Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Borsele

Beleidsregel kleine windturbines gemeente Borsele 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBorsele
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel kleine windturbines gemeente Borsele 2023
CiteertitelBeleidsregel kleine windturbines gemeente Borsele 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2023nieuwe regeling

07-12-2023

gmb-2023-560728

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel kleine windturbines gemeente Borsele 2023

De raad van de gemeente Borsele;

 

gelet op artikel 1:3 lid 4 Awb en 4:81 - 4:84 Awb;

 

Besluit:

De beleidsregel kleine windturbines gemeente Borsele 2023 vast te stellen.

 

 

BELEIDSREGEL KLEINE WINDTURBINES GEMEENTE BORSELE 2023

 

1. INLEIDING

1.1 Aanleiding

Het duurzaamheidsbeleid van de gemeente Borsele is er op gericht om in 2045 energieneutraal te zijn. Dit wil zeggen dat in 2045 uitsluitend hernieuwbare energiebronnen worden gebruikt en dat geen gebruik meer wordt gemaakt van fossiele energiebronnen.

 

Kleine windturbines zijn turbines met een ashoogte tot 15 m en een tiphoogte tot 21 m. Kleine windturbines maken het mogelijk duurzame energie op te wekken op plaatsen waar een grote windturbine niet mogelijk of wenselijk is. Kleine windturbines kunnen vooralsnog geen grote bijdrage leveren aan de energievoorziening, maar op bedrijfsniveau wordt wel bijgedragen aan verduurzaming.

 

Kleine windturbines zijn voor met name agrarische bedrijven interessant, omdat deze bedrijven veel energie verbruiken, ook in de tijden dat de zon niet schijnt. Juist op de momenten dat de zon niet schijnt, is er namelijk een behoorlijke kans op wind. Het gaat hierbij om agrariërs, die ofwel een akkerbouw- ofwel een fruitteeltbedrijf hebben. Zij gebruiken koeling voor hun producten en ventilatoren voor het drogen van producten. Op de bedrijven zijn veelal al zonnepanelen aanwezig. Koeling van gewassen is ook in de avonduren nodig wanneer zonnepanelen niet in de benodigde stroom kunnen voorzien. Ook in het najaar en in de winter is er een grote behoefte aan een andere manier van energievoorziening. De combinatie van zonnepanelen met een windturbine is voor veel agrariërs ideaal. Verwacht wordt dat er in de toekomst alleen maar meer energie nodig is doordat bijvoorbeeld de voertuigen ook op duurzame energie gaan rijden.

 

Net als voor akkerbouwers en fruittelers zijn windturbines interessant voor melkveehouders. Melkveehouders hebben relatief meer stroom nodig gedurende het hele etmaal en zijn daarmee ook gebaat bij de continue opwekking van energie, die zij direct kunnen gebruiken voor van hun eigen bedrijfsvoering. Daarnaast kunnen ook niet-agrarische bedrijven behoefte hebben aan aanvullende duurzame energie van kleine windturbines.

 

De gemeente Borsele is gunstig gelegen wat betreft de windvoorziening. Door de ligging aan de Westerschelde en de aanwezigheid van open landschap is het een gunstige situatie voor windturbines. Dit betreft zowel de grote windturbines als de kleine. Ook kleine windturbines kunnen bijdragen aan een vermindering van de CO2 uitstoot.

 

1.2 Doel

Deze beleidsregel heeft betrekking op het toestaan van kleine windturbines in de gemeente Borsele bij agrarische en niet-agrarische bedrijven die gelegen zijn in het Chw-bestemmingsplan omgevingsplan ‘Buitengebied Borsele, 2018’. De beleidsregel maakt het mogelijk om bij agrarische en niet-agrarische bedrijven in het buitengebied van de gemeente Borsele door middel van een omgevingsvergunning een kleine windturbine te bouwen.

 

Het Chw-bestemmingsplan omgevingsplan ‘Buitengebied Borsele, 2018’ laat dit soort windturbines niet toe. De gemeente Borsele wil windturbines met een tiphoogte van maximaal 21 meter onder voorwaarden toestaan. De voorwaarden staan in deze beleidsregel. Zo kan de gemeente op een goede manier omgaan met duurzame initiatieven en het opwekken van hernieuwbare energie bevorderen.

