Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Súdwest-Fryslân

Verordening op de heffing en invordering van leges 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSúdwest-Fryslân
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van leges 2024
CiteertitelLegesverordening 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpleges

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 229 van de Gemeentewet
  3. artikel 7 van de Paspoortwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

21-12-2023

gmb-2023-560120

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges 2024

De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2023;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

besluit:

 

vast te stellen de

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024.

 

 

 

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de eerste dag in een kalenderjaar tot de eerste dag in het volgende kalenderjaar;

  • c.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • d.

    maand: het tijdvak dat loopt van de eerste dag in een kalendermaand tot de eerste dag in de volgende kalendermaand;

  • e.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

 

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    het door gemeenteambtenaren, in de uitoefening van hun functie, raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het Kadaster en de openbare registers;

  • c.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • d.

    het in behandeling nemen van aanvragen om standplaatsen die worden ingenomen voor een ideële of maatschappelijke doelstelling.

  •  

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een Projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen een maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

 

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      paragraaf 1.4 (Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens);

    • 4.

      artikel 1.24 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van de tarieventabel bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 2.

    De Legesverordening 2023 van 22 december 2022 wordt ingetrokken.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024. Op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan blijft de Legesverordening 2023 van toepassing.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2024.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2023,

mr. drs. J. A. de Vries, voorzitter.

G.W. Stegenga, griffier.

Tarieventabel Legesverordening 2024

behorende bij de Legesverordening 2024.

 

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, het registreren van een partnerschap, het omzetten van een partnerschap in een huwelijk op:

a.

maandag t/m vrijdag in het gemeentehuis of voormalig gemeentehuis:

€ 436,45

b.

zaterdag in het gemeentehuis of voormalig gemeentehuis:

€ 900.40

c.

maandag t/m vrijdag in een éénmalig aangewezen locatie, exclusief de kosten van deze locatie:

€ 436,45

d.

zaterdag in een éénmalig aangewezen locatie, exclusief de kosten van deze locatie:

€ 900,40

e.

een daartoe aangewezen dag, een verkorte voltrekking van een huwelijk of een verkorte registratie van een partnerschap in een daartoe aangewezen gemeentehuis of voormalig gemeentehuis:

€ 282,85

Artikel 1.2 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Het tarief voor de benoeming van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag bedraagt:

€ 127,65

Artikel 1.3 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 24,10

Artikel 1.4 Annuleren of wijzigen datum

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum, locatie en/of tijdstip voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen:

€ 38,15

Artikel 1.5 Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje:

€ 38,85

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.6 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een nationaal paspoort:

 

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

 

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,40

Artikel 1.7 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,90

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,90

Artikel 1.8 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.6 en 1.7, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,05

b.

voor het bezorgen van een in de artikelen 1.6 en 1.7 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.6 en 1.7 en onder a genoemde bedragen als voor:

 

1.

één document bezorging wordt aangevraagd:

€ 4,95

 

2.

twee of meer documenten gelijktijdig op hetzelfde adres bezorging wordt aangevraagd:

€ 9,90

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.9 Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 51,10

Artikel 1.10 Modaliteiten

Het tarief genoemd in artikel 1.9 wordt:

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 39,65

b.

bij een aanvraag in verband met vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met:

€ 40,20

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.11 Definities

Voor de toepassing van artikel 1.12 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

Artikel 1.12 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

voor het verstrekken van gegevens, per verstrekking, persoonlijk aangevraagd via internet met DigiD:

€ 7,60

b.

voor het verstrekken van gegevens, per verstrekking aangevraagd aan het gemeenteloket, schriftelijk of per machtiging:

€ 12,20

c.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 15,75

 

Paragraaf 1.5 Overige publiekszaken

Artikel 1.13 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verkrijgen van een verklaring van in leven zijn voor gebruik in Nederland:

€ 12,20

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 12,20

c.

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap:

€ 12,20

 

Paragraaf 1.6 Bestuursstukken

Artikel 1.14 Afschriften van bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

een afschrift van de gemeentebegroting:

€ 43,45

b.

een afschrift van de gemeenterekening:

€ 43,45

c.

een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina:

€ 0,75

d.

