Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Opmeer

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOpmeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges 2024
CiteertitelLegesverordening 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en invordering van Leges 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

14-12-2023

gmb-2023-559976

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

De raad van de gemeente Opmeer;

 

gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2023;

gehoord de beraadslaging in de oordeelsvormende raadvergadering van 30 november 2023;

besluit vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024.

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor

    • a.

      het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

    • b.

      het verlenen van een dienst op aanvraag; of

    • c.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document ; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    het afgeven van bewijzen van onvermogen;

  • d.

    het doen van verrichtingen of afgeven van stukken, in het persoonlijk belang benodigd door personen, die door een verklaring, afgegeven door de burgemeester van woon- of verblijfplaats, of op andere wijze van hun onvermogen hebben doen blijken;

  • e.

    het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen;

  • f.

    het afgeven van beschikkingen op verzoek- en bezwaarschriften terzake van plaatselijke belastingen;

  • g.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • h.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

    • c.

      langs electronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden, binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs electronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    de Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend in overeenstemming met een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:

  • a.

    zuiver van redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      hoofdstuk 1.2 ( reisdocumenten);

    • 2.

      hoofdstuk 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.17 (Schritelijke verstrekking uit de basis registratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25 onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31(Wet op de kansspelen).

Een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De verordening op de heffing en invordering van Leges 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze (gewijzigde) verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening 2024".

Aldus besloten in de raadsvergadering van 14 december 2023.

voorzitter

G.J. van den Hengel

griffier

L. Gijben

Tarieventabel, behorende bij legesverordening 2024

 

Inhoudsopgave

 

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

  • Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

  • Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

  • Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

  • Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

  • Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

  • Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

    Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

  • Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

  • Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

  • Paragraaf 1.10 Diversen

 

Hoofdstuk 2 Omgevingswet

  • Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

  • Paragraaf 2.2 Voorfase

  • Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

  • Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

  • Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

  • Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

  • Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

  • Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

  • Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

  • Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

  • Paragraaf 2.11 Overige tarieven

  • Paragraaf 2.12 Modaliteiten

  • Paragraaf 2.13 Vermindering

  • Paragraaf 2.14 Teruggaaf

 

Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn

  • Paragraaf 3.1 Horeca

  • Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

  • Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

  • Paragraaf 3.4 Organiseren evenementen of markt

  • Paragraaf 3.5 Standplaatsen

  • Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

  • Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

 

Artikel

Omschrijving

Verkooptarief

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, op:

1.1.1

maandag en dinsdag (tussen 10:00 en 17:00 uur) en woensdag en donderdag (tussen 9:00 en 17:00)

€ 440,75

1.1.2

vrijdag (tussen 9:00 en 13:00 uur)

€ 429,35

1.1.3

vrijdag (tussen 13:00 en 17:00 uur)

€ 601,10

1.1.4

zaterdag (tussen 9:00 en 17:00 uur)

€ 804,00

1.1.5

zondag en algemeen erkende feestdagen (tussen 9:00 en 17:00 uur)

€ 1.035,90

1.1.6

De onder 1.1.1 tot en met 1.1.5 vermelde tarieven worden verhoogd:

1.1.6.1

indien het huwelijk wordt voltrokken in het oude raadhuisje op het perceel Spanbroekerweg 39 te Spanbroek of in de raadzaal van het perceel Burgemeester Hoogenboomlaan 22 te Hoogwoud, met

€ 249,10

1.1.6.2

indien ten behoeve van de voorbereiding van het huwelijk door de ambtenaar van de burgerlijke stand reis- en verblijfskosten worden gemaakt naar een woon- of verblijfsplaats van één of meerdere bij de voltrekking betrokken personen buiten de gemeente Opmeer, worden de onder 1.1.1 tot en met 1.1.5 vermelde bedragen verhoogd met deze reis- en verblijfskosten zoals dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is meegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als dag van het in behandeling nemen van de aanvraag, de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de reis- en verblijfskosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

De onder 1.1 tot en met 1.5 vermelde tarieven gelden voor alle door de gemeente aangewezen locaties en voor de voltrekking in een bijzonder huis op grond van artikel 64, boek 1, van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

Gereserveerd

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Gereserveerd

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Indien het huwelijk wordt voltrokken in het bijzijn van een door de gemeente beschikbaar gestelde getuige, worden de onder 1.1.1 t/m 1.1.5 vermelde bedragen verhoogd per getuige met

€ 21,90

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

Gereserveerd

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje / overige

Het tarief bedraagt voor:

a.

het verstrekken van een trouwboekje of geregistreerd partnerschapsboekje.