 

De beleidsregel wordt als afwegingskader gebruikt voor aanvragen omgevingsvergunningen die betrekking hebben op kleine windturbines bij bedrijven in het buitengebied. De beleidsregel vormt dus een afwegingskader en heeft geen rechtstreekse werking.

 

1.3 Motivering voor het plaatsen van kleine windturbines

  • 1.

    Bijdragen aan duurzame energie/ energietransitie

  • Kleine windturbines leveren in de vraagstukken omtrent energietransitie en duurzame energie slechts een kleine bijdrage aan de doelstellingen van het rijk, de provincie en de gemeenten om te verduurzamen. Kleine windturbines voorzien vooral in energie voor individuele bedrijven en reduceren de kosten voor energiegebruik voor deze bedrijven. Het gaat hierbij dus vooral om bedrijfsgebonden verduurzaming.

  • 2.

    Behoefte

  • Kleine windturbines zijn vooral wenselijk bij bedrijven die op andere tijdstippen energie nodig hebben dan dat zonnepanelen leveren. Vanuit de provinciale overheid en vanuit supermarkten waar agrariërs aan leveren wordt steeds meer druk op bedrijven gezet om te verduurzamen. Deze behoefte komt ook voort uit het feit dat de energie van zonnepanelen nog niet vast kan worden gehouden.

  • 3.

    Rendement

  • De ontwikkelingen op het gebied van kleine windturbines gaan hard waardoor het rendement steeds beter wordt. De verwachting is dat een investering in een kleine windturbine binnen 10 jaar wordt terugverdiend. Het rendement is echter wel afhankelijk van de aanwezigheid van wind. Een dichtbebouwde omgeving is niet aantrekkelijk voor het plaatsen van kleine windturbines.

  •  

  • De energieopbrengst van kleine windturbines is beperkt: grofweg kan gesteld worden dat één tot drie kleine windturbines op jaarbasis genoeg energie opwekken voor één agrarisch bedrijf (afhankelijk van de energiebehoefte en hoe hard het waait). De te verwachten opbrengt van kleine windturbines ligt op dit moment, afhankelijk van de soort en de windsnelheid, tussen de 6.000 en 46.000 kWh/jaar.

  • 4.

    Ruimtebeslag

  • Het ruimtebeslag van kleine windturbines is zeer beperkt. Zeker als windturbines gekoppeld zijn aan erven, bedrijfsbebouwing en beplanting, is de impact op de ruimte gering.

1.4 Totstandkoming beleidsregel

Ter voorbereiding op deze beleidsregels is een beleidsnotitie kleine windturbines opgesteld. ZLTO, Stichting Behoud de Zak van Zuid-Beveland, de Zeeuwse Milieufederatie en Natuurmonumenten zijn om advies gevraagd over deze beleidsnotitie. De adviezen hebben geleid tot aanpassingen en aanvullingen van de beleidsnotitie.

 

De beleidsnotitie is tevens besproken in de informerende raad op 14 juli 2022 en de kaderstellende raad op 1 juni 2023. Ook deze raadsvergaderingen hebben geleid tot aanpassingen van de beleidsnotitie. De beleidsnotitie vormt het kader voor deze beleidsregel.

2. VOORWAARDEN VOOR HET PLAATSEN VAN KLEINE WINDTURBINES

 

In dit hoofdstuk is aangegeven of en waar en onder welke voorwaarden kleine windturbines kunnen worden geplaatst. Hoewel kleine windturbines een kleine bijdrage leveren aan de totale energietransitie, spelen ze een belangrijke rol bij het verduurzamen van bedrijven. Dit leidt tot het uitgangspunt dat windturbines in principe in het gehele buitengebied van Borsele zijn toegestaan bij bedrijven. Er worden geen gebieden of landschapstypen uitgesloten. De meeste erven zijn geschikt voor plaatsing van een windturbine. Hierbij wordt dan uitgegaan van een ‘ja, mits’ benadering. De mits betekent dat er ook erven kunnen zijn die niet geschikt zijn.

 

2.1 Algemene voorwaarden

Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een kleine windturbine moet aan de volgende algemene voorwaarden voldoen:

  • 1.

    Er moet worden aangetoond dat de turbine nodig is om de energiebehoefte van het bedrijf op te vangen.

  • 2.

