Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Destructieverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDestructieverordening
CiteertitelDestructieverordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

art. 17 Destructiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-199701-01-2008Onbekend

24-09-1997

Gemeenteblad 1997/037

Raadsvoorstel 135/1997

Tekst van de regeling

Intitulé

Destructieverordening

 

De Raad van de Gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van 24 september 1997;

Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 19 augustus 1997;

Gelet op artikel 17 van de Destructiewet (Stb. 1995, nr 177);

Besluit:

 

vast te stellen de volgende DESTRUCTIEVERORDENING:

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    wet:

    de Destructiewet (Staatsblad 1995 nr. 177);

  • b.

    aangifteplichtige:

    degene die als houder of eigenaar van destructiemateriaal ingevolge de wet verplicht is daarvan aangifte te doen;

  • c.

    destructiemateriaal:

    dode honden, dode katten en het krachtens artikel 2, tweede lid, van de wet aangewezen dierlijk afval.

Artikel 2

Burgemeester en wethouders wijzen een of meer verzamelplaatsen aan, waar het destructiemateriaal in ontvangst wordt genomen.

Artikel 3

De aangifteplichtige is gehouden uiterlijk op de eerste werkdag die volgt op de dag waarop het destructiemateriaal is ontstaan, het materiaal te vervoeren naar de naastbijgelegen verzamelplaats en het daar aan te geven en af te staan.

Artikel 4

Tot het tijdstip van aangifte is de aangifteplichtige gehouden het destructiemateriaal zodanig te bewaren dat vermenging met ander materiaal wordt voorkomen.

Artikel 5

De artikelen 3 en 4 vinden geen toepassing voor zover artikel 6 van het Destructiebesluit van toepassing is.

Artikel 6
  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Destructieverordening".

  • 2.

    Zij treedt in werking met ingang van 1 oktober 1997.

  • 3.

    De Destructieverordening 1976 vervalt.

     

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 september 1997,

 

De Voorzitter Mr. E.M. d'Hondt

 

De Secretaris W. Smids

 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

De Minister van Volksgezondheid. Welzijn en Sport kan op grond van artikel 2, tweede lid van de Destructiewet categorie‰n aanwijzen van dierlijk afval als hoog-risico-materiaal en daarvan bepalen dat artikel 17 van toepassing is. Het gaat hierbij om vogels die gestorven zijn aan botulisme en om kadavers van dieren in dierentuinen die uit het oogpunt van volksgezondheid gevaarlijk kunnen zijn.

 

Artikel 2 en 3

De wet bevat geen bepalingen over het verzamelen van dode honden en dode katten. Het gemeentebestuur kan derhalve een of meer verzamelplaatsen aanwijzen.

In Nijmegen is als zodanig aangewezen het Dierentehuis aan de Tarweweg.

 

Artikel 4

Met deze bepaling wordt bedoeld dat dode honden en dode katten niet samen met ander materiaal dan van dierlijke herkomst mogen worden bewaard. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om halsbanden, touw en kleden.

 

Artikel 5

Op grond van artikel 13, derde lid van de Destructiewet heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in het Destructiebesluit bepaald, dat er uitzonderingen bestaan op de regel dat dode honden en dode katten moeten worden afgestaan aan de destructor/ondernemer (op grond van de regelen in de plaatselijke verordening), i.c. het Dierentehuis.

Indien dode honden en dode katten worden begraven op het terrein van de eigenaar of houder of op een plaats die ingevolge een besluit van het gemeentebestuur voor dit doel is toegelaten, hetzij worden verast in een crematorium, behoeven deze niet te worden afgestaan aan de het Dierentehuis.