Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Wolden

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Wolden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2024
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 15.33 Wet milieubeheer

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2023Nieuwe regeling

21-12-2023

gmb-2023-561427

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2024

De raad van de gemeente De Wolden;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

 

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2024.

(Verordening afvalstoffenheffing 2024)

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    'gebruik maken': gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

  • 2.

    GFT afval: groente-, fruit- en tuinafval(GFT);

  • 3.

    PMD afval: plastic-, metaal- of drankverpakkingen(PMD);

  • 4.

    OPK afval: oud papier en karton(OPK);

  • 5.

    HHA: fijn huishoudelijk(rest)afval(HHA);

  • 6.

    GHA: grof huishoudelijke afvalstoffen die naar aard, samenstelling of omvang (volume of afmetingen) zo afwijken dat deze buiten de reguliere inzameldienst moeten worden aangeboden;

  • 7.

    GTA: grof tuinafval dat naar aard, samenstelling of omvang (volume of afmetingen) zo afwijkt dat dit buiten de reguliere inzameldienst om moeten worden aangeboden;

  • 8.

    PVA: particulier verbouwingsafval als gevolg van het bouwen, renoveren, verbouwen en slopen van gebouwen en constructies door particuliere huishoudens (materialen die 'aard- en/of nagelvast' aan een bouwwerk zijn, worden of waren gemonteerd en verhardingsmaterialen, bestrating, inclusief ongebruikte bouwmaterialen en verpakkingsmaterialen).

  • 9.

    Container: een vanwege de gemeente uitgezette afvalcontainer ten behoeve van de inzameling van de in de leden 2 tot en met 5 genoemde afvalsoorten;

  • 10.

    Verzamelcontainer: een vanwege de gemeente geplaatste container ten behoeve van de inzameling van fijn huishoudelijk afval(HHA) van meerdere huishoudens;

  • 11.

    Eenpersoonshuishouden: een perceel welke door 1 persoon wordt bewoond;

  • 12.

    Meerpersoonshuishouden: een perceel welke door meer dan 1 persoon wordt bewoond;

  • 13.

    Recreatiewoning: een perceel welke niet permanent mag worden bewoond en wordt gebruikt voor recreatieve doeleinden

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven zoals is bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven voor het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan volgens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2.

    Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren.

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarieven

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting wordt als volgt geheven:

    • a.

      De belasting bedoeld in hoofdstuk I van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag;

    • b.

      De belasting bedoeld in hoofdstuk II van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsduur

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk I onder 1.1 en 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, als dit later is, bij het begin van de belastingplicht.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk I onder 1.3 van de tarieventabel is verschuldigd na afloop van het belastingjaar of, als dit eerder is, na beëindiging van de belastingplicht.

  • 3.

    Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar begint, is de belasting bedoeld in hoofdstuk I onder 1.1 en 1.2 van de tarieventabel verschuldigd over de in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, resterende volledige kalendermaanden. De hoogte van de belasting wordt berekend door het tarief per belastingjaar te delen door twaalf en de uitkomst te vermenigvuldigen met het resterende aantal volledige kalendermaanden.

  • 4.

    Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat recht op ontheffing van de verschuldigde belasting bedoeld in hoofdstuk I onder 1.1 en 1.2 van de tarieventabel voor de in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, resterende volledige kalendermaanden. De hoogte van de ontheffing wordt berekend door het tarief per belastingjaar te delen door twaalf en de uitkomst te vermenigvuldigen met het resterende aantal volledige kalendermaanden.

  • 5.

    Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing als de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en daar van een ander perceel gebruik maakt en van hetzelfde inzamelmiddel gebruik blijft maken.

  • 6.

    In afwijking van het bepaald in voorgaande leden is de belasting, bedoeld in hoofdstuk II van de tarieventabel, verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de laatste termijn twee maanden en later.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt dat, ingeval een machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslag gemeentelijke heffingen, of wanneer het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan minimaal € 125 doch niet meer dan € 1.800 bedraagt, de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste 3 en ten hoogste 10 bedraagt. De eerste termijn vervalt op of omstreeks de vijfentwintigste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het tweede lid.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

  • 1.

    Bij de invordering van de afvalstoffenheffing genoemd in artikel 1.1.1 en 1.1.2, van de tarieventabel kan kwijtschelding worden verleend.

  • 2.

    Bij de invordering van de afvalstoffenheffing genoemd in artikel 1.2.1 en 1.2.2, van de tarieventabel kan kwijtschelding worden verleend tot maximaal 48 maal het tarief genoemd in artikel 1.3.5.

  • 3.

    Bij de invordering van de afvalstoffenheffing genoemd in artikel 1.3.4 van de tarieventabel kan kwijtschelding worden verleend tot maximaal 6 maal het tarief.

  • 4.

    Bij de invordering van de afvalstoffenheffing genoemd in artikel 1.3.5 van de tarieventabel kan kwijtschelding worden verleend tot maximaal 48 maal het tarief.

