Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Woerden

Mandaatregister gemeente Woerden 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWoerden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaatregister gemeente Woerden 2024
CiteertitelMandaatregister gemeente Woerden 2024
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Mandaatregister gemeente Woerden 2022.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 231 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-02-2024hoofdstuk 16

12-02-2024

gmb-2024-79796

01-02-202423-02-2024hoofdstuk 16

22-01-2024

gmb-2024-49597

01-01-202401-02-2024nieuwe regeling

12-12-2023

gmb-2023-560051

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatregister gemeente Woerden 2024

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Woerden, ieder handelend voor zover het de eigen bevoegdheden betreft;

 

Gelet op het bepaalde in de artikelen van de afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 231 van de Gemeentewet en de Organisatieregeling;

 

BESLUIT:

 

  • 1.

    het "Mandaatregister gemeente Woerden 2024" vast te stellen;

  • 2.

    dit besluit in werking te laten treden op 1 januari 2024;

  • 3.

    het "Mandaatregister gemeente Woerden 2022" met ingang van 1 januari 2024 in te trekken.

DEEL 1 MANDAAT

 

 

Hoofdstuk 1 MANDAATREGELING

Artikel 1 Mandaat

  • 1.

    De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden mandateren de directie, concerncontroller, teammanagers en programmamanagers om, binnen de grenzen van hun respectievelijke takenpakket, namens hen besluiten te nemen.

  • 2.

    Het mandaat omvat zowel het nemen van het besluit als de ondertekening daarvan.

  • 3.

    Het mandaat omvat eveneens de bevoegdheid om de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden te vertegenwoordigen in procedures waarbij deze als verweerder optreden in bezwaar en (hoger) beroep vanwege door hen genomen besluiten als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).

  • 4.

    Het bepaalde in dit besluit met betrekking tot mandaat is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot volmacht voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en met betrekking tot machtiging tot het verrichten van handelingen die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn (ex artikel 10:12 Awb).

  • 5.

    Het mandaat omvat mede het nemen van een beslissing op bezwaar door een teammanager, met uitzondering van die gevallen waarin:

    • a.

      (het voorstel tot) de beslissing op bezwaar materieel afwijkt van het advies van de commissie bezwaarschriften;

    • b.

      de teammanager zelf het besluit heeft genomen waartegen het bezwaar zich richt;

    • c.

      het bezwaar zich richt tegen een door het college van burgemeester en wethouders of ander bestuursorgaan genomen besluit.

  • 6.

    De teammanager Juridische Zaken is bevoegd om op bezwaar te beslissen in die gevallen waarin de commissie bezwaarschriften heeft geadviseerd het bezwaar niet-ontvankelijk of ongegrond te verklaren, tenzij:

    • a.

      de teammanager zelf het besluit heeft genomen waartegen het bezwaar zich richt;

    • b.

      de commissie in haar advies andere aanbevelingen doet dan over gegrondheid en ontvankelijkheid;

    • c.

      het bezwaar zich richt tegen een door het college van burgemeester en wethouders of ander bestuursorgaan genomen besluit.

  • 7.

    De teammanager Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving is bevoegd om opsporingsambtenaren en toezichthouders die vallen onder het team Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving aan te wijzen.

Artikel 1a Budgetbeheerregeling

(Gereserveerd)

Artikel 2 Volmacht

De burgemeester verleent de directie, concerncontroller, teammanagers en programmamanagers volmacht om de gemeente Woerden binnen de grenzen van hun respectievelijke takenpakket in en buiten rechte te vertegenwoordigen, als bedoeld in artikel 171 van de Gemeentewet.

Artikel 3 Uitzonderingen

  • 1.

    Het mandaat als bedoeld in artikel 1 en de volmacht als bedoeld in artikel 2 heeft, onverminderd artikel 10:3 van de Awb, geen betrekking op:

    • a.

      besluiten die ingrijpende gevolgen voor de gemeente Woerden hebben;

    • b.

      besluiten als bedoeld in artikel 160, tweede lid, van de Gemeentewet (deelneming privaatrechtelijke rechtspersoon);

    • c.

      besluiten als bedoeld in artikel 169, vierde lid, van de Gemeentewet (inlichtingen aan de raad over uitoefening bevoegdheden);

    • d.

      besluiten als bedoeld in artikelen 151b (veiligheidsrisicogebied), 151c (cameratoezicht), 154a (bestuurlijke ophouding), 172 (handhaving openbare orde), 174a (sluiten woning), 174b (veiligheidsrisicogebied), 175 (noodbevel), 176 (noodverordening) en 176a (bestuurlijke ophouding) van de Gemeentewet;

    • e.

      besluiten tot het vaststellen van beleidsregels (als bedoeld in artikel 1:3 Awb), algemeen verbindende voorschriften en bestuurlijke convenanten.

    • f.

      besluiten tot aanwijzing van opsporingsambtenaren en toezichthouders, anders dan besluiten zoals bedoeld in artikel 1, zevende lid.

Artikel 4 Ondermandaat

  • 1.

    Teammanagers mogen hun bevoegdheden, als bedoeld in artikel 1 en 2, binnen hun team aan ondergeschikten ondermandateren.

  • 2.

    Voor dit ondermandaat gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      ondermandaten treden alleen in werking indien zij in het Mandaatregister van de gemeente Woerden zijn opgenomen;

    • b.

      een ondermandaat wordt bekendgemaakt op de wijze als bedoeld in artikel 3:42 Awb;

    • c.

      het doormandateren van een ondermandaat is niet toegestaan.

  • 3.

    De volgende besluiten mogen niet in ondermandaat worden genomen:

    • a.

      het afdoen van klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Awb;

    • b.

      het besluiten tot het opleggen van een bestuurlijke boete;

    • c.

      de beslissing op bezwaar;

    • d.

      het aanwijzen van opsporingsambtenaren en toezichthouders.

Artikel 5 Voorwaarden

  • 1.

    De uitoefening van (onder)gemandateerde bevoegdheden en verleende machtigingen geschiedt binnen de grenzen van de in de Organisatieregeling gemeente Woerden vastgestelde taken en met inachtneming van het geldend recht, alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregels.

  • 2.

    Het nemen van besluiten over en het ondertekenen van stukken die financiële gevolgen hebben, geschiedt overeenkomstig de geldende Budgetbeheerregeling en alleen voor zover daarvoor in een vastgestelde begroting financiële middelen beschikbaar zijn.

  • 3.

    De (onder)gemandateerden en de gemachtigden stellen de burgemeester, het college van burgemeester en wethouders, de portefeuillehouder en/of hun leidinggevende in kennis van te nemen besluiten en te verrichten handelingen, als zij mogen aannemen dat het verstrekken van informatie daarover gewenst is.

  • 4.

    Het besluit om een privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten geschiedt op basis van een schriftelijk voorstel aan de gemandateerde. Dit besluit wordt inclusief het voorafgaande voorstel in het archief opgenomen.

Artikel 6 Vervanging

De teammanager wordt bij afwezigheid vervangen door een collega-teammanager. De teammanagers spreken onderling af wie wie vervangt voor welke onderwerpen.

Artikel 7 Hiërarchie

  • 1.

    Het aan een bepaalde functionaris verleende mandaat wordt eveneens geacht te zijn verleend aan de betrokken hiërarchisch hogere functionarissen.

  • 2.

    De mandaatverlening laat de hiërarchische zeggenschapsverhoudingen binnen de organisatie onverlet. Leidinggevenden kunnen instructies en aanwijzingen geven voor de uitoefening van het mandaat, mits zij blijven binnen de grenzen van het mandaat en de eventueel door de mandaatgever gegeven instructies als bedoeld in artikel 10:6 Awb.

Artikel 8 Mandaat en de hiërarchische lijn

  • 1.

    Indien de functionaris aan wie een bevoegdheid is gemandateerd in een concreet geval vanwege de omstandigheden en/of zijn positie van deze bevoegdheid geen gebruik mag of wenst te maken, legt hij de besluitvorming aan de hiërarchisch hogere functionaris voor.

  • 2.

    De besluitvorming wordt aan het oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan voorgelegd voor zover de in het vorige lid bedoelde verhinderende omstandigheden zich ten aanzien van alle hiërarchisch hogere functionarissen voordoen.

Hoofdstuk 2 BUDGETREGELING (gereserveerd)

 

 

Hoofdstuk 3 MANDAAT DIRECTIE

Artikel 1 Algemeen

Onverminderd de in hoofdstuk 1 aan haar verleende bevoegdheden is de directie in ieder geval bevoegd tot het nemen van besluiten en het verrichten van (rechts)handelingen, zoals in dit hoofdstuk vermeld.

Artikel 2 Ondermandaat directiebevoegdheden

  • 1.

    De directie mag haar bevoegdheden ondermandateren.

  • 2.

    Voor dit ondermandaat gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      ondermandaten treden alleen in werking indien zij in het Mandaatregister van de gemeente Woerden zijn opgenomen;

    • b.

      een ondermandaat wordt bekendgemaakt op de wijze als bedoeld in artikel 3:42 Awb;

    • c.

      het doormandateren van een ondermandaat is niet toegestaan.

  • 3.

    De volgende besluiten mogen niet in ondermandaat worden genomen:

    • a.

      het afdoen van klachten als bedoeld in artikel 3 van dit hoofdstuk;

    • b.

      het benoemen van een teammanager.

Artikel 3 Bevoegdheid ten aanzien van klachten

Het behandelen van een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Awb gericht tegen een teammanager.

Artikel 4 Financiële bevoegdheden

  • 1.

    Het vaststellen van de teamplannen.

  • 2.

    Het vaststellen van uitwerkingen van de (sector)producten in functieclassificaties.

Artikel 5 Personele bevoegdheden

Alle personele besluiten op grond van de CAO Gemeenten en/of het Personeelshandboek, met uitzondering van:

  • 1.

    alle personele besluiten, inclusief benoeming en ontslag, ten aanzien van de gemeentesecretaris en een directeur;

  • 2.

    het vaststellen van de functiebeschrijving van de gemeentesecretaris en directeur;

  • 3.

    het vaststellen van het functiewaarderingssysteem, het functieboek en het wijzigen en toevoegen van nieuwe generieke functies in het functieboek met financiële gevolgen.

Artikel 6 Individuele directieleden

  • 1.

    Het college verleent de directeuren mandaat voor alle personeelsbevoegdheden ten behoeve van de aansturing van de onder hen vallende teammanagers en andere medewerkers, voor zover niet uitgezonderd in het derde lid.

  • 2.

    Bij afwezigheid van de betreffende directeur wordt hij/zij vervangen door een collega directeur voor de aansturing van de betreffende teammanagers en andere medewerkers.

  • 3.

    Het in het eerste lid verleende mandaat omvat niet de bevoegdheden op grond van:

    • a.

      het toepassen van sancties door te korten op het salaris, de aanvullende WW en de na-wettelijke WW wegens niet voldoen aan inspanningsverplichtingen betreffende re-integratie of wegens op andere wijze niet nakomen van verplichtingen.

    • b.

      het nemen van maatregelen na vermoedens van misstanden.

    • c.

      het opleggen van een schorsing als ordemaatregel.

    • d.

      het aanwijzen om werkzaamheden te verrichten bij buitengewone omstandigheden op grond van artikel 11.6 Cao Gemeenten.

Hoofdstuk 4 MANDAAT HEFFINGS- EN INVORDERINGSAMBTENAAR

§ 1 Mandaten van de Heffingsambtenaar

Artikel 1 Algemeen

  • 1.

    Het mandaat wordt gegeven met inachtneming van artikel 231, tweede lid, sub b van de Gemeentewet, en het aanwijsbesluit voor de verzending of uitreiking van aanslagbiljetten.

  • 2.

    Teammanagers mogen hun bevoegdheden binnen hun afdeling aan ondergeschikten ondermandateren.

  • 3.

    Voor dit ondermandaat gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      ondermandaten treden alleen in werking indien zij in het Mandaatregister van de gemeente Woerden zijn opgenomen;

    • b.

      een ondermandaat wordt bekendgemaakt op de wijze als bedoeld in artikel 3:42 Awb;

    • c.

      het doormandateren van een ondermandaat is niet toegestaan.

Artikel 2 Mandaat teammanager Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

  • 1.

    Vaststellen en verzenden van nota's inzake leges genoemd in de tarieventabel behorende bij de geldende legesverordening.

  • 2.

    Optreden als ambtenaar, jegens wie mede de verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet gelden, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten die zijn ondergebracht in de tarieventabel behorende bij de geldende legesverordening.

Artikel 3 Mandaat teammanager Strategie, Financiën en Control

Vaststellen en verzenden van aanslagen en nota's conform de vigerende belastingverordening inzake aanslagen precariobelasting, nota's lijkbezorgingsrechten, nota's marktgelden, nota's havengelden, nota's reinigingsrechten, nota's leges, nota's recognities.

Artikel 4 Mandaat overige teammanagers

  • 1.

    Vaststellen van nota's conform de geldende belastingverordeningen.

  • 2.

    Optreden als ambtenaar, jegens wie mede de verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet gelden, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten die zijn ondergebracht in de geldende belastingverordeningen.

Artikel 5 Extern mandaat Regionaal Historisch Centrum

De Streekarchivaris en de administratief medewerker:

  • 1.

    Vaststellen van nota's inzake leges genoemd in de tarieventabel behorende bij de geldende legesverordening.

  • 2.

    Optreden als ambtenaar, jegens wie mede de verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet gelden, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten die zijn ondergebracht in de tarieventabel behorende bij de geldende legesverordening.

§ 2 Mandaten van de Invorderingsambtenaar

Artikel 6 Mandaat team Wijkonderhoud

De medewerker B toezicht:

Optreden als invorderingsambtenaar ten aanzien van marktgelden, met uitzondering van de kwijtschelding daarvan.

Artikel 7 Mandaat team Klant Contact Centrum

De teammanager en medewerker publieke dienstverlening B en C belast met Burgerservice:

Optreden als invorderingsambtenaar.

Artikel 8 Mandaat team Strategie, Financiën en Control

De beleidsadviseur B en ondersteunend medewerker B en C belast met invordering:

Optreden als invorderingsambtenaar.

Hoofdstuk 5 MANDAAT LEERPLICHTAMBTENAAR

 

Het volgende mandaat wordt gegeven door de leerplichtambtenaar. De door het college aangewezen leerplichtambtenaren hebben deze bevoegdheid bij attributie ontvangen.

Artikel 1 Ondersteunend medewerker A

De bevoegdheid/taak, genoemd in artikel 18, derde lid, van de Leerplichtwet 1969.

