Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Velsen

Hemelwaterverordening Velsen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVelsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHemelwaterverordening Velsen 2023
CiteertitelHemelwaterverordening Velsen 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlageKaart

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024Nieuwe verordening

21-12-2023

gmb-2023-561318

25950

Tekst van de regeling

Intitulé

Hemelwaterverordening Velsen 2023

 

 

De raad van de gemeente Velsen;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 september 2023;

gelet op artikel 10.32a van de Wet milieubeheer en artikel 149 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat de Wet milieubeheer de bevoegdheid biedt bij verordening regels te stellen over

het brengen van afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in een voorziening voor de inzameling

en het transport van afvalwater;

 

overwegende dat de Gemeentewet de raad bevoegdheid biedt de verordeningen te maken die voor

de gemeente nodig worden geoordeeld;

 

overwegende dat het gewenst is regels te stellen over het brengen van afvloeiend hemelwater op of in de bodem en voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater;

 

overwegende dat het vanuit klimaatambitie gewenst is om eisen te stellen aan de verwerking van

hemelwater op eigen terrein;

 

besluit vast te stellen de: Hemelwaterverordening Velsen 2023

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

• gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

• nieuw gebouw: bouwwerk dat wordt opgericht na inwerkingtreding van deze verordening;

• (half)verhard perceeloppervlak: het oppervlak dat de (half)verharding op het perceel inneemt;

• nieuw (half)verhard perceeloppervlak: (half)verhard perceeloppervlak dat wordt aangelegd na inwerkingtreding van deze verordening;

• bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd.

• hemelwaterberging: een berging die is ingericht als, en dienstdoet als, opvanglocatie voor hemelwater;

• hergebruiksysteem: systeem dat de mogelijkheid biedt om een deel van het opgevangen hemelwater in de hemelwaterberging te gebruiken voor andere activiteiten (zoals het bewateren van planten);

• openbaar riool: een voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, hemelwater of een combinatie hiervan, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast;

• stedelijk afvalwater: huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater;

• neerslaggebeurtenis: bui of meerdere buien waarbij de tijd tussen afloop en aanvang van de buien kleiner is dan 24 uur;

• bui: een kortdurende, soms matige tot hevige neerslag;

• neerslag: elke vorm van water of ijs die vanuit de dampkring het aardoppervlak bereikt;

• college: het college van burgemeester en wethouders van Velsen;

Artikel 2. Toepassingsbereik

1. Deze verordening is van toepassing op:

a. Nieuwe gebouwen; en/of

b. Nieuw (half-)verhard perceeloppervlak; en/of

c. Bestaande gebouwen als na de inwerkingtreding van deze verordening een renovatie

conform artikel 3.2 van de Regeling Bouwbesluit 2012 wordt uitgevoerd.

2. Deze verordening is van toepassing op het grondgebied van de gemeente Velsen.

Artikel 3. Verbod op lozen van hemelwater op de riolering

1. Het is verboden om vanaf gebouwen en (half)verhard perceeloppervlak, zoals bedoeld in artikel 2, hemelwater op het openbaar riool en/of in de openbare ruimte te lozen. Het verbod is niet van toepassing als een hemelwaterberging is aangebracht die in stand wordt

gehouden.

2. Het college kan voor bestaande gebouwen een ontheffing verlenen voor het verbod in het eerste

lid, wanneer voor de eigenaar van het bouwwerk of het perceel de aanleg van een

hemelwaterberging redelijkerwijs niet mogelijk is. Aan de ontheffing kunnen voorschriften

worden verbonden.

Artikel 4. Eisen hemelwaterberging

1. Een hemelwaterberging (met of zonder hergebruiksysteem) zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid

dient aan de volgende eisen te voldoen:

a. Heeft een minimale capaciteit van 70 liter per m2 bebouwd oppervlak en (half)verhard

perceeloppervlak; en

b. Loost maximaal 3 liter per m2 bebouwd oppervlak en (half)verhard perceeloppervlak per

uur op een openbaar riool of op de openbare ruimte met een maximum van 3 m3 per

uur per perceel; en

c. Heeft 24 uur na afloop van een neerslaggebeurtenis weer een capaciteit van ten minste 28

liter per m2 bebouwd oppervlak en (half)verhard perceeloppervlak beschikbaar; en

d. Heeft 60 uur na afloop van een neerslaggebeurtenis weer een capaciteit van ten minste 70

liter per m2 bebouwd oppervlak en (half)verhard perceeloppervlak beschikbaar; en

e. Volgt de verwerkingsvolgorde zoals bedoeld in het vierde lid.