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina:

€ 0,75

e.

een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina:

€ 0,75

f.

een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina:

€ 0,75

g.

een afschrift van een verordening per pagina:

€ 0,75

 

Paragraaf 1.7 Vastgoedinformatie

Artikel 1.15 Plan- of kaartinformatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.16, onderdeel b:

a.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,75

b.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 1,30

c.

in formaat groter dan A3, per bladzijde:

€ 11,65

d.

in digitale vorm, per bladzijde:

€ 5,90

Artikel 1.16 Informatie uit registers

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

a.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object:

€ 1,55

b.

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet:

€ 1,70

c.

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet:

€ 1,70

d.

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed:

€ 1,70

e.

het register bedoeld in artikel 57, eerste lid, van de Woningwet:

€ 1,70

f.

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen:

€ 0,75

Artikel 1.17 Informatie uit adressenbestanden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

a.

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres:

€ 0,75

b.

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie:

€ 0,75

c.

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat:

€ 0,75

d.

de gebouwenregistratie:

€ 0,75

Artikel 1.18 Informatie over percelen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vastgoed informatie over percelen en hun omgeving ten behoeve van taxatie en/of verkoopopdrachten:

€ 53,95

Artikel 1.18a Modaliteiten

Het tarief genoemd in artikel 1.18 wordt:

a.

voor het verstrekken van perceelsgebonden informatie inzake (ontwerp) bestemmingsplannen, voorbereidingsbesluiten, monumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten vermeerderd met:

€ 25,20

b.

voor het verstrekken van informatie over de bodemgesteldheid van een kadastraal perceel vermeerderd met:

€ 27,70

c.

voor het raadplegen van het kadastrale informatiesysteem en het versturen van een PDF-document vermeerderd met:

€ 27,70

d.

voor het verstrekken van informatie over publiekrechtelijke beperkingen vermeerderd met:

€ 27,70

e.

voor het verstrekken van perceelsgebonden informatie inzake rioleringen en onlangs afgegeven omgevingsvergunningen vermeerderd met:

€ 27,70

Artikel 1.19 Kadastrale informatie

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in kadastrale informatiesystemen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 10,25

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een schermafdruk van een kadastraal gegeven op A4 formaat, per pagina:

€ 0,75

 

b.

de kadastrale massale output, per pagina:

€ 0,75

Artikel 1.20 Informatie uit vergunningensysteem

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

het verkrijgen van een schermafdruk uit het bouwvergunningensysteem op A4 formaat, per pagina:

€ 0,75

b.

het verstreken van een digitaal "afschrift" van een verleende vergunning of melding, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 14,75

 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.21 Naspeuringen in gemeentearchief

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 15,00

Artikel 1.22 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift, fotokopie of scan van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina:

€ 0,75

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.23 Leegstandswet

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet:

€ 157,70

Artikel 1.24 Wet op de kansspelen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50

 

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten:

€ 22,50

 

 

vermeerderd met het product van het aantal speelautomaten, waarvoor de vergunning geldt en een bedrag van:

€ 34,00

 

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 226,50

 

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 90,50

 

 

vermeerderd met het product van het aantal speelautomaten, waarvoor de vergunning geldt en een bedrag van:

€ 136,00

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op Kansspelen (loterijvergunning):

€ 53,25

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning ingevolge artikel 2 van de Verordening Speelautomatenhallen Súdwest-Fryslân:

€ 346,15

5.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bijschrijving of wijziging van de exploitatievergunning ingevolge de Verordening Speelautomatenhallen Súdwest-Fryslân:

€ 58,70

Artikel 1.25 Telecommunicatiewet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

€ 482,60

2.

Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt verhoogd met:

 

a.

indien het betreft werkzaamheden in een bestaande situatie:

 

 

 

1.

per strekkende meter sleuf tot 200 meter:

€ 1,36

 

 

2.

per strekkende meter sleuf van 200 meter tot 1.000 meter:

€ 1,21

 

 

3.

per strekkende meter sleuf van 1.000 meter of meer:

€ 1,04

 

b.

indien het werkzaamheden betreft in een maagdelijk terrein, per strekkende meter:

€ 0,70

 

c.

indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk:

€ 482,60

 

d.

indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet:

€ 88,30

 

e.

als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

3.