    De energieopwekking van de kleine windturbine is enkel bestemd ten behoeve van het eigen gebruik en niet voor commerciële doeleinden.

  • 3.

    De windturbines moeten aanvullend zijn op zonne-energie. Er moet worden aangetoond dat de maximale mogelijkheden voor zonne-energie op het dak zijn ingevuld.

2.2 Ruimtelijke voorwaarden

Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een kleine windturbine moet aan de volgende ruimtelijke voorwaarden voldoen:

  • 1.

    De windturbine wordt geplaatst op het in het geldende bestemmingsplan of omgevingsplan aangeduide (agrarisch) bouwblok in het buitengebied.

  • 2.

    Er mag niet meer dan één grondgebonden windturbine per bedrijf/agrarisch bouwblok worden geplaatst.

  • 3.

    De maximale tiphoogte van de windturbine bedraagt 21 meter.

  • 4.

    De afstand van een windturbine tot:

    • a.

      de meest nabijgelegen gevoelige objecten bedraagt niet minder dan vier maal de ashoogte van de windturbine;

    • b.

      buisleidingen met gevaarlijke stoffen bedraagt niet minder dan 25 meter, tenzij de leidingbeheerder dichterbij toestaat;

    • c.

      bovengrondse hoogspanningsinfrastructuur bedraagt ten minste de maximale werpafstand bij twee keer het nominaal toerental van de kleine windturbine, tenzij de netbeheerder instemt met een kortere afstand;

    • d.

      openbaar gebied is zodanig dat de wieken of de constructie van de kleine windturbine niet overhangt boven openbaar gebied.

  • 5.

    De landschappelijke inpassing van een bedrijf mag niet ten koste gaan van een windturbine.

2.3 Voorwaarden vanuit wet- en regelgeving

Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een kleine windturbine moet in ieder geval aan de volgende wet- en regelgeving voldoen:

  • 1.

    De eisen van het Bouwbesluit 2012/ Besluit bouwen leefomgeving.

  • 2.

    De eisen van het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer/ Besluit activiteiten leefomgeving.

  • 3.

    Het besluit externe veiligheid buisleidingen/ Besluit kwaliteit leefomgeving.

  • 4.

    De overige regels van het ter plaatse geldende bestemmingsplan(nen)/ omgevingsplan.

  • 5.

    De regels van de Wet natuurbescherming/ Omgevingswet en de daaruit volgende voorwaarden.

3. TOELICHTING OP DE VOORWAARDEN

3.1.1 Eigen behoefte

Uit landschappelijke overwegingen wil de gemeente het aantal windturbines beperkt houden. Ook moet extra druk op het net worden voorkomen. Om deze redenen heeft de gemeente besloten om alleen windturbines bij bedrijven in het buitengebied toe te staan, waarbij de voorwaarde is gesteld dat het opgestelde vermogen van de te plaatsen windturbine(s) is gericht op de eigen behoefte van het bedrijf. Het reeds neergelegde vermogen aan zonnepanelen wordt hierbij betrokken.

 

Voor het bepalen van het eigen gebruik wordt het gemiddelde energieverbruik van de afgelopen drie jaar als leidraad aangehouden. Dit zal middels een energieplan moeten worden aangetoond. Wanneer er plannen zijn die leiden tot meer energieverbruik dan wordt hiermee rekening gehouden.

 

Daarnaast wordt gevraagd om vanuit het oogpunt van ruimtelijke kwaliteit aan te tonen dat de maximale mogelijkheden voor zonne-energie zijn ingevuld.

 

3.1.2 Hoogte

Voor de hoogte is aangesloten bij het provinciaal beleid, zoals dat geldt in 2023, waarin is vastgelegd dat windturbines met een hogere tiphoogte dan 21 meter alleen zijn toegestaan binnen de daarvoor aangegeven windenergie concentratielocaties. Indien het provinciaal beleid wijzigt en een hogere tiphoogte wordt vastgelegd, dan betekent het niet dat dat de beleidsregel kleine windturbines gemeente Borsele 2023 dan ook wijzigt.

 

3.1.3 Afstandscriteria

De afstanden die zijn opgenomen in de voorwaarden komen uit het Handboek Risicozonering Windturbines (HRW). Het HRW vermeldt per type object een afstandscriterium. Verder geeft het HRW rekenmethodes waarmee de risicocontouren kunnen worden bepaald. Ligt het object buiten de vastgelegde afstand, dan is er voor de plaatsing van de windturbine in principe geen belemmering vanuit het oogpunt van veiligheid.