€ 27,00

b.

het doen van naspeuring in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 32,70

c.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten en burgerlijke stand geldt het tarief zoal dat is opgenomen in het legesbesluit akten burgerlijk stand.

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort:

1.9.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

Max. tarief Rijk

1.9.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

Max. tarief Rijk

1.9.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, welke een groter aantal bladzijden bevat dan een nationaal paspoort als bedoeld in 2.1. (zakenpaspoort):

1.9.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

Max. tarief Rijk

1.9.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

Max. tarief Rijk

1.9.3

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld ( faciliteitenpaspoort):

1.9.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

Max. tarief Rijk

1.9.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

Max. tarief Rijk

1.9.4

tot het verstrekken van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

Max. tarief Rijk

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart:

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

Max. tarief Rijk

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

Max. tarief Rijk

Artikel 1.11 Modaliteiten

 

 

 

a.

Voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

Max. tarief Rijk

b.

Voor het bezorgen van een in de onderleen 1.21. tot en met 1.2.5 genoemde documenten, zijnde een toeslag op de in de onderleen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemde bedragen

Max. tarief Rijk

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraagtot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

Max. tarief Rijk

Artikel 1.13 Modaliteiten

Het tarief genoemd in onderdeel 3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

Max. tarief Rijk

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van een bewijs van opneming in de basisregistratie personen

€ 9,65

Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens

Gereserveerd

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

Het tarief bedraagt voor het schriftelijk opvragen van gegevens door afnemers welke als landelijke dat afnemers zijn geautoriseerd, na het overleggen van de zogenaamde no-hit verklaring, per verstrekking

€ 9,65

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen voor ieder daaraan besteed kwartier of deel daarvan

€ 28,35

 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.19.1

een afschrift van de gemeentebegroting, gemeenterekening of rekening woningbedrijf

€ 184,65

1.19.2

een afschrift van de gemeentebegroting, gemeenterekening of rekening woningbedrijf, per pagina

€ 0,90

1.19.3

een afschrift van het verslag van een raadsvergadering

€ 6,05

1.19.4

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering

€ 6,05

1.19.5

een afschrift van het verslag van een commissievergadering

€ 6,05

1.19.6

een afschrift van de stukken behorende bij een commissievergadering

€ 6,05

1.19.7

een afschrift van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 36,75

1.19.7.1

een afschrift van een andere dan de onder 1.19.7 genoemde verordening, per pagina

€ 0,90

1.19.8

Indien de afschriften bedoeld onder 1.19.1 t/m 1.19.7.1 worden toegezonden, dan worden de vermelde tarieven verhoogd met de te maken portokosten

Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.20.1

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

1.20.1.1

op de verslagen van de raadsvergaderingen

€ 61,35

1.20.1.2

op de stukken behorende bij de raadsvergaderingen

€ 61,35

1.20.1.3

op de verslagen van de commissievergaderingen

€ 61,35

1.20.1.4

op de stukken behorende bij de commissievergaderingen

€ 61,35

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

Gereserveerd

Artikel 1.22 Informatie uit registers

Gereserveerd

Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden

Gereserveerd

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 Gemeentegarantie

Gereserveerd

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

Max. tarief Rijk

b.

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 9,65

 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in

a.

de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

€ 36,75

b.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte ervan

€ 36,75

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van

1.27.1

een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

€ 0,90

1.27.2

tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 8.2.2, structuurplan of dorpsvernieuwingsplan:

1.27.2.1

in formaat A4 of A3

€ 6,05

1.27.2.3

in formaat A0

€ 45,45

1.27.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een (gewaarmerkt) afschrift van of uittreksel uit:

1.27.3.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

€ 27,65

1.27.3.2

de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988

€ 36,75

1.27.3.3

het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988

€ 36,75

1.27.3.4

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 36,75

Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden

Gereserveerd

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag: tot het verkrijgen van een urgentieverklaring als woningzoekende

€ 68,35

Artikel 1.30 Leegstandwet

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 85,90

b.

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de leegstandswet

€ 35,80

c.

Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 12.1.1 en 12.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.31.1

het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.31.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

1.31.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

1.31.1.2.1

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 25,65

1.31.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 56,50

1.31.1.4

Voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

1.31.1.4.1

en voor iedere volgende speelautomaat

€ 102,60

1.31.2

Indien de aanwezigheidsvergunning geldt voor een kortere termijn dan 12 maanden of langer dan 12 maanden docht ten hoogste vier jaar, worden de in 16.1.1 en 16.1.2 vermelden bedragen naar evenredigheid van het verschil in de loop van de tijd verlaagd onderscheidenlijk verhoogd.

