Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Meierijstad

Parkeerverordening Meierijstad 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMeierijstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingParkeerverordening Meierijstad 2024
CiteertitelParkeerverordening Meierijstad 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpParkeerverordening

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-2023Nieuwe regeling

14-12-2023

gmb-2023-561921

Tekst van de regeling

Intitulé

Parkeerverordening Meierijstad 2024

De raad van de gemeente Meierijstad

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2023;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

besluit:

vast te stellen de

Parkeerverordening Meierijstad 2024

AFDELING I. DEFINITIES

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • autodate (of deelauto): het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden;

  • autodateplaats (of parkeerplaats voor deelauto): een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodate (of deelauto).

  • belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die:

    • is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of

    • gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • college: het college van burgemeester en wethouders;

  • houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • vergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;

  • vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend.

AFDELING II. PARKEREN MET EEN VERGUNNING

Artikel 2. Regulering parkeren

Regulering van het gebruik van parkeerplaatsen geschiedt op basis van deze verordening voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen.

Artikel 3. Het verlenen van een vergunning

Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor parkeren op belanghebbendenplaatsen.

Artikel 4. Nadere regels

  • 1.

    Het college kan weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders.

  • 2.

    Het college kan tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan.

  • 3.

    Het college kan regels stellen voor het aanvragen en verlenen van een vergunning voor parkeren op belanghebbendenplaatsen.

  • 4.

    Het college kan in bijzondere gevallen een ontheffing verlenen aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig die niet voldoet de regels voor het aanvragen en verlenen van een vergunning voor parkeren op belanghebbendenplaatsen.

  • 5.

    Het college kan een maximum aantal uit te geven vergunningen per gebied of per categorie vaststellen.

  • 6.

    Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Aan een vergunning voor een autodateplaats (of parkeerplaats voor deelauto) kan het college voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer of de Omgevingswet, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik.

Artikel 5. Termijn beslissing een op aanvraag

  • 1.

    Het college beslist binnen vier weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.

  • 2.

    Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste vier weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 6. Gegevens op een vergunning

  • a.

    Een vergunning wordt voor onbepaalde tijd of voor ten hoogste 2 of 1 jaar verleend.

  • b.

    De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • c.

    de periode waarvoor de vergunning geldt;

  • d.

    het gebied waarvoor de vergunning geldt;

  • e.

    de naam van de vergunninghouder of het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend.

Artikel 7. Intrekken of wijzigen van een vergunning

Het college kan een vergunning intrekken of wijzigen:

  • a.

    op verzoek van de vergunninghouder;

  • b.

    wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het gebied, waarvoor de vergunning is verleend;

  • c.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

  • d.

    wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

  • e.

    wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn vergunning heeft voldaan;

  • f.

    wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

  • g.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • h.

    om redenen van openbaar belang.

Artikel 8. Belanghebbendenplaats met kenteken

Op een belanghebbendenplaats met kenteken mag zonder vergunning worden geparkeerd met het motorvoertuig waarvan het kenteken op het onderbord is vermeld.

AFDELING III. VERBODSBEPALINGEN

Artikel 9. Verboden parkeren

  • 1.

    Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats of een autodateplaats (of deelauto parkeerplaats) slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

  • a.

    zonder vergunning tenzij het een belanghebbendenplaats met kenteken betreft;

  • b.

    zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de voor dat motorvoertuig afgegeven vergunning;

  • c.

    in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 10. Verboden ander gebruik

  • 1.

    Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan op een belanghebbendenplaats.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

AFDELING IV. STRAFBEPALING

Artikel 11.  

Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de eerste categorie.

AFDELING V. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 12.  

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen.

Artikel 13.  

Deze verordening wordt aangehaald als “Parkeerverordening Meierijstad 2024”.

Artikel 14.  

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 december 2023

De raad voornoemd,

De griffier,

A.F.J. Franken

De voorzitter,

ir. C.H.C. van Rooij

Toelichting Parkeerverordening Meierijstad 2024

Deze verordening voorziet in het aanwijzen van parkeerplaatsen voor vergunninghouders. Naast het verlenen van vergunningen kan het college op grond van artikel 149 Wegenverkeerswet 1994 ook een ontheffing verlenen.

Een ontheffing voor een belanghebbendenplaats is een door het college verleende ontheffing, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen (belanghebbenden)plaatsen. Een ontheffinghouder is de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een ontheffing is verleend.