  • 5.

    Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt geen kwijtschelding verleend van de tarieven opgenomen in Hoofdstuk I onder 1.1.3, 1.2.3, en Hoofdstuk II van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De 'Verordening afvalstoffenheffing 2023' van 22 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2023. Die verordening blijft echter wel van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Verordening afvalstoffenheffing 2024’.

 

Zuidwolde, 21 december 2023

De raad voornoemd,

griffier, voorzitter,

J. van Roeden-Hoekstra I.C.J. Nieuwenhuizen

Tarieventabel

behorende bij de ‘Verordening afvalstoffenheffing 2024’.

Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

 

Hoofdstuk I

Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing (vast bedrag)

1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

 

 

 

1.1.1

voor een eenpersoonshuishouden:

€ 132,36

1.1.2

voor een meerpersoonshuishouden:

€ 164,04

1.1.3  

voor een recreatiewoning:

€ 132,36

 

 

 

Maatstaven en tarieven verzamelcontainer (variabele bedrag)

 

 

 

1.2

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.1 bedraagt de belasting per perceel, als dat perceel voor de afvalverwijdering is aangewezen op een verzamelcontainer zonder registratie van aanbiedingen restafval:

 

 

 

1.2.1

voor een eenpersoonshuishouden:

€ 68,28

1.2.2

voor een meerpersoonshuishouden:

€ 90,60

1.2.3

voor een recreatiewoning

€ 68,28

 

 

 

Maatstaven en tarieven aanbieding (variabele bedrag)

1.3

Onverminderd het bepaalde in 1.1. bedraagt de belasting per perceel per geregistreerde aanbieding van:

1.3.1

een container bestemd voor G.F.T.-afval:

€ 0,00

1.3.2

een container bestemd voor PMD-afval

€ 0,00

1.3.3

een container bestemd voor OPK afval

€ 0,00

1.3.4

een container bestemd voor HHA afval (restafval):

€ 10,40

1.3.5

een container bestemd voor (medisch) HHA gerelateerd aan een chronische aandoening van een bewoner van een perceel

€ 0,00

1.3.6

een afvalzak in een verzamelcontainer voor HHA afval (restafval)

€ 1,31

 

 

 

Hoofdstuk II

Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing.

2.1

Onverminderd het bepaalde in Hoofdstuk I bedraagt de belasting voor het op aanvraag aan huis ophalen van:

2.1.1

GHA per 2 m3 of gedeelte daarvan

€ 75,00

2.1.2

GTA:per 2 m3 of gedeelte daarvan

€ 25,00

 

 

 

2.2

Onverminderd het bepaalde in Hoofdstuk I bedraagt de belasting voor het achterlaten op een daarvoor ter beschikking gestelde plaats van:

2.2.1

GHA per 2 m3 of gedeelte daarvan

€ 0,00

2.2.2

PVA:

2.2.2.1

Puin (schoon) tot 0,25 m3

€ 5,00

2.2.2.2

Puin (schoon) van 0,25 m3 tot 2 m3 per m3

€ 20,00

2.2.2.3

Overig (hout, dakleer, gips, harde kunststof, gemengd ) tot 0,25 m3

€ 10,00

2.2.2.4

Overig (hout, dakleer, gips, harde kunststof, gemengd ) van 0,25 m3 tot 2 m3 per m3 

€ 40,00

 

 

 

2.3

Onverminderd het bepaalde in Hoofdstuk I bedraagt de belasting voor de vervanging van een milieupas

€ 25,00

 

 

 

2.4

Onverminderd het bepaalde in Hoofdstuk I bedraagt de belasting voor het vervangen van een beschadigde of zoekgeraakte container

€ 50,00

 

 

 

2.5

Indien de onder 2.4 genoemde vervanging het gevolg is van beschadiging door derden, niet zijnde de inzameldienst of diefstal van het oude exemplaar wordt het onder 2.4 genoemde tarief niet in rekening gebracht, mits een bewijs van aangifte bij de politie wordt overlegd.

 

 

 

2.6

Onverminderd het bepaalde in Hoofdstuk I bedraagt de belasting voor de afgifte en in bruikleen krijgen (conform de hiervoor geldende criteria) van: 

2.6.1

een 2e container bestemd voor GFT

€ 50,00;

2.6.2

een 2e container bestemd voor PMD

€ 50,00;

2.6.3

een 2e container bestemd voor OPK

€ 50,00;

2.6.4

een 2e container bestemd voor HHA

€ 50,00;

2.6.5

een 2e container specifiek bestemd voor (medisch) HHA gerelateerd aan een chronische aandoening van een bewoner van een perceel

€ 0,00.

 

De griffier van de gemeente De Wolden,

 

 

Behoort bij raadsbesluit van 21 december 2023, nummer

 

De raad voornoemd,

 

griffier,

J. van Roeden-Hoekstra