Organisatie | Hardinxveld-Giessendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen Gemeente Hardinxveld-Giessendam |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Hardinxveld-Giessendam |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Hardinxveld-Giessendam
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | nieuwe regeling | 26-11-2015 | 05238370 | ||
01-01-2011 | nieuwe regeling | 02-12-2010 Het Kompas editie Hardinxveld-Giessendam, 08-12-2010 | onbekend |
De raad van de gemeente Hardinxveld-Giessendam;
gezien het voorstel van het college van 27 oktober 2015, nr. 05238370;
gelet op de artikelen 147, eerste lid,, 149 en 154 van de Gemeentewet en artikel 35, van de Wet op lijkbezorging;
Verordening op het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen Gemeente Hardinxveld-Giessendam
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a. begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats te
. a. Boven-Hardinxveld (Kromme Gat).
. b. Boven-Hardinxveld (Tiendweg).
. c. Neder-Hardinxveld (Spindermolen).
b. particulier graf: een graf, keldergraf daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- het doen begraven en begraven houden van lijken;
- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- het daarin doen verstrooien van as;
c. particulier kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- het doen begraven en begraven houden van lijken of menselijke vruchten van levenloos geborenen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;
- het doen plaatsen en geplaatst houden van asbussen met of zonder urn van levenloos geborenen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;
d. particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen plaatsen en geplaatst houden van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van een of meer overledenen;
e. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken.
f. urnengraf: een graf waarin een urnenkelder moet worden aangebracht om daarin urnen bij te zetten, bevattende de as van een lijk na crematie;
g. urnengraf: een graf waarin een urnenkelder moet worden aangebracht om daarin urnen bij te zetten, bevattende de as van een lijk na crematie;
h. urnenkelder: is geschikt voor ingraven op de begraafplaats, dient weersbestendig te zijn en zwaar genoeg om de druk van het grondwater te weerstaan;
i. urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
j. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
k. algemene verstrooiingsplaats: een plaats, bij de gemeente in beheer, waarop as wordt verstrooid;
l. grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;
m. gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren daaronder begrepen kettingen en hekwerken;
n. grafbeplanting: vaste- en winterharde beplanting;
o. duurzame materialen: vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, glas, hout, keramiek, kunststof en metaal, die van nature of middels een daartoe speciale behandeling weerbestendig zijn, niet breukgevoelig en welke bestaan uit één geheel en waarvan de praktische toepasbaarheid zoals opnemen, verplaatsen, e.d. gewaarborgd is;
p. beheerder: de ambtenaar, belast met de dagelijkse leiding op de begraafplaatsen, of degene die hem vervangt;
q. rechthebbende: de rechthebbende op een particulier graf.
r. gebruiker: de gebruiker van een algemeen graf;
s. heffingsverordening: de Verordening lijkbezorgingsrechten.
Hoofdstuk 3 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Artikel 5 Werkzaamheden door steenhouwers
Het is aan steenhouwers verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten. Deze toestemming kan mondeling door de beheerder worden gegeven.
Het is verboden met rijwielen, bromfietsen of motorrijtuigen, rolstoelen uitgezonderd, op de begraafplaats te rijden:
a. anders dan voor een begrafenis of het vervoeren van materialen;
b. sneller dan tien km per uur.
c. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod bedoeld in de aanhef en onder a. van dit lid.
Het is verboden op de begraafplaatsen:
a. op de grasperken te zitten of te liggen, de beplantingen te beschadigen of te vernielen;
b. op de zitbanken te liggen, te staan of deze op enigerlei wijze te beschadigen of te bevuilen;
c. honden mee te nemen, uitgezonderd geleidehonden;
d. verwelkte bloemen, onkruid en dergelijke anders dan in een daarvoor bestemde vuilnisbak te deponeren;
e. waren te koop aan te bieden of aanbiedingen te doen met betrekking tot grafbedekkingen of -beplantingen;
f. de rust of orde te verstoren of iets te verrichten of te laten in strijd met de eerbied aan de nagedachtenis van overledenen.
Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van het personeel van de begraafplaats.
Degenen die één of meer bepalingen van de artikelen 4 tot en met 7 overtreden, kunnen van de begraafplaats worden verwijderd, terwijl burgemeester en wethouders hen de toegang tot de begraafplaats voor bepaalde of onbepaalde tijd kunnen ontzeggen.
Hoofdstuk 4 voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 11 Het openen en sluiten van graven
Alle werkzaamheden aan een graf ten behoeve van een begraving, het delven van een graf ten behoeve van het stichten van een grafkelder, een opgraving, een bijzetting, een herbegraving of asverstrooiing met uitzondering van het openen en het sluiten van een grafkelder, geschieden van gemeentewege tegen betaling van de daarvoor verschuldigde rechten.
Artikel 12 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de personen, genoemd in artikel 18, eerste lid.
Hoofdstuk 5 Indeling en uitgifte der graven en asbezorging
Artikel 13 Begraafplaatsindeling
De begraafplaats wordt ingedeeld in vakken en de vakken worden ingedeeld in graven;
a. de vakken worden aangeduid met Romeinse cijfers (Boven-Hardinxveld, Kromme Gat) en met letters (overige begraafplaatsen) en de graven met cijfers.
b. van de indeling worden plattegrondtekeningen gemaakt waarop de vakken alsmede de graven zijn aangegeven. Dit geldt ook voor urnengraven en algemene verstrooiingsplaatsen.
