Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Assen

Liggeldverordening 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAssen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingLiggeldverordening 2024
Citeertitel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024Nieuwe regeling

21-12-2023

gmb-2023-560785

Tekst van de regeling

Intitulé

Liggeldverordening 2024

Besluit van de raad van de gemeente Assen tot vaststelling van de Liggeldverordening 2024 (Liggeldverordening 2024)

De raad van de gemeente Assen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2023.

gelet op artikel 229 lid 1 sub a en b Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Liggeldverordening 2024

 

 

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    pleziervaartuig: een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor niet-bedrijfsmatige doeleinden, dat wil zeggen sportieve of recreatieve doeleinden;

  • b.

    ligplaats: een gedeelte van het openbaar water dat door een pleziervaartuig mag worden ingenomen;

  • c.

    gebruiker: de houder of bezitter van een pleziervaartuig;

  • d.

    dag: een aaneengesloten periode van 24 uren of een gedeelte daarvan die aanvangt en eindigt om middernacht;

  • e.

    week: een periode van 7 achtereenvolgende dagen;

  • f.

    zomerseizoen: de periode van 1 april tot en met 30 september;

  • g.

    winterseizoen: de periode van 1 oktober tot en met 31 maart.

 

Artikel 2. Belastbaar feit

Het innemen van een ligplaats in het openbaar vaarwater de Vaart op het traject Witterbrug-Kolk, Havenkanaal (Industriehaven), passantenhaven Marsdijk of de passantenhaven Kloosterveen overeenkomstig de bestemming van de haven dan wel het openbaar water en het (eventuele) genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten.

 

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is de gebruiker van een pleziervaartuig dat een ligplaats inneemt in de Vaart op het traject Witterbrug-Kolk, Havenkanaal (Industriehaven), passantenhavens Marsdijk en Kloosterveen in Assen.

  • 2.

    Als gebruiker wordt aangemerkt: de kapitein, de schipper, reder of eigenaar van het vaartuig dan wel diens vertegenwoordiger.

 

 

Artikel 4. Maatstaf van heffing

  • 1.

    De maatstaf van heffing is:

  • a.

    in het zomerseizoen:

    • i.

      voor het innemen van een ligplaats in De Vaart of het Havenkanaal (Industriehaven): het aantal strekkende meters van het vaartuig;

    • ii.

      voor het innemen van een ligplaats in de havens Marsdijk en Kloosterveen: het aantal pleziervaartuigen;

  • b.

    in het winterseizoen:

    • i.

      voor het innemen van een ligplaats in de havens Marsdijk, Kloosterveen of het Havenkanaal (Industriehaven): het aantal pleziervaartuigen;

voorgaande in combinatie met de duur van het verblijf.

  • 2.

    Een gedeelte van een strekkende meter wordt gerekend voor een hele.

  • 3.

    Een gedeelte van een dag wordt als een geheel gerekend.

  • 4.

    4. Bij tussentijdse intrekking van de vergunning voor winterstalling vindt geen restitutie plaats.

 

Artikel 5. Tarieven

1.

Het tarief bedraagt voor pleziervaartuigen:

2023

2024

a.

in De Vaart, per strekkende meter bootlengte, per dag:

€ 1,65

€ 1,75

b.

in het Havenkanaal, per strekkende meter bootlengte, per dag:

€ 1,30

€ 1,35

c.

in de havens Marsdijk en Kloosterveen, per vaartuig, per dag:

€ 9,00

€ 9,50

d.

in de havens Marsdijk en Kloosterveen, per vaartuig, per week:

€ 51,40

€ 54,30

2.

Het tarief voor pleziervaartuigen in het winterseizoen lopende van 1 oktober tot en met 31 maart, bedraagt in de havens van Marsdijk en Kloosterveen per vaartuig, ongeacht de lengte, per winterseizoen:

€ 172,95

€ 182,80

 

Artikel 6. Wijze van heffing

  • 1.

    Het recht wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld. Hieronder wordt mede begrepen een bon, nota of andere schriftuur.

  • 2.

    Indien zich meerdere belastbare feiten voordoen, kunnen de rechten daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

 

Artikel 7. Belastingtijdvak

  • 1.

    Het belastingtijdvak is een dag, of als dat langer is, de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet.

  • 2.

    Indien na afloop van de door de belastingplichtige opgegeven periode het gebruik van de haven wordt voortgezet, vangt met ingang van de dag waarop die voortzetting plaatsvindt een nieuw belastingtijdvak aan.

 

Artikel 8. Tijdstip van betaling

Het recht moet worden betaald op het moment van uitreiking van de schriftelijke kennisgeving.

 

Artikel 9. Vrijstelling

Het liggeld wordt niet geheven ter zake van het gebruik van de haven met:

  • a.

    kleine vaartuigen tot vier meter lengte en twee meter breedte doch uitsluitend:

    • i.

      indien deze boten in eigendom zijn van een inwoner van de gemeente Assen;

en

  • ii.

    zijn gelegen aan de Vaart Noodzijde in Assen tussen de Veenlustbrug en Witterbrug tijdens (een gedeelte van) de periode 1 april tot en met 30 september van enig jaar;

en

  • iii.

    is voldaan aan de hiervoor geldende registratieplicht;

en

  • iv.

    het één klein vaartuig per adres betreft.

    • a.

      een pleziervaartuig waarvoor door de gemeente een privaatrechtelijke vergoeding is bedongen;

    • b.

      een vaartuig dat eigendom is van de gemeente Assen.

 

Artikel 10. Kwijtschelding

Bij de invordering van liggeld wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 11. Intrekking en overgangsrecht

De “Liggeldverordening 2023” van 22 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

 

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Liggeldverordening 2024”.

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadvergadering van 21 december 2023.

De raad voornoemd,

M.L.J. Out, voorzitter

J. de Jonge, griffier