DEEL 2 EXTERNE EN BIJZONDERE MANDATEN

 

 

Hoofdstuk 1 MANDAAT GRIFFIE EN VOORZITTER REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 1 Voorzitter van de rekenkamercommissie

  • 1.

    Het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen met betrekking tot de aangelegenheden die verband houden met de taken van de rekenkamercommissie.

  • 2.

    Aan dit mandaat zijn de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      ondermandaat van deze bevoegdheden is niet toegestaan;

    • b.

      brieven en besluiten ter uitvoering van het door het college verleende mandaat worden in de meervoudsvorm geredigeerd en als volgt ondertekend:

      met vriendelijke groet,

      namens burgemeester en wethouders van Woerden,

      de voorzitter van de rekenkamercommissie,

      (handtekening).

  • 3.

    Volmacht voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen met betrekking tot de aangelegenheden die verband houden met de taken van de rekenkamercommissie.

  • 4.

    Brieven en besluiten ter uitvoering van de door de burgemeester verleende volmacht worden in de ik vorm geredigeerd en als volgt ondertekend:

    namens de burgemeester van Woerden;

    de voorzitter van de rekenkamercommissie,

    (handtekening).

Hoofdstuk 2 ONDERTEKENINGSMANDAAT OFFICIER VAN JUSTITIE

Artikel 1 Extern mandaat

De hulpofficier van justitie belast met de uitvoering van het huisverbod:

  • 1.

    ondertekeningsmandaat (namens de burgemeester) voor het opleggen van een huisverbod als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet tijdelijk huisverbod

  • 2.

    aan dit ondertekeningsmandaat zijn de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      mandatering aan andere functionarissen of verdere ondermandatering is niet toegestaan en dient dan ook uitdrukkelijk te worden uitgesloten;

    • b.

      van het mandaat mag slechts gebruik gemaakt worden nadat de burgemeester hierover vooraf is geïnformeerd door de hulpofficier van justitie;

    • c.

      dit mandaat geldt uitsluitend voor huisverboden geredigeerd conform een door de burgemeester op 16 juni 2009 vastgestelde standaard concept beschikking;

    • d.

      een ter uitvoering van dit mandaat opgemaakt stuk wordt in de enkelvoudvorm geredigeerd en als volgt ondertekend:

      De burgemeester van Woerden

      namens deze

      (functie)

      (handtekening)

      (naam)

    • e.

      de ondertekening geschiedt door de functionaris die het mandaat heeft; ondertekening per order of bij afwezigheid is daarom niet toegestaan;

    • f.

      de ondertekening van een ter uitvoering van dit mandaat opgemaakt stuk geschiedt schriftelijk en niet door het plaatsen van een handtekeningstempel of elektronische handtekening;

  • 3.

    machtiging om de volgende handelingen namens de burgemeester te verrichten:

    • a.

      ingeval van kindermishandeling of een ernstig vermoeden daarvan, alvorens wordt besloten over het opleggen van een tijdelijk huisverbod, overleg te plegen met Bureau Jeugdzorg;

    • b.

      in een dermate spoedeisende situatie dat het huisverbod niet tevoren op schrift kan worden gesteld, het huisverbod - met inachtneming van het hierboven in artikel 2, tweede lid, bepaalde - mondeling aan te zeggen aan de uit huis te plaatsen persoon;

    • c.

      het mededelen van het huisverbod en de consequenties van het niet-naleven aan de huisgenoten van de uithuisgeplaatste, de aangewezen instantie voor advies of hulpverlening en, ingeval van kindermishandeling of een vermoeden daarvan, aan bureau Jeugdzorg;

    • d.

      het binnen 24 uur regelen van juridische bijstand voor de uithuisgeplaatste nadat deze hiertoe de wens te kennen heeft gegeven.

Hoofdstuk 3 MANDAAT Omgevingsdienst Regio Utrecht

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    burgemeester: de burgemeester van de gemeente Woerden;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden;

  • c.

    raad: de gemeenteraad van de gemeente Woerden;

  • d.

    dienstverleningsovereenkomst: de overeenkomst zoals aangehaald in de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst regio Utrecht;

  • e.

    directeur: de directeur van de Omgevingsdienst;

  • f.

    gemeente: de gemeente Woerden;

  • g.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester besluiten, in de zin van artikel 1:3 Awb te nemen;

  • h.

    machtiging: de bevoegdheid om in naam van het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • i.

    omgevingsdienst: het openbaar lichaam Omgevingsdienst regio Utrecht, bedoeld in artikel 2 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst regio Utrecht;

  • j.

    risicovolle situatie: een situatie waarbij sprake is van een of meerdere gevaarlijke stoffen, een bodembedreigende situatie of vuurwerk;

  • k.

    volmacht: de bevoegdheid om in naam van het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

Artikel 2 Mandaat

  • 1.

    Aan de directeur wordt mandaat verleend tot het uitoefenen van bevoegdheden, overeenkomstig de bij dit besluit behorende bijlage, voor zover de daarin vermelde bevoegdheden verband houden met de uitvoering van de overeengekomen taken bij of krachtens de dienstverleningsovereenkomst.

  • 2.

    De in de bijlage vermelde bevoegdheden vloeien voort uit de bij of krachtens de volgende en de daarvoor in de plaats tredende wet- en regelgeving, waaronder in ieder geval begrepen: de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Gemeentewet, de Wet open overheid, de Omgevingswet, de Invoeringswet Omgevingswet, de Wet milieubeheer (Wm), de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en de uit de hiervoor genoemde wetten voortvloeiende algemene maatregelen van bestuur, uitvoeringsregelgeving en gemeentelijke regelgeving.

Artikel 3 Algemene beperkingen mandaat

Onverminderd het bepaalde in artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht blijft de uitoefening van een bevoegdheid voorbehouden aan het college of de burgemeester indien:

  • a.

    het besluit het vaststellen van beleidsregels betreft in de zin van artikel 1:3, vierde lid, Awb;

  • b.

    het een besluit betreft waaruit financiële consequenties voortvloeien die niet in de begroting zijn voorzien.

Artikel 4 Kaders uitoefening bevoegdheden

  • 1.

    De directeur houdt zich bij de uitoefening van de aan hem opgedragen bevoegdheden aan de relevante wet- en regelgeving en de door de raad, het college of de burgemeester van de gemeente vastgestelde kaders.

  • 2.

    De burgemeester of het college zorgt ervoor dat de directeur over alle benodigde informatie, noodzakelijk voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid, kan beschikken.

  • 3.

    In geval van voorgenomen nieuw beleid of wijziging van beleid of lokale regelgeving met betrekking tot de in de bijlage vermelde bevoegdheden informeert het college of de burgemeester de directeur over uitvoeringsaspecten.

  • 4.

    Het college of de burgemeester treedt in overleg met de directeur indien het college of de burgemeester afwijkend van het advies van de Omgevingsdienst ofwel anders wenst te besluiten.

Artikel 5 Informatieplicht

De directeur verschaft, voorafgaand aan de uitoefening van de bevoegdheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, alle benodigde informatie en voert tevens overleg met de burgemeester of het college indien:

  • a.

    de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voor de burgemeester of het college naar verwachting politieke en/of maatschappelijke gevolgen kan hebben;

  • b.

    een besluit tot consequentie kan hebben dat de gemeente aansprakelijk zal worden gesteld of anderszins aangesproken zal worden;

  • c.

    het een besluit betreft waaruit onvoorziene financiële of andere consequenties voortvloeien die tot overschrijding kunnen leiden van beschikbare budgetten of begrotingsposten.

Artikel 6 Ondermandaat

  • 1.

    De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in de bij dit besluit behorende bijlage, in ondermandaat opdragen aan personen die onder zijn/haar verantwoordelijkheid werkzaam zijn. Het ondermandaatbesluit wordt op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt.

  • 2.

    De artikelen 3, 4 en 5 zijn van overeenkomstige toepassing op de uitoefening van bevoegdheden in ondermandaat.

Artikel 7 Machtiging en volmacht

  • 1.

    Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover van toepassing en in verband met de activiteiten waarvoor mandaat wordt verleend, met mandaat gelijkgesteld:

    • a.

      de verlening van volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, en

    • b.

      de machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

  • 2.

    Voor zover van toepassing wordt ondermandaat, als bedoeld in artikel 6, gelijk gesteld aan ondervolmacht en ondermachtiging.

Artikel 8 Ondertekening

  • 1.

    Uit de ondertekening van besluiten en stukken op basis van de artikelen 2, 6 of 7 moet blijken dat het betreffende besluit of het stuk namens het college ofwel namens de burgemeester is genomen.

  • 2.

    In geval van een digitaal besluit of een digitaal stuk kan de handtekening achterwege worden gelaten. Het besluit of het stuk wordt in dat geval voorzien van de mededeling dat het besluit of het stuk langs digitale weg tot stand is gekomen en om die reden niet ondertekend is.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de Omgevingswet in werking treedt.

  • 2.

    Alle mandaatbesluiten, genomen door het college en de burgemeester, waarbij mandaat, machtiging of volmacht werd verleend aan de directeur, worden ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit.

  • 3.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Omgevingsdienst regio Utrecht 2024.

BIJLAGE (bij het Mandaatbesluit Omgevingsdienst regio Utrecht 2024)

Nr.

Bevoegdheden

Bijzondere bepalingen

Categorie: A. Algemeen

A1

Het in rechte vertegenwoordigen van de gemeente in het kader van bezwaar- en (hoger) beroepsprocedures. Dit omvat mede het voeren van verweer

A2

Het reageren op, bezwaar maken of beroep instellen tegen plannen en besluiten van andere bestuursorganen

In afstemming met de gemeente

A3

Het instellen van hoger beroep tegen de rechterlijke uitspraak in eerste aanleg

In afstemming met de gemeente

A4

Het besluiten op een verzoek in de zin van de Wet open overheid en/of het verstrekken van informatie

A5

Het aanvragen dan wel verwerven van ondersteunende subsidies, als bedoeld in de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst regio Utrecht

A6

Het verzamelen, verwerken, beheren, verstrekken, beschikbaar stellen, uitwisselen, doorzenden en publiceren van informatie, gegevens, aanvragen en (ontwerp)besluiten

A7

Het verlenen van opdrachten aan derden tot het uitvoeren van onderzoeken

In afstemming met de gemeente

A8

Het verrichten van (rechts)handelingen die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover niet genoemd in deze bijlage, ter uitvoering van de overeengekomen taken

Categorie: B. Toezicht en handhaving

B1

Het voeren van correspondentie in het kader van toezicht en handhaving, waaronder in ieder geval begrepen:

  • -

    de aanschrijvingsbrieven en

  • -

    het voornemen tot oplegging van een last onder dwangsom of bestuursdwang

Uitvoering conform het gemeentelijke handhavingsbeleid

B2

Het uitvoeren van toezichtbevoegdheden en –taken op naleving van voorschriften die voortvloeien uit wet- en regelgeving en beschikkingen, waaronder in ieder geval:

  • a.

    het verzamelen en registreren van belang zijnde gegevens;

  • b.

    het behandelen van klachten van derden;

  • c.

    het uitvoeren van bedrijfscontroles- en bezoeken;

  • d.

    het behandelen van zienswijzen;

  • e.

    het corresponderen ten aanzien van de hiervoor genoemde onderdelen

B3

Het aanwijzen van personen belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wet- en regelgeving

Ten aanzien de in artikel 2, tweede lid, genoemde wet- en regelgeving

B4

Het nemen van besluiten op verzoeken van derden om handhavend op te treden

Voor zover het verzoek betrekking heeft op de overeengekomen taken

B5

Het opleggen van een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht

Uitvoering conform het gemeentelijke handhavingsbeleid

B6

Het opschorten van de looptijd, opheffen of verminderen van een last onder dwangsom zoals bedoeld in artikel 5:34 van de Algemene wet bestuursrecht

B7

Het intrekken van een last onder dwangsom of bestuursdwang of het verlengen van de gestelde begunstigingstermijn

Uitvoering conform het gemeentelijke handhavingsbeleid

B8

Het invorderen van verbeurde dwangsom(men); dit omvat:

  • a.

    correspondentie over de verbeurte van dwangsom(men);

  • b.

    het nemen van een invorderingsbeschikking;

  • c.

    het sturen van een aanmaning;

  • d.

    het invorderen bij dwangbevel ex art. 5:10, tweede lid, Awb in samenhang met de regels van afdeling 4.4.4 Awb, waaronder het inschakelen van een deurwaarder

In afstemming met de gemeente

B9

Het opleggen van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:24 Awb en/of spoedeisende bestuursdwang in de zin van artikel 5:31 Awb

  • -

    Bij spoedeisende gevallen en risicovolle situaties

  • -

    Uitvoering conform het gemeentelijke handhavingsbeleid

  • -

    In afstemming met de gemeente of in voorkomende gevallen zo spoedig mogelijk informeren van de gemeente

B10

Het nemen van een kostenbeschikking, na effectuering van bestuursdwang

In afstemming met de gemeente

B11

In het kader van handhaving (gedeeltelijk) intrekken van een omgevingsvergunning of ontheffing

In afstemming met de gemeente

B12

Het verlenen van opdrachten:

  • -

    tot het doen van onderzoek naar of

  • -

    het opruimen van gevaarlijke stoffen en/of

  • -

    het voorkomen van verdere milieuverontreiniging of

  • -

    in het kader van de effectuering van bestuursdwang

  • -

    bij milieu-incidenten ingeval geen gehoor wordt gegeven aan de (last onder) bestuursdwang dan wel de veroorzaker van het milieu-incident onbekend is

  • -

    in afstemming met de gemeente

Categorie: C. Vergunningverlening, toetsing en advisering

C1

Het (op verzoek of ambtshalve) verlenen, weigeren, wijzigen of intrekken van een omgevingsvergunning

C2

Procedurele correspondentie. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan:

  • -

    het sturen van een ontvangstbevestiging van de aanvraag;

  • -

    het verzoeken om aanvulling van de aanvraag;

  • -

    het beoordelen van en (laten) adviseren over de aanvraag;

  • -

    mededeling en kennisgeving van (ontwerp-)besluiten;

  • -

    het opschorten of verlengen van beslistermijnen;

  • -

    het buiten behandeling laten van aanvragen;

  • -

    inwinnen van zienswijzen, het horen van de aanvrager en/of belanghebbende.