2. Voor een hemelwaterberging met een automatisch besturingssysteem met neerslagvoorspelling

dat ervoor zorgt dat de berging voor een hevige neerslagsituatie leeg is, gelden alleen de vereisten a. en e. uit het eerste lid.

3. Voor ruimtelijke ontwikkelingen die meerdere gebouwen en/of (half)verhard perceeloppervlak

beslaan is een gezamenlijke hemelwaterberging toegestaan, mits aangetoond ten genoegen

van de gemeente dat deze berging voldoet aan de eisen zoals gesteld in het eerste lid.

4. Voor het geborgen hemelwater geldt een verwerkingsvolgorde die op perceelniveau is bepaald

zoals aangegeven in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart

(bijlage 1). Het college is bevoegd de verwerkingsvolgorde op perceelniveau (de kaart) te

wijzigen.

De voorkeurvolgorde voor verwerking van het geborgen hemelwater is:

I. afvoeren op vuilwater- of gemengd riool;

II. afvoeren op hemelwaterafvoer of oppervlaktewater;

III. infiltreren in de bodem;

IV. hergebruik.

Hierbij is afvoeren op vuilwater- of gemengd riool het laagste niveau en hergebruik het hoogste niveau.

5. Bij elke (ver)nieuwbouwactiviteit geldt dat de al aanwezige totale hoeveelheid

(hemel)waterberging niet af mag nemen.

6. De voorzieningen als bedoeld in artikel 3, eerste lid dienen uiterlijk 10 weken na het gereedkomen van het nieuw bouwwerk of aanleg van het nieuw verhard oppervlak gerealiseerd te zijn.

Artikel 5. Nadere regels en aanpassen capaciteit

Het college kan nadere regels stellen aan hemelwaterbergingen zoals bedoeld in artikel 4 voor door het college aan te wijzen gebieden. Daarbij kan het college afwijken van de voorgeschreven

capaciteit van de hemelwaterberging en de verwerkingsvolgorde zoals bedoeld in artikel 4.

Artikel 6. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening gesteld, zijn

belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen of groep van personen.

Artikel 7. Inwerkingtreding en overgangsrecht

1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

2. Deze verordening is niet van toepassing op:

a. gebouwen waarvoor vóór inwerkingtreding van deze verordening een

omgevingsvergunning voor bouwen is aangevraagd; of

b. gebouwen waarvoor eerder dan zes weken na inwerkingtreding van deze

verordening een overeenkomst voor een (her)ontwikkeling van een gebouw (of

gebouwen) is gesloten waarin geen of afwijkende afspraken zijn gemaakt over het

bergen en lozen van hemelwater; of

c. gebouwen waarvoor eerder dan zes weken na inwerkingtreding van deze

verordening, een ontwerpbesluit voor inspraak is vrijgegeven in de vorm van een op

het project gericht Stedenbouwkundig programma van eisen, Programma voor de

fysieke leefomgeving of Stedenbouwkundig plan waarin geen of afwijkende kaders

zijn opgenomen voor het bergen en lozen van hemelwater.

Artikel 8. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Hemelwaterverordening Velsen 2023 “.

Aldus vastgesteld te Velsen op [datum]

de griffier, de voorzitter,

Toelichting

 

Aanleiding en doel

Doordat het harder, vaker en langduriger gaat regenen neemt de kans op wateroverlast toe.

Tegelijkertijd zullen er vaker langere droge periodes optreden door klimaatverandering. Het

vasthouden van regenwater op de plek waar het valt, vermindert droogte en voorkomt afwenteling

van wateroverlast naar andere gebieden. Door de beperkte ruimte in stedelijk gebied is dit een

moeilijke opgave. Het klimaatbestendig maken van de stad kan de gemeente niet alleen en hiervoor is de hulp van bewoners en bedrijven nodig. De Hemelwaterverordening Velsen is een juridisch instrument dat een bijdrage moet leveren aan het klimaatbestendig en waterrobuust maken van Velsen. Daarnaast moet de Hemelwaterverordening Velsen ervoor zorgen dat op een duurzame manier met hemelwater wordt omgegaan.

