Organisatie | Velsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene plaatselijke verordening Velsen 2024 De raad van de gemeente Velsen; |
Citeertitel | Algemene plaatselijke verordening Velsen 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | Nieuwe regeling | 21-12-2023 | 25194 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:4 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonlijk, tenzij bij of krachtens deze verordening of bij of krachtens de wet anders is bepaald.
Artikel 1:5 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
is verplicht op bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen.
Artikel 2:2 Kennisgeving vergadering, betoging of samenkomst op openbare plaats
Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een vergadering, betoging of samenkomst tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging te houden, geeft daarvan vóór de openbare aankondiging en ten minste 48 uur voordat de activiteit wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester.
Artikel 2:6 Indiening aanvraag
Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd voor zover voor het evenement een gebruiksmelding moet worden gedaan op grond van artikel 2.1, eerste lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.
In deze afdeling wordt verstaan onder:
Omgeving van het stadion: het gebied dat wordt omgeven door de Waterloolaan, de Driehuizerkerkweg, de Waterlandweg, de Bosweg, de Verloren van Themaatlaan, de Van Tuyllweg, de Minister Lelylaan, de Minister van Houtenlaan, het pad lopend vanaf de Minister van Houtenlaan naar het Tiberiusplein, het Tiberusplein, de Briniostraat, de Lorentzstraat en de Zeeweg.
Artikel 2:13 Stadionomgevingsverbod
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen heeft verricht in of in de omgeving van een stadion op een dag dat daar een voetbalwedstrijd werd gespeeld, een verbod geven zich vanaf vier uur vóór het vastgestelde aanvangstijdstip tot vier uur na afloop van een voetbalwedstrijd in een in het stadionomgevingsverbod bepaald gebied op te houden.
Hoofdstuk 3 Openbare inrichtingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
bezoekers van een openbare inrichting: degenen die niet zijn de exploitant dan wel leden van het gezin of de huishouding van de exploitant, leidinggevenden, personen die werkzaam zijn in de openbare inrichting en andere personen van wie de aanwezigheid in de openbare inrichting wegens een dringende reden noodzakelijk is;
openbare inrichting: de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte en het bij de inrichting behorende terras, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt, waaronder in ieder geval wordt verstaan een hotel, restaurant, pension, café, waterpijpcafé, coffeeshop, cafetaria, snackbar, grillroom, discotheek, zalenverhuur, buurthuis en clubhuis en waaronder niet wordt verstaan een speelautomatenhal;
Artikel 3:2 Exploitatievergunning
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het woon- en leefklimaat, de veiligheid, de zedelijkheid of de gezondheid nadere regels stellen voor de exploitatie van openbare inrichtingen.
Artikel 3:16 Het college als bevoegd bestuursorgaan
Indien een openbare inrichting geen voor het publiek openstaand gebouw of bijbehorend erf is in de zin van artikel 174 van de Gemeentewet, treedt het college bij de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk op als bevoegd bestuursorgaan.
Artikel 3:17 Paracommerciële rechtspersonen
De burgemeester verleent op verzoek of ambtshalve vrijstelling van het verbod genoemd in het eerste lid aan paracommerciële rechtspersonen die horecabedrijf zijn als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet, indien de paracommerciële rechtspersoon in de directe omgeving, naar verwachting, geen overlast zal veroorzaken of geen negatieve invloed zal hebben op de woon- en leefsituatie en de openbare orde.
Hoofdstuk 4 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels e.d.
Afdeling 2. Seksinrichtingen. e.d.
Het bevoegd bestuursorgaan kan nadere regels stellen met betrekking tot de in dit hoofdstuk opgenomen regels in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat, de gezondheid of zedelijkheid en de arbeidsomstandigheden van de prostituee.