C3

Het behandelen van meldingen en informatie verstrekt op grond van de informatieplicht

C4

Het (op verzoek of ambtshalve) stellen van maatwerkvoorschriften

C5

Het besluiten om het treffen van om een gelijkwaardige maatregel

C6

Het besluiten omtrent de verplichting tot het maken van een milieueffectrapport bij de voorbereiding van een besluit

C7

Nemen van goedkeuringsbesluiten naar aanleiding van een aan een omgevingsvergunning verbonden voorschrift of op grond van een wettelijke plicht

C8

Het verlenen of weigeren van een ontheffing

C9

Het verlenen of weigeren van een bijzondere toestemming voor laden en lossen op een voor het publiek toegankelijke plaats

C10

Het toestaan van een hogere grenswaarde geluid

C11

Het toekennen van huisnummers

C12

Het besluiten over gedoogplicht of toevalsvondst verontreiniging of andere besluiten bij of krachtens de Omgevingswet met betrekking tot de bodem

C13

Het adviseren omtrent en het voorbereiden van de totstandkoming van een omgevingsvisie, omgevingsplan of programma

Hoofdstuk 4 MANDAAT COÖPERATIE PARKEERSERVICE U.A.

Artikel 1 Extern mandaat

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden mandateert de Manager Centrale Diensten van de Coöperatie Parkeerservice U.A. om in naam van burgemeester en wethouders van Woerden besluiten en overige correspondentie op grond van de Wegenverkeerswet 1994, Gemeentewet, Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, de geldende Parkeerverordening inclusief bijbehorend(e) Besluit(en) en de Wet open overheid

    • a.

      voor te bereiden;

    • b.

      te nemen, in te trekken of te wijzigen;

    • c.

      te ondertekenen en

    • d.

      af te doen

    ten aanzien van de producten en diensten zoals opgenomen in Bijlage I behorende bij de Overeenkomst van Opdracht aan Coöperatie Parkeerservice U.A. en waarvoor het college van burgemeester en wethouders het bevoegd gezag is.

  • 2.

    Het mandaat omvat zowel het nemen van het besluit als de ondertekening daarvan.

  • 3.

    Aan de manager Centrale Diensten van de Coöperatie Parkeerservice U.A. mandaat dan wel machtiging te verlenen om de gemeente te (laten) vertegenwoordigen in bezwaarzaken bij de gemeente en beroepszaken bij de rechtbank, het gerechtshof, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en/of de Hoge Raad. Hieronder valt in ieder geval: vertegenwoordiging ter zitting, opstellen van verweerschriften, het voeren van mondeling en schriftelijk verweer en het verrichten van overige proceshandelingen, in de meest ruime zin. De manager Centrale Diensten is tevens gemachtigd om namens hem of haar, medewerkers of ingehuurde krachten die tot vertegenwoordiging gerechtigd zijn, in zijn of haar plaats te laten vertegenwoordigen.

  • 4.

    Aan de manager Centrale Diensten van de Coöperatie Parkeerservice U.A. mandaat te verlenen voor het afdoen van bezwaarschriften. Onder het afdoen van bezwaarschriften vallen alle handelingen die nodig zijn om te komen tot een beslissing op bezwaar. Dat wil zeggen alle voorbereidingshandelingen, zoals het inwinnen van advies, het horen en het verzoeken om aanvullende informatie, tot het opstellen en ondertekenen van de beslissing op bezwaar.

  • 5.

    Bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden worden wetgeving, beleidsregels en circulaires van rijk, provincie en/of gemeente in acht genomen;

  • 6.

    De gemandateerde maakt geen gebruik van de gemandateerde bevoegdheid, indien:

    • a.

      de verwachting gerechtvaardigd is dat de uitoefening van de bevoegdheid grote financiële, juridische of politiek/bestuurlijke gevolgen krijgt of vermoedelijk zal krijgen;

    • b.

      het een onderwerp betreft dat sterk in de publieke belangstelling staat of vermoedelijk zal staan en/of politiek gevoelig ligt;

    • c.

      er sprake is van mogelijke strijdigheid met vastgesteld beleid.

  • 7.

    In geval van uitoefening van mandaat worden besluiten of uitgaande stukken ondertekend met:

    "Namens het college van burgemeester en wethouders van gevolgd door de

    functieaanduiding van de gemandateerde en zijn of haar naam en handtekening.

  • 8.

    het verlenen van ondermandaat is toegestaan.

Artikel 2 Mandaat van Heffings- en invorderingsambtenaar

  • 1.

    Aan de manager Centrale Diensten van de Coöperatie Parkeerservice U.A., mandaat te verlenen om namens de heffingsambtenaar en/of invorderingsambtenaar besluiten en correspondentie met betrekking tot parkeerbelastingen als bedoeld in artikel 225 van de Gemeentewet voor te bereiden, te nemen, te wijzigen en te ondertekenen, met betrekking tot bij of krachtens de wet aan hem gegeven bevoegdheden.

  • 2.

    Aan de manager Centrale Diensten van de Coöperatie Parkeerservice U.A., mandaat te verlenen om namens de heffingsambtenaar en/of invorderingsambtenaar besluiten en overige correspondentie op grond van artikel 225 van de Gemeentewet, de Parkeerverordening, de Parkeerbelastingverordening inclusief bijbehorend(e) Besluit(en) en de Wet open overheid

    • a.

      voor te bereiden;

    • b.

      te nemen, in te trekken of te wijzigen;

    • c.

      te ondertekenen en

    • d.

      af te doen

    ten aanzien van de producten en diensten zoals opgenomen in Bijlage I behorende bij de Overeenkomst van Opdracht aan Coöperatie Parkeerservice UA en waarvoor de heffingsambtenaar en/of invorderingsambtenaar het bevoegd gezag is. Het mandaat wordt gegeven met inachtneming van artikel 231, tweede lid, sub b van de Gemeentewet en het Aanwijsbesluit voor de verzending of uitreiking van aanslagbiljetten.

  • 3.

    Aan de manager Centrale Diensten van de Coöperatie Parkeerservice U.A. mandaat te verlenen voor het afdoen van bezwaarschriften.

  • 4.

    De manager Centrale Diensten van de Coöperatie Parkeerservice U.A. kan ondermandaat verlenen aan medewerkers van de afdeling Centrale Diensten van de Coöperatie Parkeerservice U.A. Het verleende mandaat strekt zich niet uit tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van beleidsregels.

  • 5.

    Waar gesproken wordt over "manager Centrale Diensten" wordt ook bedoeld diens rechtsopvolger na mogelijke reorganisatie van de Coöperatie Parkeerservice U.A.

  • 6.

    Het afdoen van bezwaarschriften mag de manager Centrale Diensten ondermandateren aan de medewerkers van de afdeling Centrale Diensten van de Coöperatie Parkeerservice U.A. Voorwaarde is dat de ondergemandateerde niet betrokken is geweest bij het besluit in primo. Onder de bevoegdheid om bezwaarschriften af te doen vallen alle handelingen die vereist zijn om tot een beslissing op bezwaar komen. Dat wil zeggen alle voorbereidingshandelingen, zoals het inwinnen van advies, het horen en het verzoeken om aanvullende informatie tot het opstellen en ondertekenen van de beslissing op bezwaar.

  • 7.

    In geval van uitoefening van mandaat worden besluiten of uitgaande stukken ondertekend met:

    "Namens de heffings- of invorderingsambtenaar van de gemeente Woerden", gevolgd door de functieaanduiding van de gemandateerde en zijn of haar naam en handtekening.

Hoofdstuk 5 MANDAAT VEILIGHEIDSREGIO UTRECHT

Artikel 1 Extern mandaat

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden mandateert de algemeen directeur van de Veiligheidsregio Utrecht voor het aanwijzen van toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 Awb en artikel 18.6, eerste lid, Omgevingswet, belast met het toezicht op de naleving van de volgende voorschriften op het gebied van brand- en fysieke veiligheid:

    • -

      De Omgevingswet, inclusief Besluit kwaliteit leefomgeving, Besluit activiteiten leefomgeving en Besluit bouwwerken leefomgeving;

    • -

      het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen als bedoeld in artikel 3, derde lid, Wet veiligheidsregio’s.

  • 2.

    Ondermandaat is enkel toegestaan aan de directeur Risicobeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht.

Hoofdstuk 6 MANDAAT CULTUUR PLATFORM WOERDEN

Artikel 1 Extern mandaat

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden mandateert de voorzitter van het Cultuur Platform Woerden voor het nemen van besluiten op aanvragen die bij het loket culturele zaken worden gedaan.

  • 2.

    Het mandaat geldt voor alle aanvragen die worden ingediend, ongeacht de hoogte van het bedrag waar om wordt gevraagd of het aantal jaren waarvoor men ondersteuning wil.

  • 3.

    Ondermandaat is niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 EXTERN MANDAAT KHONRAAD

Artikel 1 Mandaat Khonraad Software Engineering B.V.

De burgemeester mandateert de medewerkers van Khonraad Software Engineering B.V. voor het uitvoeren van de hoorplicht ex artikel 7, eerste lid, sub 3 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.

Hoofdstuk 8 EXTERN MANDAAT Menzing en Partners

Artikel 1 Mandaat Mensing en Partners V.O.F.

Het college van burgemeester en wethouders mandateert de directeur van Menzing en Partners V.O.F. voor het opstellen en afgeven van Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp)-verklaringen inzake de dossiers waarin Menzing en Partners V.O.F. in opdracht dan wel met toestemming van de gemeente Woerden het minnelijk schuldbemiddelingstraject uitvoert.

Hoofdstuk 9 MANDAAT URGENTIEVERLENING

Artikel 1 Extern mandaat Stichting Urgentieverlening West-Utrecht

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden mandateert het bestuur van de Stichting Urgentieverlening West-Utrecht te besluiten aangaande

    • a.

      Het al dan niet verlenen van een urgentieverklaring als bedoeld in de geldende Regionale Huisvestingsverordening.

    • b.

      Het verlenen van een urgentieverklaring op basis van de in de geldende Regionale Huisvestingsverordening opgenomen hardheidsclausule.

    • c.

      Het vaststellen en afwijken van een zoekprofiel bij verlening van urgentie als bedoeld in de geldende Regionale Huisvestingsverordening.

  • 2.

    Het mandaat omvat zowel het nemen van het besluit als de ondertekening daarvan.

  • 3.

    Ondermandaat is voor zover het betreft het nemen van de in het eerste lid bedoelde besluiten toegestaan en wordt geacht te worden verleend aan de urgentiecommissie.

  • 4.

    Ondermandaat is voor zover het betreft de ondertekening van de in het eerste lid bedoelde besluiten toegestaan en wordt geacht te worden verleend aan de voorzitter van de urgentiecommissie of aan zijn plaatsvervanger.

  • 5.

    Ondermandaat is, voor zover het betreft de in het vierde lid bedoelde vertegenwoordiging in procedures in bezwaar, toegestaan en wordt geacht te worden verleend aan het Vierde Huis.

Artikel 2 Mandaat toepassen hardheidsclausule

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden mandateert de teammanager Ruimtelijk Beleid & Projecten om:

    • a.

      de hardheidsclausule als bedoeld in de geldende Regionale Huisvestingsverordening toe te passen;

    • b.

      bij toepassing van sub a, een zoekprofiel als bedoeld in de geldende Regionale Huisvestingsverordening, toe te passen;

  • 2.

    Het mandaat omvat zowel het nemen van het besluit als de ondertekening daarvan.

  • 3.

    Ondermandaat is niet toegestaan.

Hoofdstuk 10 MANDAAT VOLKSHUISVESTING

Artikel 1 Extern Mandaat Stichting Cazas Wonen

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden mandateert de de directeur-bestuurder van de Stichting Cazas Wonen om, binnen de grenzen van vastgesteld beleid, namens hen te beslissen op aanvragen om urgentieverklaring op volkshuisvestelijke indicatie bij sloop- en verbeterprojecten van de stichtingen.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden mandateert het bestuur van Stichting Cazas Wonen om, binnen de grenzen van vastgesteld beleid, namens hen te beslissen op aanvragen voor huisvestingsvergunningen, als bedoeld in paragrafen 2.2 en 2.6 en het bijhouden van het register van woningzoekenden als bedoeld in paragraaf 2.3 en 2.6 van de geldende Huisvestingsverordening.

  • 3.

    Het mandaat omvat zowel het besluit als de ondertekening daarvan.

  • 4.

    Het mandaat omvat de bevoegdheid om het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden te vertegenwoordigen in procedures waarbij deze als verweerder optreden in bezwaar en (hoger) beroep vanwege door hen genomen besluiten als bedoeld in de Awb.

Hoofdstuk 11 MANDAAT Stichting Samen Veilig Midden-Nederland

Artikel 1 Mandaat

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders verleent mandaat aan de medewerkers van SAVE (in het primair proces) van de gecertificeerde Stichting Samen Veilig Midden-Nederland, gevestigd te Utrecht aan de Tiberdreef 8 (3561 GG) tot het indienen van een verzoek bij de rechtbank op grond van artikel 6.1.8 van de Jeugdwet om machtiging te verlenen om een jeugdige in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven in het vrijwillig kader en tot het voorbereiden van en de vertegenwoordiging in (civiele) procedures bij de rechtbank, het gerechtshof en de Hoge Raad.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders verleent mandaat aan de medewerkers van SAVE (in het primair proces) van de Stichting Samen Veilig Midden-Nederland tot het beoordelen en indienen van een verzoek tot onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming, als bedoeld in artikel 2.4, eerste lid, van de Jeugdwet.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders geeft toestemming aan de gecertificeerde Stichting Samen Veilig Midden Nederland om ten aanzien van het nemen van de besluiten als bedoeld in het eerste en tweede lid ondermandaat te verlenen aan de volgende drie gecertificeerde instellingen: Stichting William Schrikker Groep (WSG), Stichting Gereformeerde Jeugdbescherming (SGJb) en het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering (LJ&R).

Artikel 2 Kaders uitoefening bevoegdheden

  • 1.

    De medewerkers hanteren bij de uitoefening van de opgedragen werkzaamheden het beleid van het college van Woerden alsmede de door de gemeenteraad vastgestelde kaders.

  • 2.

    Indien een medewerker in afwijking van het bepaalde in het eerste lid wenst te besluiten, treedt hij hierover in overleg met het college.

Artikel 3 Informatie, afschriften en voorafgaand overleg

  • 1.

    De medewerkers informeren het college bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden.

  • 2.

    De medewerkers zenden afschriften aan de gemeente van relevante correspondentie met betrekking tot de uitoefening van gemandateerde werkzaamheden.

  • 3.

    De medewerkers verschaffen, voorafgaand aan de uitoefening van de werkzaamheden bedoeld in artikel 1 alle benodigde informatie en voeren tevens overleg met het college indien:

    • a.

      de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voor het college naar verwachting politieke en/of maatschappelijke gevolgen kan hebben;

    • b.

      een besluit tot consequentie kan hebben dat de gemeente aansprakelijk zal worden gesteld of anderszins aangesproken zal worden;

    • c.

      het een besluit betreft waaruit onvoorziene financiële of andere consequenties voortvloeien die tot overschrijding kunnen leiden van beschikbare budgetten of begrotingsposten;

    • d.

      het college de wens daartoe kenbaar heeft gemaakt.