 

Hemelwater is in de basis schoon. Bij lozing van hemelwater op het openbaar vuilwaterriool wordt

het vies door vermenging met afvalwater en moet het getransporteerd worden richting de

rioolwaterzuivering, waar het weer wordt schoongemaakt. Daarnaast zorgt het vervoeren van

schoon hemelwater voor een extra belasting van het rioolsysteem, waardoor grotere buizen

aangelegd moeten worden. Deze grotere buizen passen vaak niet in de ondergrond in stedelijk

gebied waar al veel andere kabels en leidingen liggen. Bovendien stort bij zware neerslag een deel

van het vieze water uit het gemengde riool over op het oppervlaktewater, omdat de riolering en de

zuivering niet al het water aankunnen. Bij voorkeur houden we de hemel- en afvalwaterstromen

daarom gescheiden en brengen we hemelwater rechtstreeks terug in het milieu. Daarmee

voorkomen we onnodige verplaatsing van water, besparen we energie en zorgen we voor aanvulling van het oppervlaktewater en/of grondwater. Daarnaast voorkomen we met afkoppelen dat bewoners ten tijde van extreme neerslagsituaties in aanraking komen met verdund afvalwater in de openbare ruimte.

 

Perceeleigenaren zijn verantwoordelijk voor hemelwater dat op eigen terrein valt. Verwerking van

dit hemelwater op eigen terrein is iets dat nog weinig gebeurt in Velsen, terwijl hier wel goede

mogelijkheden liggen. Hemelwater kan veelal opgevangen worden in een hemelwaterberging op

eigen terrein. Deze berging kan waar mogelijk worden geleegd door het water te laten infiltreren in

de ondergrond. Indien dit niet mogelijk is kan veelal vertraagd worden afgevoerd naar nabijgelegen

oppervlaktewater. Deze keuze wordt gemaakt op lokaal niveau en is afhankelijk van

bodemgesteldheid, de stedenbouwkundige inrichting en de aanwezige oppervlaktewaterstructuren

ter plaatse. In het geval dat beide opties niet mogelijk zijn biedt de gemeente binnen de grenzen van doelmatigheid een voorziening aan waarop overtollig hemelwater vertraagd kan worden geloosd indien dit nodig blijkt te zijn.

 

De Hemelwaterverordening Velsen draagt bij aan de doelen vanuit het Programma Water en

Riolering Velsen 2023-2027.

 

 

Grondslag en werking verordening

In artikel 10.32a van de Wet milieubeheer is opgenomen dat gemeenteraden in het belang van de

bescherming van het milieu bij verordening regels kunnen stellen aan het lozen van afvloeiend

hemelwater op de riolering. Dit is een instrument om de gemeentelijke watertaken (zorgplichten)

vorm te geven. De wet geeft een bevoegdheid, hetgeen betekent dat gemeenten niet verplicht zijn

een verordening voor het lozen van hemelwater op de riolering te hebben. Het rioleringsbeleid is

neergelegd in het Programma Water en Riolering Velsen 2023-2027 en vastgesteld …..

 

 

Daarnaast geeft artikel 149 van de Gemeentewet de bevoegdheid aan de raad om die verordeningen te maken die in het belang van de gemeente nodig worden geacht. Om Velsen klimaatrobuust te maken en wateroverlast te voorkomen vindt de raad het nodig om eisen te stellen aan de verwerking van hemelwater op particulier terrein voor nieuwe gebouwen en bestaande gebouwen die ingrijpend gerenoveerd worden of waar extra verharding aangelegd wordt. Zo wordt de verantwoordelijkheid om hemelwater op eigen terrein te verwerken teruggelegd bij de inwoners en wordt samen met de gemeente (voor de openbare ruimte) de klimaatopgave ingevuld.

 

Het lozen van hemelwater op de riolering is geregeld in het Besluit lozing afvalwater huishoudens,

het Besluit lozen buiten inrichtingen en het Activiteitenbesluit milieubeheer. Over de riolering en de

aansluiting van bouwwerken op de openbare riolering staan voorschriften in het Bouwbesluit 2012.

De onderhavige verordening is aanvullend en is niet in strijd met plichten die elders zijn vastgelegd.