 

De afstand tussen een kleine windturbine en gasinfrastructuur (buisleidingen) bedraagt minimaal 25 meter. Indien een kleine windturbine buiten de 25 meter afstand wordt gerealiseerd, heeft de plaatsing van de windturbine geen effect op de veilige ligging en integriteit van de gasinfrastructuur. Wanneer de leidingbeheerder ermee instemt is een kleinere afstand dan 25 meter ook mogelijk.

 

Ten op zichtte van hoogspanningsinfrastructuur is ook een afstandseis opgenomen. Dit betreft de afstand die een rotorblad kan afleggen bij het losschieten van de kleine windturbine als deze twee keer zo snel draait dan maximaal mogelijk (nominaal toerental). Voor rekenvoorbeelden wordt verwezen naar de HRW.

 

Om mensen tegen geluidhinder en tegen gezondheidseffecten door geluid te beschermen is de voorwaarde opgenomen dat een kleine windturbine op minimaal 4 x de ashoogte van de turbine geplaatst moet worden van de gevel van een gevoelig object zoals beschreven in de Wet geluidhinder. Het gaat hier bijvoorbeeld om gevoelige gebouwen zoals woningen.

 

3.1.4 Landschappelijke inpassing

Er dient voorkomen te worden dat landschappelijke- en cultuurhistorische waarden worden aangetast. Daarom is het van belang dat kleine windturbines nabij bedrijven/ bebouwing geplaatst wordt, omdat hier al sprake is van een vorm van verstoring van het landschap. Bij plaatsing van kleine turbines op (boeren)erven is het belangrijk dat er een duidelijke visuele relatie is tussen de turbine en de gebouwen en beplanting op dat erf.

 

In het geldende bestemmingsplan/omgevingsplan zijn regels opgenomen met betrekking tot landschappelijke inpassing. De gerealiseerde of nog te realiseren landschappelijke inpassing van een bedrijf mag niet ten koste gaan van een windturbine.

 

3.1.5 Voorwaarden vanuit wet- en regelgeving

De verschillende wetten en bijbehorende regelingen voorzien in regels om hinder van windturbines te voorkomen en om te zorgen dat wordt voldaan aan veiligheidsregels. Zo voorziet het Bouwbesluit in regels voor bouwwerken en dus ook in regels voor windturbines. In het Activiteitenbesluit zijn onder andere geluidsnormen en normen over slagschaduw opgenomen en in de Wet natuurbescherming zijn regels opgenomen voor de bescherming van beschermde soorten en gebieden. In bestemmingsplannen kunnen regels opgenomen zijn ten behoeve van archeologie, cultuurhistorie en externe veiligheid.

 

Slagschaduw bij kleine windturbines is beperkt. Kleine windturbines met een korte en smalle wiek (maximale wieklengte 2,5 meter) en een hoog aantal omwentelingen per minuut (150 tot 400) veroorzaken geen slagschaduw. Windturbines met een wieklengte tussen de 4,5 en 8 meter veroorzaken mogelijk wel slagschaduw. In het Activiteitenbesluit zijn regels opgenomen voor hinder door slagschaduw en lichtschittering.

 

Door de plaatsing van windturbines kunnen ecologische belangen worden geschaad. Het gaat daarbij met name om effecten voor (beschermde) vogels of vleermuizen. Dit is op voorhand niet direct duidelijk en afhankelijk van de locatie. Bij elke aanvraag zal moeten worden getoetst aan de natuurbelangen om in beeld te brengen of voldaan wordt aan de Wet natuurbescherming. Met een natuurtoets (quickscan) moet worden onderzocht welk effect de windturbine heeft.

 

Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. Dan blijven vergelijkbare regels voor kleine windturbines gelden, maar deze zijn in andere wetgeving en regels terug te vinden.

4. SLOTBEPALINGEN

 

Deze beleidsregel treedt in werking de dag volgend op de bekendmaking.

 

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel kleine windturbines gemeente Borsele 2023.

Aldus besloten in de vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Borsele van 7 december 2023

de voorzitter,

de griffier.