Als een begroting als bedoeld in het tweede lid, onderdeel e, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

4.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag verstrekken van informatie over kabels en leidingen uit het gemeentelijke archief en overige in gebruik zijnde informatiebronnen:

€ 72,75

Artikel 1.26 Wegenverkeerswetgeving

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 53,95

 

 

1.

indien bij het verkrijgen van de ontheffing, onder a, een pasje wordt verstrekt voor de bediening van de dynamische palen, bedraagt het tarief:

€ 76,55

 

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen, voor een periode van maximaal 5 jaar:

€ 53,95

 

c.

een parkeervergunning bij belanghebbendenplaatsen (parkeerzones voor vergunninghouders) als bedoeld in artikel 3.1 van de Parkeerverordening Súdwest-Fryslân 2019:

€ 23,95

 

d.

een ontheffing voor het houden van een wedstrijd op de weg als bedoeld in artikel 10 van de Wegenverkeerswet (verklaring geen bezwaar wielerrondes, triatlons e.d.):

€ 53,95

 

e.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), voor een periode van maximaal 5 jaar:

€ 43,10

 

 

1.

bij verlies of diefstal van een gehandicaptenparkeerkaart (GPK) kan, mits hiervan aangifte is gedaan, een vervangende GPK worden verkregen tegen betaling van:

€ 43,10

 

 

2.

bij afgifte van een gehandicaptenparkeerkaart wordt éénmalig een borg geheven. De borg is alleen verschuldigd bij de eerste afgifte, of bij de eerste verlenging volgend op een afgifte waarbij geen borg is betaald. Als de kaart weer wordt ingeleverd wordt de borg terugbetaald. De borg is opgenomen in de ‘Beleidsregels gehandicaptenparkeerkaarten en gehandicaptenparkeerplaatsen 2020 gemeente Súdwest-Fryslân’ en bedraagt:

€ 50,00

2.

Het tarief tot wijziging of verstrekking van een duplicaat van een parkeervergunning of ontheffing uit het eerste lid bedraagt:

€ 23,95

 

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.27 Gehandicaptenparkeerplaatsen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerplaats (GPP) als bedoeld in de ‘Beleidsregels gehandicaptenparkeerkaarten en gehandicaptenparkeerplaatsen 2020 gemeente Súdwest-Fryslân’:

€ 452,60

b.

verstrekking van een nieuw onderbord voor een gehandicaptenparkeerplaats (GPP) in verband met een wijziging van het kenteken:

€ 66,35

Artikel 1.28 Vermiste taxi- en OV-passen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

verstrekking van een vervangend taxipasje bij verlies of diefstal van een taxipasje, mits hiervan melding is gedaan bij de gemeente (verloren voorwerpen):

 

1.

bij de eerste vermissing:

€ 47,10

 

2.

bij de tweede en verdere vermissing:

€ 62,70

b.

verstrekking van een vervangende OV-pas, bij verlies van een OV-pas, dat verstrekt is op grond van de ‘Nadere regels Reiskosten Voortgezet Onderwijs schooljaar 2022/2023 en 2023/2024’:

€ 20,00

Artikel 1.29 Overige kabels en leidingen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 4 van de Verordening kabels en leidingen gemeente Súdwest-Fryslân:

€ 482,60

2.

Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt verhoogd met:

 

a.

indien het betreft werkzaamheden in een bestaande situatie:

 

 

 

1.

per strekkende meter sleuf tot 200 meter:

€ 1,36

 

 

2.

per strekkende meter sleuf van 200 meter tot 1.000 meter:

€ 1,21

 

 

3.

per strekkende meter sleuf van 1.000 meter of meer:

€ 1,04

 

b.

indien het werkzaamheden betreft in een maagdelijk terrein, per strekkende meter:

€ 0,70

 

c.

Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk:

€ 482.60

 

d.

indien de melder verzoekt om een inhoudelijke voorafstemming bij de voorbereiding en of beoordeling van de vergunningsaanvraag:

€ 88,30

3.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag verstrekken van informatie over kabels en leidingen uit het gemeentelijke archief en overige in gebruik zijnde informatiebronnen:

€ 72,75

Artikel 1.30 Diverse vergunningen of beschikkingen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

a.

een ontheffing van het verbod tot het stoken van vuur, op grond van artikel 5:34 van de APV Súdwest-Fryslân 2021:

€ 53,95

 

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 4.6 van de APV Súdwest-Fryslân 2021 (bijvoorbeeld geluidhinder bij evenementen):

€ 53,95

 

c.

een ontheffing als bedoeld in artikel 4.18 van de APV Súdwest-Fryslân 2021 (kamperen buiten kampeerterreinen):

€ 125,10

 

d.