Artikel 4 Ondertekening

Een ter uitvoering van dit mandaat opgemaakt stuk wordt als volgt ondertekend:

Namens het college van burgemeester en wethouders van Woerden,

(handtekening)

(naam)

(functie)

Hoofdstuk 12 EXTERN MANDAAT AAN POLITIE VOOR GEBIEDSONTZEGGINGEN

Artikel 1 Mandaat

  • 1.

    De burgemeester verleent mandaat aan alle ambtenaren van politie werkzaam in het werkgebied van de politieregio Midden-Nederland, basisteam De Copen tot het opleggen van een gebiedsontzegging als bedoeld in artikel 2:78 van de Algemene plaatselijke verordening (APV) Woerden;

  • 2.

    Deze bevoegdheid mag uitsluitend worden uitgeoefend volgens de procedure zoals opgenomen in de "Beleidsregels gebiedsontzeggingen op grond van artikel 2:78 APV Woerden".

Hoofdstuk 13 EXTERN MANDAAT- EN AANWIJZINGSBESLUIT DPG GGDrU 2017

Artikel 1 Mandaat en aanwijzing

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden verleent mandaat aan de directeur publieke gezondheid van de GGDrU tot de uitoefening van de bevoegdheid tot het nemen en ondertekenen van de besluiten als bedoeld in de bijlage 1 bij dit mandaatbesluit (zie onderaan).

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden wijst de directeur publieke gezondheid van de GGD aan als toezichthouder als bedoeld in de artikelen 1.61, eerste lid van de Wet kinderopvang.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden wijst de directeur publieke gezondheid van de GGD aan als toezichthouder op kinderopvang als bedoeld in de Tijdelijke wet maatregelen covid-19.

Artikel 2 Schakelbepaling

Onder de verlening van het mandaat als bedoeld in artikel 1 wordt mede verstaan:

  • a.

    Ondermandaat voor het nemen en ondertekenen van besluiten aan medewerkers van de GGDrU is toegestaan;

  • b.

    Het voorbereiden van de besluiten als bedoeld in artikel 1;

  • c.

    Het doen uitvoeren van de besluiten als bedoeld in artikel 1, met in begrip van het verrichten van alle feitelijke handelingen en privaatrechtelijke rechtshandelingen die daartoe strekken.

Artikel 3 Uitgezonderde besluiten en beslissingen

  • 1.

    Van de mandaatverlening als bedoeld in artikel 1 zijn uitgesloten de bevoegdheden tot het nemen van de navolgende besluiten en beslissingen:

    • a.

      Het verlenen van een ondermandaat voor de bevoegdheid tot het aanwijzen van een persoon als toezichthouder;

    • b.

      Het verlenen van een ondermandaat voor de bevoegdheid tot het aanwijzen van een andere door de wet genoemde functionaris als bedoeld in artikel 1 sub a tot en met c;

    • c.

      Het nemen van een besluit op bezwaar gericht tegen een primair besluit als bedoeld in artikel 1;

    • d.

      Het behandelen van beroepsprocedures en voorlopige voorzieningen bij de bestuursrechter tegen primaire besluiten en besluiten op bezwaar en hoger beroepsprocedures gericht tegen uitspraken van de rechtbank.

  • 2.

    Onder de uitsluitingsgronden als bedoeld in het eerste lid, sub c en d valt niet het verlenen van ondersteuning ten behoeve van de voorbereiding van het nemen van een besluit op bezwaar respectievelijk van de behandeling van het beroep en hoger beroep en van de voorlopige voorziening.

Artikel 4 Instructies

  • 1.

    Ten aanzien van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden verleent het college van burgemeester en wethouders uitsluitend schriftelijke instructies, tenzij sprake is van een spoedeisend geval.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders stemt zijn schriftelijke instructies als bedoeld in het eerste lid vooraf af met de directeur publieke gezondheid van de GGDrU.

Artikel 5 Aanwijzing

Bij de uitoefening van een bevoegdheid tot het aanwijzen van een persoon als toezichthouder of een andere door de wet genoemde functionaris maakt de Directeur Publieke Gezondheid gebruik van het Model aanwijzingsbesluit.

Artikel 6 Uitvoering van het mandaat

Het algemeen bestuur stemt schriftelijk in met de verlening van dit mandaat aan de Directeur Publieke Gezondheid door kennisgeving daarvan aan het college van burgemeester en wethouders voordat de Directeur Publieke Gezondheid het mandaat uitvoert dan wel doet uitvoeren.

Artikel 7 Wijze van ondertekening

Een op grond van dit mandaat genomen besluit wordt door de gemandateerde ondertekend met de vermelding "Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden, namens het college [naam en titel huidige directeur], de directeur publieke gezondheid GGDrU".

Artikel 8 Aanduiding

Dit besluit kan aangehaald worden als ‘Mandaat- en aanwijzingsbesluit college - DPG GGDrU 2017’.

Bijlage 1 als bedoeld in artikel 1 van het Mandaatbesluit college aan DPG GGDrU

Artikel 1

Tot de bevoegdheid tot het nemen van de besluiten als bedoeld in artikel 1 van het Mandaatbesluit college aan DPG GGDrU behoren de bevoegdheden zoals geregeld in de navolgende wettelijke bepalingen:

  • a.

    artikel 4 Wet op de lijkbezorging (bevoegdheid tot aanwijzing lijkschouwer);

  • b.

    artikel 6.1, eerste lid, Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (bevoegdheid tot aanwijzing als toezichthouder);

  • c.

    artikel 1.61, tweede lid, en Wet kinderopvang;

  • d.

    het nemen van besluiten als bedoeld in de artikelen 1.65 van de Wet kinderopvang

  • e.

    artikel 7 Leerplichtwet 1969 (bevoegdheid tot het aanwijzen van een arts - niet zijnde de behandelende arts - of van een door hen aangewezen academisch gevormde of daarmede bij ministeriële regeling gelijkgestelde pedagoog of psycholoog);

  • f.

    artikel 5:1 en artikel 5:2 van de Wet verplichte GGZ (vanaf 1 januari 2020);

  • g.

    artikel 3.1 van de Wet open overheid voor wat betreft het openbaar maken van de toezichtsrapporten Wmo van het reguliere kwaliteitstoezicht opgesteld n.a.v. artikel 6.1, eerste lid, Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

Hoofdstuk 14 MANDAATBESLUIT Samenwerkingsovereenkomst Essentiële Functies, Samen Sturen en Leren Utrecht-West Woerden

Artikel I.  

Aan de bestuurlijk vertegenwoordiger van de regio Utrecht-West in het Bestuurlijk Platform Jeugd en indien van toepassing diens opvolger, te verlenen:

  • 1.

    mandaat om voor de Samenwerkingsovereenkomst Essentiële Functies, Samen Sturen en Leren voor de opdracht per 1 april 2020 in het Bestuurlijk Platform Jeugd besluiten te nemen zoals beschreven in paragraaf 6.5 van de Samenwerkingsovereenkomst Essentiële Functies (corsa 20.0000134) zijnde het:

    • Vaststellen van de omvang van de taakgerichte bekostiging essentiële functies wanneer deze conform de uitgangspunten van de Uitnodiging tot inschrijving voor de opdracht is. Dit betekent dat de bestuurlijk vertegenwoordiger van de regio in het Bestuurlijk Platform het mandaat heeft om de overeenkomst essentiële functies aan te gaan.

    • Vaststellen van noodzakelijke wijzigingen in de overeenkomst essentiële functies op basis van de bepalingen van artikel 11 van deze overeenkomst.

    • Verlengen van de overeenkomst essentiële functies conform de bepalingen van artikel 4.4 van deze overeenkomst.

    • Aanpassen, waar nodig, van de verlengingstermijn van de overeenkomst essentiële functies conform de bepalingen van artikel 4.4 (corsa 20.0000135) van deze overeenkomst.

    • Ontbinden overeenkomst essentiële functies conform de bepalingen van artikel 11 van de Samenwerkingsovereenkomst Essentiële Functies.

  • 2.

    De bevoegdheid tot het uitoefenen van de bevoegdheid tot het vertegenwoordigen van de gemeente buiten rechte, zoals bedoeld in artikel 171 van de Gemeentewet, voor zover, en uitsluitend nodig ter uitvoering van de overeenkomstig de het in het eerste lid van onderhavig artikel verleende mandaat genomen besluiten.

Artikel II.  

Ten aanzien van de uitoefening van de onder punt I van dit besluit bedoelde mandaten, volmachten en machtigingen, de volgende algemene bepalingen vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit mandaatbesluit wordt verstaan onder:

  • a.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten ex artikel 1:3 van de Awb te nemen en te ondertekenen;

  • b.

    volmacht: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • c.

    machtiging: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan handelingen, die noch een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, te verrichten.

Artikel 2 Vervanging bij afwezigheid

In geval van afwezigheid van de functionaris, aan wie bij dit besluit bevoegdheden zijn toegekend, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door zijn plaatsvervanger.

Artikel 3 Instructies

  • 1.

    Ten aanzien van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden worden de volgende instructies gegeven:

    • a.

      Bij de uitoefening van de bevoegdheden wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wetten, besluiten, verordeningen, circulaires, regelingen, aanwijzingen en richtlijnen van rijks-, provinciale en gemeentelijke wetgevers of bestuursorganen in acht genomen.

    • b.

      De uitvoering van de bevoegdheden is in lijn met de Samenwerkingsovereenkomst Essentiële Functies, Samen Sturen en Leren welke is vastgesteld tijdens het Bestuurlijk Platform Jeugd 4 maart 2020.

    • c.

      De deelnemende gemeenten in de regio Utrecht-West worden geïnformeerd bij belangrijke momenten gedurende het (aanbestedings)proces;

  • 2.

    De mandaatverlener kan de gemandateerde per geval of in het algemeen instructies geven ter zake van de gemandateerde of bij volmacht gegeven bevoegdheden.

Artikel 4 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit kan worden aangehaald als “Mandaatbesluit Samenwerkingsovereenkomst Essentiële Functies, Samen Sturen en Leren Utrecht-West”.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024 en vervalt op het moment dat de Samenwerkingsovereenkomst Essentiële Functies, Samen Sturen en Leren Utrecht-West ontbonden wordt.

DEEL 3 ONDERMANDAAT

 

 

Hoofdstuk 1 ONDERMANDAAT PERSONEEL & ORGANISATIE

Artikel 1 Ondermandaat

  • 1.

    De directie verleent de teammanagers ondermandaat van alle aan haar gemandateerde personeelsbevoegdheden ten behoeve van de aansturing van hun team, voor zover in dit hoofdstuk niet uitgezonderd.

  • 2.

    Bij afwezigheid van de teammanager geldt de vervangingsregeling zoals opgenomen in artikel 6 van hoofdstuk 1 van deel 1 van dit mandaatregister.

Artikel 2 Uitzonderingen

  • a.

    Het in het vorige artikel verleende ondermandaat omvat niet de volgende bevoegdheden: het toepassen van sancties door te korten op het salaris, de aanvullende WW en de na-wettelijke WW wegens het niet voldoen aan inspanningsverplichtingen betreffende re-integratie of wegens op andere wijze niet nakomen van verplichtingen;

  • b.

    het nemen van maatregelen na vermoedens van misstanden;

  • c.

    het opleggen van een schorsing als ordemaatregel;

  • d.

    het aanwijzen om werkzaamheden te verrichten bij buitengewone omstandigheden op grond van artikel 11.6 Cao Gemeenten.

Hoofdstuk 2 ONDERMANDATEN SOCIAAL TEAM

Artikel 1 Senior medewerker publieke dienstverlening

  • 1.

    Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en/of de burgemeester bij juridische procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

  • 2.

    Alle bevoegdheden op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 met daaraan gekoppelde verordeningen, reglementen, uitvoeringsbesluiten en beleidsregels.

  • 3.

    Alle bevoegdheden op grond van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart.

  • 4.

    Alle bevoegdheden op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening met daaraan gekoppelde verordeningen, reglementen, uitvoeringsbesluiten en beleidsregels.

  • 5.

    Het openen van een rekening ten behoeve van inkomensbeheer of een reserveringsrekening.

Artikel 2 Medewerker publieke dienstverlening A

  • 1.

    Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en/of de burgemeester bij juridische procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

  • 2.

    Alle bevoegdheden op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 met daaraan gekoppelde verordeningen, reglementen, uitvoeringsbesluiten en beleidsregels.

  • 3.

    Alle bevoegdheden op grond van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart.

  • 4.

    Alle bevoegdheden op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening met daaraan gekoppelde verordeningen, reglementen, uitvoeringsbesluiten en beleidsregels.

Artikel 3 Ondersteunend medewerker A en B

Alle bevoegdheden op grond van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart.

Artikel 4 Ondersteunend medewerker B Schuldhulpverlening

Het openen van een rekening ten behoeve van inkomensbeheer of een reserveringsrekening.

Artikel 5 Senior medewerker publieke diensterverlening Jeugd- en Gezinsteam

Alle bevoegdheden op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 met daaraan gekoppelde verordeningen, reglementen, uitvoeringsbesluiten en beleidsregels.

Hoofdstuk 3 ONDERMANDATEN KLANT CONTACT CENTRUM

§ 1 Algemeen

Artikel 1 Beleidsadviseur A en Vakinhoudelijk medewerker A en B belast met Burgerservice

  • 1.

    Aanwijzen van instellingen als bedoeld in artikel 2.40 Wet basisregistratie personen (hierna: Wet BRP).

  • 2.

    Uitvoering van artikel 2.50 Wet BRP.

  • 3.

    Het op grond van de Wet BRP uitoefenen van alle bevoegdheden, met uitzondering van de bevoegdheden op grond van artikel 2.8 tweede lid, sub e, waarbij ondermandaat niet is toegestaan.

  • 4.

    Beschikkingen (ambtshalve of op verzoek) met betrekking tot het aanbrengen van wijzigingen in de basisadministratie persoonsgegevens, anders dan op grond van aangifte door de burger (Wet BRP).

  • 5.

    Beschikkingen met betrekking tot selecties uit de basisadministratie persoonsgegevens (Wet BRP).

  • 6.

    Beschikkingen tot het verstrekken en respectievelijk weigeren van inlichtingen uit de basisadministratie persoonsgegevens (Wet BRP).

  • 7.

    Beschikken met betrekking tot de weigering van afgifte en het intrekken van reisdocumenten.

  • 8.

    Beschikken met betrekking tot de weigering van afgifte en het intrekken van rijbewijzen.

  • 9.