1.31.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 24,75

1.31.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) voor een periode van maximaal 3 jaar per vergunning

€ 37,75

1.31.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in (artikel 2:39 van de algemene plaatselijke verordening).

€ 192,80

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

a.

Indien het betreft tracés tot 250 m1

€ 400,65

b.

Indien het betreft tracés van 250 m1 tot 1000 m1

€ 466,55

c.

Indien het betreft tracés van 1000 m1 tot 2500 m1

€ 598,00

d.

Indien het betreft tracés vanaf 2500m2. Op basis van een begroting.

Begroting

e.

Indien een begroting als bedoeld in 17.1.4 is uitgebracht, wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de uitgebrachte begro- ting is geaccordeerd

f.

indien het betreft het in behandeling nemen van een graafmelding

g.

indien het betreft dat er met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en de netbeheerder of de gemeente, andere beheerder van openbare gronden en de netbeheer- der, wordt het in 17.1 genoemde bedrag per overleg verhoogd met:

€ 394,50

h.

Als met betrekking tot een aanvraag naar de status van de kabel en/of leiding plaatsvindt, wordt het in 17.1 genoemde bedrag verhoogd met de voorafgaand aan het in de behandeling nemen van de aan- vraag aan de netbeheerders meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die terzake door het college van burgemeester en wethou- ders is opgesteld.

i.

Indien een begroting als bedoeld in 17,4 is uitgebracht, wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de uitgebrachte begro- ting is geaccordeerd.

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.33.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459):

1.33.1.1

voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten

€ 46,10

1.33.1.2

voor de parkeerschijfzone winkelcentrum Spanbroek/Opmeer door bewoners per kalenderjaar ("bewonersontheffing")

1.33.1.3

voor de parkeerschijfzone winkelcentrum Spanbroek/Opmeer door ondernemers per kalenderjaar ("ondernemersontheffing")

1.33.1.4

voor de parkeerschijfzone winkelcentrum Spanbroek/Opmeer door standplaatshouders per kalenderjaar ("standplaatshoudersontheffing")

1.33.1.5

voor de parkeerschijfzone winkelcentrum Spanbroek/Opmeer, anders dan bedoeld in onderdeel 18.1.2, 18.1.3 en 18.1.4 per aanvraag ("tijdelijke ontheffing")

€ 19,00

1.33.1.6

anders dan bedoeld in onderdeel 18.1.1, 18.1.2, 18.1.3, 18.1.4 en 18.1.5

€ 9,25

1.33.2

tot het verkrijgen van een duplicaat voor de ontheffing als genoemd in onderdeel 1.33.1.2, 1.33.1.3, 1.33.1.4 en 1.33.1.5

€ 19,00

1.33.3

tot het wijzigen van kenteken voor de ontheffing als genoemd in onderdeel 1.33.1.2, 1.33.1.3, 1.33.1.4 en 1.33.1.5, indien vaker dan 1 maal per jaar

€ 19,00

1.33.4

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

1.33.5

tot het aanvragen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 60,35

1.33.6

tot het verkrijgen van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart

€ 39,40

1.33.7

het verkrijgen van een gehandicapten parkeerplaats op kenteken, conform het besluit administratie bepalingen in het wegverkeer artikel 29

€ 179,35

1.33.8

Het wijzigen van het onderbord t.b.v. een gehandicapten parkeerplaats, conform het besluit administratie bepalingen in het wegverkeer artikel 29

€ 29,85

1.33.9

Het verhuizen van een gehandicapten parkeerplaats, conform bepalingen in het wegverkeer artikel 29

€ 29,85

 

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verstrekken van:

1.34.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 8,55

1.34.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.34.2.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,90

1.34.2.2

per pagina op papier van A3-formaat

€ 1,30

1.34.2.3

per pagina een document gescanned op de A-0 scanner

€ 35,20

1.34.3

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.34.1 en 1.34.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

