Tijdelijke subsidieregeling dak- en thuisloosheid 2024-2025

Artikel 1.1: Doel van de subsidie

Doel van deze subsidieregeling is dak- en thuislozen een tijdelijke woonplek en perspectief op de toekomst te bieden en te leren of deze activiteiten van toegevoegde waarde zijn op het pallet van voorzieningen en activiteiten voor de Regio Breda.

Artikel 1.2: Activiteiten

• 1.

  Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de volgende activiteiten:

  • a.

    Project Onder de Pannen (categorie A), waarbij het volgende geboden wordt:

    Op grond van de landelijke formule ‘’Onder de Pannen’’ werven en matchen van minimaal 15 verhuurders met deelnemers per jaar;

  • b.

    Project Werk Eerst (categorie B), waarbij het volgende geboden wordt:

    • i.

      Bieden van trajecten aan dak- en thuislozen die gemotiveerd zijn om te gaan werken of waarvan de aanbieder na een intakegesprek inschat dat de motivatie om te gaan werken aangewakkerd kan worden;

    • ii.

      Dak- en thuislozen wordt een tijdelijke woonplek geboden in combinatie met persoonlijke begeleiding gericht op het vinden van (betaald) werk en op het gebied van financiën en schulden, opbouwen en instandhouden van een netwerk en ondersteuning bij het vinden van duurzame huisvesting.

    • iii.

      Realiseren van 25 trajecten per jaar, waarbij de subsidieontvanger streeft om de volgende resultaten te behalen:

      • -

        Gemiddelde duur van een traject is maximaal 1,5 jaar;

      • -

        80 %van de ingestroomde deelnemers woont minimaal 3 maanden in een woning van de aanbieder;

      • -

        65 %van de ingestroomde deelnemers is na einde traject uitgestroomd naar zelfstandige huisvesting;

      • -

        Minimaal 55% van de ingestroomde deelnemers hebben bij einde traject een arbeidsovereenkomst van minimaal 6 maanden voor minimaal 28 uur;

      • -

        Van de jongvolwassenen (tot 27 jaar) heeft minimaal 55% bij einde traject een arbeidsovereenkomst van minimaal 6 maanden voor minimaal 28 uur of een combinatie van studie, of studeert voltijds;

      • -

        Bij minimaal 80 % van de deelnemers zijn binnen 6 maanden inkomsten en uitgaven inzichtelijk en worden die in balans gebracht, bij minimaal 50 % van de deelnemers is binnen 6 maanden de schuldenproblematiek beheersbaar;

      • -

        Deelnemers groeien aantoonbaar op meerdere domeinen van de ZRM, waaronder in ieder geval sociaal netwerk, financiën en werk. Dit wordt periodiek gemeten.

Artikel 1.3: Doelgroep

• 1.

  Doelgroep project Onder de Pannen (categorie A): economisch dak- en thuislozen die met name een woonvraag en geen zware psychische- en verslavingsproblematiek hebben.

• 2.

  Doelgroep Project Werk Eerst (categorie B): dak- en thuislozen zonder werk, met aanvullende hulpvragen op meerdere leefdomeinen, die gemotiveerd/motiveerbaar en in staat zijn om te werken.

Artikel 1.4: Criteria 1. Om voor de subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende subsidiecriteria:

• a.

  Voor Project Onder de Pannen (categorie A):

  • i.

    Project wordt in de regio Breda uitgevoerd;

  • ii.

    Subsidieontvanger moet lid zijn van het landelijk netwerk Onder de Pannen gedurende de gehele periode waarvoor de subsidie wordt verstrekt;

  • iii.

    Project moet worden uitgevoerd conform de landelijke formule Onder de Pannen;

  • iv.

    Samenwerkingsafspraken hebben of aangaan met de woningcorporaties, gemeenten en andere samenwerkingspartners in de regio Breda;

  • v.

    Subsidieontvanger heeft aantoonbare ervaring in uitvoering activiteiten zoals beschreven in artikel 1.2 lid 1 onder a;

  • vi.