    Het in ontvangst nemen en doorsturen van aanvragen van een verklaring omtrent het gedrag.

  • 10.

    Benoeming van stembureauleden (Kieswet).

  • 11.

    Het aanwijzen van stemlocaties.

  • 12.

    Afgifte van vervangende stempassen en volmachtsbewijzen om aan verkiezingen deel te kunnen nemen op grond van de Kieswet en Kiesbesluit.

  • 13.

    Het uitoefenen van alle in de Rijkswet op het Nederlanderschap en in het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap aan de burgemeester opgedragen bevoegdheden.

  • 14.

    Het verzoek tot verstrekking van inlichtingen uit de justitiële documentatie (E-justis) ten behoeve van de beoordeling van aanvragen tot het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit.

  • 15.

    Afgifte van laissez-passer voor het vervoer van een overledene naar het buitenland (Wet op de lijkbezorging).

  • 16.

    Verlof verlenen tot het ontleden en begraven of cremeren van een stoffelijk overschot (Wet op de lijkbezorging).

  • 17.

    Beslissen op aanvragen op verlof tot ontleding en toestemming tot verlenging van de termijn tot begraven of verbranden en de afgifte van een laissez passer voor lijken op grond van de Wet op de Lijkbezorging.

  • 18.

    Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en/of de burgemeester van de gemeente bij juridische procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

Artikel 2 Medewerker publieke dienstverlening B belast met Burgerservice

  • 1.

    Het in ontvangst nemen en doorsturen van aanvragen van een verklaring omtrent het gedrag.

  • 2.

    Beschikken met betrekking tot de weigering van afgifte en het intrekken van reisdocumenten.

  • 3.

    Beschikken met betrekking tot de weigering van afgifte en het intrekken van rijbewijzen.

  • 4.

    Het uitoefenen van alle in de Rijkswet op het Nederlanderschap en in het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap aan de burgemeester opgedragen bevoegdheden.

  • 5.

    Beschikkingen met betrekking tot uitstel lijkbezorging (Wet op de lijkbezorging).

  • 6.

    Afgifte van laissez-passer voor het vervoer van een overledene naar het buitenland (Wet op de lijkbezorging).

  • 7.

    Verlof verlenen tot het ontleden en begraven of cremeren van een stoffelijk overschot (Wet op de lijkbezorging).

  • 8.

    Het uitoefenen van alle in de Paspoortwet, de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland en het Paspoortbesluit aan de burgemeester opgedragen bevoegdheden.

Artikel 3 Medewerker publieke dienstverlening B en C belast met Burgerservice

  • 1.

    Het legaliseren van handtekeningen en het waarmerken van documenten.

  • 2.

    Beschikken met betrekking tot de weigering van afgifte en het intrekken van reisdocumenten.

  • 3.

    Het uitoefenen van de in het Reglement rijbewijzen en de Wegenverkeerswet 1994 aan de burgemeester opgedragen bevoegdheid tot het in behandeling nemen van de aanvragen tot het uitreiken en inhouden van rijbewijzen.

  • 4.

    Beschikkingen met betrekking tot uitstel van lijkbezorging (Wet op de lijkbezorging).

  • 5.

    Afgifte van laisser-passer voor het vervoer van een overledene naar het buitenland (Wet op de lijkbezorging).

  • 6.

    Verlof verlenen tot het ontleden en begraven of cremeren van een stoffelijk overschot (Wet op de lijkbezorging).

  • 7.

    Het afgeven van gehandicaptenparkeerkaarten op grond van artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

  • 8.

    Het in ontvangst nemen en doorsturen van aanvragen van een verklaring omtrent het gedrag.

  • 9.

    Bevoegdheid tot het in behandeling nemen van aanvragen, het uitreiken en inhouden van reisdocumenten.

Artikel 4 Medewerker publieke dienstverlening D

  • 1.

    Het legaliseren van handtekeningen en waarmerken van documenten.

  • 2.

    Het uitoefenen van de in de Paspoortwet, de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland en het Paspoortbesluit aan de burgemeester opgedragen bevoegdheid tot het uitreiken en inhouden van reisdocumenten.

  • 3.

    Het uitoefenen van de in het Reglement rijbewijzen en de Wegenverkeerswet 1994 aan de burgemeester opgedragen bevoegdheid tot het uitreiken en inhouden van rijbewijzen.

 

§ 2 Ondermandaten van de Heffingsambtenaar

Artikel 5 Medewerker publieke dienstverlening B en C belast Burgerservice

  • 1.

    Vaststellen van nota's inzake leges genoemd in de tarieventabel behorende bij de geldende legesverordening.

  • 2.

    Optreden als ambtenaar jegens wie mede de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet gelden, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten die zijn ondergebracht in hoofdstuk 1 van de tarieventabel behorende bij de geldende legesverordening.

Hoofdstuk 4 ONDERMANDATEN VERGUNNINGEN, TOEZICHT EN HANDHAVING

§ 1 Algemeen

Artikel 1 Senior medewerker Toezicht en Handhaving en Medewerker publieke dienstverlening A en B

  • 1.

    Beslissen op verzoek om omgevingsvergunning voor alle activiteiten als bedoeld in de Omgevingswet die onder het takenpakket van het team Vergunningen, toezicht en handhaving vallen.

  • 2.

    Buiten behandeling laten, aanhouden, verdagen of verlengen van de beslistermijn van een aanvraag om vergunning of ontheffing als bedoeld in dit artikel.

  • 3.

    Beslissen inzake teruggave van legeskosten ten aanzien van een aanvraag om vergunning of ontheffing als bedoeld in dit artikel.

  • 4.

    Beslissen ter zake van een verzoek om het aanbrengen van voorwerpen, stoffen of andere goederen op de openbare weg (zogeheten "precariovergunning").

  • 5.

    Doen van een mededeling dat het bouwwerk vergunningsvrij is.

  • 6.

    Intrekken van een vergunning of ontheffing als bedoeld in dit artikel.

  • 7.

    Beslissen inzake het voornemen om de uniforme openbare voorbereidingsprocedure op te starten en het ontwerpbesluit ter inzage te leggen op aanvragen voor buitenplanse omgevingsactiviteiten op grond van de Omgevingswet.

  • 8.

    Beslissen inzake het voornemen om een ontheffingsprocedure hogere grenswaarde als bedoeld in artikel 100 van de Wet geluidhinder, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, op te starten.

  • 9.

    Beslissen om een ontheffing hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, te verlenen, indien dit noodzakelijk is in verband met het verlenen van een vergunning voor een (buitenplanse) omgevingsplanactiviteit als bedoeld in de Omgevingswet.

  • 10.

    Vrijstelling verlenen van het Besluit bouwwerken leefomgeving of de Bouwverordening.

  • 11.

    Verzoek om inlichtingen omtrent gedrag bij de politie ten behoeve van de uitvoering van de Alcoholwet, de Wet op de Kansspelen en de APV.

  • 12.

    Administratieve begeleiding en advisering op aanvragen om ontheffingen, vrijstellingen of verklaringen aan de minister.

  • 13.

    Aanvragen van uittreksels uit het Strafregister en het aanvragen van justitiële gegevens als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens voor de uitvoering van de Alcoholwet en de Wet op de Kansspelen.

  • 14.

    Correspondentie en eerste aanschrijvingen in het kader van de uitvoering van de Alcoholwet.

  • 15.

    Beslissen op verzoek om ontheffingen voor zwak-alcoholische drank bij bijzondere zeer tijdelijke gelegenheden.

  • 16.

    Beslissen op verzoek om een vergunning tot het aanwezig hebben van speelautomaten.

  • 17.

    Beslissen op verzoek om een loterijvergunning als bedoeld in artikel 3 Wet op de Kansspelen.

  • 18.

    Beslissen op verzoek om een vergunning voor het houden van optochten.

  • 19.

    Verkorten termijn en in behandeling nemen mondeling verzoek aan burgemeester.

  • 20.

    Beslissen op verzoek om een vergunning voor een feest, muziek en wedstrijd e.d. op de openbare weg.

  • 21.

    Beslissen op verzoek om een vergunning voor het anders gebruiken van de weg of een weggedeelte.

  • 22.

    Beslissen op verzoek om een evenementenvergunning voor evenementen die, op basis van de risicoscan van de Veiligheidsregio Utrecht (VRU), vallen in de risicoklasse A.

  • 23.

    Beslissen op verzoek om een ontheffing voor het bezigen van consumentenvuurwerk.

  • 24.

    Beslissen op verzoek om een ontheffing geluidhinder.

  • 25.

    Beslissen op verzoek om een ventvergunning hetzij voor de duur van één dag, hetzij voor de duur van een jaar.

  • 26.

    Beslissen op verzoek om een tijdelijke standplaatsvergunning en een standplaatsvergunning voor de duur van één jaar.

  • 27.

    Beslissen op verzoek om een vergunning voor het houden van een snuffelmarkt.

  • 28.

    Toekennen en weigeren van huisnummers.

  • 29.

    Gegevens verstrekken aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

  • 30.

    Bijhouden openbaar register.

  • 31.

    Beslissen op verzoek om een Alcoholwetvergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet.

  • 32.

    Beslissen op verzoek om een tijdelijke ontheffing Alcoholwetvergunning op grond van artikel 35 van de Alcoholwet.

  • 33.

    Het meedelen van het resultaat in de verschillende fasen van de behandeling van een principeverzoek om medewerking aan een ruimtelijk initiatief in de fysieke leefomgeving.

  • 34.

    Beslissen op verzoek om een ontheffing voor parkeren van voertuigen langer dan 6 meter of hoger dan 2,4 meter op de weg.

Artikel 1A Medewerker publieke dienstverlening B en Ondersteunend medewerker C

  • 1.

    De mededeling doen dat het bouwwerk vergunningsvrij is.

  • 2.

    Gegevens verstrekken aan het CBS.

  • 3.

    Bijhouden openbaar register.

Artikel 2 Senior medewerker Toezicht en Handhaving en medewerker Toezicht en Handhaving A, B en C

  • 1.

    Het geven van een mondeling bevel tot stillegging van de werkzaamheden in geval van illegale bouw en sloop.

  • 2.

    Op een melding van het voornemen tot sloop besluiten tot:

    • a.

      de mededeling dat de melding is aanvaard (instemming);

    • b.

      de mededeling dat binnen de wettelijke termijn ontbrekende gegevens moeten worden overgelegd;

    • c.

      de mededeling dat het voornemen vergunningplichtig is;

    • d.

      het niet behandelen van de melding wegens onvolledigheid (artikel 4:5 Awb).

  • 3.

    Een verleende omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit intrekken.

  • 4.

    Een verleende omgevingsvergunning voor een sloopactiviteit intrekken.

  • 5.

    Gegevens verstrekken aan het CBS.

  • 6.

    Alle bevoegdheden krachtens de Wet kwaliteitsborging (Wkb) en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten.

Artikel 3 Juridisch adviseur A en B en senior medewerker publieke dienstverlening

  • 1.

    Stilleggen bouwwerkzaamheden.

  • 2.

    Stilleggen sloopwerkzaamheden.

  • 3.

    Stilleggen bouwwerkzaamheden op grond van artikel 125 Gemeentewet en artikel5:32 Awb (dwangsom).

  • 4.

    Stilleggen sloopwerkzaamheden op grond van artikel 125 Gemeentewet en artikel 5:32 Awb (dwangsom).

  • 5.

    Een verleende omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit intrekken.

  • 6.

    Een verleende omgevingsvergunning voor een sloopactiviteit intrekken.

  • 7.

    Het opleggen van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 125 Gemeentewet juncto artikel 5:24 Awb.

  • 8.

    Het opleggen van een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:32 Awb.

  • 9.

    Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en/of de burgemeester bij juridische procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

  • 10.

    Het beslissen op verzoek op grond van de Wet open overheid.

Artikel 4 Senior medewerker Toezicht en Handhaving, medewerker Toezicht en Handhaving A, B en C en juridisch adviseur A en B en senior medewerker publieke dienstverlening

  • 1.

    Opmaken van processen-verbaal van constatering als bedoeld in artikel 10 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen (BAG).

  • 2.

    Opmaken van schriftelijke verklaringen, strekkende tot het signaleren van een wijziging in de feitelijke situatie die van invloed is op een of meer in de gebouwenregistratie opgenomen gegevens en die niet voortvloeit uit een krachtens de Wet BAG aangewezen brondocument.

Artikel 5 Ondersteunend medewerker B

  • 1.

    Beslissen op verzoek om splitsings-, samenvoegings-, onttrekkings-, en omzettingsvergunningen als bedoeld in de Huisvestingsverordening juncto Huisvestingswet 2014.

  • 2.

    Beslissen inzake het buiten behandeling laten van een verzoek om één of meerdere van de vergunningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Beslissen inzake de aanhouding van een verzoek om één of meerdere van de vergunningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 4.

    Beslissen inzake de verdaging of verlenging van de beslistermijn van één of meerdere vergunningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 5.

    Nemen van huisnummerbesluiten als bedoeld in artikel 6 van de Wet BAG juncto artikel 3 van de Verordening naamgeving en nummering adressen juncto artikel 108 van de Gemeentewet.

  • 6.

    Beslissen ter zake van een verzoek om het aanbrengen van voorwerpen, stoffen of andere goederen op de openbare weg (zogeheten "precariovergunning").

  • 7.

    Intrekken van een vergunning.

  • 8.

    De behandeling van een aanvraag om een vergunning te staken.

  • 9.

    Verzoek om inlichtingen omtrent gedrag bij de politie ten behoeve van de uitvoering van de Alcoholwet, de Wet op de Kansspelen en de APV.

  • 10.

    Administratieve begeleiding en advisering op aanvragen om ontheffingen, vrijstellingen of verklaringen aan de minister.

  • 11.

    Aanvragen van uittreksels uit het Strafregister en het aanvragen van justitiële gegevens als bedoeld in artikel 2 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens voor de uitvoering van de Alcoholwet en de Wet op de Kansspelen.

  • 12.

    Correspondentie en eerste aanschrijvingen in het kader van de uitvoering van de Alcoholwet.

  • 13.

    Beslissen op verzoek om ontheffingen voor zwak-alcoholische drank bij bijzondere zeer tijdelijke gelegenheden.

  • 14.

    Beslissen op verzoek om een vergunning tot het aanwezig hebben van speelautomaten.

  • 15.

    Beslissen op verzoek om een loterijvergunning als bedoeld in artikel 3 Wet op de Kansspelen.

  • 16.

    Beslissen op verzoek om een vergunning voor het houden van optochten.

  • 17.

    Verkorten termijn en in behandeling nemen mondeling verzoek aan burgemeester.

  • 18.

