| Organisatie | Hilversum |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Nadere regels deelscooters 2024. Hilversum |
| Citeertitel | |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
| Eigen onderwerp | |
| Externe bijlage | Besluit college Nadere regels deelvervoer 2024 |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 28-12-2023 | nadere regels | 19-12-2023 |
Burgemeester en wethouders van Hilversum,
gelet op het voorstel Nadere regels deelvervoer 2024 met kenmerk 1325617,
gelet op artikel 5.1.13 van de Algemene Plaatselijke Verordening Hilversum 2010, houdende een algemeen verbod op het aanbieden van deelvoertuigen in de openbare ruimte zonder vergunning van het college;
overwegende dat het gewenst is nadere regels te stellen voor het verlenen van vergunningen voor het bedrijfsmatig plaatsen van voertuigen op de weg ten behoeve van gebruik door derden, zodat vergunningen worden verleend met daarbij behorende verplichtingen voor plaatsing van deelscooters in de openbare ruimte;
1. De Nadere regels deelscooters 2024 bij het APV-artikel 5.1.13 vaststellen.
2. Tot het moment van vergunningverlening gelet op de vergunningsprocedure, niet handhavend optreden tegen het parkeren van deelscooters van Check in de openbare ruimte.
3. De raad te informeren middels bijgaande Raadsinformatiebrief.
Nadere regels deelvervoer 2024
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
a. Verordening: Algemene Plaatselijke Verordening Hilversum 2010;
b. deelscooter: een motorrijtuig op 2 wielen, uitgerust met een elektromotor, met een door de constructie bepaalde maximale snelheid van niet meer dan 45kkm/h of 25 km/h (respectievelijk elektrische bromfiets en elektrische snorfiets genoemd), niet zijnde een gehandicaptenvoertuig;
c. vergunningenplafond: het maximaal aantal vergunningen dat wordt verleend;
d. voertuigenplafond: het maximaal aantal voertuigen waarvoor de vergunningen worden verleend;
e. free floating: deelvoertuigen kunnen op basis van GPS overal binnen een digitaal afgebakend servicegebied opgehaald en achtergelaten worden;
f. back to many: deelvoertuigen kunnen bij daartoe aangewezen locaties opgehaald en teruggebracht worden.
2. Indien vergunningen worden verleend aan 2 aanbieders, dan geldt voor beide vergunninghouders een plafond van 100 voertuigen.
3. Bij een gemiddeld gebruik over een periode van 3 maanden van meer dan 2,5 ritten per voertuig per dag kan, via een wijziging van de vergunning, het maximaal aantal voertuigen worden verhoogd met maximaal 50 voertuigen..
4. In afwijking van artikel 1.7 van de Verordening geldt de vergunning voor 2 jaar.
5. Verlenging van de vergunning na 2 jaar is mogelijk met maximaal 1 jaar als het college daartoe besluit.
6. Wanneer de vergunninghouder aankondigt zijn activiteiten te beëindigen, zal het college de vergunning intrekken met ingang van de datum waarop de vergunninghouder heeft aangegeven zijn activiteiten te beëindigen.
7. Als de vergunninghouder zijn activiteiten beëindigt, brengt hij de gemeente daarvan onmiddellijk schriftelijk op de hoogte. Bij beëindiging van de vergunning verwijdert de vergunninghouder binnen 1 maand zijn voertuigen uit de openbare ruimte. Als de vergunninghouder de voertuigen niet weghaalt, dan gaat de gemeente over tot het verwijderen van de voertuigen. De kosten die daarmee gemoeid zijn, zijn voor rekening van de vergunninghouder.
8. In het geval van een faillissement wordt meteen overgegaan tot intrekking van de vergunning.
1. Het college maakt minimaal 3 weken voordat de aanvraagtermijn begint op de gemeentelijke website en in het elektronisch Gemeenteblad bekend dat vergunningaanvragen voor deelscooters kunnen worden ingediend.
2. Vergunningaanvragen kunnen worden ingediend tot en met de einddatum die is vermeld in de bekendmaking als bedoeld in het eerste lid. Deze aanvraagtermijn is minimaal 4 weken.
3. De beslistermijn bedraagt 8 weken en kan indien nodig eenmalig met ten hoogste 8 weken worden verlengd. Om te voorkomen dat de gemeente criminele activiteiten faciliteert wordt de Wet Bibob toegepast. In het geval dat advies wordt gevraagd aan het Landelijk Bureau Bibob (LBB) wordt de beslistermijn van rechtswege verlengd met maximaal 12 weken.
