Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hilvarenbeek

Verordening nadeelcompensatie Hilvarenbeek 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHilvarenbeek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening nadeelcompensatie Hilvarenbeek 2024
CiteertitelVerordening nadeelcompensatie Hilvarenbeek 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpnadeelcompensatie, planschade

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Verzamelbesluit Omgevingswet 2023
  2. Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

14-12-2023

gmb-2023-560023

vaststellen verordening nadeelcompensatie

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening nadeelcompensatie Hilvarenbeek 2024

 

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming in de schade indient;

  • b.

    bestuursorgaan: het bestuursorgaan van de gemeente die bevoegd is te beslissen op de aanvraag om tegemoetkoming in schade;

  • c.

    belanghebbenden:

  • degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet is gesloten, en

  • als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet: de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht.

  • d.

    adviseur: een door het bestuursorgaan aan te wijzen deskundige;

Artikel 2. Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarvan de aanvrager stelt dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente;

  • 2.

    Deze verordening heeft geen betrekking op aanvragen om schadevergoeding waarop een bijzondere schadevergoedingsregeling van toepassing is.

Artikel 3. Heffen recht

  • 1.

    voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding ten gevolge van een besluit als bedoeld in artikel 15.1 van de Omgevingswet en een aanvraag schadevergoeding vanwege feitelijke handelen waarop deze regeling van toepassing is wordt een recht van € 300 geheven.

  • 2.

    Het bestuursorgaan wijst de indiener van de aanvraag op de verschuldigdheid van het recht en deelt hem mee dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling dient te zijn bijgeschreven op de rekening van de gemeente dan wel op de aangegeven plaats dient te zijn gestort. Indien het bedrag niet binnen deze termijn is bijgeschreven of gestort, verklaart het bestuursorgaan de aanvraag niet-ontvankelijk, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.

Artikel 4. Aanvraag

  • 1.

    De aanvrager maakt gebruik van een door het bestuursorgaan vastgesteld (elektronisch) formulier.

Artikel 5. Inschakeling van een adviseur of adviescommissie

  • 1.

    Advies bij een adviseur wordt slechts ingewonnen voor zover dat noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen.

  • 2.

    Advies als bedoeld in het eerste lid, wordt niet ingewonnen als:

    • a.

      de aanvraag kennelijk ongegrond is, omdat zich kennelijk een weigeringsgrond voordoet als bedoeld in artikel 4:126, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      de schade kennelijk niet kan worden toegerekend aan een door een bestuursorgaan van de gemeente Hilvarenbeek genomen besluit of verrichte handeling;

    • c.

      het in de aanvraag genoemde bedrag aan schadevergoeding minder bedraagt dan € 500,-- voor natuurlijke personen en € 1.000,-- voor rechtspersonen;

    • d.

      naar het oordeel van het bestuursorgaan in de gemeentelijke organisatie voldoende deskundigheid voor de beoordeling van de aanvraag aanwezig is.

  • 3.

    Een adviseur kan worden benoemd als:

    • a.

      vaste adviseur, benoemd door burgemeester en wethouders voor een termijn van maximaal vier jaar met de mogelijkheid tot herbenoeming voor maximaal vier jaar, of

    • b.

      tijdelijke adviseur of adviescommissie voor advisering met betrekking tot een of meer aanvragen.

  • 4.

    Het besluit om de aanvraag af te wijzen zonder inschakeling van een adviseur of adviescommissie wordt genomen binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag, onderscheidenlijk binnen acht weken nadat de termijn verstreken is gedurende welke de aanvrager de aanvraag kon aanvullen.

Artikel 6. Wrakingsregeling

  • 1.

    Indien op basis van deze verordening een adviseur moet worden ingeschakeld, benoemt het bestuursorgaan binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag, onderscheidenlijk binnen acht weken nadat de termijn verstreken is gedurende welke de aanvrager de aanvraag kon aanvullen, een adviseur.

  • 2.

    Voorafgaand aan de benoeming van de adviseur zendt het bestuursorgaan de aanvrager en belanghebbenden een mededeling over het voornemen een adviseur of te benoemen.

  • 3.

    De aanvrager en de belanghebbenden kunnen binnen twee weken na de mededeling als bedoeld in het tweede lid schriftelijk en gemotiveerd een verzoek tot wraking van de adviseur bij het bestuursorgaan indienen.

  • 4.

    Het bestuursorgaan beslist binnen twee weken na het verstrijken van de in het vijfde lid bedoelde termijn over een ingediend verzoek tot wraking.

Artikel 7. Werkwijze van de adviseur

  • 1.

    Het bestuursorgaan stelt aan de adviseur alle op de aanvraag betrekking hebbende informatie, alsmede de voor de beoordeling daarvan naar het oordeel van de adviseur noodzakelijke bescheiden ter beschikking.

  • 2.

    De adviseur stelt de aanvrager, het bestuursorgaan en de belanghebbenden in de gelegenheid een toelichting te geven, dan wel een standpunt over de aanvraag kenbaar te maken.

  • 3.

    Indien dit voor het uitbrengen van het advies nodig is, wordt door de adviseur de situatie ter plaatse bezichtigd. Het tijdstip waarop deze plaatsopneming plaatsvindt wordt bepaald door de adviseur.

  • 4.

    Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviseur binnen zestien weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan het bestuursorgaan, aan de aanvrager en aan de belanghebbenden. De adviseur kan deze termijn onder opgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn van ten hoogste vier weken verlengen;

  • 5.

    De aanvrager, het bestuursorgaan en de belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na de toezending van het conceptadvies schriftelijk hierop te reageren;

  • 6.

    In het geval tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur binnen vier weken na het verstrijken van de in het vierde lid bedoelde termijn een advies uit aan het bestuursorgaan, waarbij de betreffende reacties zijn betrokken;

  • 7.

    In het geval geen of niet tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur binnen twee weken na het verstrijken van de in het vierde lid bedoelde termijn een advies uit aan het bestuursorgaan.

Artikel 8. Beslissing op de aanvraag

  • 1.

    Het bestuursorgaan beslist binnen acht weken na ontvangst van het advies op de aanvraag en maakt dit besluit binnen deze termijn, onder toezending van het advies, bekend aan de aanvrager en de belanghebbenden

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan de in het eerste lid bedoelde beslissing eenmaal voor ten hoogste vier weken verdagen.

Artikel 9. Uitbetaling

Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk betaald twee weken na het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag om schadevergoeding.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag waarop Titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en Afdeling 15.1 van de Omgevingswet in werking treden. Mochten deze wettelijke regelingen op verschillende momenten in werking treden, dan geldt voor de inwerkingtreding van deze verordening de datum van de laatste inwerkingtreding van deze wettelijke regelingen.

2. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening nadeelcompensatie gemeente Hilvarenbeek 2024.’