Organisatie | Heemstede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Heemstede 2024 |
Citeertitel | Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Heemstede 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Heemstede 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 20-12-2023 | 1217988 |
De raad van de gemeente Heemstede;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2023;
gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Heemstede 2024
Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding
De gemeente verleent geen kwijtschelding voor belastingaanslagen:
Artikel 2 Beperkte kwijtschelding
Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt kwijtschelding verleend, voor hooguit het tarief van één 240 liter restafvalcontainer.
Artikel 4 Netto kosten kinderopvang
Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid, van genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang.
Artikel 5 Extra toegestane financiële middelen
In afwijking van artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt het totale bedrag aan financiële middelen, bedoeld in dat onderdeel, verhoogd met:
Artikel 6 Kwijtschelding aan ondernemers
Met inachtneming van het overigens in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.