Een vergunning kan worden verleend als voldaan is aan de volgende aanvraagvereisten:
1. de aanvrager is een rechtspersoon die is ingeschreven in het handelsregister van de Nederlandse Kamer van Koophandel of een vergelijkbare instantie van één van de EU-lidstaten;
2. de aanvrager is geen moeder-, dochter-, of zusteronderneming van of op een andere wijze verweven met een andere onderneming die voor dezelfde periode voor dezelfde deelvoertuigcategorie een vergunning heeft aangevraagd;
3. uit de statuten en uit het feitelijk handelen van de aanvrager blijkt dat de aanvrager het aanbieden van deelvoertuigen als doelstelling heeft.
In aanvulling op artikel 1.8 van de Verordening kan het college een vergunning weigeren, als in het ingediende plan van aanpak als bedoeld in artikel 7, niet aannemelijk is gemaakt dat aanvrager kan voldoen aan hetgeen opgenomen is in artikel 4 en de voorschriften die zijn opgenomen in de bij deze nadere regels behorende bijlage 2.
Aan de vergunning worden in ieder geval de voorschriften zoals vermeld in de bij deze nadere regels behorende bijlage 2 verbonden.
1. Vergunningaanvraag is mogelijk vanaf het moment dat aanvragen kunnen worden ingediend als bedoeld in artikel 3.
2. Een aanvraag voor een vergunning wordt in behandeling genomen indien aan de volgende indieningsvereisten is voldaan:
a. De aanvraag is gedaan door indiening van het door het college in bijlage 1 vastgestelde aanvraagformulier en gaat vergezeld van onder andere een plan van aanpak waarin aangetoond wordt dat de aanvrager kan voldoen aan de voorschriften die zijn opgenomen in bijlage 2.
b. Het plan van aanpak dient de volgende hoofstukken te bevatten, waarbij elk hoofdstuk een omvang heeft van maximaal 3 pagina’s A4:
i. Visie waarin de aanvrager zijn visie geeft op vervoer en hoe het aanbieden van deelvoertuigen een maatschappelijke meerwaarde oplevert voor Hilversum. Aanvrager legt hierbij ten minste de link met het Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2040. Aanvrager moet duidelijk maken hoe het de kansen van deelvervoer benut en de negatieve bijeffecten van deelvervoer beperkt.
ii. Aanbodplan waarin de aanvrager inzicht geeft in het aantal en type voertuigen dat wordt ingezet om een betrouwbare en aantrekkelijker dienstverlening te kunnen inzetten. Aanvrager laat daarbij zien hoe de deelvoertuigen herkenbaar zijn, door middel van kleur en belettering, en welke maatregelen aanvrager neemt om het gebruik van de dienst zo laagdrempelig mogelijk te maken. Een korte beschrijving van de eigen applicatie is hierin noodzakelijk. De aanvrager doet ook een concreet voorstel voor een systeem met een combinatie van gebieden waarin back to many van toepassing is en gebieden met free floating. Tot slot geeft aanvrager inzicht in de tarieven van de dienst, inclusief eventuele abonnementen en/of kortingsregelingen om een betaalbare dienstverlening te kunnen neerzetten.
iii. Duurzaamheidsplan waarin aanvrager inzicht geeft in de kwaliteit van de voertuigen die worden ingezet om een duurzame dienstverlening te kunnen neerzetten. Een life cycle analysis van de deelvoertuigen om de milieu-impact van productie, het gebruik en afvoer van de deelvoertuigen te bepalen is hierin noodzakelijk. Aanvrager laat daarbij zien hoe de deelvoertuigen worden voorzien van volle accu’s en geeft inzicht in het onderhoudsplan dat wordt gehanteerd voor de deelvoertuigen. Daarnaast geeft aanvrager aan of de deelvoertuigen zijn geleased, gekocht of op andere wijze beschikbaar worden gesteld en/of worden onderhouden. Tot slot geeft aanvrager inzicht in hoe en wanneer aanvrager deelvoertuigen (her)verdeelt over de gemeente om de beschikbaarheid van de dienstverlening te vergroten.