Bij strijd gaat de hogere regeling – de “lozingsbesluiten” en het Bouwbesluit – voor.

 

In deze Hemelwaterverordening Velsen wordt voor nieuwbouw, bestaande bouw die ingrijpend

wordt gerenoveerd (conform artikel 3.2 van de Regeling Bouwbesluit 2012) en extra verharding een verbod ingesteld om hemelwater in het openbaar riool of de openbare ruimte te lozen, tenzij de

voorgeschreven hemelwaterberging is aangebracht en in stand wordt gehouden. Dit is van

toepassing op de volledige gemeente Velsen.

 

De Omgevingswet

Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet gelden de bepalingen van de Hemelwaterverordening

Velsen als bepalingen van het omgevingsplan, op grond van artikel 4.6, eerste lid, onder f,

Invoeringsweg Omgevingswet. Deze verordening is zo opgesteld, dat de kernbepalingen zonder

aanpassingen kunnen blijven gelden. Er is aangesloten bij de terminologie van de Omgevingswet en bij de delegatiemogelijkheid die de wet biedt. De artikelen over toezicht en de strafbepaling

vervallen omdat deze onderwerpen elders in de wet of het omgevingsplan worden geregeld (zie

daarvoor meer in de artikelsgewijze toelichting).

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1 Definities

De begrippen in deze verordening zijn toegelicht in artikel 1. Voor een aantal begrippen volgt hier

een verdere duiding. Voor het begrip openbaar riool is aangesloten bij de definities openbaar

vuilwaterriool en openbaar hemelwaterstelsel zoals gedefinieerd in artikel 1.1 Wet milieubeheer:

een voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, hemelwater of een

combinatie hiervan, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met

het beheer is belast. Stedelijk afvalwater is gedefinieerd als huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater.

Voor het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen wordt in deze

verordening de term college gehanteerd. Het college beheert het openbaar riool.

 

Artikel 2 Toepassingsbereik

Dit artikel bepaalt waarop de Hemelwaterverordening Velsen van toepassing is. De verordening is

van toepassing op nieuwe gebouwen en nieuw (half)verhard perceeloppervlak. Nieuw is gedefinieerd als gebouwen en (half)verhard perceeloppervlakken die na inwerkingtreding van de verordening zijn aangelegd. Hierbij gaat het dus om nieuwbouwlocaties, maar ook om nieuw te bouwen schuurtjes en nieuw aan te leggen verharding binnen bestaande percelen. Bestaande verharding valt hier dus niet onder, maar een nieuw terras voor de vervanging van een bestaand terras wel. Op deze manier wil de gemeente de bijdrage van regenwater vanaf particulier oppervlak aan de riolering terugdringen en daarbij aansluiten bij logische vervangingsmomenten. Een nieuw aan te leggen tegelpad door de tuin valt in principe ook onder deze verordening, maar zal in de meeste gevallen niet op de het openbaar riool of in de openbare ruimte lozen (zie artikel 3).

 

Daarnaast betreft het bestaande gebouwen als na inwerkingtreding van de verordening een

ingrijpende renovatie wordt uitgevoerd. Van een ingrijpende renovatie is (volgens artikel 3.2 van de

Regeling Bouwbesluit 2012) sprake wanneer meer dan 25% van de oppervlakte van de gebouwschil wordt vernieuwd, veranderd of vergroot én deze vernieuwing, verandering of vergroting de integrale gebouwschil betreft. Met de integrale gebouwschil wordt bedoeld dat de uitwendige scheidingsconstructie volledig, dat wil zeggen met inbegrip van alle constructieonderdelen (binnenblad, spouwvulling, buitenblad) wordt gerenoveerd. Deze omschrijving van een ingrijpende verbouwing wordt in het bouwbesluit gebruikt om een aantal energie-eisen op een gebouw van toepassen te laten zijn. Analoog hieraan is het ook redelijk om zo’n ingrijpende renovatie ook te gebruiken om een hemelwaterberging aan te leggen en eventuele aanpassingen in de binnenhuisriolering door te voeren.

 

Het toepassingsbereik van de Hemelwaterverordening Velsen geldt voor de gehele gemeente Velsen. Bij invoering van de omgevingswet wordt artikel 3.2 van de Regeling Bouwbesluit 2012 vervangen door artikel 5.20 lid 5 van het Besluit bouwwerken leefomgeving.