Artikel 4:7 Weigeringsgronden vergunning
3° slachtoffer zijn van mensenhandel of verblijven of werken in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000.
de exploitant of de beheerder minder dan vijf jaar geleden voor de dag dat de vergunning wordt aangevraagd, bij meer dan één rechterlijke uitspraak of strafbeschikking onherroepelijk veroordeeld is tot een onvoorwaardelijke geldboete van € 500,- meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
Artikel 4:12 Verbod straat- en raamprostitutie
Het is verboden zich op of aan de weg of op, aan of in een andere vanaf de weg zichtbare plaats, niet zijnde een seksinrichting waarvoor een vergunning is verleend, op te houden met het kennelijke doel zich beschikbaar te stellen voor prostitutie of op of aan de weg ontuchtige handelingen te verrichten als dit kennelijk geschiedt in het kader van prostitutie.
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.
Artikel 4:14 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch- pornografische uitingen
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, lid 1 van de Grondwet.
Hoofdstuk 5 Toezicht en ondermijning
Artikel 5:1 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet te besluiten tot plaatsing van camera's voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats.
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht een bevel geven zich gedurende ten hoogste 8 dagen niet in één of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
Artikel 5:6 Drugshandel op straat en openlijk drugsgebruik
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden met het kennelijk doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling, af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Het is verboden op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.
Artikel 5:7 Sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen
De burgemeester kan een voor het publiek openstaand gebouw of een daarbij behorend erf als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid, beperking van overlast of als er naar zijn oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden voor een bepaalde duur geheel of gedeeltelijk sluiten.
Een sluiting kan op aanvraag van belanghebbenden door de burgemeester worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en naar zijn oordeel voldoende garanties aanwezig zijn, dat geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.
In dit artikel wordt verstaan onder inrichting:
elk terrein, daaronder begrepen iedere buitenhaven, iedere binnenhaven en elk binnenwater ingericht tot het afmeren van pleziervaartuigen, dat, in de uitoefening van een beroep of als gewoonte, ter beschikking wordt gesteld voor het houden van nachtverblijf of voor het plaatsen dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen.
Degene die een inrichting exploiteert of de feitelijke leiding daarover heeft is verplicht:
een doorlopend register bij te houden en daarin onverwijld bij de aankomst van die persoon de in het derde lid, dan wel vierde lid, genoemde gegevens aan te tekenen of te doen aantekenen alsmede zelf daarin aantekening te houden of te doen houden van de aard van het overgelegde document, het nummer van het reisdocument of identiteitsbewijs en, bij het vertrek, de dag van vertrek;
De op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bij algemene maatregel van bestuur aangewezen handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een doorlopend en door de burgemeester gewaarmerkt register en daarin onverwijld op te nemen:
Artikel 5:12 Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat
De burgemeester kan gebouwen, gebieden of bedrijfsmatige activiteiten aanwijzen waar(op) het verbod uit het derde lid van toepassing is. Een gebouw of gebied wordt uitsluitend aangewezen als in of rondom dat gebouw dan wel in dat gebied naar het oordeel van de burgemeester de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid onder druk staat. Een aanwijzing van een gebouw of gebied kan zich tot één of meer bedrijfsmatige activiteiten beperken. Een bedrijfsmatige activiteit wordt uitsluitend voor de gehele gemeente aangewezen als naar het oordeel van de burgemeester de leefbaarheid of openbare orde en veiligheid door de bedrijfsmatige activiteit onder druk staat.
De vergunning wordt aangevraagd door de exploitant. Een aanvraag om een vergunning wordt ingediend door gebruikmaking van een daarvoor gehanteerd formulier. Bij de aanvraag om een vergunning wordt vermeld voor welke bedrijfsmatige activiteiten de vergunning wordt gevraagd, en worden in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden overgelegd:
De exploitant is verplicht elke verandering in de uitoefening van zijn bedrijf waardoor deze niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning opgenomen gegevens zo spoedig mogelijk aan de burgemeester te melden. De burgemeester verleent een gewijzigde vergunning, als het bedrijf aan de vereisten voldoet.