iv. Communicatieplan waarin aanvrager inzicht geeft in de communicatiemogelijkheden die het heeft om de herkenbaarheid en maatschappelijke acceptatie van de dienst te vergroten. Aanvrager laat daarbij zien welke marketingactiviteiten worden ingezet om de dienst onder de aandacht te brengen en welke maatregelen worden genomen om het (correct) gebruik van de dienst te stimuleren. Aanvrager legt hierbij tenminste de link met het eerste gebruik van de deelvoertuigen, het vergroten van de verkeersveiligheid, het stallen op deelmobiliteithubs en het belonen van goed gedrag. Tot slot geeft aanvrager inzicht in hoe het meldingen en klachten van gebruikers en andere belanghebbenden ontvangt en zo spoedig als mogelijk afhandelt.
c. De aanvraag is ingediend binnen het in artikel 3 lid 2 vastgestelde tijdvak voor het indienen van een aanvraag.
d. Indien een aanvraag voor een vergunning onvolledig is, stelt het college de aanvrager een termijn om de aanvraag aan te vullen.
3. Het college voert een vergelijkende toets uit indien er, nadat de aanvragen voor zover nodig tijdig zijn aangevuld of de termijn om de aanvraag aan te vullen ongebruikt is verstreken, meer complete aanvragen zijn ingediend die voldoen aan de voorwaarden genoemd in artikel 7.2 dan het aantal vergunningen dat het vergunningenplafond toelaat.
4. Bij de vergelijkende toets worden aan de aanvragen punten toegekend op basis van de criteria en overeenkomstig de puntentelling die beschreven is in artikel 8.
5. Aan de aanvragen wordt een rangnummer toegekend op volgorde van de hoogte van het aantal punten dat bij de vergelijkende toets aan de aanvragen is toegekend.
6. De vergunningen worden verleend aan de 2 aanvragen met het hoogste aantal punten die tevens voldoen aan de voorwaarden die zijn beschreven in bijlage 2 behorende bij deze nadere regels.
7. Indien aanvragen een gelijk aantal punten hebben en daardoor niet op basis van de puntentelling kan worden uitgemaakt op welke aanvraag een vergunning kan worden verleend, wordt met behulp van een loting bepaald op welke aanvraag een vergunning wordt verleend.
8. Loting vindt in het openbaar plaats door een notaris.
1. De beoordeling van de in artikel 7.2 beschreven indieningsvereisten vindt plaats door een beoordelingscommissie bestaande uit 3 medewerkers van de gemeente Hilversum. Het plan wordt per indieningsvereiste door de leden van de beoordelingscommissie individueel beoordeeld en gewaardeerd. Na individuele beoordeling bespreken zij deze samen, waarna zij tot één gezamenlijke score op basis van consensus komen.
2. Op basis van de gezamenlijke score wordt een percentage van de maximum aantal punten per indieningsvereiste toegekend. Deze betreffen score 0 = 0%, score 2 = 10%, score 4 = 40%, score 6 = 70%, score 8 = 100%. De beoordelaars beoordelen ieder indieningsvereiste op basis van de volgende uitgangspunten:
a. Score '8' = Volledig en/ of overtreffend: De aanvraag geeft volledig en/ of overtreffend antwoord met een concrete en realistische beschrijving. Uw onderbouwing is overtuigend en biedt duidelijk meerwaarde voor de gemeente.
b. Score '6' = Ruim voldoende: De aanvraag geeft in ruime mate concreet en realistisch antwoord. Uw antwoord is duidelijk en biedt meerwaarde voor de gemeente.
c. Score '4' = Voldoende: De aanvraag geeft voldoende antwoord. Uw werkwijze is realistisch maar matig concreet. Uw onderbouwing is te algemeen en/ of niet erg overtuigend.
d. Score '2' = Zeer beperkt: De aanvraag geeft inhoudelijk zeer beperkt antwoord op de meeste elementen. Uw beantwoording geeft zeer beperkt inzicht en/ of biedt geen meerwaarde voor de gemeente.
e. Score '0' = Onvoldoende: De aanvraag geeft onvoldoende of minimaal antwoord op alle of de meeste elementen. Uw beschrijving ontbreekt en/ of is niet concreet onderbouwd. Uw antwoord geeft de gemeente onvoldoende inzicht.
3. De aanvrager moet voor elk indieningsvereiste minimaal de gezamenlijke score '2' behalen. Als de gezamenlijke score minder is dan '2', wordt de aanvraag ter zijde gelegd en uitgesloten van verdere deelname.