€ 8,55

1.34.4

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 8,45

1.34.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

€ 20,30

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 27,95

Artikel 1.36 Aansluiting riolering

Het tarief bedraagt voor het tot stand brengen van een standaardaansluiting op de gemeentelijke riolering. Onder standaardaansluiting wordt cverstaan het aansluiten van een perceel op de bestaande gemeentelijke riolering, waarvoor de nodige voorzieningen in de openbare weg reeds aanwezig zijn, en de aansluiting kan worden gerealiseerd tot een standaard-lengte van maximaal 6 m 1 en een standaard diameter van 125 mm. Het tarief geldt niet voor het tot stand brengen van een standaardaansluiting binnen uitbreidingsplannen 'Industrieterrein De Veken','Hoogwoud Oost' en 'Heerenweide', voor zover het een aansluiting betreft ten behoeve van de eerste ingebruikname van het betreffende perceel en voor zover de gemeente Opmeer de bouwgronden exploiteert. Voor het tot stand brengen van een andersoortige aansluiting is de exploitatieovereenkomst respectievelijk het exploitatieplan bedoeld in artikel 6.1 WRO van toepassing. Onder andersoortige aansluitingen wordt verstaan een aansluiting op de bestaande gemeentelijke riolering, niet zijnde een standaard aansluiting, waarvoor extra (externe) kosten moeten worden gemaakt (zoals plaatsen van een pompinstallatie, werkzaamheden in de openbare weg, meer lengte en/ of grotere diameter rioolbuis).

€ 785,40

Artikel 1.37'ql-cursor'> Reclame

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

1.37.1

een vergunning voor het aanbrengen op een onroerende zaak van commerciële reclame, in welke vorm dan ook, die vanaf de openbare weg of vanaf een andere voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar is

€ 56,50

1.37.1.1

en indien de aanvraag uit een oogpunt van welstand, door de Welstandscommissie als bedoeld in artikel 48 van de Woningwet (Stb. 1991,439) is beoordeeld, wordt het in onderdeel 1.39.1 vermelde tarief verhoogd met

€ 85,55

Artikel 1.38 Kinderopvang

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

1.38.1

registratie in het Landelijk Register Kinderopvang: voor kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureaus.

€ 771,90

1.38.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot registratie in het Landelijk Register Kinderopvang: voor gastouders

€ 308,65

 

 

Hoofdstuk 2 Omgevingswet

 

Artikel

Omschrijving

Vast tarief

Variabel tarief

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

Definities

2.1.1

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.1.2

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.1.3

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

2.1.4

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

 

 

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

vooroverleg / omgevingsoverleg;

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

 

 

 

2.3.1

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.3.2

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

2.3.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

2.3.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

2.3.5

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

2.3.6

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

 

 

 

 

2.4.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om schriftelijk vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project van beperkte omvang in het kader van de Omgevingswet vergunbaar is:

€ 389,00

2.4.2

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

2.4.2.1

voor een eerste overleg

€ 972,00

2.4.2.2

voor elk volgend overleg

€ 486,00

2.4.2.3

per in te schakelen (externe) adviseur

€ 117,00

2.4.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag voor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit die niet vergunningplichtig blijkt, bedraagt

€ 120,00

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

2.5

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

Aanvragen voor alleen schuttingen, velux dakkapel dakramen en/of (wal) beschoeiingen of daarmee gelijk te stellen bouwwerken

€ 24,00

b.

bouwkosten tot € 6.000

€ 58,00

c.

bouwkosten van € 6.000 tot € 20.000

€ 111,00

d.

bouwkosten van € 20.000 tot € 70.000

0,800%

e.

bouwkosten van € 70.000 tot € 250.000, met een minimum van € 560

0,750%

f.

bouwkosten van € 250.000 tot € 1.000.000, met een minimum van € 1875

0,670%

g.

bouwkosten van € 1.000.000 en meer, met een minimum van € 6700

0,620%

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

2.6

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

2.6.1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

a.

Aanvragen voor alleen schuttingen, velux dakkapel dakramen en/of (wal) beschoeiingen of daarmee gelijk te stellen bouwwerken

€ 96,00

b.

bouwkosten tot € 6.000

€ 232,00

c.

bouwkosten van € 6.000 tot € 20.000

€ 445,00

d.

bouwkosten van € 20.000 tot € 70.000, met een minimum van € 445

1,480%

e.

bouwkosten van € 70.000 tot € 250.000, met een minimum van € 1.036

1,380%

f.

bouwkosten van € 250.000 tot € 1.000.000, met een minimum van € 3450

1,250%

g.

bouwkosten van € 1.000.000 en meer, met een minimum van € 12.500

1,150%

2.6.1.2

als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50.1 aanhef en 2.50.1.2 nodig is, verhoogd met:

€ 50,00

2.6.1.3

als de omgevingsplanactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

2.6.1.4

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:

€ 281,00

2.6.3

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, geldt het tarief zoals onder 2.6.1 vermeld, verhoogd met:

€ 1.984,00

2.6.4

De tarieven uit artikel 2.6.1 zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:

a.

bij bouwkosten tot € 100.000,00

€ 561,00

b.

