Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Son en Breugel

Legesverordening 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSon en Breugel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingLegesverordening 2024
CiteertitelLegesverordening 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpLegesverordening 2024
Externe bijlageBouwkosten ROEB 2024

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2023Nieuwe regeling

21-12-2023

gmb-2023-560505

1919314

Tekst van de regeling

Intitulé

Legesverordening 2024

 

De raad van de gemeente Son en Breugel;

  • gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2023;

  • gelet op de desbetreffende bepalingen in de Gemeentewet;

 

B E S L U I T :

 

Vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024.

(Legesverordening 2024)

 

 

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4. Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

  • a.

    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b.

    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

  • c.

    langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

  • d.

    langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

  • 1. paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

  • 2. paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

  • 3. artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

  • 4. artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

  • 5. artikel 1.31 (kansspelen)

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11. Overgangsbepaling

  • 1.

    De Legesverordening 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Legesverordening 2024'.

 

 

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 21 december 2023.

De raad voornoemd,

de griffier, Moniek Weerts

de voorzitter, Suzanne Otters-Bruijnen

Tarieventabel Legesverordening 2024

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

a.

H/G/O ceremonie ma tm do Trouwzaal, aangew/eigen locatie:

€ 690,-

b.

H/G/O ceremonie vr tm zo + feest Trouwzaal, aangew/eigen locatie:

€ 735,-

c.

H/G/O eenvoudig ma tm do (9.00-17.00) Trouwzaal

€ 345,-

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

€ 240,-

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van 14 dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum:

Tot 14 dagen voorafgaand aan de gereserveerde datum

 

 

 

 

€ 137,50

 

€ 85,-

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering:

€ 41,75

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een nationaal paspoort:

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,40

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,90

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,90

Artikel 1.11 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,05

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 48,15

Artikel 1.13 Modaliteiten

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

 

 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 34,10

 

b.

bij een aanvraag in verband met beschadiging of vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met:

€ 24,50

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

tot het verstrekken van gegevens aan derden:

tot het verstrekken (web/balie):

€ 8,30

€ 17,20

€ 8,30

b.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 24,85

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 23,25

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

n.v.t.

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van:

 

a.

een kadastraal bericht object

€ 19,45

b.

een kadastraal bericht persoon

€ 19,45

c.

een uittreksel kadastrale kaart

€ 19,45

d.

informatie over de bodemkwaliteit

€ 73,50

e.

een exemplaar van de bouwverordening van de gemeente

€ 144,00

Artikel 1.22 Informatie uit registers

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

a.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object

€ 6,95

b.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van, of uittreksel uit, het gemeentelijk beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel een aan die registratie ontleende verklaring als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 6,95

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 11,90

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 23,25

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

1.

tot het verkrijgen van een urgentiebeschikking in het kader van de “Huisvestingsverordening gemeente Son en Breugel 2020-2023”

€ 45,00

2.

Het bepaalde in artikel 1.29.1. is niet van toepassing op of door namens statushouders als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder h, van de “Huisvestingsverordening gemeente Son en Breugel 2020-2023’” ingediende verzoeken om urgentiebeschikking.

 

3.

De in artikel 1.29.1. bedoelde leges worden gerestitueerd als de urgentie wordt verleend.

 

Artikel 1.30 Leegstandwet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 143,55

 

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ 104,40

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.]

 

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

 

 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50

 

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50

 

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00

 

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 226,50

 

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50

 

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 en een aanvraag voor een instemmingsbesluit als bedoeld in artikel 3.1 van de Verordening Ondergrondse Infrastructuur (VOI), waarbij de graaflengte ≥100m¹ is:

€ 427,95

2.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 en een aanvraag voor een instemmingsbesluit als bedoeld in artikel 3.1 van de Verordening Ondergrondse Infrastructuur (VOI), waarbij de graaflengte <100m¹ is of een lasgat / montagegat met een oppervlakte van > 2m² bedraagt:

€ 213,97

3.

Het tarief genoemd in 1.32.1 en/of 1.32.2 wordt per strekkende meter sleuf, voor zover binnen de bebouwde kom gelegen, vermeerderd met

€ 2,06

4.

