Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deventer

Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid bestuur (ex art. 213a Gemeentewet) Deventer 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDeventer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid bestuur (ex art. 213a Gemeentewet) Deventer 2023
CiteertitelVerordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid bestuur (ex art. 213a Gemeentewet) Deventer 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Deventer 2019.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

20-12-2023

gmb-2023-562006

2023-710

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid bestuur (ex art. 213a Gemeentewet) Deventer 2023

 

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

Doelmatigheid: de mate waarin een maximale hoeveelheid producten en prestaties is gerealiseerd met een minimale hoeveelheid middelen of een hogere kwaliteit wordt bereikt met een gelijkblijvende hoeveelheid aan middelen;

Doeltreffendheid: de mate waarin de geleverde producten en prestaties bijdragen aan het realiseren van gestelde gemeentelijke beleidsdoelen.

Artikel 2. Onderzoeksfrequentie

  • 1.

    Burgemeester en wethouders onderzoekt jaarlijks de doelmatigheid van het gevoerde bestuur en de uitvoering van de taken.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders onderzoekt jaarlijks naar de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur.

  • 3.

    Onderzoeken kunnen gecombineerd in een onderzoek met zowel een doelmatigheids- als doeltreffendheidskarakter.

Artikel 3. Onderzoeksplan

  • 1.

    Burgemeester en wethouders nemen jaarlijks een onderzoeksplan voor de te verrichten onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid op in het auditplan.

  • 2.

    Het onderzoeksplan bevat in ieder geval per onderzoek:

    • a.

      het onderzoeksobject;

    • b.

      de reikwijdte van het onderzoek;

    • c.

      de doorlooptijd van het onderzoek;

Artikel 4. Voortgang onderzoeken

Burgemeester en wethouder rapporteren periodiek over de voortgang van de onderzoeken naar doelmatigheid en doeltreffendheid.

Artikel 5. Verslag en plan van verbetering

  • 1.

    De onderzoeksresultaten worden vastgelegd in een verslag. Het verslag bevat tenminste een analyse van de onderzoeksresultaten en indien nodig aanbevelingen voor verbetering.

  • 2.

    Op basis van het verslag stellen burgemeester en wethouders indien nodig een plan van verbetering op.

  • 3.

    Het verslag en het plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders nemen op basis van het plan van verbetering organisatorische maatregelen.

Artikel 6. Intrekking oude regeling

De ‘Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Deventer 2019’ wordt ingetrokken.

Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid bestuur (ex art. 213a Gemeentewet) Deventer 2023

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2023

De raad voornoemd,

de griffier,

A. Kerver

de voorzitter,

R.C. König

Toelichting

Algemeen

Artikel 213a van de Gemeentewet verplicht tot periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door burgemeester en wethouders gevoerde bestuur. Anders dan het onderzoek door de rekenkamer gaat het hierbij om een zelfonderzoek. Onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid – bijvoorbeeld op het gebied van milieu, leefbaarheid, openbaar vervoer en huisvesting – is van groot belang voor de algemene oordeelsvorming over het gevoerde beleid. Met deze onderzoeken wordt beoogd de transparantie van gemeentelijk handelen te vergroten, en daardoor doelmatiger en doeltreffender te werken en de publieke verantwoording daarover te versterken. Alle zaken die voor een doelmatig en doeltreffend bestuur van belang zijn kunnen daarbij aan de orde komen. Ook dienen burgemeester en wethouders op basis van deze wet periodiek te onderzoeken of de inrichting van de gemeentelijke organisatie (in brede zin: de personeelsformatie, de informatievoorziening en de administratieve organisatie) en het gemeentelijk middelenbeheer aan de gestelde eisen voldoet.

 

Relatie met lokale rekenkamer

 

De controle op en de evaluatie van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het bestuur geschieden primair door de raad en burgemeester en wethouders zelf. Daarnaast doen de lokale rekenkamers ook onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en beheer. De rekenkamer kan op grond van het gestelde in artikel 213a, derde lid, van de Gemeentewet gebruik maken van de onderzoeksresultaten van burgemeester en wethouders. Ook kan de rekenkamer zo nodig een tweede oordeel geven, als ze van mening is dat over een bepaald onderwerp een onafhankelijk oordeel moet worden gegeven.

 

Artikelsgewijs

 

Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven, worden hieronder nader toegelicht.

 

Artikel 2. Onderzoeksfrequentie

 

In artikel 2 worden burgemeester en wethouders opgedragen onderzoek te doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door burgemeester en wethouders gevoerde bestuur. Dit onderzoek moet minimaal 1 keer per jaar plaatsvinden mits het zowel een doelmatigheids- als doeltreffendheidskarakter heeft. Als het geen gemengd karakter heeft zal naast een doelmatigheids- ook een doeltreffendheidsonderzoek gedaan worden.

 

Eerste lid

 

De onderzoeken naar de doelmatigheid van het gevoerde bestuur betreffen onderzoeken naar de uitvoering van het gemeentelijk beleid en beheer van gemeentelijke middelen. Deze richten zich doorgaans enerzijds op (een deel van) de organisatie van de gemeente en anderzijds op de gemeentelijke taken.

 

Tweede lid

De onderzoeken naar de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur heeft betrekking op de doelstellingen van de organisatie en/of in de programma's of paragrafen van de begroting geformuleerde beleid.

 

Derde lid

 

Onderzoeken hebben veelal zowel een doelmatigheids- als doeltreffendheidskarakter, in de praktijk zal het onderscheid niet zo scherp te trekken zijn. Met één onderzoek met een gemengd karakter per jaar wordt voldaan aan de wet, een tweede onderzoek in hetzelfde jaar kan zich richten op alleen doelmatigheid of alleen doeltreffendheid.

 

Artikel 3. Onderzoeksplan

 

Burgemeester en wethouders stellen een onderzoeksplan op voor het komende jaar. Het onderzoeksplan moet een volledig beeld geven van de voorgenomen onderzoek(en), zij het uiteraard nog globaal. Het onderzoeksplan wordt als onderdeel van jet auditplan aangeboden aan de raad. In het tweede lid is aangegeven wat in ieder geval moet worden opgenomen in het onderzoeksplan.

 

Artikel 5. Verslag en plan van verbetering

 

Met de onderzoeken beoogt de gemeente de transparantie van gemeentelijk handelen te vergroten en de publieke verantwoording daarover te versterken. De bevindingen van de onderzoeken worden dan ook neergelegd in verslagen voor de raad, zoals voorgeschreven in de wet. In aanvulling op de wettelijke voorschriften is in deze verordening opgenomen dat aanbevelingen voor verbetering onderdeel zijn van het verslag. De raad ontvangt de verslagen zodra ze zijn vastgesteld. De verslagen worden ook gevoegd bij de jaarrekening en het jaarverslag (op basis van artikel 197, tweede lid, van de Gemeentewet).