 

Artikel 3 Verbod op lozen van hemelwater op de riolering

Dit artikel bepaalt dat het voor gebouwen en (half)verhard perceeloppervlak zoals in artikel 2

benoemd, verboden is om hemelwater te lozen op het openbaar riool of in de openbare ruimte,

tenzij een hemelwaterberging (met of zonder hergebruiksysteem) is aangebracht en in stand wordt

gehouden. Er komt met deze Hemelverordening Velsen meer nadruk te liggen op de

verantwoordelijkheid van de inwoner in het verwerken van hemelwater op eigen terrein. Dit moet

helpen om samen met de gemeente Velsen (voor de openbare ruimte) invulling te geven aan de

klimaatopgave die er voor Velsen ligt.

 

Redelijkheid

Artikel 10.32a, tweede lid, Wet milieubeheer luidt: Van de mogelijkheid, bedoeld in het eerste lid,

onderdeel b, wordt geen gebruik gemaakt indien van degene bij wie afvloeiend hemelwater of

grondwater vrijkomt, redelijkerwijs geen andere afvoerwijze van dat water kan worden gevergd.

 

Dit betekent een beperking van de bevoegdheid om een lozingsverbod in te stellen. In de basis heeft de gemeente de afweging over redelijkheid verwerkt in de term nieuwbouw. Voor nieuw

gerealiseerde panden en nieuw (half)verhard perceeloppervlak is het mogelijk aan het lozingsverbod te voldoen en een hemelwaterberging volgens de eisen uit deze verordening te realiseren en in stand te houden. Voor bestaande gebouwen en bestaand (half)verhard perceeloppervlak die vallen onder de verordening ligt dit minder voor de hand. Voor alle panden van wie redelijkerwijs geen aanleg van een hemelwaterberging kan worden gevergd kan een ontheffing worden verleend. De ontheffing kan onder beperkingen worden verleend. Zo kan het dat de ontheffing bijvoorbeeld alleen betrekking heeft op de achterzijde van een bouwwerk of het achter het pand liggende (half)verharde perceeloppervlak of alleen gedurende een bepaalde overgangsperiode. Verder kan de gemeente voorschriften aan de ontheffing verbinden. Een voorschrift kan betrekking hebben op onder meer het treffen van een alternatieve (tijdelijke) voorziening.

 

Artikel 4 Eisen hemelwaterberging

Dit artikel stelt eisen aan het aanbrengen en in stand houden van een hemelwaterberging. Deze

hemelwaterberging dient een minimale bergingscapaciteit te bezitten. De bergingscapaciteit sluit aan bij de eisen die de gemeente Velsen stelt aan het klimaatadaptief inrichten op het gebied van

wateroverlast. Deze eis is het kunnen verwerken van een bui met 70 mm neerslag in één uur zonder dat wateroverlast ontstaat. Dit vertaalt zich in een eis van 70 liter per m2 bebouwd oppervlak en (half)verhard perceeloppervlak.

 

Er zijn in dit artikel ook eisen gesteld aan de maximale lozing vanuit de hemelwaterberging op het

openbaar riool. Deze eis treedt alleen in werking wanneer voor de locatie geldt dat deze volgens de

verwerkingsvolgorde in aanmerking komt om te lozen op een openbare hemelwaterafvoer, openbaar oppervlaktewater of een openbaar vuilwaterriool. Het maximum aanbod van 3 liter per m2 bebouwd oppervlak en (half)verhard oppervlak per uur staat gelijk aan 8,33 l/s per hectare. Hiermee worden de gemeentelijke voorzieningen niet overbelast en kan het water in de openbare ruimte voldoende worden afgevoerd om wateroverlast te voorkomen.

 

Het is belangrijk dat de waterberging binnen afzienbare tijd na een bui weer beschikbaar is voor

opvang van hemelwater van de volgende bui. Daarbij is een afweging gemaakt over de terminologie neerslaggebeurtenis: een bui of meerdere buien waarbij de tijd tussen afloop en aanvang van de buien kleiner is dan 24 uur. Dit geeft aan dat meerdere opvolgende buien binnen 24 uur gelden als één neerslaggebeurtenis. Er wordt geëist dat binnen 24 uur na afloop van een neerslaggebeurtenis weer ten minste 28 liter per m2 bebouwd oppervlak en (half)verhard perceeloppervlak beschikbaar is. 60 uur na afloop van een neerslaggebeurtenis dient ten minste 70 liter per m2 bebouwd oppervlak en (half)verhard perceeloppervlak beschikbaar te zijn. Dit is gelijk aan de minimale capaciteit van de voorziening.