Het tarief conform voorgaand artikel 1.32.1 en 1.32.2 wordt met een toeslag verhoogd. Deze toeslag wordt berekend over de totaal bemeten sleuflengte voor zover gelegen buiten de bebouwde kom. De toeslag wordt als volgt opgebouwd:

 

 

a.

Over de eerste 2.000 meter sleuflengte, per meter:

€ 1,46

 

b.

Over de sleuflengte, groter dan 2.000 meter en kleiner of gelijk aan 50.000 meter, per meter:

€ 0,86

 

c.

Over de resterende totale sleuflengte, per meter:

€ 0,75

5.

Voor degene aan wie het recht als bedoeld onder artikel 1.32.1 tot en met 1.32.4.c in rekening is gebracht bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen, óf als de gemeente de aanvraag weigert of buiten behandeling stelt. De teruggaaf bedraagt:

50%

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing voor de blauwe zone (parkeerduurbeperking) in het centrum van Son

€ 18,80;

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 41,55;

c.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 0,00.

Artikel 1.34 Kinderopvang

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot opname in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK):

a

Voor kinderopvang, peuteropvang, buitenschoolse opvang en gastouderbureau bij onderzoek voor aanvang exploitatie

€ 921,45

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

 

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,35

 

2.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 0,55

 

3.

in formaat A2 of groter, per bladzijde:

€ 0,55

 

4.

in digitale vorm:

€ 0,30

e.

 

Leges als bedoeld in artikel 1.34 onder a onder 1 t/m 4 worden niet geheven voor zover het verstrekken van maximaal 20 afschriften of kopieën betreft.

 

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

a.

een ontheffing voor het in, op, boven of over de weg aanbrengen of hebben van voorwerpen als bedoeld in artikel 2.10 van de Apv

€ 29,95

b.

een exemplaar van de Apv van de gemeente

€ 31,50

c.

Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het omwisselen van de in bruikleen zijnde afvalcontainer huishoudelijke afvalstoffen of GFT afval.

€ 16,15

d.

het in behandeling nemen van een aanvraag voor een PMD container.

€ 48,40

e.

het in behandeling nemen van een aanvraag tot verstrekking van een vervangend pasje voor de ondergrondse afvalcontainer bestemd voor huishoudelijke afvalstoffen

€ 13,15

f.

het in behandeling nemen van een aanvraag vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking, voor zover daarvoor niet elders in deze titel een tarief is opgenomen.

€ 183,70

g.

een toestemming ingevolge van artikel 4 aanhef en onderdeel b van het Besluit niet aangewezen luchtvaartterreinen voor het opstijgen van een luchtballon op een niet als luchtvaartterrein aangewezen terrein

€ 77,65

h.

een toestemming ingevolge van artikel 3 aanhef en onderdeel c van het Besluit niet aangewezen luchtvaartterreinen voor het landen en opstijgen van een helikopter op een niet als luchtvaartterrein aangewezen terrein

€ 77,65

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

 

-

buitenplanse omgevingsplanactiviteit conform A-lijst:

een activiteit die afwijkt van het omgevingsplan (daaronder begrepen afwijkt van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit en/of een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht) van eenvoudige aard wordt beschouwd als een buitenplanse omgevingsplanactiviteit voorkomend op de A-lijst als bepaald in de bijlage “BOPA’s; A-lijst of B-lijst”;

 

 

-

buitenplanse omgevingsplanactiviteit conform B-lijst:

een activiteit die afwijkt van het omgevingsplan (daaronder begrepen afwijkt van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit en/of een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht) van complexe aard wordt beschouwd als een buitenplanse omgevingsplanactiviteit voorkomend op de B-lijst als bepaald in de bijlage “BOPA’s; A-lijst of B-lijst”

 

 

-

Omgevingsoverleg:

  • 1.

    een overleg over een conceptaanvraag en/of schetsplan/schetsontwerp; of

  • 2.

    een overleg over een initiatiefvoorstel aan de intaketafel en eventueel gevolgd door een overleg aan de (regionale) omgevingstafel

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

5.