[vervallen]

 

 

e.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 53,95

 

f.

een vergunning als bedoeld in de Verordening havens en overige wateren gemeente Súdwest-Fryslân 2021:

€ 151,05

 

g.

een ligplaatsvergunning conform de Woonschepenverordening Súdwest-Fryslân:

€ 161,90

 

h.

een verkoopvergunning voor vuurwerk als bedoeld in artikel 2:72 van de APV Súdwest-Fryslân 2021:

€ 125,10

2.

Indien een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt geweigerd, is 50% van de leges verschuldigd

3.

Indien een aanvraag als bedoeld in het eerste lid buiten behandeling wordt gesteld, is 25% van de leges verschuldigd

4.

Indien een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt ingetrokken nadat de aanvraag al in behandeling is genomen door de gemeente, is 50% van de leges verschuldigd

5.

Het bedrag aan leges bedraagt, na toepassing van de in de leden 2 tot en met 4 bedoelde verrekening, minimaal:

€ 53,95

Artikel 1.31 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 9,95

b.

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.

per pagina op papier van A-4 formaat:

€ 0,90

 

2.

per pagina op papier van een ander formaat:

€ 1,60

c.

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorende bij de in de onderdelen a en b genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk:

€ 11,90

d.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 9,95

 

Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

a.

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

b.

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet.

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

 

a.

onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

 

b.

onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

 

c.

onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

5.

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit, als daarin is voorzien in de bij deze tarieventabel behorende Tabel Kengetallen Bouwkosten Súdwest-Fryslân en de bij de aanvraag opgegeven bouwkosten meer dan 10% afwijken van deze normbouwkosten.

6.

Flitsvergunning: een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een dakkapel, dakopbouw, tuinhuisje, overkapping, kozijnverandering, erfafscheiding, perceelafscheiding, garage, aanbouw, uitbouw, schotelantenne, damwand, walbeschoeiing of steiger of aanleggen van een inrit/uitrit, die digitaal is aangevraagd via www.omgevingsloket.nl en:

  • voldoet aan de indieningsvereisten in de Regeling omgevingsrecht;

  • voldoet aan het bestemmingsplan en/of planologische afwijkingenbeleid;

  • voldoet aan de sneltoetscriteria behorende tot de welstandnota;

  • niet aan of bij een monument of binnen beschermde stads- of dorpsgezicht is;

  • niet binnen een straal van 25 m van een bedrijf ligt (gemeten vanaf de perceelgrenzen) met uitzondering van aan huis verbonden beroepen; en

  • niet binnen 1 km van een Natura 2000 gebied ligt.

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

omgevingsoverleg;

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van een vooroverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief, ongeacht de uitkomst daarvan:

€ 468,00

2.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van een Omgevingstafel of een Ontwikkeltafel bedraagt het tarief:

€ 1.558,40

3.

Als de aanvraag betrekking heeft op het verkrijgen van een verklaring vergunningvrij bouwen bedraagt het tarief:

€ 203,00

4.

Als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.49, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, wordt het tarief als bedoeld in de leden 1 tot met 3 verhoogd met de leges zoals deze door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling welstandszorg Hûs en Hiem is vastgesteld (zie www.husenhiem.nl)

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

indien de bouwkosten minder dan € 5.000,- bedragen:

€ 45,00

b.

indien de bouwkosten € 5.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 25.000,-:

vermeerderd met € 5,10 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 5.000,-

€ 45,00

c.

Indien de bouwkosten € 25.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 50.000,-:

vermeerderd met € 4,46 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 25.000,-

€ 249,00

d.

indien de bouwkosten € 50.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 100.000,-:

vermeerderd met € 3,96 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 50.000,-

€ 471,75

e.

indien de bouwkosten € 100.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 250.000,-:

vermeerderd met € 3,49 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 100.000,-

€ 867,45

f.

indien de bouwkosten € 250.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 10.000.000,-:

vermeerderd met € 1,78 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 250.000,-

€ 1.915,05

g.

indien de bouwkosten € 10.000.000 of meer bedragen:

vermeerderd met € 0,41 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 10.000.000,-

€ 36.664,05

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

 

1.

indien de bouwkosten minder dan € 5.000,- bedragen:

€ 105,00

 

2.

indien de bouwkosten € 5.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 25.000,-:

vermeerderd met € 11,91 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 5.000,-

€ 105.00

 

3.