4. De puntentoekenning is als volgt, met in totaal 500 punten:
a. Visie (maximaal 100 punten)
b. Aanbodplan (maximaal 150 punten)
c. Duurzaamheidsplan (maximaal 150 punten)
d. Communicatieplan (maximaal 100 punten)
1. Indien een vergunninghouder niet voldoet aan de voorschriften en beperkingen zoals omschreven in bijlage 2 behorende bij deze nadere regels volgt een waarschuwing.
2. Voldoet de vergunninghouder 3 maanden na de waarschuwing nog niet aan de voorschriften en beperkingen zoals omschreven in bijlage 2 behorende bij deze nadere regels, volgt een last onder dwangsom.
3. Voldoet de vergunninghouder 3 maanden na de last onder dwangsom nog niet aan de voorschriften en beperkingen zoals omschreven in bijlage 2 behorende bij deze nadere regels, en is de dwangsom daarom verbeurd, wordt de vergunning ingetrokken.
1. Deze nadere regels treden in werking op de dag na die van de bekendmaking.
2. Deze nadere regels worden aangehaald als Nadere regels deelscooters 2024.
de gemeentesecretaris, de burgemeester,
mr. C.P. Torres Barrera dr. ir. G.M. van den Top
Bijlage 1 Aanvraagformulier Deelscooters
Dagtekening ____________________________________________________
Naam onderneming ____________________________________________________
Nummer handelsregister ____________________________________________________
Vestigingsadres onderneming ____________________________________________________
Contactpersoon ____________________________________________________
E-mailadres ____________________________________________________
Telefoonnummer ____________________________________________________
Ondertekening ____________________________________________________
1. Voor hoeveel voertuigen wordt de vergunning aangevraagd?
______________________________________________________________________________
2. Uit welke feitelijke handelingen blijkt dat de aanvrager het aanbieden van deelvoertuigen als doelstelling heeft?
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
- Uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel dat niet ouder is dan 3 maanden;
- De statuten van de onderneming;
- Plan van Aanpak, zoals omschreven in artikel 7.2;
In het kader van de wet Bibob kan u gevraagd worden aanvullende informatie aan te leveren.
Zaaknummer 1386141Contactpersoon: Frances van Kooten f. vankooten@hilversum.nl
1. De voertuigen waarvoor vergunning wordt gevraagd voldoen aan de eisen die zijn gesteld bij of krachtens de Wegenverkeerswet.
2. Vergunninghouder waarborgt de kwaliteit van de voertuigen en heeft een onderhoudsplan opgesteld en voert dit uit.
3. De aandrijving van de voertuigen en voertuigen die worden ingezet voor de bedrijfsvoering zijn uitstootvrij aan de uitlaat.
4. De voertuigen hebben een uniek ID-nummer en zijn op ieder moment te lokaliseren met een trackingsysteem.
5. De voertuigen zijn visueel herkenbaar als deelvoertuig met duidelijk leesbare merkaanduiding en contactmogelijkheid.
6. De voertuigen tonen geen reclame voor derden. Indien het reclame met een mobiliteitsdoel betreft, kan hier bij uitzondering van worden afgeweken in overleg met en na schriftelijk akkoord van de gemeente.
7. De vergunde voertuigen worden niet eerder geplaatst dan de ingangsdatum van de vergunning.
8. Vanaf de ingangsdatum van de vergunning heeft aanvrager twaalf weken de tijd om uitvoering te geven aan de vergunning inclusief alle vergunningsvoorwaarden. Als aanvrager hier niet aan voldoet wordt de vergunning ingetrokken.
9. De vergunninghouder zorgt voor de herverdeling van de voertuigen naar behoefte van de gebruikers of op verzoek van de gemeente, en om clustering van te veel voertuigen op één locatie te voorkomen.
10. De vergunninghouder moet de vergunde voertuigen dag en nacht beschikbaar stellen aan gebruikers.
11. Aanbieder heeft één vast Nederlands sprekend aanspreekpunt voor de gemeente die bevoegd is namens de vergunninghouder afspraken te maken en die telefonisch en per e-mail bereikbaar is op maandag tot en met vrijdag van 9:00 uur tot 17:00 uur CET, met uitzondering van nationale feestdagen. Aanbieder is 24/7 bereikbaar voor nood- en hulpdiensten via een apart (nood)nummer.
12. De vergunninghouder zorgt dat de volgende informatie in de Nederlandse en Engelse taal voor klanten en anderen makkelijk vindbaar is via de gangbare kanalen, waaronder in ieder geval een website: basisinformatie van de vergunninghouder, contactgegevens en telefoonnummer van de helpdesk inclusief openingstijden.