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan: alle (bouw)kosten van het bouwen en of het verbouwen, inclusief afwerking, op basis van marktprijzen, inclusief 21% omzetbelasting, zoals deze marktprijzen zijn opgenomen in de door het college van B&W vastgestelde ROEB-lijst "Overzicht bouwkosten ten behoeve van berekeningen van de bouwleges-toets, jaar 2024 (in bijlage 1 weergegeven) of zoals deze laatstelijk is vervangen of gewijzigd, of voor zover deze ontbreekt of ontoereikend is,

de aannemingssom, inclusief 21% omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of,

voor zover deze ontbreekt,

een raming van de kosten, inclusief 21% omzetbelasting, die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, of, voor zover deze ontbreekt,

de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

omgevingsoverleg

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

Voordat een formele aanvraag om een besluit als bedoeld in de overige paragrafen van deze titel wordt ingediend en betrekking heeft op het houden van een omgevingsoverleg over één of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

1.

voor een omgevingsoverleg over een conceptverzoek en/of schetsplan/schetsontwerp:

€ 248,25

2.

De op grond van het eerste lid verschuldigde leges worden verhoogd met:

€ 124,15

 

indien voor het omgevingsoverleg/conceptverzoek/schetsplan meer dan twee keer advies van de adviescommissie omgevingskwaliteit dient te worden ingewonnen, per advies.

 

3.

voor het in behandeling nemen van een initiatiefvoorstel inclusief het omgevingsoverleg aan de intaketafel over een initiatiefvoorstel

€ 3.276,00

4.

voor een eerste omgevingsoverleg aan de omgevingstafel over een initiatiefvoorstel

€ 4.410,00

5.

voor een volgend omgevingsoverleg aan de omgevingstafel over een initiatiefvoorstel

€ 750,00

6.

voor het benodigde omgevingsoverleg met externe adviseurs aan de regionale omgevingstafel de kosten die door de regio hiervoor bij de gemeente in rekening worden gebracht

€ 200,00

7.

voor elk benodigd omgevingsoverleg met betrekking tot milieubelastende activiteiten ODZOB bedraagt:

€ 1.650,00

8.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit voortkomend op de B-lijst (zie bijlage) na de intaketafel en omgevingstafel

€ 11.340,00

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

ingeval de bouwkosten tussen € 0 tot € 2.000,00 bedragen:

€ 109,40

 

0% van de legeskosten;

 

b.

ingeval de bouwkosten tussen € 2.000,00 en € 10.000,00 bedragen:

€ 496,50

 

10 % van de legeskosten;

 

c.

ingeval de bouwkosten tussen € 10.000,00 en € 200.000,00 bedragen:

€ 496,50

 

vermeerderd met 4,319% van de bouwkosten boven de €10.000,00, tot een maximaal tarief van

€ 9.319,00

 

25% van de legeskosten;

 

d.

ingeval de bouwkosten tussen € 200.000,00 en € 1.000.000,00 bedragen:

€ 9.319,00

 

vermeerderd met 2,167% van de bouwkosten boven de €200.000,00, tot een maximaal tarief van

€ 27.954,00

 

25% van de legeskosten;

 

e.

ingeval de bouwkosten tussen € 1.000.000,00 en €5.000.000,00 bedragen:

€ 27.954,00

 

vermeerderd met 1,950% van de bouwkosten boven de €1.000.000,00, tot een maximaal tarief van

€ 111.813,00

 

30% van de legeskosten:

 

f.

ingeval de bouwkosten tussen €5.000.000,00 en €15.000.000,00 bedragen:

€ 111.813,00

 

vermeerderd met 1,387% van de bouwkosten boven de €5.000.000,00, tot een maximaal tarief van

€ 260.895,00

 

30% van de legeskosten:

 

g.

ingeval de bouwkosten tussen €15.000.000,00 en €50.000.000,00 bedragen:

€ 260.895,00

 

vermeerderd met 0,628% van de bouwkosten boven de €15.000.000,00, tot een maximaal tarief van

€ 496.943,00

 

30% van de legeskosten

 

h.

ingeval de bouwkosten €50.000.000,00 of meer bedragen:

€ 496.943,00

 

30% van de legeskosten:

 

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

ingeval de bouwkosten tussen €0 en €2.000,00 bedragen:

€ 109,40

 

100% van de legeskosten;

 

b.

ingeval de bouwkosten tussen €2.000,00 en €10.000,00 bedragen:

€ 496,50

 

90% van de legeskosten;

 

c.

ingeval de bouwkosten tussen €10.000,00 en €200.000,00 bedragen:

