4.

    Een horecabedrijf mag, als de openbare ruimte dat toelaat, beschikken over zowel een gevelterras als een eilandterras.

  • 5.

    De gemeente brengt op de grond een markering aan om de begrenzing van de terrassen aan te geven. Terrasmeubilair mag niet buiten deze begrenzing worden geplaatst. De situatietekeningen die bij de vergunningen zijn gevoegd, zijn uiteindelijk altijd leidend wat betreft de begrenzingen van de terrassen.

  • 6.

    Er dient voldoende ruimte voor het (voetgangers) verkeer en hulpdiensten aanwezig te zijn. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten;

    • Er dient in beginsel een minimale doorgang van 1,8 meter breed aanwezig te zijn;

    • Deze breedte van 1.8 meter kan teruggebracht worden tot 1,5 meter indien de beschikbare ruimte niet voldoende is om een doorgang van 1,8 meter te realiseren. In dat geval rust er een extra zorgplicht op de ondernemer om de doorgang vrij te houden van belemmeringen;

    • Het terras mag de loopruimte van mensen met een fysieke beperking niet doorkruisen;

    • Voor hulpdiensten dient een doorrijroute van minimaal 4,5 meter breed aanwezig te zijn tenzij in de vergunning een andere minimale doorgang is opgenomen;

    • In drukke winkelstraten kunnen bredere doorgangen vereist zijn;

    • Voetgangersoversteekplaatsen en kruisingen moeten vrij, benaderbaar en zichtbaar zijn.

  • 7.

    Er dient rekening gehouden te worden met de aanwezigheid van obstakels of gebruik van andere functies, zoals bijvoorbeeld fietsklemmen, brandkranen, nutsvoorzieningen, straatmeubilair, afvalcontainers, kunstwerken, toegangen, nooduitgangen etc., door 0,5 meter afstand te houden van deze obstakels.

Artikel 11 Meubilair

  • 1.

    Een terras dient een bijdrage te leveren aan de openbare ruimte en dient geen afbreuk te doen aan de architectuur van het bijbehorende pand dan wel de belendende panden noch aan het straatbeeld ter plaatste.

  • 2.

    Een terras mag in beginsel alleen bestaan uit terrasmeubilair.

  • 3.

    Het meubilair moet verplaatsbaar zijn.

  • 4.

    Het gebruik van elektrische verlichting en verwarmingselementen is toegestaan, mits er wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 12 en 13.

  • 5.

    De afmetingen van de parasols zijn groter dan een standaarddoorsnee van 3 meter en kleiner dan 5 x 5 meter. De grenzen van de toegestane terrasruimte mogen niet worden overschreden. De parasols mogen niet in de straat worden verankerd zonder toestemming en vergunning van de gemeente.

  • 6.

    Terrasschermen mogen maximaal 1,5 meter hoog zijn. Vanaf 1 meter dienen deze doorzichtig te zijn.

  • 7.

    De exploitant is verplicht te gedogen, voor zover dat nodig mocht zijn, dat werkzaamheden worden uitgevoerd aan/in/boven de voor het terras in gebruik te nemen gemeentegrond/openbare weg, in verband met het leggen van, reparatie aan of onderhoud aan bestratingen of kabels en leidingen ten behoeve van nutsvoorzieningen, zoals gas, water, elektriciteit, riolering, openbare telecommunicatie en omroepnetwerken.

  • 8.

    Na sluiting van het terras wordt het terrasmeubilair zodanig opgeruimd, dat dit niet meer gebruikt kan worden en wordt het terrasmeubilair zodanig beveiligd dat vandalisme/vernieling zoveel mogelijk wordt voorkomen.

  • 9.

    In verband met eventuele reconstructies, herinrichting e.d., kan de burgemeester besluiten om de vergunning voor het gebruik van het terras in te trekken.

Artikel 12 Elektrische verlichting

  • 1.

    Het is verboden een verlichtingsinstallatie of een verlichtingstoestel te gebruiken, indien dat gebruik door de eigenschappen van de installatie of dat toestel gevaar oplevert voor het ontstaan van brand.

  • 2.

    Het is verboden een verlichtingsinstallatie of een verlichtingstoestel op zodanige wijze te gebruiken, dat het gebruik door de wijze waarop die installatie of dat toestel is opgesteld of aangebracht, gevaar oplevert voor het ontstaan van brand.

  • 3.

    Alle voorzieningen ten behoeve van de elektra dienen tenminste te voldoen aan het gestelde in het normblad NEN 1010 (Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties).

  • 4.

    Een elektriciteitsvoorziening als bedoeld in afdeling 2.7 van het Bouwbesluit moet zo worden opgesteld en gebruikt dat er geen gevaar kan ontstaan voor brand. In het Bouwbesluit zijn de eisen aan de installatie zelf gesteld.