In afwijking van het derde lid geldt dit verbod voor de exploitant die op het moment van inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit reeds onder het aanwijzingsbesluit vallende bedrijfsmatige activiteiten verricht, voor die bestaande activiteiten op bestaande locaties eerst drie maanden na inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit of met ingang van inwerkingtreding van het besluit tot weigering of intrekking van een door hem aangevraagde vergunning, voor zover dat eerder is.
Hoofdstuk 6 Overlast in de openbare ruimte
Artikel 6:3 Vervoer inbrekerswerktuigen
Het verbod van het eerste lid is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 6:5 Vervoer verontreinigende middelen tijdens luilak
Het is verboden om in de nacht van vrijdag op zaterdag voor Pinksteren tussen 0:00 en 08:00 uur op of aan de weg enig middel bij zich te hebben of te vervoeren met het kennelijke doel een zaak te besmeuren.
Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.
Artikel 6:8 Natuurlijke behoefte doen
Het is verboden op een openbare plaats de natuurlijke behoefte te doen buiten daarvoor bestemde plaatsen.
Artikel 6:9 Inzameling van geld of goederen en leden- of donateurswerving
Het is verboden zonder vergunning van het college een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden, dan wel in het openbaar leden of donateurs te werven als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waaronder ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Artikel 7:2 Rijden op het strand
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op voertuigen die worden gebruikt door of in opdracht van de gemeente, de strandvonderij, de algemeen erkende hulpverleningsdiensten, de KNRM, de KNBRD, Rijkswaterstaat of een andere openbare dienst, allen ten behoeve van de uitoefening van hun taak.
Artikel 7:3 Vervoer van personen
Het is verboden zonder vergunning van het college op of aan het strand voor commerciële doeleinden personen te vervoeren met vaar- of voertuigen, personen in of uit die vaar- of voertuigen te dragen of deze personen tot het bereiken daarvan behulpzaam te zijn.
Artikel 7:5 Vaartuigen op het strand
Het is verboden een al dan niet gemotoriseerd vaartuig, waaronder in elk geval een jetski of waterscooter worden begrepen, op het strand te hebben of te brengen dan wel een vaartuig vanaf het strand op zee of vanuit de zee op het strand te brengen of zich met een dergelijk vaartuig te bevinden binnen een afstand van 300 meter uit de laagwaterlijn.
Artikel 7:6 Open vuur op het strand
Het eerste lid is niet van toepassing:
indien gebruik wordt gemaakt van een geschikt toestel om te barbecueën, een vuurkorf of een terrashaard aan de achterzijde van een strandhuisje of op het terras van een paviljoen, mits dit gebruik geen hinder, gevaar of anderszins overlast oplevert voor de (directe) omgeving en eventuele (as)resten worden opgeruimd;
Artikel 7:7 Tenten, strandstoelen en windschermen
Het is verboden op het strand tussen 22.00 en 06.00 tenten, strandstoelen of windschermen te hebben of te laten staan.
Hoofdstuk 8 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel 1:3 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie: 2:1, 2:3, 2:5, 2:8, 2:10, 2:11, 2:12, 2:13, 3:2, 3:10, 3:12, 3:13, 4:2, 4:11, 4:12, 4:13, 4,14, 5:2, 5:3, 5:5, 5:6, 5:8, 5:12, 6:3, 6:4, 6:5, 6:6, 6:9, 6:10, 6:11, 7:1, 7:2, 7:3, 7:4, 7:5, 7:6, 7:7, 7:8, 7:9, 7:10, 7:11.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: de daartoe aangewezen gemeentelijke toezichthouders, alsmede de in het artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, toezichthouders van de Omgevingsdienst IJmond, ambtenaren van de Veilligheidsregio Kennemerland en de vanwege het Recreatieschap Spaarnwoude aangewezen personen voor dat deel van de gemeente dat binnen het recreatiegebied is gelegen.
Artikel 8:3 Binnentreden woning
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften die strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 8:4 intrekken oude verordening
De Algemene Plaatselijke Verordening Velsen 2019 wordt ingetrokken.
Besluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld in artikel 8:4 die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening, tenzij in deze verordening anders is bepaald.