€ 496,50

 

vermeerderd met 4,319% van de bouwkosten boven de €10.000,00, tot een maximaal tarief van:

€ 9.319,00

 

75% van de legeskosten;

 

d.

ingeval de bouwkosten tussen €200.000,00 en €1.000.000,00 bedragen:

€ 9.319,00

 

vermeerderd met 2,167% van de bouwkosten boven de €200.000,00, tot een maximaal tarief van:

€ 27.954,00

 

75% van de legeskosten;

 

e.

ingeval de bouwkosten tussen €1.000.000,00 en €5.000.000,00 bedragen:

€ 27.954,00

 

vermeerderd met 1,950% van de bouwkosten boven de €1.000.000,00, tot een maximaal tarief van:

€ 111.813,00

 

70% van de legeskosten;

 

f.

ingeval de bouwkosten tussen €5.000.000,00 en €15.000.000,00 bedragen:

€ 111.813,00

 

vermeerderd met 1,387% van de bouwkosten boven de €5.000.000,00, tot een maximaal tarief van:

€ 260.895,00

 

70% van de legeskosten;

 

g.

ingeval de bouwkosten tussen €15.000.000,00 en €50.000.000,00 bedragen:

€ 260.895,00

 

vermeerderd met 0.628% van de bouwkosten boven de €15.000.000,00, tot een maximaal tarief van:

€ 496.943,00

 

70% van de legeskosten;

 

h.

ingeval de bouwkosten €50.000.000,00 of meer bedragen:

€ 496.943,00

 

70% van de legeskosten;

 

i.

De gezamenlijke legeskosten van artikel 2.5 a t/m h en artikel 2.6 a t/m h 100% van de genoemde legeskosten bedraagt.

 

j.

Voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 248,25

l.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit met bouwactiviteit voortkomend op de A-lijst (zie bijlage):

€ 248,25

m.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit zonder bouwactiviteit voortkomend op de A-lijst (zie bijlage):

€ 496,50

n.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit voorkomend op de B-lijst (zie bijlage) dat niet vooraf gegaan is door omgevingsoverleg

€ 22.500,00

o.

extra (welstands)toets:

Indien voor de aanvraag om een omgevingsvergunning meer dan twee keer advies van de adviescommissie omgevingskwaliteit dient te worden ingewonnen, worden de hierboven genoemde bedragen per advies verhoogd met:

€ 124,10

p.

indien een aanvraag om een omgevingsvergunning tijdens de behandeling vergunningsvrij blijkt te kunnen worden uitgevoerd, bedraagt het tarief:

€ 248,25

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 496,50

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 496,50

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: welke tijdens de behandeling van de aanvraag omgevingsvergunning zonder deze omgevingsvergunning zouden kunnen worden uitgevoerd indien het geen monument zou zijn bedraagt het tarief:

€ 0,00

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: Welke tijdens de behandeling van de aanvraag omgevingsvergunning zonder deze omgevingsvergunning zouden kunnen worden uitgevoerd indien het geen monument zou zijn bedraagt het tarief:

€ 0,00

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 496,50

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 8.294,00

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Variant 1 (regeling in de Algemene plaatselijke verordening/overgangsrecht Omgevingswet)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4.10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 30,90

Artikel 2.34 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit (waaronder Natura 2000 en Flora en Fauna) dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 248,25

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

3◦

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 248,25

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

  • 1.

    het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 2.

    bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 3.

    het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

  • 4.

    het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 496,50

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 496,50

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

 

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.400,00

 

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid

€ 1.400,00

 

c.

vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid

€ 1.400,00

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.400,00

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 496,50

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 126,00

 

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 126,00

 

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 131,00

 

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 126,00

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 496,50

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften met betrekking tot een milieubelastende activiteit van een omgevingsvergunning:

€ 3.000,00

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een milieubelastende activiteit van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 2.600,00

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 11.340,00

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 4.400,00

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: de advieskosten van het deskundig extern bureau, welke de gemeente heeft ingeschakeld.

 

b.

voor de beoordeling op het gebied van archeologie, zoals archeologisch bodemrapport, programma van eisen, bureauonderzoeken, booronderzoeken, proefsleuvenonderzoeken, opgravingsonderzoeken, evaluatierapporten, toezicht op archeologisch veldonderzoek en overige archeologische gerelateerde werkzaamheden: de advieskosten van het deskundig extern bureau, welke de gemeente heeft ingeschakeld.

