Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Geertruidenberg

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGeertruidenberg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024
CiteertitelVerordening marktgelden 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpVerordening marktgelden 2024

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De heffing op belasting is per 1 januari 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-2023Nieuwe regeling

14-12-2023

gmb-2023-560206

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024

 

De raad van de gemeente GEERTRUIDENBERG;

 

Mede gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2023;

 

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

 

BESLUIT

 

Vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024.

1 Artikel Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • A.

    markt: de wekelijkse warenmarkt in de kern Geertruidenberg, de kern Raamsdonksveer en de kern Raamsdonk;

  • B.

    standplaats: de op en voor de duur van een markt door burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

  • C.

    kwartaal: kalenderkwartaal

 

2 Artikel Belastbaar feit

Onder de naam “marktgelden” worden rechten geheven voor het innemen van een standplaats op voor de markt aangewezen plaatsen en gedurende voor de markt aangewezen tijden.

 

3 Artikel Belastingplicht

Belastingplichtig is degene die een standplaats op de markt inneemt, dan wel degene aan wie een standplaats is toegewezen.

 

4 Artikel Maatstaf van heffing en tarief

  • 1.

    Het marktgeld als bedoeld in artikel 2 wordt geheven naar de lengte van de standplaats en bedraagt per 4 strekkende meters of een gedeelte daarvan:

    1.1. per dag of een gedeelte van de dag € 0,00

  • 2.

    Voor het gebruik van een door de gemeente beschikbaar gestelde kraam bedraagt het recht per kraam:

    2.1. € 5,40 exclusief B.T.W. per dag

    2.2. € 56,75 exclusief B.T.W. per kwartaal bij een afgesloten kwartaalabonnement

  • 3.

    Voor het gebruik van door de gemeente beschikbaar gestelde elektriciteit bedraagt het recht per plaats:

    3.1. € 1,10 per dag

    3.2. € 13,00 per kwartaal bij een afgesloten kwartaalabonnement

  • 4.

    Aan vergunninghouders, die vooraf schriftelijk aangeven het verschuldigde marktgeld per kwartaal te willen betalen, wordt per kwartaal 12 maal het tarief, als verschuldigd op grond van het eerste lid van dit artikel, in rekening gebracht. Aan vergunninghouders die vooraf schriftelijk aangeven het verschuldigde marktgeld per jaar te willen betalen, wordt per jaar 45 maal het tarief, als verschuldigd op grond van het eerste lid van dit artikel, in rekening gebracht.

 

5 Artikel Wijze van heffing

  • 1.

    De in artikel 4 bedoelde rechten worden geheven bij wege van aanslag, voor zover deze rechten per kwartaal of per jaar in rekening worden gebracht.

  • 2.

    Voor zover de rechten niet per kwartaal of jaar in rekening worden gebracht worden de in artikel 4 bedoelde rechten geheven door middel van een genummerde kwitantie, waarop het verschuldigde bedrag staat vermeld.

 

6 Artikel Tijdstip van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 5, eerste lid, bedoelde aanslagen worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    De in artikel 5, tweede lid, bedoelde rechten moeten worden betaald op het moment dat de kwitantie wordt uitgereikt.

 

7 Artikel Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en einde belastingplicht in de loop van het tijdvak

  • 1.

    Met uitzondering van het bepaalde in het tweede lid zijn de bij wege van een kwitantie geheven rechten verschuldigd bij de aanvang van het in artikel 2 bedoelde gebruik.

  • 2.

    De bij wege van aanslag geheven rechten zijn verschuldigd hij de aanvang van het kwartaal of jaar of, zo dit later is. hij de aanvang van het in artikel 2 bedoelde gebruik.

  • 3.

    Bij de aanvang van de belastingplicht in de loop van het kwartaal is het recht verschuldigd over zoveel derde gedeelten van het voor dat kwartaal verschuldigde recht als er in dat kwartaal, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Bij de aanvang van de belastingplicht in de loop van het jaar is het recht verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5.

    Indien de belastingplicht in de loop van het kwartaal eindigt, in verband met het overlijden van de belastingplichtige of door schriftelijke opzegging door belastingplichtige dan wel door intrekken van een vergunning door het college, wordt ontheffing verleend over zoveel derde gedeelten van het voor dat kwartaal verschuldigde recht als er in dat kwartaal, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 6.

    Indien de belastingplicht in de loop van het jaar eindigt, in verband met het overlijden van de belastingplichtige of door schriftelijke opzegging door belastingplichtige dan wel door intrekken van een vergunning door het college, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

 

8 Artikel Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

 

9 Artikel Overgangsrecht

De “Verordening marktgelden 2023” van 10 november 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

10 Artikel Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

 

11 Artikel Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening marktgelden 2024".

 

Geertruidenberg, 14 december 2023

De raad van Geertruidenberg,

de griffier, de voorzitter,

drs. K.M.C. Millenaar-Rammelaere, M. Witte