 

Polderdaken en slimme waterbergingen gebruiken een automatisch besturingssysteem met

neerslagvoorspelling om te zorgen dat de waterbergingen op tijd leeg zijn. Voor deze dynamische

systemen gelden niet de leegloopeisen voor statische bergingen.

 

Lid 3

Wanneer ontwikkelingen plaatsvinden die meerdere gebouwen en omliggend (half)verhard

perceeloppervlak beslaan wordt het toegestaan om een gezamenlijke hemelwaterberging te

realiseren, zolang aantoonbaar aan de eisen uit artikel 4, lid 1 wordt voldaan. Zeker in geval van

grote ontwikkelingen kan zo gekomen worden tot een meer doelmatige invulling van de

bergingsopgave.

 

Lid 4

Dit artikel geeft ook aan dat altijd aan de verwerkingsvolgorde voor verwerking dient te worden

voldaan zoals op perceelniveau aangegeven op de kaart die bijlage 1 vormt bij deze verordening.

Deze kaart is met zorg opgesteld en maakt een afweging van de mogelijkheid die er op perceelniveau aanwezig is. De verplichting om te voorzien in een minimale waterbergingscapaciteit van hemelwater geldt voor alle gebouwen die vallen onder artikel 2. Dit zijn ook gebouwen die zonder vergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht kunnen worden gebouwd.

 

De voorkeursvolgorde voor verwerking van het geborgen hemelwater is:

I. hergebruik;

II. infiltreren in de bodem;

III. afvoeren op hemelwaterafvoer of oppervlaktewater;

IV. afvoeren op vuilwater of gemengd riool.

 

De eisen voor hergebruik van regenwater hangen af van de ligging van het perceel. Bij het hergebruik van hemelwater als grijswater heeft het de voorkeur wanneer dit water gebruikt wordt voor bijvoorbeeld bevloeiing van dakbeplanting, het tegengaan van hittestress en het tegengaan van uitdroging van de bodem. Ook (huishoudelijk) hergebruik is mogelijk, dan wordt bespaard op

drinkwaterverbruik. Een extra voordeel is dat hemelwater veel minder kalk bevat dan drinkwater.

Daarom kan met een eigen hemelwatersysteem ook bespaard worden op was- en

reinigingsmiddelen. Voor het mogelijk maken van hergebruik van water zal er wel extra waterberging moeten worden aangelegd, omdat de hemelwaterberging binnen de gestelde tijd leeg moet zijn. Met infiltreren wordt het regenwater in de grond gebracht. In gebieden met een lage waterstand en goed doorlatende grond is dit een voor de hand liggende mogelijkheid, maar in geval van klei in de bodem is dit een minder reële mogelijkheid. Afvoer naar oppervlaktewater vereist meestal een goedkeuring, melding of vergunning van het Hoogheemraadschap op basis van de Keur. In de Waterwet en het Burgerlijk wetboek is reeds geregeld dat het op eigen terrein te verwerken water niet mag leiden tot overlast op naburige percelen.

 

Lid 5

Bij elke ingreep geldt dat de al aanwezige totale hoeveelheid waterberging niet af mag nemen. Als in het plangebied dus al meer waterberging aanwezig was, moet dit behouden blijven of vervangen

worden. Daarbovenop moet de opgave voor hemelwaterwaterberging gerealiseerd worden.

 

Lid 6

Met deze verordening wordt ook de instandhouding van de voorzieningen geregeld. Ongewenste

latere aanpassingen aan de afvoer van hemelwater, grondwater en stedelijk afvalwater vallen binnen deze verordening. Hier kan handhavend opgetreden worden. Wanneer ontwikkelingen plaats inden die meerdere gebouwen en omliggend (half)verhard perceeloppervlak beslaan wordt het toegestaan om een gezamenlijke hemelwaterberging te realiseren, zolang aantoonbaar aan de eisen uit artikel 4, lid 1 wordt voldaan. Zeker in geval van grote ontwikkelingen kan zo gekomen worden tot een meer doelmatige invulling van de bergingsopgave.