    Beslissen op verzoek om een vergunning voor een feest, muziek en wedstrijd e.d. op de openbare weg.

  • 19.

    Beslissen op verzoek om een vergunning voor het anders gebruiken van de weg of een weggedeelte.

  • 20.

    Beslissen op verzoek om een vergunning voor het organiseren van een evenement.

  • 21.

    Beslissen op verzoek om een vergunning voor het bezigen van consumentenvuurwerk.

  • 22.

    Beslissen op verzoek om een ontheffingen geluidhinder.

  • 23.

    Beslissen op verzoek om een ventvergunning hetzij voor de duur van één dag, hetzij voor de duur van een jaar.

  • 24.

    Beslissen op verzoek om een tijdelijke standplaatsvergunning en een standplaatsvergunningen voor de duur van één jaar.

  • 25.

    Beslissen op verzoek om een vergunning voor het houden van een snuffelmarkt.

 

§ 2 Ondermandaten van Heffingsambtenaar

Artikel 6 Teammanager B

  • 1.

    Vaststellen van nota's inzake leges als genoemd in de tarieventabel behorende bij de geldende legesverordening.

  • 2.

    Het optreden als ambtenaar jegens wie mede de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49, en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet gelden, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten die zijn ondergebracht in de hoofdstukken 2 en 3 van de tarieventabel behorende bij de geldende legesverordening.

Artikel 7 Senior medewerker publieke dienstverlening en medewerker publieke dienstverlening A en B van het team Vergunningen, Toezicht en Handhaving

  • 1.

    Kwijtschelding of restitutie van leges verlenen.

  • 2.

    Vaststellen van nota's inzake leges genoemd in hoofdstukken 2 en 3 van de tarieventabel behorende bij de geldende legesverordening.

  • 3.

    Optreden als ambtenaar jegens wie mede de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet gelden, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten die zijn ondergebracht in de hoofdstukken 2 en 3 van de tarieventabel behorende bij de geldende legesverordening.

Hoofdstuk 5 ONDERMANDATEN INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE

Artikel 1 ICT-specialist A en B en ICT-projectleider B

Nemen van besluiten om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten en de volmacht om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

Hoofdstuk 6 ONDERMANDATEN GEGEVENSBEHEER

Artikel 1 Vakinhoudelijk medewerker A belast met het beheer van de BAG en Specialist A

  • 1.

    Het opstellen van de 'ambtelijke verklaringen' behalve die bedoeld in artikel 3 van de Wet BAG.

  • 2.

    Het toetsen van brondocumenten aan de vereisten voor inschrijving (artikel 11 Wet BAG).

  • 3.

    Het uitgeven van inschrijfnummers en identificatienummers.

  • 4.

    Het inschrijven van de in artikel 10 van de Wet BAG aangewezen brondocumenten in het adressenregister dan wel het gebouwenregister (artikel 10 Wet BAG).

  • 5.

    Het op basis van de brondocumenten opnemen van gegevens in de adressenregistratie en de gebouwenregistratie overeenkomstig de voorschriften (artikel14 Wet BAG).

  • 6.

    Het ontvangen, doorgeleiden en afhandelen van meldingen c.q. verzoeken, inclusief de verwerking daarvan (artikelen 31, 37, 38, 39, 40 en 41 Wet BAG).

  • 7.

    Het op verzoek aan eenieder verlenen van inzage in het adressenregister, het gebouwenregister, de adressenregistratie en de gebouwenregistratie, alsmede het aan eenieder verstrekken van de in de adressenregistratie respectievelijk de gebouwenregistratie opgenomen gegevens (artikel 32, eerste lid, sub a Wet BAG), waarbij artikel 5.1, eerste en tweede lid van de Wet open overheid van toepassing zijn.

  • 8.

    Het opmaken van processen-verbaal van constatering als bedoeld in artikel 10 van de Wet BAG.

Artikel 2 Vakinhoudelijk medewerker A belast met het kwaliteitsmanagement gegevensbeheer

  • 1.

    Het toetsen van de brondocumenten aan vereisten voor inschrijving.

  • 2.

    Het uitgeven van inschrijfnummers en identificatienummers.

  • 3.

    Het inschrijven van documenten in het register en het opnemen van gegevens daarover in de registratie.

  • 4.

    Het plaatsen van aantekeningen op het brondocument.

  • 5.

    Het verwerken van kadastrale mutaties in de administratie.

  • 6.

    Het verstrekken van een bewijs van inschrijving.

  • 7.

    Het waarmerken van afschriften van brondocumenten, waarbij publiekrechtelijke beperkingen zijn opgelegd (artikel 3 Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken).

  • 8.

    Het op verzoek verstrekken van afschriften of uittreksels uit het register en registratie.

  • 9.

    Het verstrekken van verklaringen, dat uit het register blijkt, dat op het betreffende aangevraagde perceel geen publiekrechtelijke beperkingen van toepassing zijn.

  • 10.

    Het herstellen van fouten en doorvoeren van correcties.

  • 11.

    Het (doen) verstrekken van berichten aan de landelijke voorziening.

Artikel 3 Vakinhoudelijk medewerker C belast met het beheer van de BAG en Specialist A

Het opmaken van schriftelijke verklaringen, strekkende tot het signaleren van een wijziging in de feitelijke situatie die van invloed is op een of meer in de gebouwenregistratie opgenomen gegevens en die niet voortvloeit uit een krachtens de Wet BAG aangewezen brondocument.

Artikel 4 Vakinhoudelijk medewerker B en C belast met het beheer van de BAG

Het bepalen van de oppervlakte van een verblijfsobject op basis van de (aanvraag) omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit.

Artikel 5 Senior vakinhoudelijk medewerker, Vakinhoudelijk medewerker A en Vakinhoudelijk medewerker B, allen belast met landmeetkundige werkzaamheden

  • 1.

    Het vaststellen van de definitieve geometrie van panden en verblijfsobjecten, als bedoeld in artikel 8 van de Wet BAG.

  • 2.

    Het opmaken van processen-verbaal van constatering, als bedoeld in artikel 10 van de Wet BAG.

  • 3.

    Het opmaken van schriftelijke verklaringen, strekkende tot het signaleren van een wijziging in de feitelijke situatie die van invloed is op een of meer in de gebouwenregistratie opgenomen gegevens en die niet voortvloeit uit een krachtens de Wet BAG aangewezen brondocument.

Artikel 6 Vakinhoudelijk medewerker B belast met landmeetkundige werkzaamheden

  • 1.

    Het opmaken van processen-verbaal van constatering, als bedoeld in artikel 10 van de Wet BAG.

  • 2.

    Het opmaken van schriftelijke verklaringen, strekkende tot het signaleren van een wijziging in de feitelijke situatie die van invloed is op een of meer in de gebouwenregistratie opgenomen gegevens en die niet voortvloeit uit een krachtens de Wet BAG aangewezen brondocument.

Artikel 7 Vakinhoudelijk medewerker A belast met het beheer van het document Managementsysteem

Het verzorgen van een zodanige opzet van het adressenregister en het gebouwenregister, dat de inhoud daarvan duurzaam kan worden bewaard en te allen tijde binnen een redelijke termijn raadpleegbaar en beschikbaar is.

Hoofdstuk 7 ONDERMANDATEN JURIDISCHE ZAKEN

Artikel 1 Juridisch adviseur A

  • 1.

    Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en/of de burgemeester bij juridische procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

  • 2.

    Het beslissen op verzoeken op grond van de Wet open overheid.

  • 3.

    Het beslissen op verzoeken op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming.

Artikel 2 Juridisch adviseur A belast met klachtencoördinatie

  • 1.

    Besluit nemen over het wel of niet in behandeling nemen van het klaagschrift (artikel 4, tweede lid van de Klachtenregeling en artikel 9:8 Awb).

  • 2.

    In geval van formele behandeling van de klacht:

    • a.

      Bevestiging ontvangst klacht, in kennis stellen van de klager over wel of niet in behandeling nemen (artikel 9:6 en 9:8 Awb).

    • b.

      Maken van verslag van het horen (artikel 9:10, derde lid, Awb).

    • c.

      Indien nodig aan partijen schriftelijke mededeling van verdaging doen (met maximaal vier weken) (artikel 9:11, tweede lid, Awb).

    • d.

      In kennis stellen van de klager over de bevindingen van het onderzoek naar de klacht en van de eventuele conclusies (artikel 9:12, eerste lid, Awb).

  • 3.

    Registreren en jaarlijks publiceren van klachten (artikel 6 Klachtenregeling en artikel 9:12a Awb).

  • 4.

    Fungeren als contactpersoon voor de Nationale Ombudsman.

Hoofdstuk 8 ONDERMANDATEN PERSONEEL EN ORGANISATIE

Artikel 1 Juridisch adviseur B

Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en/of de burgemeester bij juridische procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

Artikel 2 Senior beleidsadviseur, belast met P&O

Het afsluiten van collectieve verzekeringen ten behoeve van personeel.

Artikel 3 Vakinhoudelijk medewerker A belast met P&O

Het betaalbaar stellen van de salarissen en afdrachten sociale premies, belastingen en verzekeringen.

Hoofdstuk 9 ONDERMANDATEN STRATEGIE, FINANCIËN EN CONTROL

§ 1 Algemeen

Artikel 1 Senior vakinhoudelijk medewerker en vakinhoudelijk medewerker C

Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en/of de burgemeester bij juridische procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

Artikel 2 Beleidsadviseur A

Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeitenbeheer.

Artikel 3 Ondersteunend medewerker C

Het afsluiten van verzekeringen.

 

§ 2 Ondermandaten van de Heffingsambtenaar

Artikel 4 Concern controller, Senior beleidsadviseur, beleidsadviseur B, senior vakinhoudelijk medewerker, vakinhoudelijk medewerker C, Team Strategie, Financiën en Control

  • 1.

    Vaststellen en verzenden van aanslagen en nota's conform de vigerende belastingverordening inzake aanslagen precariobelasting, nota's lijkbezorgingsrechten, nota's marktgelden, nota's havengelden, nota's reinigingsrechten, nota's leges, nota's recognities.

  • 2.

    Optreden als ambtenaar, jegens wie mede de verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet gelden, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten die zijn ondergebracht in de geldende belastingverordeningen.

Artikel 5 Beleidsadviseur A, senior vakinhoudelijk medewerker en vakinhoudelijk C, Team Financiën

Optreden als ambtenaar, jegens wie mede de verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet gelden, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten die zijn ondergebracht in de geldende belastingverordeningen.

 

§ 3 Ondermandaten Inkoop

Artikel 6 Senior beleidsadviseur

Het adviseren over en/of het starten van een nationale openbare of een Europese aanbesteding.

Artikel 7 Beleidsadviseur B

Het adviseren over en/of het starten van een nationale openbare of een Europese aanbesteding.

Hoofdstuk 10 ONDERMANDATEN REALISATIE EN BEHEER

Artikel 1 Juridisch adviseur A

  • 1.

    Het vertegenwoordigen van het college en/of de burgemeester bij juridische procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

  • 2.

    Belanghebbenden in de gelegenheid stellen mondeling of schriftelijk zienswijzen naar voren te brengen als bedoeld in afdeling 3.4 Awb.

  • 3.

    Ter inzage leggen en het verstrekken van (kopieën) van (ontwerp)besluiten, verzoeken om vergunning of ontheffing, verslagen, nota's en andere stukken.

  • 4.

    Vaststellen van formulieren voor het indienen van aanvragen en het verstrekken van gegevens, als bedoeld in artikel 4:4 Awb.

  • 1.

    5. In de gelegenheid stellen tot het aanvullen van een aanvraag, als bedoeld in artikel 4:5 van de Awb en besluiten om de aanvraag niet te behandelen.

  • 5.

    Het horen van een aanvrager, als bedoeld in de artikelen 4:7 tot en met 4:10 Awb.

  • 6.

    Het aansprakelijk stellen van derden voor schade die zij aan het openbaar gebied hebben toegebracht.

  • 7.

    Het voeren van correspondentie naar aanleiding van controles door toezichthouders, zoals het opstellen en verzenden van (voor)waarschuwingen in het voortraject van handhaving van wet- en regelgeving.

  • 8.

    Het nemen van besluiten over het toepassen van bestuursdwang.

  • 9.

    Het nemen van besluiten over het opleggen van een last onder dwangsom.

Artikel 2 Ondersteunend medewerker B/Medewerker uitvoering en beheer A

Het af- of goedkeuren van aanvragen in MOOR omtrent kabels en leidingen op grond van de Telecommunicatiewet en de geldende Algemene verordening ondergrondse infrastructuur en bijbehorende geldende beleidsregels.

Artikel 3 Projectleider A en B

  • 1.

    Het doen van een aanvraag omgevingsvergunning.

  • 2.

    Het garantstellen voor beschadiging van leidingen van nutsbedrijven tijdens de bouwfase van nieuwbouwprojecten.

Artikel 4 Senior Beleidsadviseur, Beleidsadviseur A en Beleidsadviseur B

  • 1.

    Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester bij juridische procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

  • 2.

    Het nemen van besluiten over verkeersmaatregelen ("verkeersbesluiten") op grond van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

  • 3.

    Het nemen van besluiten over ontheffingen, als bedoeld in artikel87 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en artikel 149, eerste lid, aanhef en sub d van de Wegenverkeerswet 1994.

  • 4.

    Het treffen van tijdelijke verkeersmaatregelen als bedoeld in artikel 34 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

  • 5.

    Het nemen van besluiten ten aanzien van de instelling van verkeersregelaars en verkeersbrigadiers, als bedoeld in artikel 56 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

  • 6.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wegenwet.

Hoofdstuk 11 ONDERMANDATEN WIJKONDERHOUD

§ 1 Algemeen

Artikel 1 Medewerker uitvoering en beheer A

  • 1.

    Het afhandelen van klachten en praktische uitvoeringsaangelegenheden op het gebied van wijkonderhoud.

  • 2.

    Het doen van een aanvraag omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden.

  • 3.

    Het doen van een aanschrijving tot het verwijderen van hinderlijke beplanting in verband met de verkeersveiligheid op grond van de geldende APV.

Artikel 2 Juridisch adviseur A

  • 1.

    Het afhandelen van klachten en uitvoeringswerkzaamheden met betrekking tot de markt en gebruik van openbaar vaarwater.

  • 2.

    Het nemen van besluiten op grond van de marktverordening, het daarbij behorende geldende inrichtingsplan, de Verordening op het gebruik van het openbaar vaarwater en de APV.

Artikel 3 Medewerker B toezicht en handhaving

Het nemen van besluiten op grond van de geldende marktverordening en het daarbij behorende geldende inrichtingsplan.

