Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schouwen-Duiveland

Verordening Bedrijveninvesteringszone Bruinisse 2024 - 2028

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchouwen-Duiveland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Bedrijveninvesteringszone Bruinisse 2024 - 2028
Citeertitel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0035933&artikel=7&z=2015-01-01&g=2015-01-01
  2. https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0035933&artikel=1&z=2015-01-01&g=2015-01-01
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe verordening

19-10-2023

gmb-2023-561045

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Bedrijveninvesteringszone Bruinisse 2024 - 2028

De raad van de gemeente Schouwen Duiveland,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 september 2023;

 

gelet op artikel 1, eerste lid, en artikel 7, vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

 

Besluit vast te stellen de hierna volgende verordening bedrijveninvesteringszone Bruinisse 2024 - 2028.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

Deze verordening verstaat onder:

- bedrijveninvesteringszone: het op de bij deze verordening behorende kaart aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven;

- college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

- uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente en de Stichting Ondernemersfonds Bruinisse op 25 oktober 2023 gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;-

- wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.

 

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 2. Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1.

    Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

 

Artikel 3. Belasting object

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een onroerende zaak.

  • 2.

    Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.

 

Artikel 4. Belastingplicht

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven van de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaak gebruikt;

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt:

  • a.

    gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

  • b.

    het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie die onroerende zaak ter beschikking is gesteld;

  • c.

    als eigenaar aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 3.

    In afwijking op het 1e lid wordt, Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, de te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar als bedoeld in artikel 220 onderdeel b van de Gemeentewet.

 

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde zoals deze geldt voor het kalenderjaar.

  • 2.

    Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

 

Artikel 6 Vrijstellingen

  • 1.

    In afwijking van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde:

  • a.

    onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

  • b.

    belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;

  • c.

    straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

  • d.

    plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

  • e.

    belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor het geven van (muziek)onderwijs;

  • f.

    belastingobjecten die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft, voor zover die objecten bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunst of cultuur, of voor andere activiteiten van sociale of culturele aard;

  • g.

    belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid.

  • h.

    de objecten die vermeld staan in de bijlage ‘vrijgestelde objecten voor de BIZ-Bijdrage’ (bijlage 2).

  • In bijlage 2 staan vermeld de (vrijgestelde) objecten zoals deze zijn opgenomen in de WOZ-administratie (zowel qua objectcode als objectbeschrijving).

  • i.

    onroerende zaken met een WOZ waarde lager dan € 50.000,--

 

  • 2.

    In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de BIZ-Bijdrage van de gebruiker buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van het belastingobject die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 7 Tarief BIZ-bijdrage

 

  • 1.

    Het tarief van de BIZ-bijdrage voor deze BIZ-Zone bedraagt op jaarbasis bij een WOZ-waarde van:

 

 

2024

2025

2026

2027

2028

€ 0.000 t/m € 49.999

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 50.000 t/m € 99.999

€ 150

€ 153

€ 156

€ 159

€ 162

€ 100.000 t/m € 199.999

€ 200

€ 204

€ 208

€ 212

€ 216

€ 200.000 t/m € 299.999

€ 300

€ 306

€ 312

€ 318

€ 324

€ 300.000 t/m € 399.999

€ 450

€ 459

€ 468

€ 477

€ 486

€ 400.000 t/m € 599.999

€ 600

€ 612

€ 624

€ 636

€ 648

€ 600.000 t/m € 799.999

€ 750

€ 765

€ 780

€ 795

€ 810

€ 800.000 t/m € 999.999

€ 850

€ 867

€ 884

€ 901

€ 919

€ 1.000.000 t/m € 4.999.999

€ 950

€ 969

€ 988

€ 1.007

€ 1.027

€ 5.000.000 en meer

€ 1.250

€ 1.275

€ 1.300

€ 1.326

€ 1.352

 

 

 

 

 

 

 

 

  • 2.

    Genoemde BIZ-bijdragen zullen voor het eerst geheven worden met ingang van het kalenderjaar 2024.

 

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet, elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

 

Artikel 10 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdragestaffel wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

 

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

Artikel 11 Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie bedoeld in artikel 14 is de Algemene Subsidieverordening Schouwen Duiveland 2013 niet van toepassing.

Artikel 12 Subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidie voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst wordt verstrekt aan de Stichting Ondernemersfonds Bruinisse.

  • 2.

    De subsidie bedraagt het bedrag van de jaarlijks ontvangen BIZ- bijdragen, verminderd met de jaarlijkse perceptiekosten, vastgesteld op € 600,00.

  • 3.

    Voor zover dit niet reeds is geschied in de uitvoeringsovereenkomst, kan het college nadere regels stellen met betrekking tot de verplichtingen van de subsidieontvanger.

 

Artikel 13 delegatie van de bevoegdheid tot intrekken/wijzigen subsidievaststelling

 

Het college is bevoegd tot het intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen van de subsidievaststelling bedoeld in artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

 

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024 e.e.a. nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1-1-2024.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Bedrijveninvesteringszone Bruinisse 2024’.

 

Artikel 15. Bijlagen behorende bij de Verordening Bedrijveninvesteringszone Bruinisse 2024.

  • 1.

    Kaart van de bedrijfsinvesteringszone

  • 2.

    Lijst met vrijgestelde objectcodes

 

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 oktober 2023,

de griffier, de voorzitter,

P.M.W. Goossens-Smits de heer J. Chr. van der Hoek