Artikel 13 Mobiele verwarmingstoestellen

  • 1.

    Het (mobiele) verwarmingstoestel moet zo zijn geplaatst dat zij niet gemakkelijk kan worden omgestoten of aangereden en moet zo nodig tegen mechanische beschadiging zijn beschermd.

  • 2.

    Het (mobiele) verwarmingstoestel moet zodanig zijn geplaatst en uitgevoerd en er moet zo nodig een doelmatig bescherming zijn aangebracht dat geen brandgevaar wordt veroorzaakt door het toestel.

  • 3.

    Uiteraard is een mobiel verwarmingstoestel in die omgeving van brandgevaarlijke materialen niet toegestaan. Er dienen zodanige maatregelen getroffen te worden, bijvoorbeeld door het verplaatsen van de installatie of het aanbrengen van een isolerende laag, dat de brandbare materialen niet hun eigen ontbrandingstemperatuur zullen bereiken.

Artikel 14 Evenementen

  • 1.

    Bij evenementen blijft het terras in beginsel staan. Indien de locatie van het terras de organisator van een door de gemeente aangewezen evenement of incidentele festiviteit belemmert in de uitvoering, dient het terras gedurende de opbouw, duur en afbraakperiode van een dergelijk evenement te worden verwijderd. In de gevallen dat dit zich voordoet, zal dit minimaal één maand voor het plaatsvinden van het evenement of de festiviteit bekend worden gemaakt.

  • 2.

    Voor een terras dat behoort tot een evenemententerrein gelden de volgende regels:

    • Activiteiten bij uitbreiding van het reguliere terras als onderdeel van het evenemententerrein kan alleen met een ontheffing artikel 35 Alcoholwet. De aanvraag voor een ontheffing van artikel 35 Alcoholwet zal worden aangevraagd door de horeca-exploitant. De ontheffing artikel 35 Alcoholwet wordt aan de horeca-exploitant afgegeven zodat de exploitatie van het terras te allen tijde onder de verantwoordelijkheid en zeggenschap van de horeca-exploitant valt. De evenementenorganisator verzamelt en coördineert de aangevraagde ontheffingen artikel 35 van de betreffende horeca-exploitanten en draagt zorg voor de indiening gelijktijdig bij indiening evenementenaanvraag;

    • De evenementenvergunning wordt aangevraagd door de evenementenorganisator;

    • Statafels op terrassen zijn tijdens evenementen toegestaan;

    • Mocht het evenement langer duren dan de sluitingstijden van de APV, dan mogen de terrassen die onderdeel zijn van het evenemententerrein open zijn tot uiterlijk de eindtijd van het evenement;

    • Het gebruik van glaswerk op een terras dat onderdeel is van het evenemententerrein is tijdens een evenement niet toegestaan.

Artikel 15 Openingstijden

  • 1.

    Een terras is gesloten op maandag tot en met zondag tussen 23.00 uur en 06.00 uur (zie 2:29 lid 2 APV) tenzij in een beleidsregel of ontheffing anders is bepaald.

Artikel 16 Exploitatievergunningen voor schaarse terrasruimte

  • 1.

    Een exploitatievergunning is een schaarse vergunning indien er voor een deel van de te exploiteren inrichting mogelijk meerdere gegadigden zijn.

  • 2.

    Terrasruimte buiten de breedte van het pand zelf of een eilandterras in de openbare ruimte (schuin) tegenover het pand van de betreffende inrichting is schaarse terrasruimte, omdat hierop mogelijk vanuit andere naastgelegen inrichtingen aanspraak gemaakt kan worden.

Artikel 17 Procedure schaarse vergunningen

  • 1.

    Na het vrijkomen van een schaarse vergunning maakt de gemeente de betreffende locatie bekend via de gemeentelijke website en het lokale gemeenteblad.

  • 2.

    Alleen exploitanten van een horecagelegenheid die (schuin) tegenover de betreffende locatie ligt, kunnen zich inschrijven voor de betreffende locatie.

  • 3.

    Bij meer dan één gegadigde voor de betreffende locatie, stelt de gemeente zo mogelijk op - basis van de ruimtelijke mogelijkheden – een evenredige verdeling voor tussen alle gegadigden. De nabijheid van het pand en de reeds toegewezen terrasruimte per inrichting wordt daarbij meegewogen.

  • 4.

    Indien een evenredige verdeling tussen alle gegadigden niet mogelijk is vanwege ruimtelijke beperkingen, het aantal gegadigden of anderszins, dan wijst de gemeente de betreffende terrasruimte toe via loting.

Artikel 18 Leges

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een exploitatievergunning is in het kader van de Legesverordening een bedrag aan leges verschuldigd.

