Organisatie | Kaag en Braassem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening Kaag en Braassem 2023 |
Citeertitel | Financiële verordening Kaag en Braassem 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Financiële verordening Kaag en Braassem 2023 |
De financiële verordening Kaag en Braassem 2020 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de begroting, jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt.
artikel 212 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2023 | nieuwe regeling | 18-12-2023 | 590334 |
Financiële verordening Kaag en Braassem 2023;
De raad van de gemeente Kaag en Braassem;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2023;
gelet op het bepaalde in artikel 212 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening;
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
netto schuld per inwoner: bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen gedeeld door het aantal inwoners op 31 december van het begrotingsjaar. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteurenvorderingen en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen wordt verstaan het totaal van leningen aan deelnemingen, leningen aan overige verbonden partijen, leningen aan derden, langlopende uitzettingen, kortlopende uitzettingen, debiteurenvorderingen, liquide middelen en overlopende activa;
overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Artikel 3. Planning- en controlcyclus
Voor aanvang van een begrotingsjaar wordt de planning- en controlcyclus opgesteld. In overleg met de griffie wordt dit afgestemd met het vergaderschema van de raad. In het vergaderschema zijn in elk geval de data opgenomen voor het aanbieden door het college en het vaststellen door de raad van:
Artikel 4. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming, de investeringen en de grondexploitatie.
Het college biedt voor de zomer aan de raad een richtnota aan met een voorstel voor de inhoudelijke richting (de integrale monitor) en de financiële kaders voor het uitwerken van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt de financiële kaders en de inhoudelijke richting vast.
Artikel 6. Autorisatie begroting en investeringskredieten
Het college informeert de raad als het verwacht, dat de lasten van een programma of een prioriteit de geautoriseerde lasten dreigen te overschrijden, de investeringsuitgaven van een investeringskrediet het geautoriseerde investeringskrediet dreigen te overschrijden, of de baten van een programma of een prioriteit de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden.
Artikel 7. Tussentijdse rapportage / voortgangsmonitor
In de tussenrapportages en in de jaarrekening over het verslagjaar worden financiële afwijkingen in de realisatie ten opzichte van de ramingen van de baten en de lasten per taakveld blijkende uit de laatst bijgestelde begroting voor hetzelfde verslagjaar toegelicht, indien het financiële afwijkingsbedrag op de lasten en/of baten per taakveld gelijk is aan of groter is dan het vigerend toelichtingsgrensbedrag voor dat verslagjaar. Dit toelichtingsgrensbedrag wordt jaarlijks direct na de vaststelling van de primaire programmabegroting door de raad voor het betreffend verslagjaar vooraf berekend en geldt vervolgens voor alle daaropvolgende tussenrapportages en de jaarrekening met betrekking tot hetzelfde verslagjaar. Dit toelichtingsgrensbedrag bedraagt 0,05% van het totale begrote bedrag aan programmalasten inclusief reservedotaties blijkende uit de door de raad vastgestelde oorspronkelijke primaire programmabegroting voor dat verslagjaar en wordt na berekening in veelvoud van € 5.000 naar boven afgerond.
Het college besluit niet over:
dan nadat de raad is geïnformeerd over het voornemen en hiertoe in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
Wanneer het rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, en er is een aanpassing van de begroting nodig, doet het college een voorstel voor het wijzigen daartoe.
Hoofdstuk 3. Financieel beleid
Artikel 14. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen en voorzieningen (die tegen contante waarde zijn gewaardeerd) voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.
Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.
Voor de toerekening van de overheadkosten worden de overheadkosten die kunnen worden toegerekend aan activiteiten welke geheel of deels worden bekostigd met een specifieke uitkering of subsidie, binnen het taakveld overhead apart geadministreerd en in de desbetreffende verantwoordingen over de besteding toegerekend aan die activiteiten.
Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, voor zover dat niet activiteiten als bedoeld in het derde en vierde lid betreffen, wordt:
voor de helft uitgegaan van een aandeel in de totale overheadkosten ter grootte van de geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel die worden besteed aan de desbetreffende goederen, werken, diensten en heffingen, gedeeld door de totale geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel;
Bij een verstrekte lening wordt voor de bepaling van de rentekosten van de inzet van vreemd vermogen in de kostprijs uitgegaan van de rente van de lening die voor de financiering van de verstrekte lening zou moeten worden aangetrokken. Deze rente wordt verhoogd met een opslag voor het debiteurenrisico.
Voor het bepalen van de kostprijs voor personeel dat werkzaamheden verricht voor andere overheidsbedrijven of derden, wordt de integrale kostprijs berekend door de directe loon- en overige kosten te vermeerderen met een opslag voor overhead. Deze opslag voor overhead is gelijk aan de opslag voor overhead, zoals blijkt uit de vastgestelde begroting van het betreffende begrotingsjaar.
Artikel 15. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van ten minste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Artikel 17. Financieringsfunctie
Het college stelt regels op ter uitvoering van het gestelde onder het eerste tot en met het derde lid en legt deze regels alsmede de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening vast in een treasurystatuut. Het college zendt het treasurystatuut ter kennisgeving aan de raad.
Artikel 18. Paragraaf Lokale heffingen
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf lokale naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
Artikel 19. Paragraaf Weerstandsvermogen & risicobeheersing
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op een analyse van de weerstandsratio in relatie tot de door de raad hiervoor gestelde kaders.
Artikel 21. Paragraaf Financiering
In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
Het college neemt in de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval een toelichting op van alle afwijkingen in rechtmatigheid, die in de rechtmatigheidsverantwoording zijn opgenomen en eventueel welke maatregelen worden genomen om deze afwijkingen in de toekomst te voorkomen;
Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en financieel beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Het college zorgt voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen rapporteert het college daarover in de rechtmatigheidsverantwoording, zoals beschreven in artikel 22 onder f. Daarnaast informeert het college de raad over genomen maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de uitstaande leningen, de opgenomen leningen en de kortlopende schulden jaarlijks worden gecontroleerd. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Hoofdstuk 6. Rechtmatigheidsverantwoording
Artikel 28. Voorwaardencriterium
Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
Artikel 29. Begrotingscriterium
Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen.
Uitgangspunt is dat iedere overschrijding van het geautoriseerd programmalastenbudget als begrotingsonrechtmatig wordt beschouwd. Overschrijdingen van het programmalastenbudget worden als acceptabel aangemerkt in de volgende situaties:
a. Er is sprake van een overschrijding van lasten waarbij direct gerelateerde baten de overschrijding compenseren.
b. Er is sprake van een overschrijding van lasten op een open-einde regeling.
c. De overschrijding van lasten is geautoriseerd door middel van de vaststelling van een tussentijdse rapportage.
d. De overschrijding van lasten is door de raad uiterlijk 15 februari van het jaar volgend op het betreffend verslagjaar geautoriseerd door middel van een raadsbesluit op een separaat ingediend raadsvoorstel uiterlijk 31 december van het betreffend verslagjaar. Er is dus op 31 december van dat verslagjaar nog geen formele autorisatie voor dat jaar door de raad vastgesteld maar later en wel uiterlijk 15 februari van het jaar volgend op het betreffend verslagjaar.
De na het moment van de door de raad laatst vastgestelde tussentijdse rapportage over het betreffend verslagjaar geconstateerde over- en/of onderschrijdingen van programmabaten-budgetten resp. onderschrijdingen van programmalasten- en/of investeringskredietbudgetten voor dat verslagjaar betreffen op zichzelf acceptabele begrotingsonrechtmatigheden, mits deze soort afwijking(en) uiterlijk bij of met de jaarrekening over dat verslagjaar aan de raad worden gemeld en toegelicht.
Artikel 31. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De financiële verordening Kaag en Braassem 2020 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de begroting, jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 18 december 2023.
De griffier,
T.P. Scherpenzeel
De voorzitter,
A. Heijstee-Bolt
Bijlage afschrijvingsbeleid bij artikel 10
Afschrijvingsbeleid vaste activa