    Aantoonbare kennis in omgang met de doelgroep zoals beschreven in artikel 1.3 lid 1.

• b.

  Voor Project Werk Eerst (categorie B):

  • i.

    Project wordt in de regio Breda uitgevoerd;

  • ii.

    Subsidieontvanger dient zelf zorgt te dragen voor de benodigde woonplekken;

  • iii.

    Elke deelnemer participeert naar vermogen;

  • iv.

    Deelnemers ontvangen integrale ondersteuning, worden gestimuleerd regie te houden of weer te krijgen over hun leven en worden gemotiveerd om te werken aan herstel;

  • v.

    Er wordt binnen 6 weken na start deelname een ondersteuningsplan opgesteld;

  • vi.

    Subsidieontvanger heeft aantoonbare ervaring in uitvoering activiteiten zoals beschreven in artikel 1.2 lid 1 onder b;

  • vii.

    Subsidieontvanger maakt bij de aanvraag aannemelijk dat de beoogde resultaten zoals beschreven in artikel 1.2 lid 1 onder b worden behaald;

  • viii.

    Subsidieontvanger heeft aantoonbare kennis in omgang met de doelgroep zoals beschreven in artikel 1.3 lid 2.

Artikel 1.5: Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1.2.

Artikel 1.6: Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor 2024 een subsidieplafond van € 558.515,00 en 2025 een subsidieplafond van € 558.515,00 (exclusief eventuele indexering).

• 2.

  Het subsidieplafond bedoeld in eerste lid, wordt verdeeld per jaar in de volgende deelplafonds:

  • a.

    voor categorie A: € 56.614,00

  • b.

    voor categorie B: € 501.901,00

• 3.

  Per deelplafond wordt aan één partij subsidie verleend.

• 4.

  De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld en toegekend tot het subsidieplafond is bereikt.

• 5.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond binnen de in het eerste lid genoemde periode bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 2.1: Aanvragen

Subsidie kan worden aangevraagd van de dag na bekendmaking van deze regeling tot en met 19 januari 2024 en geldt voor de periode 1 januari 2024 t/m 31 december 2025.

Artikel 2.2: Beslistermijn

• 1.

  Het college beslist op een aanvraag om een subsidie binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

• 2.

  In afwijking van het eerste lid kan het college zijn beslissing eenmaal voor ten hoogste 13 weken verdagen.

• 3.

  Van een beslissing tot verdaging stelt het college de subsidieontvanger vóór het verstrijken van de termijn als bedoeld in het eerste en tweede lid op de hoogte onder vermelding van de reden tot verdaging.

Artikel 2.3: Verplichtingen subsidieontvanger

• 1.

  Onverminderd de artikelen 6:1 en 6:2 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a.

    vòòr 1 juni 2025 wordt door subsidieontvanger een inhoudelijke en financiële voortgangsrapportage overlegd;

  • b.

    subsidieontvanger stelt elk kwartaal een schriftelijke rapportage met kwalitatieve en kwantitatieve monitorgegevens beschikbaar;

  • c.

    steeds na 6 maanden organiseert de subsidieontvanger met de gemeente een accountgesprek, waar de voortgang van de doelstellingen en resultaten worden besproken.

Artikel 3.1: Algemene subsidieverordening Breda

De vigerende Algemene subsidieverordening Breda is van toepassing voor zover daarvan in deze regeling niet uitdrukkelijk is afgeweken.

Artikel 3.2: Hardheidsclausule

• 1.

  Het college kan, in bijzondere gevallen, een of meerdere artikelen van deze subsidieregeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang van de subsidieontvanger, leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

• 2.

  Toepassing van het vorige lid wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 3.3 Citeertitel en inwerkingtreding

• 1.

  Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Tijdelijke subsidieregeling dak- en thuisloosheid 2024-2025.

• 2.

  Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

• 3.

  De regeling komt te vervallen op 31 december 2025.