13. Via de app van de vergunninghouder kunnen gebruikers makkelijk zien waar zij mogen parkeren. Parkeerplekken/hubs die de gemeente heeft ingesteld, zijn goed zichtbaar en vindbaar voor gebruikers in de app van de vergunninghouder. De app moet Nederlandstalig en Engelstalig zijn.
14. Er moet een klantenservice gegarandeerd zijn, die 24/7 bereikbaar is, een klachtenregeling kent en telefonische ondersteuning biedt aan klanten en anderen tijdens kantooruren in de Nederlandse en Engelse taal.
15. De vergunninghouder behandelt en registreert klachten. De vergunninghouder rapporteert op verzoek de klachten aan de gemeente volgens een door de gemeente aangeleverd format in de Nederlandse taal.
Servicegebied en deelmobiliteithubs
16. De vergunninghouder neemt gebod- en verbodszones op grond van artikel 5.1.11 APV zoals voorgeschreven of in de toekomst voor te schrijven door de gemeente over in het servicegebied.
17. De vergunninghouder moet het servicegebied binnen 5 werkdagen aanpassen na bericht hierover van de gemeente.
18. In gebieden waar deelmobiliteithubs zijn of worden gerealiseerd is het free floating systeem niet toegestaan en dienen de deelvoertuigen in de deelmobiliteithubs gestald worden. Deelvoertuigen die in deze gebieden niet in de deelmobiliteithubs gestald zijn, worden beschouwd als gestald in strijd met de vergunning en deze nadere regels.
19. De vergunninghouder neemt alle binnen de gemeente gerealiseerde of te realiseren deelmobiliteithubs op in het servicegebied.
20. Defecte of niet te gebruiken voertuigen dienen door de vergunninghouder gerepareerd of verwijderd te worden uit de openbare ruimte, na de ontvangen melding. 90% van de defecte voertuigen moet binnen 12 uur zijn verwijderd of gerepareerd, en 100% binnen 48 uur.
21. De vergunninghouder is altijd verantwoordelijk voor het correct stallen/parkeren van de voertuigen en neemt de nodige maatregelen om hinderlijk of foutief geparkeerde voertuigen te voorkomen. De vergunninghouder zorgt ervoor dat 90% van alle voertuigen die toch verkeerd geparkeerd staan, binnen onderstaande tijden zijn gecorrigeerd:
c. Hinderlijk: 24 uur (ook in geval van clustering van voertuigen)
22. De vergunninghouder dient bij schade aan de openbare ruimte (bijvoorbeeld na een brand), deze te reinigen en te herstellen. De vergunninghouder is ook verantwoordelijk voor vervolgschade.
23. De vergunninghouder zorgt ervoor dat de voertuigen niet te lang stil staan in de openbare ruimte, waarbij geldt dat voertuigen per dag gemiddeld minimaal één keer gebruikt dienen te worden.
24. Een voertuig mag, in aanvulling op het vorige punt maximaal 7 dagen aaneengesloten stil staan in de openbare ruimte.
25. De vergunninghouder is zelfstandig verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het aanbieden van deelvervoer.
26. De vergunninghouder levert data aan de gemeente en staat toe dat de gemeente deze data bekend mag maken.
a. Deze data wordt door de gemeente gebruikt voor monitorings- en evaluatiedoeleinden.
b. Binnen 3 maanden na vergunningverlening verstrekt de vergunninghouder de gemeente actuele gegevens over haar voertuigen geautomatiseerd voor bulk in parquet, voor geo in wfs
c. Met minimaal start- en eindpunt van de rit of verplaatsing als een set van geo-coördinaten in Rijksdriekhoekstelsel, plus de datum/tijd van de rit als minimaal 2 timestamps (start & einde). Daarnaast voertuig-id, plus een koppeltabel om voertuig-id te kunnen verrijken met de voertuigkenmerken.
d. Verder leeftijdscategorie van de gebruikers, het type abonnement en het gebruik.
27. Voor het genoemde onder artikel 26d zijn vergunninghouder en gemeente gezamenlijk verwerkingsverantwoordelijk. De respectievelijke verantwoordelijkheden worden vastgelegd in een onderlinge regeling, met name met betrekking tot de uitoefening van de rechten van de betrokkene en hun respectieve verplichtingen om de in de artikelen 13 en 14 van de AVG bedoelde informatie te verstrekken. Deze moet door de vergunninghouder aan de gebruiker beschikbaar worden gesteld.