 

Artikel 5 Nadere regels en aanpassen capaciteit

Dit artikel geeft het college de mogelijkheid om nadere regels te stellen over de vereisten uit artikel

4. Het delegeren van de mogelijkheid tot wijzigingen op delen van het omgevingsplan vanuit de

gemeenteraad naar college is afkomstig uit artikel 2.8 van de Omgevingswet. De delegatie van de

verordende bevoegdheid aan het college is afkomstig van artikel 156 van de Gemeentewet.

 

Er kunnen goede redenen zijn waarom in bepaalde gevallen nadere regels noodzakelijk worden

geacht. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat er ontwikkelingen plaats vinden in gebieden die al

erg gevoelig zijn voor wateroverlast. Als deze wateroverlast niet in de openbare ruimte kan worden

opgelost, dragen aanvullende en strengere eisen bij aan de kans om voor de inwoners ter plaatse de mogelijkheid op wateroverlast te reduceren. Het delegeren van de bevoegdheid aan het college

biedt de mogelijkheid goed in te spelen op deze uitzonderingssituaties. De aanpassingen volgen

alleen als hiermee de doelmatigheid van de waterberging is gediend.

 

Artikel 6 Toezichthouders

Deze verordening is een juridisch bindend instrument om het lozen van hemel en grondwater te

verbieden. Het college wil echter via communicatie wil het college de bewustwording over de

noodzaak van hemelwaterberging overbrengen. Voorlichting en communicatie bij nieuwbouw en

verbouw is hierom belangrijk.

 

Regelmatig toezicht door een toezichthouder op de navolging van deze verordening is echter

noodzakelijk voor een doelmatige hemelwaterberging.

 

In artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt aangegeven dat onder

toezichthouder wordt verstaan: een natuurlijk persoon die bij of krachtens een wettelijk voorschrift

is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Een persoon die is aangewezen als toezichthouder beschikt in beginsel over alle in artikel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht opgenomen bevoegdheden.

 

Een bepaling over buitengewone opsporingsambtenaren is overbodig (zie nr. 64 van de 100 ideeën

voor de gemeentelijke regelgever). Immers, in artikel 142, eerste lid, aanhef en onder c, van het

Wetboek van Strafvordering, is onder meer bepaald dat met de opsporing van strafbare feiten als

buitengewoon opsporingsambtenaar zijn belast, de personen die bij verordening zijn belast met het

toezicht op de naleving daarvan, een en ander voor zover het die feiten betreft en de personen zijn

beëdigd. Daarmee ontlenen buitengewone opsporingsambtenaren hun aanwijzing aan het Wetboek van Strafvordering en is een nadere regeling niet nodig.

 

Artikel 7 Inwerkingtreding en overgangsrecht

Deze Hemelwaterverordening Velsen treedt de dag na bekendmaking in werking en is van toepassing op alle gebouwen zoals beschreven in artikel 2 van de verordening. Voor gebouwen waar vóór inwerkingtreding van deze verordening een omgevingsvergunning voor bouwen is aangevraagd geldt dat deze verordening niet van toepassing is. Voor gebouwen waarvoor eerder dan zes weken na inwerkingtreding van de verordening een intentie-, samenwerkings- of anterieure overeenkomst is afgesloten waaruit de intentie tot (her)ontwikkeling van een gebouw blijkt en waarin geen of afwijkende afspraken zijn gemaakt over het bergen en lozen van hemelwater geldt dat deze verordening niet van toepassing is. Ditzelfde geldt voor gebouwen waarvoor eerder dan zes weken na inwerkingtreding van deze verordening, een ontwerpbesluit voor inspraak is vrijgegeven in de vorm van een op het project gericht Stedenbouwkundig programma van eisen, Programma van eisen bvoor de fysieke leefomgeving of een stedenbouwkundig plan.

 

Artikel 8 Citeerartikel

De tekst van artikel 10.32a Wet Milieubeheer geeft de verordening geen naam. De naamgeving staat dus vrij. De naam: Hemelwaterverordening Velsen 2023 geeft het beste aan waar de verordening over gaat is en is afgeleid van de gebruikelijke benaming volgens de modelverordening.