Artikel 19 Overgangsbepaling

  • 1.

    Een exploitatievergunning die op grond van artikel 16 een schaarse vergunning betreft, maar die voor de inwerkingtreding van deze beleidsregel is afgegeven voor onbepaalde tijd, wordt per 1 januari 2024 omgezet naar een vergunning voor bepaalde tijd met de duur van zes jaren.

  • 2.

    De gemeente stelt de betreffende vergunninghouders wiens exploitatievergunning voor onbepaalde tijd wordt omgezet naar een vergunning voor bepaalde tijd van deze wijziging in kennis.

Artikel 20 Handhaving na inwerkingtreding

In de eerste vier maanden na de inwerkingtreding van dit beleid hebben ondernemers de tijd om te voldoen aan het exploitatie- en terrassenbeleid. Na deze vier maanden zal er handhavend worden opgetreden in geval van een overtreding.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie.

Artikel 22 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels exploitatievergunningen openbare inrichtingen en terrassen Gemeente Westervoort 2024.

Toelichting beleidsregels exploitatievergunningen openbare inrichtingen gemeente Westervoort

Doel van de beleidsregels

Op grond van artikel 2:28 Algemene Plaatselijke Verordening Westervoort 2021 is het verboden om zonder vergunning een inrichting te exploiteren. Dit verbod geldt ook voor het exploiteren van een terras, aangezien het terras onderdeel uitmaakt van de inrichting. De burgemeester is bevoegd aanvragen te weigeren of voorschriften te verbinden aan de exploitatievergunning. Het terras is een complex onderdeel van de inrichting, aangezien het in directe verbinding staat met de openbare ruimte. Er kan veel overlast ontstaan vanuit een terras. Hierdoor is het wenselijk beleidsregels op te stellen. Door deze regels kan de burgemeester zorgvuldiger afwegen wanneer er een exploitatievergunning wordt verleend voor een terras. Daarnaast maken beleidsregels het mogelijk om uniforme voorschriften vast te stellen die kunnen worden verbonden aan de exploitatievergunning. Deze voorschriften gaan over de functionaliteit van het openbare gebied en de eisen die aan de inrichting van het terras gesteld worden. Ze zijn een aanvulling op de bestaande juridische kaders en beleid zoals vastgelegd in bijvoorbeeld de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), het Bibob-beleid, de Alcoholwet en het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.

 

Juridisch kader

De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) bepaalt dat er een vergunning vereist is voor openbare inrichtingen en bijbehorende terrassen (artikel 2:27 in combinatie met artikel 2:28 APV). De exploitatievergunningen hebben tot doel om hinder en overlast van dergelijke bedrijven te verminderen en het publiek te beschermen tegen mogelijke criminele activiteiten, in samenhang met de toepassing van de Wet Bibob.

 

Horecagelegenheden en openbare inrichtingen zijn plaatsen die toegankelijk zijn voor het publiek. De burgemeester heeft volgens artikel 174 van de Gemeentewet de verantwoordelijkheid voor het toezicht op openbare gebouwen en de bijbehorende terreinen. Het invoeren van een exploitatievergunningstelsel geeft de burgemeester de middelen om de openbare orde te handhaven en de leefomgeving en samenleving te beschermen.

 

Krachtens artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de burgemeester beleidsregels opstellen. Deze beleidsregels verschaffen duidelijkheid aan alle betrokken partijen over hoe de gemeente Westervoort van plan is om invulling te geven aan de exploitatie van horeca, terrassen en andere openbare inrichtingen. Omdat het niet haalbaar is om alle aspecten met betrekking tot de exploitatie van horeca en openbare inrichtingen in beleidsregels vast te leggen, heeft de burgemeester de bevoegdheid om, gebruikmakend van de "hardheidsclausule" (artikel 4:84 van de Awb), af te wijken van deze beleidsregels. Van de hardheidsclausule mag gebruik worden gemaakt voor zover de toepassing van het beleid leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard en voor het leveren van maatwerk. In de gevallen waarin deze beleidsregels niet of onvoldoende voorzien, beslist de burgemeester.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Algemeen

 

Artikel 1 Definities

Behoeft geen toelichting.

 

Artikel 2 Vergunningsplicht

Behoeft geen toelichting.

 

Artikel 3 Vereisten aanvraag

Om een aanvraag te kunnen toetsen is het belangrijk deze documenten en informatie aan te leveren.

 

Artikel 4 Duur vergunning

Zie de toelichting bij artikel 16 Procedure verdeling schaarse vergunningen voor uitleg.