Artikel 4 Senior medewerker uitvoering en beheer en Beleidsadviseur A belast met het beheer van begraafplaatsen

Het nemen van besluiten op grond van de Wet op de lijkbezorging, de geldende beheersverordening begraafplaatsen en het daarbij behorende geldende uitvoeringsbesluit begraafplaatsen.

 

§ 2 Ondermandaten van de heffingsambtenaar

Artikel 5 Teammanager A Wijkonderhoud

  • 1.

    Vaststellen van nota's inzake leges genoemd in de tarieventabel behorende bij de geldende legesverordening voor ontheffingen/vergunningen, nota’s inzake lijkbezorgingsrechten genoemd in de geldende verordening lijkbezorgingrechten met bijbehorende tarieventabel, nota's inzake marktgelden als bedoeld in de geldende verordening marktgelden en van nota's inzake havengelden als bedoeld in de geldende verordening havengelden.

  • 2.

    Optreden als ambtenaar, jegens wie mede de verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet gelden, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten die zijn ondergebracht in de tarieventabel behorende bij geldende legesverordening, de geldende verordening lijkbezorgingsrechten, de geldende verordening marktgelden en de geldende verordening havengelden.

Artikel 6 Juridisch adviseur A

  • 1.

    Vaststellen nota's inzake marktgelden als bedoeld in de geldende verordening marktgelden en van nota's inzake havengelden als bedoeld in de geldende verordening havengelden.

  • 2.

    Optreden als ambtenaar, jegens wie mede de verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet gelden, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten die zijn ondergebracht in de geldende verordening havengelden.

Artikel 7 Medewerker B toezicht en handhaving

  • 1.

    Vaststellen van nota's inzake marktgelden als bedoeld in de geldende verordening marktgelden.

  • 2.

    Vaststellen van nota's inzake havengelden als bedoeld in de geldende verordening havengelden.

  • 3.

    Optreden als ambtenaar, jegens wie mede de verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet gelden, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten die zijn ondergebracht in de geldende verordeningen marktgelden en havengelden.

Artikel 8 Senior medewerker uitvoering en beheer en Beleidsadviseur A belast met het beheer van begraafplaatsen

  • 1.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet op de lijkbezorging, de geldende beheersverordening begraafplaatsen en het daarbij behorende geldende uitvoeringsbesluit begraafplaatsen.

  • 2.

    Optreden als ambtenaar, jegens wie mede de verplichtingen als bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet gelden, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten die zijn ondergebracht in de geldende verordening lijkbezorgingsrechten en bijbehorende tarieventabel en de geldende verordening havengelden.

Hoofdstuk 12 ONDERMANDATEN AFVAL EN REINIGING

§ 1 Algemeen

Artikel 1 Medewerker uitvoering en beheer A

  • 1.

    Het afhandelen van klachten en van praktische uitvoeringsaangelegenheden op het gebied van afval en reiniging.

  • 2.

    Het nemen van besluiten op grond van de geldende afvalstoffenverordening en het daarbij behorende uitvoeringsbesluit afvalstoffen.

Artikel 2 Medewerker uitvoering B

Het geven van schriftelijke aanwijzingen strekkend tot een doelmatige verwijdering van afvalstoffen, die worden aangeboden bij de milieustraat.

Artikel 3 Medewerker toezicht A

Het opleggen van waarschuwingen en een bestuurlijke boete.

 

§ 2 Ondermandaten van de Heffingsambtenaar

Artikel 4 Teammanager A, Team Afval en Reiniging

  • 1.

    Vaststellen van nota's als bedoeld in de geldende verordening reinigingsheffingen.

  • 2.

    Optreden als ambtenaar, jegens wie mede de verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet gelden, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten die zijn ondergebracht in de geldende verordening reinigingsheffingen.

Artikel 5 Medewerker uitvoering en beheer A

  • 1.

    Vaststellen van nota's als bedoeld in de geldende verordening reinigingsheffingen.

  • 2.

    Optreden als ambtenaar, jegens wie mede de verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet gelden, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten die zijn ondergebracht in de geldende verordeningen reinigingsheffingen.

Hoofdstuk 13 ONDERMANDATEN RUIMTELIJKE PLANNEN

Artikel 1 Senior Beleidsadviseur, Senior Specialist, Specialist A, Beleidsadviseur A, Beleidsadviseur B, Juridisch adviseur A, Juridisch adviseur B, Juridisch adviseur C en Vakinhoudelijk medewerker C

  • 1.

    Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester bij juridische procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

  • 2.

    Het nemen van besluiten op grond van de geldende subsidieverordening en daarop gebaseerde geldende regelgeving en beleidsregels.

  • 3.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet op de bedrijveninvesteringszones en daarop gebaseerde geldende regelgeving en beleidsregels.

  • 4.

    Het geven van opdrachten door de budgethouder, die passen binnen het budget en tot maximaal 50.000 euro exclusief Btw.

  • 5.

    Het beslissen op verzoeken op grond van de Wet open overheid.

Hoofdstuk 14 ONDERMANDATEN RUIMTELIJK BELEID EN PROJECTEN

Artikel 1 Senior projectleider, Projectleider A, Projectleider B, Projectleider C, Programmamanager, Senior beleidsadviseur en Beleidsadviseur A

Het binnen de grenzen van een goedgekeurd projectplan en conform het Richtsnoer Projectmatig Werken, nemen van besluiten en ondertekenen daarvan, indien die binnen de grenzen van dat project vallen en indien de bestuurlijk en ambtelijk opdrachtgever daarmee ingestemd hebben.

Artikel 2 Senior projectleider, Projectleider A, Projectleider B, Projectleider C, Senior ondersteunend medewerker, Programmamanager, Senior beleidsadviseur en Beleidsadviseur A

Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester bij juridische procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

Artikel 3 Programmamanager, Senior beleidsadviseur en Beleidsadviseur A

Het nemen van besluiten op grond van de geldende subsidieverordening en de daarop gebaseerde geldende regelgeving en beleidsregels.

Hoofdstuk 15 ONDERMANDATEN STRATEGIE & BELEID SOCIAAL DOMEIN

Artikel 1 Beleidsadviseur A

  • 1.

    Het voeren van correspondentie naar aanleiding van controles door toezichthouders, zoals het opstellen en verzenden van (voor)waarschuwingen in het (voortraject) van handhaving van wet- en regelgeving.

  • 2.

    Het nemen van besluiten over het toepassen van bestuursdwang.

  • 3.

    Het nemen van besluiten over het opleggen van een dwangsom.

  • 4.

    Het nemen van besluiten op grond van de geldende subsidieverordening en daarop gebaseerde geldende regelgeving en beleidsregels.

  • 5.

    Het nemen van besluiten op grond van de geldende verordening maatschappelijke ondersteuning.

  • 6.

    Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en/of de burgemeester in juridische procedures waarin de gemeente als partij is uitgenodigd of opgeroepen.

Artikel 2 Beleidsadviseur B

  • 1.

    Het voeren van correspondentie naar aanleiding van controles door toezichthouders, zoals het opstellen en verzenden van (voor)waarschuwingen in het voortraject van handhaving van wet- en regelgeving.

  • 2.

    Het nemen van besluiten over het toepassen van bestuursdwang.

  • 3.

    Het nemen van besluiten over het opleggen van een dwangsom.

  • 4.

    Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en/of de burgemeester in juridische procedures waarin de gemeente als partij is uitgenodigd of opgeroepen.

  • 5.

    Het nemen van besluiten op grond van de geldende subsidieverordening en daarop gebaseerde geldende regelgeving en beleidsregels.

Artikel 3 Beleidsadviseur A en B

  • 1.

    Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en/of de burgemeester in juridische procedures waarin de gemeente als partij is uitgenodigd of opgeroepen.

  • 2.

    Het nemen van besluiten op grond van de geldende subsidieverordening en de daarop gebaseerde geldende regelgeving en beleidsregels.

  • 3.

    Het nemen van besluiten op grond van de geldende verordening leerlingenvervoer en bijbehorende geldende beleidsregels.

  • 4.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet kinderopvang, het Besluit kwaliteit kinderopvang, de regeling Wet kinderopvang en de geldende beleidsregels handhaving Wet kinderopvang.

  • 5.

    Het nemen van besluiten op grond van de geldende verordening godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs.

  • 7.

    Het nemen van besluiten over het toepassen van bestuursdwang.

  • 8.

    Het nemen van besluiten over het opleggen van een dwangsom.

Hoofdstuk 16 ONDERMANDATEN VASTGOED

Artikel 1 Senior beleidsadviseur

Het aangaan van overeenkomsten voor het leveren van diensten.

Artikel 2 Senior beleidsadviseur, belast met gebruik van gebouwen

  • 1.

    Het aangaan van huurovereenkomsten.

  • 2.

    Het vertegenwoordigen van de gemeente in een Vereniging van Eigenaren waarvan de gemeente lid is.

Artikel 3 Senior beleidsadviseur en beleidsmedewerker A, belast met beheer van gebouwen

Het nemen van besluiten op grond van de geldende onderwijshuisvestingsverordening en bijbehorende geldende beleidsregels.

Artikel 4 Senior beleidsadviseur, beleidsmedewerker A en beleidsmedewerker B, belast met beheer van gebouwen schrappen

  • 1.

    Het indienen van subsidieaanvragen voor gemeentelijke projecten.

  • 2.

    Het indienen van aanvragen om omgevingsvergunning.

  • 3.

    Het binnen de grenzen van een goedgekeurd projectplan en conform de Richtsnoer Projectmatig Werken, nemen van besluiten en ondertekenen daarvan, indien die binnen de grenzen van dat project vallen en indien de bestuurlijk en ambtelijk opdrachtgever daarmee ingestemd hebben.

  • 4.

    Het binnen de grenzen en budgetten van het Meerjaren Onderhouds Plan (MJOP) nemen van besluiten.

  • 5.

    De gemeente vertegenwoordigen in Vereniging van Eigenaren van complexen waarvan de gemeente een appartementsrecht bezit.

Artikel 5 Juridisch adviseur A en senior juridisch adviseur

Het inschrijven van stukken met betrekking tot het voorkeursrecht bij het Kadaster.

Artikel 6 Vakinhoudelijk medewerker B Vastgoed

Afwijzen van aanvragen tot aankoop hoofdgroen en buurtgroen.

Hoofdstuk 17 ONDERMANDATEN REGIONAAL BUREAU LEERPLICHT/RMC UTRECHT NOORDWEST

Artikel 1 Teammanager B

  • 1.

    Het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester bij juridische procedures, waarin de gemeente als partij is opgeroepen.

  • 2.

    De bevoegdheden/taken op grond van artikel 8.3.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 147 en 148 van de Wet op de expertisecentra in verband met de bestrijding van het voortijdig schoolverlaten door gemeente.

Artikel 2 Specialist A, Senior vakinhoudelijk medewerker, Vakinhoudelijk medewerker A (Leerplicht en Doorstroompunt)

De bevoegdheden/taken, genoemd in de artikelen 1a1, tweede tot en met vierde lid, 3a, 3b, 6, 7, 15, 16, 18 19, 21, 21a, 22, 23 en 25 van de Leerplichtwet 1969 en de uitvoeringstaken voortvloeiend uit de regels inzake Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (Wet op het voortgezet onderwijs, Wet educatie en beroepsonderwijs en Wet op de expertisecentra).

Artikel 3 Vakinhoudelijk medewerker B (Junior Leerplichtambtenaar en Senior ondersteunend medewerker RBL)

De uitvoeringstaken voortvloeiend uit de regels inzake Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (Wet op het voortgezet onderwijs, Wet educatie en beroepsonderwijs en Wet op de expertisecentra).

Artikel 4 ondersteunend medewerker A (ondersteunend medewerker RBL)

De bevoegdheden/taken, genoemd in de artikelen 18, 19, 21 en 25 (voor wat betreft het verstrekken van statistische gegevens) van de Leerplichtwet 1969 en de uitvoeringstaken voortvloeiend uit de regels inzake Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (Wet op het voortgezet onderwijs, Wet educatie en beroepsonderwijs en Wet op de expertisecentra).

Hoofdstuk 18 ONDERMANDATEN TEAM OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID

Artikel 1 Beleidsadviseur A

  • 1.

    Het opleggen van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 125 Gemeentewet juncto artikel 5:24 Awb.

  • 2.

    Het opleggen van een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:32 Awb.

De secretaris

Drs. M.H. Brander

De burgemeester

V.J.H. Molkenboer

Aldus besloten door de burgemeester van de gemeente Woerden op 12 december 2023

V.J.H. Molkenboer

TOELICHTING

Hoofdstuk 1 UITGANGSPUNTEN MANDAATREGISTER

Het mandaatregister bestaat uit drie delen. Het eerste deel wordt gevormd door het algemene deel. Het tweede deel bestaat uit externe en bijzondere mandaten. Het derde deel bestaat uit de ondermandaten.

Het Mandaatregister is in 2022 integraal geactualiseerd. Per mandaat is bekeken of de mandaten nog actueel zijn en waar nodig zijn deze herzien. Ook de ondermandaten zijn in 2022 herzien. Op enkele punten blijken er sindsdien nieuwe wijzigingen nodig te zijn in de mandaten en ondermandaten. Daarnaast zijn er wijzigingen nodig in het mandaatregister door de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen.

 

De reikwijdte van het mandaat.

Het mandaat aan de directie, de concerncontroller, teammanagers en programmamanagers is gekoppeld aan hun takenpakket. Het mandaat dient binnen de grenzen van dit takenpakket te worden uitgeoefend. Het takenpakket is omschreven in het eveneens geactualiseerde Uitvoeringsbesluit ten behoeve van de (tevens geactualiseerde) Organisatieregeling.

 

Hoofdstuk 2. AANWIJZINGEN BIJ DE UITOEFENING VAN MANDATEN

§ 1 Inleiding

Het kenmerkende verschil tussen een burger en de overheid is dat een burger in principe alles mag, tenzij het verboden is en dat de overheid eigenlijk niets mag, tenzij het uitdrukkelijk is toegestaan. Dit volgt uit het legaliteitsbeginsel.

Gelukkig wordt niet iedere handeling geraakt door dit legaliteitsbeginsel. Alleen handelingen die gericht zijn op een rechtsgevolg moeten berusten op een wettelijke bevoegdheid. Veel van de werkzaamheden die de collega's in ons stadhuis verrichten zijn van feitelijke aard. Het voorbereiden en uitvoeren van besluitvorming, het voorlichten van burgers, het bijhouden van de administratie of zelfs het blussen van branden zijn geen handelingen die gericht zijn op een rechtsgevolg. Voor die handelingen hoeft geen mandaat gegeven te worden en die handelingen staan daarom in het algemeen niet in het Mandaatregister. Zoals hierboven aangegeven volgt uit het legaliteitsbeginsel dat rechtshandelingen altijd gebaseerd moeten zijn op een wettelijke bevoegdheid. Binnen de gemeente zijn deze bevoegdheden toegewezen aan drie bestuursorganen: het college, de burgemeester en de raad. Het is ondoenlijk om alle besluiten die genomen moeten worden, alleen door deze drie organen te laten nemen, daarom zijn in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) mandaat en delegatie opgenomen. Beide rechtsfiguren zorgen ervoor dat de last van besluitvorming verdeeld kan worden over de ambtelijke organisatie.