Op de begraafplaats worden particuliere graven uitgegeven ten aanzien waarvan aan de rechthebbende het recht wordt verleend om met uitsluiting van anderen daarin stoffelijke resten te doen begraven voor de tijd van twintig achtereenvolgende jaren. Uitzondering hierop vormen de particuliere kindergraven ten aanzien waarvan aan de rechthebbende het recht wordt verleend om met uitsluiting van anderen daarin stoffelijke resten te doen begraven voor de tijd van vijftig achtereenvolgende jaren. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.
De rechthebbende wordt uiterlijk één jaar vóór het vervallen van het recht, zowel bij het verstrijken van de eerste termijn als bij het verstrijken van een verlengingstermijn, daarvan schriftelijk in kennis gesteld door burgemeester en wethouders. Indien het adres van de rechthebbende onbekend is, wordt deze mededeling aangekondigd bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in bijzondere gevallen te hunner beoordeling, de verlenging toe te staan, indien het verzoek daartoe niet binnen de daarvoor gestelde termijn is gedaan. In dit geval wordt de verlenging geacht te zijn verleend en te zijn ingegaan met ingang van de dag volgende op die, waarop het recht verviel.
Artikel 16 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 18 Overschrijving van rechten
Na het overlijden van de rechthebbende dient het grafrecht binnen 12 maanden op hun verzoek te worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, de geregistreerde partner of andere levenspartner, een bloed- of aanverwant, of een andere nabestaande dan wel een rechtspersoon die de zorg voor de instandhouding van het graf op zich neemt. Indien de rechthebbende is overleden en in het graf dient te worden begraven of zijn asbus dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving voorafgaand aan de begrafenis of bijzetting te worden gedaan.
Artikel 19 Verkrijging en overschrijving van rechten
Burgemeester en wethouders kunnen de grafrechten vervallen verklaren:
a. indien de betaling van het grafrecht en de onderhoudskosten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht of van andere kosten - ondanks een aanmaning - niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;
b. indien de rechthebbende of gebruiker - ondanks een aanmaning - in verzuim blijft een op grond van dit reglement op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;
c. indien de rechthebbende of de gebruiker van een graf is overleden en het recht niet binnen 12 maanden is overgeschreven.
Artikel 22 Duur van de vergunning
De vergunning, bedoeld in artikel 21, eerste lid, wordt verleend:
a. voor wat de particuliere graven betreft, voor de tijd, gedurende welke het recht op het graf bestaat;
b. voor wat de algemene graven betreft, voor de duur van de gebruikstermijn; de vergunningstermijn kan éénmalig op schriftelijk verzoek van de houder van de vergunning voor de tijd van ten hoogste tien achtereenvolgende jaren worden verlengd.
Bij overboeking van het recht tot het uitsluitend begraven in een grafruimte ten name van een andere rechthebbende, wordt een vergunning als bedoeld in lid 1, geacht van de datum van overboeking af te zijn verleend aan de nieuwe rechthebbende, die van het tijdstip af aansprakelijk is voor de nakoming van de uit de vergunning voortvloeiende verplichtingen.
De gemeente is niet aansprakelijk voor de zich op de graven bevindende gedenktekens of voor schade daaraan dan wel door schade, die door de gedenktekens zelf is ontstaan, zolang de graven niet geruimd mogen worden volgens de bepalingen uit de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 24 Verwijdering grafbedekking
De op de graven geplaatste gedenktekens en aangebrachte beplantingen moeten op eerste aanschrijving van burgemeester en wethouders door en voor rekening van de rechthebbende onmiddellijk worden verwijderd indien zij zijn aangebracht of geplant in strijd met deze verordening, de bij nadere regels vastgestelde bepalingen of de verleende vergunning.
Wanneer het uitsluitend recht tot het doen begraven in een particulier graf of het gebruik van een algemeen graf zal eindigen of vervallen, anders dan als gevolg van sluiting van de begraafplaats, dient het daarop aanwezige gedenkteken vóór het verstrijken van de bedoelde termijnen door de eigenaar van het gedenkteken verwijderd te worden. De eigenaar zal, zo mogelijk, daaromtrent door burgemeester en wethouders worden ingelicht.
Hoofdstuk 8 Onderhoud grafbedekkingen
Artikel 25 Onderhoud door rechthebbende en gebruiker
Wanneer burgemeester en wethouders blijkt dat onderhoudsplichtigen de hun in het eerste lid opgelegde verplichtingen niet naar behoren nakomen, stellen zij hen schriftelijk in de gelegenheid binnen een door hen te bepalen termijn voor een beter onderhoud zorg te dragen. Als het adres van de onderhoudsplichtige niet bekend is, wordt deze mededeling aangebracht bij het graf en op het mededelingenbord bij de ingang van de begraafplaats.
Hoofdstuk 9 Ruiming van graven
Het voornemen van burgemeester en wethouders om een algemeen graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip, waarop het graf geruimd zal worden, op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de gebruiker gebracht, tenzij het adres van de gebruiker van het graf aan hen bekend is. In dat geval maken zij de gebruiker uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.
Hoofdstuk 11 Straf- en slotbepalingen
Hij die handelt in strijd met de artikelen 4 tot en met 7 kan worden gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
Artikel 32 Overgangsbepalingen
Ten aanzien van de voor het in werking treden van deze verordening uitgegeven recht op particuliere-, urnen- en algemene graven, blijven de bepalingen van kracht die bij de uitgifte van die graven golden en worden, voor zover zij ook bij deze verordening zijn vereist, geacht onder dezelfde voorwaarden krachtens deze verordening te zijn verleend.
De voor het in werking treden van deze verordening verleende vergunningen tot het aanbrengen van gedenktekens enz., verliezen door het in werking treden van deze verordening hun kracht niet en worden, voor zover zij ook bij deze verordening zijn vereist, geacht onder dezelfde voorwaarden krachtens deze verordening te zijn verleend.