Indien de bouwkosten € 25.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 50.000,-:

vermeerderd met € 10,40 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 25.000,-

€ 581,40

 

4.

indien de bouwkosten € 50.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 100.000,-:

vermeerderd met € 9,23 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 50.000,-

€ 1.101,15

 

5.

indien de bouwkosten € 100.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 250.000,-:

vermeerderd met € 8,15 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 100.000,-

€ 2.024,45

 

6.

indien de bouwkosten € 250.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 10.000.000,-:

vermeerderd met € 4,16 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 250.000,-

€ 4.468,85

 

7.

indien de bouwkosten € 10.000.000 of meer bedragen:

vermeerderd met € 0,95 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 10.000.000,-

€ 85.549,85

 

 

als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.49, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met de leges zoals deze door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling welstandszorg Hûs en Hiem is vastgesteld (zie www.husenhiem.nl)

 

 

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 130,00

 

 

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:

€ 226,00

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 616,00

 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.239,00

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het behandelen van een flitsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 6, bedraagt het tarief:

€ 100,00

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 616,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 616,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 616,00

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening Súdwest-Fryslân 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 

 

1.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 91,00

 

 

2.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 91,00

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

 

 

1.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 91,00

 

 

2.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 91,00

 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

 

1.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 91,00

 

 

2.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 91,00

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 91,00

3.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Súdwest-Fryslân 2024 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

 

a.

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

 

b.

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 91,00

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 91,00

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de Erfgoedverordening Súdwest-Fryslân 2024 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 91,00

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 91,00

 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 91,00

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 91,00

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.963,00

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 1.963,00

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit:

a.

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 5.450,00

b.

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 1.963,00

c.

bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve):

€ 1.963,00

d.

als er sprake is van een IPPC installatie, bedraagt het tarief:

€ 7.958,00

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit:

a.

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 5.450,00

b.

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 1.963,00

c.

bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve):

€ 1.963,00

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit:

a.

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 5.450,00

b.

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 1.963,00

c.

bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve):

€ 1.963,00

d.

als er sprake is van een IPPC installatie, bedraagt het tarief:

€ 7.958,00

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit:

a.

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 5.450,00

b.

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 1.963,00

c.

bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve):

€ 1.963,00

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit:

a.

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 5.450,00

b.

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 1.963,00

c.

bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve):

€ 1.963,00

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, per milieubelastende activiteit:

a.

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 5.450,00

b.

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft:

€ 1.963,00

c.

bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve):

€ 1.963,00

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 5.450,00

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 5.450,00

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 226,25

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 226,25

3.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met archeologische verwachtingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 226,25

4.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 226,25

5.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 226,25

6.

De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:

€ 226,25

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

  • a.

    aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting;

  • b.

    indrijven van voorwerpen;

  • c.

    ophogen van de grond; of

  • d.

    verharden van de grond;

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in het omgevingsplan:

€ 616,00

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.239,00

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 616,00

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 616,00

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld het omgevingsplan:

€ 226,25

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 226,25

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een uitrit naar de openbare weg of het veranderen van een bestaande uitrit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in het omgevingsplan:

€ 226,25

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 226,25

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 226,25

 

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

€ 226,25

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 226,25

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 226,25

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het in, op of aan een onroerende zaak hebben van een alarminstallatie die een voor de omgeving opvallend geluid of lichtsignaal kan produceren, bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 226,25

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de APV Súdwest-Fryslân 2021 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 226,25

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4:15 van de APV Súdwest-Fryslân 2021 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 226,25

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 226,25

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken of objecten plaatsen op de weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de APV Súdwest-Fryslân 2021 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:

€ 53,95

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 53,95

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de APV Súdwest-Fryslân 2021 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 53,95

Artikel 2.34 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 226,25

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

1.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 226,25

 

2.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 226,25

 

3.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 226,25

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

  • 1.

    het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 2.

    bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 3.

    het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

  • 4.

    het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 226,25

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 226,25

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.260,00

 

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit:

€ 760,00

 

c.

vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit:

€ 260,00

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.260,00

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 760,00

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 56,33

 

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 56,33

 

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 56,33

 

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 56,33

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 226,25

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 226,25

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 92,00

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

 

[vervallen]

 

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

 

Het tarief voor het wijzigen van een omgevingsplan wordt middels een kostenverhaal vastgelegd in een anterieure overeenkomst.