 

§ 2 Mandaat in de Algemene wet bestuursrecht

2.1 Het begrip Mandaat en Delegatie

In afdeling 10.1.1 van de Awb staan de wettelijke voorschriften die gelden voor mandaat. Artikel 10:1 Awb definieert het begrip mandaat als de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen.

Voorbeeld:

Het college van burgemeester en wethouders is het bevoegde orgaan met betrekking tot het verlenen van omgevingsvergunningen. Als het college aan de teammanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving van de afdeling Dienstverlening de bevoegdheid tot het verlenen van deze vergunningen mandateert, houdt dat in dat de teammanager namens het college een omgevingsvergunning kan verlenen. Het college blijft echter ten volle verantwoordelijk voor de wijze van uitoefening van deze bevoegdheid. Juridisch gezien zijn de besluiten, die door de teammanager zijn genomen, besluiten van het college. Dit blijkt uit de ondertekening van de omgevingsvergunning, waarin staat dat de teammanager namens het college van burgemeester en wethouders tekent.

Het bestuursorgaan dat de oorspronkelijke bevoegdheid heeft en dat het mandaat heeft verleend, wordt mandaatgever genoemd. Degene aan wie het mandaat verleend wordt noemt men de gemandateerde. In het gekozen voorbeeld is de mandaatgever het college van burgemeester en wethouders, en de gemandateerde de teammanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving. De mandaatgever kan voorschriften aan een mandaat verbinden en bovendien kan hij te allen tijde besluiten de bevoegdheid weer zelf uit te oefenen.

In het bovengenoemde voorbeeld is sprake van een beslissingsmandaat: de beslissing om de omgevingsvergunning bouwen te verlenen wordt genomen door de teammanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving. Een mandaat kan zich echter ook beperken tot alleen ondertekening. In dit voorbeeld zou dan het college zelf het besluit nemen, maar ondertekent de teammanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving. In de ondertekening zou dan staan 'overeenkomstig het door het college genomen besluit'.

Een mandaat mag altijd verleend worden, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet. Artikel 10.3 Awb noemt een aantal gevallen waarin mandaatverlening in ieder geval is uitgesloten.

De mandaatgever blijft juridisch gezien verantwoordelijk voor de bevoegdheid die hij heeft gemandateerd. Bij delegatie is dat juist niet het geval. Van delegatie is namelijk sprake als een bestuursorgaan een bevoegdheid overdraagt aan een ander orgaan. Met deze overdracht gaat ook de verantwoordelijkheid over. Na de overdracht van de bevoegdheid kan het oorspronkelijk bevoegde orgaan de overgedragen bevoegdheid niet meer zelf uitoefenen. De delegaatgever is niet meer juridisch verantwoordelijk voor de beslissingen van degene die de delegaat uitoefent.

In de gemeentelijke praktijk worden met name de bevoegdheden van de raad gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders. Dat is niet vreemd, omdat bevoegdheden niet gedelegeerd mogen worden aan ondergeschikten. Daarvoor is het mandaat bedoeld. Het college kan bevoegdheden die het zelf gedelegeerd heeft gekregen wel doormandateren aan de ambtelijke organisatie. Een ander belangrijk verschil tussen delegatie en mandaat is dat delegatie alleen is toegestaan als de wet dat toelaat.

2.2 Mandaat en ondermandaat

Een gemandateerde kan de aan hem gegeven bevoegdheid doorgeven aan een aan hem ondergeschikte ambtenaar. Er is dan sprake van ondermandaat. Ondermandaat wordt geregeld in artikel 10:9 Awb. De voorschriften die voor het mandaat gelden, zijn ook van toepassing op het ondermandaat.

Voorbeeld:

De teammanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving mandateert de bevoegdheid tot het verlenen van omgevingsvergunningen, die hij krachtens mandaat heeft, vervolgens aan de medewerker publieke dienstverlening A. In een dergelijk geval spreken we van ondermandaat.

Het college van burgemeester en wethouders blijft het bevoegde orgaan. Het college is derhalve ten volle verantwoordelijk voor de besluiten van de medewerker publieke dienstverlening A.

Juridisch gesproken zijn de besluiten van de medewerker publieke dienstverlening A besluiten van het college.

De mandaatgever blijft verantwoordelijk voor de besluiten van degene aan wie de bevoegdheid in ondermandaat is gegeven. De mandaatgever zal daarom toestemming moeten geven voor ondermandaat. Uit de voorschriften van het mandaatbesluit blijkt of de mandaatgever ondermandaat heeft toegestaan.

 

2.3 Mandaat aan niet-ondergeschikten

Mandaatverlening is in de eerste plaats bedoeld voor ondergeschikte ambtenaren, maar er is ook een mogelijkheid in de Awb opgenomen om het verlenen van mandaat aan niet-ondergeschikten mogelijk te maken. Artikel 10:4 Awb regelt deze figuur.

Voorbeeld:

Het college van burgemeester en wethouders mandateert de bevoegdheid tot het verlenen van ontheffingen van het Wegenverkeersreglement voor uitzonderlijk vervoer aan de chef uitvoerende dienst van Politiedistrict Rijn en Venen. De chef uitvoerende dienst mag dus zelf besluiten tot het verlenen van die ontheffing. Het college blijft echter juridisch verantwoordelijk voor de besluiten die de chef uitvoerende dienst neemt.

Als een bevoegdheid wordt gemandateerd aan een niet-ondergeschikte, dan is mandaatverlening slechts mogelijk na instemming van degene die het mandaat krijgt en in het voorkomende geval van degene onder wiens verantwoordelijkheid hij werkt. Met het geven van de instemming verplicht de gemandateerde zich volgens de aanwijzingen van de mandaatgever te handelen.

Ook kan hij aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen van een onjuiste uitoefening van het mandaat. Op deze manier wordt het ontbreken van een hiërarchische relatie gecompenseerd.

 

§ 3 Vertegenwoordiging en machtiging

De bevoegdheid om namens een gemeentelijk orgaan besluiten te nemen, moet worden onderscheiden van de bevoegdheid om dit orgaan te vertegenwoordigen.

Voorbeeld: De gemeente wil nieuwe strooiwagens kopen. De bevoegdheid tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, zoals het sluiten van een overeenkomst om strooiwagens te kopen, berust ingevolge artikel 160, eerste lid, sub d, van de Gemeentewet bij het college. Het college besluit dus de overeenkomst aan te gaan. Als het contract ter ondertekening wordt voorgelegd, mag het college echter niet tekenen. De bevoegdheid om de rechtspersoon gemeente te vertegenwoordigen is namelijk in artikel 171 van de Gemeentewet aan de burgemeester gegeven. Die zal daarom het contract moeten ondertekenen.

Als in het bovengenoemde voorbeeld het wenselijk zou zijn dat de teammanager van het team wijkonderhoud de strooiwagens kon kopen, dan moeten er dus twee bevoegdheden worden doorgegeven. Enerzijds is er een mandaat van het college nodig om het besluit tot het aangaan van de overeenkomst te mogen nemen, anderzijds is er een volmacht van de burgemeester nodig om het contract namens de gemeente te mogen tekenen. Het is daarom verstandig bij het verlenen van het bovengenoemde mandaat ook te regelen dat dezelfde persoon een volmacht heeft. Op grond van het Mandaatregister is een teammanager in beginsel bevoegd om namens het college te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten die vallen binnen zijn of haar takenpakket. Ook heeft hij/zij op grond van het Mandaatregister een volmacht om deze overeenkomst namens de gemeente te ondertekenen. Gaat het evenwel om een overeenkomst met verstrekkende gevolgen of zijn er grote bedragen meegemoeid, lees meer dan het bedrag waarvoor de teammanager tekenbevoegd is, dan dient het sluiten van de overeenkomst aan het college te worden voorgelegd. In de praktijk vindt in de meeste gevallen besluitvorming over het aangaan van overeenkomsten dan ook door het college plaats.

Net zoals bij het aangaan van overeenkomsten een onderscheid moet worden gemaakt tussen het besluit tot het aangaan van de overeenkomst en de ondertekening daarvan, moet bij het voeren van rechtsgedingen onderscheid worden gemaakt tussen het besluit in rechte op te treden en de daadwerkelijke vertegenwoordiging bij de rechter. Dit is lastige materie, vooral omdat het verschil uitmaakt of er sprake is van een bestuursrechtelijk geschil of een privaatrechtelijk geschil.

 

§ 4 Beperkingen aan het mandaat

Het krijgen van een mandaat brengt een bepaalde verantwoordelijkheid met zich mee en daarom is het belangrijk te weten wat een gemandateerde wel mag en vooral wat hij niet mag.

In de eerste plaats bepaalt de tekst van het mandaat zelf welke beperkingen er zijn. De letterlijke tekst van het mandaat bepaalt welke bevoegdheden zijn doorgegeven en welke niet. Als de tekst van het mandaat ruimte laat voor twijfel, moet de gemandateerde ervan uitgaan dat de bevoegdheid waar twijfel over bestaat niet is doorgegeven.

Daarnaast kunnen in het Mandaatregister specifieke beperkingen zijn opgenomen die bij dat bepaalde mandaat horen. Naast deze specifieke beperkingen, zijn er ook algemene beperkingen die voor alle mandaatbesluiten gelden. Zo wordt ieder mandaatbesluit begrensd door de voorschriften die in hoofdstuk 10.1 van de Awb staan over mandaten. Hieruit volgt bijvoorbeeld dat mandaat niet strekt tot de afdoening van bezwaarschriften tegen een eerder krachtens mandaat genomen beslissing. Ook geldende wet- en regelgeving die specifiek betrekking hebben op de bevoegdheid die is gemandateerd kunnen een mandaat beperken. Het mandaat is immers geen excuus om de wet te overtreden. Daarnaast geldt dat een mandaat niet mag worden uitgeoefend als het te nemen besluit ingrijpende politieke of maatschappelijke gevolgen heeft. Dan moet het besluit worden genomen door het orgaan dat het mandaat heeft verleend. Een besluit zou gevoelig kunnen zijn als er uitgebreide aandacht in de media voor is, of als verschillende belangengroepen die zich actief met het onderwerp bezighouden. Het is de verantwoordelijkheid van de gemandateerde de gevolgen van een te nemen besluit te overzien en zich af te vragen of hij er, gezien de omstandigheden, verstandig aan doet dit besluit in mandaat te nemen. Tenslotte is de gemandateerde gebonden aan de bestaande financiële ruimte, met andere woorden: een ter uitvoering van het mandaat genomen beslissing mag niet leiden tot overschrijding van het budget. Deze beperkingen zijn opgenomen in het algemene deel van het Mandaatregister.

 

§ 5 Overige voorschriften bij een mandaatbesluit

Het mandaatbesluit dient te verwijzen naar het toepasselijke voorschrift (bijvoorbeeld een wet of een verordening). Uit het mandaatbesluit moet ook duidelijk blijken welke bevoegdheden zijn gemandateerd, zodat de reikwijdte van het mandaat voor buitenstaanders, zoals de burger maar ook de rechter duidelijk is. Het mandaat kan hiervoor verwijzen naar de artikelen van de regeling waarin de gemandateerde bevoegdheid is opgenomen, of er kan een zo exact mogelijke omschrijving van deze bevoegdheden in het mandaatbesluit worden opgenomen. Het mandaat wordt verleend aan een functionaris en niet aan een persoon. Dit heeft als voordeel dat bij vertrek van de betreffende persoon het mandaat niet behoeft te worden gewijzigd.

Voorbeeld:

De heer Jansen is teammanager Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving. Het mandaat dient in dit geval aan de teammanager Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving te worden verleend, en niet aan de heer Jansen.

Alleen de teammanager en de directie (bij personeelsbevoegdheden) mogen ondermandaat verlenen. Iemand die een ondermandaat heeft gekregen, mag dat niet zelf verder doorgeven.

Bovendien geldt een ondermandaat alleen als het is opgenomen in deel 2 van het Mandaatregister. Deze voorschriften staan in artikel 4 van hoofdstuk 1 en zijn bedoeld om zich te houden aan de ondermandatering. Een teammanager die ondermandaat wil verlenen dient daarom eerst contact op te nemen met zijn of haar juridisch consulent.

Als een nieuw mandaatbesluit is genomen, moet het worden bekend gemaakt. Dat gebeurt door publicatie in het (digitale) Gemeenteblad. Om te garanderen dat alle mandaatbesluiten gepubliceerd worden, moet een afschrift van ieder mandaatbesluit aan het team Juridische Zaken gestuurd worden. Dit team zorgt dan voor publicatie en ook voor het opnemen van het mandaatbesluit in het Mandaatregister. Op deze manier blijft het Mandaatregister actueel.

 

§ 6 Modellen

Voor het verlenen van een ondermandaat dient het in de bijlage opgenomen model te worden gebruikt.

Bijlage 1 MODEL ONDERMANDAAT

 

ONDERMANDAAT

De teammanager van het team (teamnaam);

 

gelet op de artikelen 10:1 tot en met 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht en met in achtneming van het bepaalde in de algemene voorschriften van hoofdstuk 1 van het

Mandaatregister gemeente Woerden 2022;

besluit;

I ……………..(functionaris) mandaat te verlenen tot het namens hem nemen van besluiten ter

zake van ………………………… (omschrijving te mandateren bevoegdheid)

II. het ondermandaat op te nemen in het Mandaatregister in Hoofdstuk ……………. (nr.

Hoofdstuk)………… (naam hoofdstuk) in artikel ………..(nr. artikel), lid …...(nr.)

III. aan de verlening van dit mandaat de volgende voorschriften te verbinden:

a. een verder ondermandaat is niet toegestaan;

b. brieven en besluiten ter uitvoering van een door het college verleend mandaat worden in de meervoudsvorm geredigeerd;

c. Een ter uitvoering van het mandaat opgemaakt stuk wordt als volgt ondertekend:

Met vriendelijke groet,

namens burgemeester en wethouders van Woerden,

(handtekening)

(naam)

(functie)

IV. Dit besluit bekend te maken op de voorgeschreven wijze.

Aldus besloten, d.d (datum)

 

(naam)

Teammanager (team)