 

Artikel 5 Verplichtingen vergunninghouder

Lid 1: Uit de APV van de gemeente Westervoort volgt (artikel 2:28a en 2:28b APV Westervoort) dat ook op de exploitatievergunning leidinggevenden moeten worden vermeld. Het is belangrijk dat bij een wijziging in leidinggevenden melding wordt gedaan bij de burgemeester zoals in dit lid is beschreven.

Lid 2 t/m 4: behoeven geen toelichting.

 

Artikel 6 Openbare orde

Behoeft geen toelichting.

 

Artikel 7 Toezicht en handhaving

Behoeft geen toelichting.

 

Artikel 8 Wijzigen voorwaarden en intrekken vergunning

Behoeft geen toelichting.

 

Artikel 9 Bijzondere omstandigheden

Zie uitleg over de inherente afwijkingsbevoegdheid onder het juridisch kader.

 

Regels met betrekking tot terrassen

 

Artikel 10 Situering en locatie

De regels met betrekking tot de situering en de locatie van de terrassen hebben tot doel de toegankelijkheid van de openbare ruimte te waarborgen en zien op veiligheid. De regels hebben het doel om duidelijkheid te verschaffen in wat is toegestaan bij het in gebruik nemen van terrassen.

 

Artikel 11 Meubilair

Lid 1: Dit is ter beoordeling aan de gemeente. Als officiële instantie kan de welstandcommissie hier advies over geven.

Lid 3: om ervoor te zorgen dat het terrasmeubilair gemakkelijk verplaatst kan worden als er sprake is van een incident of wanneer de terrasruimte voor andere doeleinden moet worden verplaatst is het van belang dat het meubilair verplaatsbaar is.

Leden 2 en 4 t/m 9: behoeven geen toelichting.

 

Artikel 12 Elektrische verlichting

Duurzaam ondernemen wordt ook in de horecasector steeds belangrijker. Op het gebied van verlichting is het nodige te besparen: denk daarbij aan ledverlichting of verlichtingssensoren. De ondernemer is zelf verantwoordelijk voor het gebruik van duurzame inrichting en de inzet van de best beschikbare technieken. Wij zullen duurzame aanpassingen aanbevelen en mogelijk stimuleren waar het kan. Er kan veel energie worden bespaard bij het gebruik van bijv. ledverlichting, verlichtingssensoren etc.

 

Artikel 13 Mobiele verwarmingstoestellen

Het gebruik van duurzame terrasverwarming, zoals elektrische of infrarood heaters, wordt aanbevolen. Om het energiegebruik als gevolg van het gebruik van terrasverwarming tot een minimum te beperken heeft het de voorkeur dat terrasverwarming is voorzien van een bewegingsmelder of tijdschakelaar. Hierdoor wordt tevens voorkomen dat tijdens de koudere periode lege terrassen onnodig verwarmd worden. Duurzame aanpassingen worden niet verplicht gesteld, maar worden wel aanbevolen en daar waar kan gestimuleerd.

 

Artikel 14 Evenementen

Behoeft geen toelichting.

 

Artikel 15 Openingstijden

In de APV zijn sluitingstijden opgenomen voor openbare inrichtingen en terrassen in artikel 2:29 APV. Deze sluitingstijden gelden tenzij in een beleidsregel of ontheffing anders is bepaald.

 

Artikel 16 Exploitatievergunningen voor schaarse terras ruimte

Van schaarse vergunningen is sprake wanneer zich bij de overheid meer gegadigden aanbieden dan dat er rechten te verlenen zijn. De schaarste kan bestaan uit fysieke schaarste (beperkt in ruimte of natuurlijke hoeveelheid) of beleidsmatige schaarste (maximum aantal te verdelen rechten). In het geval van exploitatievergunningen en met name het terrasonderdeel van deze vergunning kan dezeschaars zijn door de beperkte openbare ruimte.

 

Artikel 17 Procedure schaarse vergunningen

Op grond van de rechtspraak rondom de schaarse vergunningen is het verplicht om voor schaarse vergunningen een verdelingsbeleid te voeren dat verzekert dat alle gegadigden gelijke kansen hebben. De procedure moet volgens de Europese Dienstenrichtlijn duidelijk zijn, vooraf openbaar gemaakt en aan aanvragers de garantie bieden dat hun aanvraag objectief en onpartijdig wordt behandeld.

 

Artikel 18 Leges

Behoeft geen toelichting.

 

Artikel 19 Overgangsbepaling

Behoeft geen toelichting.

 

Artikel 20 Handhaving na inwerkingtreding

Deze bepaling geeft vergunninghouders de tijd om kennis te nemen van de regels en uitvoering te geven aan deze regels.

 

Artikel 21 Inwerkingtreding

Behoeft geen toelichting.

 

Artikel 22 Citeertitel

Behoeft geen toelichting.