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 92,00

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10%

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 1.963,00

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.239,00

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 1.239,00

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 280,00

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 280,00

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 280,00

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 280,00

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 280,00

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 1.680,00

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 280,00

Artikel 2.50 Advies

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 1.239,00

 

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet de leges zoals deze door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling welstandszorg Hûs en Hiem is vastgesteld (zie www.husenhiem.nl);

 

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b de leges zoals deze door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling welstandszorg Hûs en Hiem is vastgesteld (zie www.husenhiem.nl);

 

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.51 Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt, van de voor het omgevingsoverleg geheven leges:

30%

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

  • a.

    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

  • b.

    in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

3.

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 105,00

Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:

a.

bij 5 tot 10 activiteiten:

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

10%

b.

bij 10 tot 15 activiteiten:

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

15%

c.

bij 15 of meer activiteiten:

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

20%

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

30%

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

30%

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

75%

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

50%

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

25%

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

75%

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

50%

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

25%

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

25%

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

25%

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 92,00 wordt niet teruggegeven.

 

Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de APV Súdwest-Fryslân 2021:

€ 553,20

b.

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het exploiteren van een terras als bedoeld in artikel 2:28a van de APV Súdwest-Fryslân 2021:

€ 112,65

c.

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de APV Súdwest-Fryslân 2021:

€ 58,70

d.

een aanvraag om wijziging van de exploitatievergunning of terrasvergunning als bedoeld onder a en b:

€ 58,70

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning ingevolge artikel 3 van de Alcoholwet:

 

1.

Voor commerciële instellingen:

€ 583,90

 

2.

Voor paracommerciële instellingen:

€ 308,30

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid van de Alcoholwet:

€ 58,60

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 80,25

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid van de Alcoholwet:

€ 80,25

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 80,25

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.4 Vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de APV Súdwest-Fryslân 2021:

a.

als niet aan alle gestelde voorwaarden wordt voldaan:

€ 378,60

b.

als de inhoudelijke toetsing plaatsvindt:

€ 757,15

Artikel 3.5 Wijzigingen vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.4 bedoelde vergunning:

€ 58,70

 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.6 Ontheffing winkeltijdenwet

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 53,95

 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.7 Organiseren evenement

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de APV Súdwest-Fryslân 2021 (evenementenvergunning), als het betreft:

a.

een vergunning voor een A-evenement (regulier):

€ 53,95

b.

een vergunning voor een B-evenement (evenement met verhoogde aandacht):

€ 234,35

c.

een vergunning voor een B-evenement + advies Kernteam Veiligheid:

€ 385,20

d.

een vergunning voor een C-evenement (risicovol):

€ 1.812,47

Artikel 3.8 Organiseren markt

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de APV Súdwest-Fryslân 2021:

€ 53,95

 

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.10 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op een markt

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een standplaatsvergunning voor een commerciële standplaats:

 

a.

op de jaarmarkt:

€ 21,40

 

b.

op de weekmarkt(en):

€ 112,70

Artikel 3.10a Standplaatsvergunningen buiten een markt

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een standplaatsvergunning van een standplaats anders dan op een markt:

€ 112,70

Artikel 3.10b Wijzigen standplaatsvergunning

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.10, onderdeel b, en artikel 3.10a bedraagt:

€ 53,95

 

Paragraaf 3.6 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.11 Niet benoemd besluit op aanvraag

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 53,95

2.

Als een aanvraag voor een ontheffing van de Zondagswet wordt aangevraagd in combinatie met een aanvraag voor een vergunning voor een evenement (aanvraag conform paragraaf 3.4) worden de leges genoemd onder het eerste lid niet opgelegd.

 

Paragraaf 3.7 Verrekening

Artikel 3.12 Verrekening

1.

Indien een aanvraag als bedoeld in dit hoofdstuk wordt geweigerd, is 50% van de leges verschuldigd.

2.

Indien een aanvraag als bedoeld in dit hoofdstuk buiten behandeling wordt gesteld, is 50% van de leges verschuldigd.

3.

Indien een aanvraag als bedoeld in dit hoofdstuk wordt ingetrokken voordat de aanvraag reeds in behandeling is genomen door de gemeente, is 25% van de leges verschuldigd.

4.

Indien een aanvraag als bedoeld in dit hoofdstuk wordt ingetrokken nadat de aanvraag reeds in behandeling is genomen door de gemeente, is 50% van de leges verschuldigd.

5.

Het bedrag aan leges bedraagt, na toepassing van de in leden 1 tot en met 4 bedoelde verrekening, minimaal € 53,95.

6.

Dit artikel is niet van toepassing op artikel 3.10, onderdeel a.

 

Behorende bij raadsbesluit van 21 december 2023

de griffier,