 

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: de advieskosten van het deskundig extern bureau, welke de gemeente heeft ingeschakeld.

 

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: de advieskosten van het deskundig extern bureau, welke de gemeente heeft ingeschakeld

 

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: de advieskosten van het deskundig extern bureau, welke de gemeente heeft ingeschakeld.

 

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): de advieskosten van het deskundig extern bureau, welke de gemeente heeft ingeschakeld.

 

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: de advieskosten van het deskundig extern bureau, welke de gemeente heeft ingeschakeld.

 

Artikel 2.50 Advies verwerken

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over een initiatiefvoorstel (voorfase) of de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 2.016,00

 

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de verordening adviescommissie omgevingskwaliteit dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

€ 124,15

 

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de verordening adviescommissie omgevingskwaliteit in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:

€ 124,15

 

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

 

 

a. van de voor het omgevingsoverleg over een conceptverzoek en/of schetsplan/schetsontwerp geheven leges.

100%

 

b. van de voor het omgevingsoverleg aan de intaketafel over een initiatiefvoorstel geheven leges

0%

 

c. van de voor het omgevingsoverleg aan de omgevingstafel over een initiatiefvoorstel geheven leges:

0%

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 

 

a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

 

 

b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

Indien een in behandeling genomen aanvraag om een omgevingsvergunning welke nog niet ontvankelijk bevonden is of nog niet getoetst is op ontvankelijkheid en deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt van de geheven leges, van het tarief als vermeld in de artikelen 2.5, 2.6, 2.7 en 2.28, een teruggaaf verleend tot een bedrag van

€ 248,25

b.

Indien een in behandeling genomen aanvraag om een omgevingsvergunning welke ontvankelijk is bevonden, voor het nemen van een besluit tot verlenen of weigeren, evident wordt ingetrokken, wordt van de geheven leges, van het tarief als vermeld in artikel 2.5 en 2.6, een teruggaaf verleend van

50%

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend:

 

a. binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50%

b. later dan 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

20%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 496,50 wordt niet teruggegeven muv artikel 2.56 lid a

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2.28a en artikel 2.29 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 113,35;

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2.31, vijfde lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 113,35;

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 113,35;

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 85,20.

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 85,20;

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 85,20;

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 23,50.

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

 

a.

voor een escortbedrijf:

€ 265,85;

 

b.

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a:

€ 907,50;

 

c.

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 907,50;

2.

Het bedrag dat op grond van het eerste lid verschuldigd is wordt:

 

 

 

a.

voor iedere beheerder die zal worden aangesteld bij het seksbedrijf vermeerderd met

€ 265,85;

 

b.

als de aanvraag tot het verlenen van de vergunning mede ziet op een seksinrichting vermeerderd met:

€ 265,85.

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 29,30;

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een marktstandplaatsvergunning, als bedoeld in artikel 5 van de Marktverordening Son en Breugel 2005:

 

 

 

a.

geldig voor één of twee dagen:

€ 45,81;

 

b.

geldig voor langer dan twee dagen:

€ 114,05;

Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

overschrijving van een marktstandplaatsvergunning op naam van een ander als bedoeld in artikel 12 van de Marktverordening Son en Breugel 2005:

€ 34,70;

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5.18 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

  • a.

    geldig voor één of twee dagen

  • b.

    geldig voor langer dan twee dagen

€ 45,81

€ 114,05

Paragraaf 3.7 Verbod exploiteren bedrijf zonder benodigde vergunning

Artikel 3.19 Verbod exploiteren bedrijf zonder benodigde vergunning

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

a.

een vergunning als bedoeld in artikel 2:42a van de Algemene plaatselijke verordening (exploiteren bedrijf):

€ 2.046,20;

 

b.

het wijzigen van de vergunning als bedoeld in artikel 2:42, twaalfde lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 179,30;

2.

 

Als de aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3.19.1 tijdens de behandeling wordt ingetrokken dan worden de legesbedragen genoemd in artikel 3.19.1 onder a en b verminderd met:

50%

Paragraaf 3.8 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 185,95

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Son en Breugel d.d. 21 december 2023.

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier, Moniek Weerts

de voorzitter, Suzanne Otters-Bruijnen