bij bouwkosten vanaf € 100.000,00 tot € 500.000,00

€ 2.216,00

c.

bij bouwkosten vanaf € 500.000,00

€ 3.865,00

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

2.7

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 265,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 530,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 795,00

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

 

 

 

2.8.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

2.8.1.1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

2.8.1.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 863,00

2.8.1.1.2

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 863,00

2.8.1.2

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

2.8.1.2.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 863,00

2.8.1.2.2

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 863,00

2.8.1.3

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

2.8.1.3.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 863,00

2.8.1.3.2

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 863,00

2.8.2

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

2.8.3

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening 2010 gemeente Opmeer, dan wel de Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Opmeer is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

2.8.3.1

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

2.8.3.2

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 863,00

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 863,00

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

 

 

 

2.10.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de Verordening Fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

2.10.2

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

 

 

 

2.11.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 863,00

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.261,00

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 1.261,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 3.880,00

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 8.439,00

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 1.261,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 3.880,00

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 8.439,00

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 1.261,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 3.880,00

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 8.439,00

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 1.261,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 3.880,00

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 8.439,00

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

 

 

2.17.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.261,00

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 1.261,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 4.365,00

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 8.439,00

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.261,00

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

 

 

 

 

2.20.1

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een categorie valt en de aanvraag om een omgevingsvergunning heeft op al deze categorieën betrekking, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

2.20.2

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

 

 

2.21.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 725,00

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

 

 

2.22.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.261,00

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

Omgevingsplanactiviteit: Opbreken en graven

2.23.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 561,00

2.23.2

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 561,00

2.23.3

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met archeologische verwachtingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 258,00

2.23.4

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 561,00

2.23.5

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 561,00

2.23.6

De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:

€ 265,00

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het: a.aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting, b.indrijven van voorwerpen, c.ophogen van de grond, of d.verharden van de grond, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in het omgevingsplan:

€ 258,00

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 523,00

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 258,00

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 523,00

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening dan wel artikel 7.3 van de Verordening Fysieke Leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 89,00

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening dan wel artikel 7.4 van de Verordening Fysieke Leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 66,00

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

2.28

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 561,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 826,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 826,00

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie, Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het in, op of aan een onroerende zaak hebben van een alarminstallatie die een voor de omgeving opvallend geluid of lichtsignaal kan produceren, bedoeld in artikel […] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening dan wel artikel 7.8 van de Verordening Fysieke Leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 89,00

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 6.12 van de Verordening Fysieke Leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 89,00

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 89,00

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg]

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening dan wel artikel 7.1 van de Verordening Fysieke Leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

€ 221,00

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 221,00

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening dan wel artikel 7.17 Verordening Fysieke Leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

2.33.1

Indien de standplaatsvergunning een geldigheidsduur heeft tot één maand

€ 105,35

2.33.2

Indien de standplaatsvergunning een geldigheidsduur heeft van langer dan één maand, voor iedere extra kalandermaand dan wel een deel daarvan

€ 17,60

2.33.3

Indien de standplaatsvergunning een geldigheidsduur heeft van één dag

€ 56,40

Artikel 2.34 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

2.34.1

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 241,00

2.34.2

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

2.34.2.1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 258,00

2.34.2.2

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 521,00

2.34.2.3

betreft een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 258,00

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift:

€ 241,00

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 120,00

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

 

 

 

2.36.1

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.261,00

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid :

€ 2.037,00

c.

vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

€ 3.298,00

2.36.2

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 776,00

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

 

 

 

2.37.1

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 258,00

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel

 

 

 

 

2.38.1

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 128,00

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 130,00

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 776,00

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 130,00

2.38.2

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 241,00

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

2.40.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van omgevingsvergunning, in het geval het uitsluitend gaat om een geringe, ondergeschikte wijziging in het project (revisie), waarop geen besluit hoeft te worden genomen, per wijziging:

€ 69,00

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 241,00

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 69,00

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

2.43

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen met:

€ 120,00

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 10.165,00

2.45.1

het tarief onder 2.45 wordt verlaagd met € 5000,-- indien door aanvrager bij de aanvraag een voorontwerp van een omgevingsplanwijziging wordt ingediend en deze is voorzien van een volledige en goede toelichting ten aanzien van een evenwichtige toedeling van functies aan locatie

€ -5.000,00

2.45.2

het tarief onder 2.45 wordt verhoogd met het eventuele bedrag dat een externe adviseur de gemeente in rekening brengt voor de noodzakelijke adviezen voor vaststelling van de wijziging van het omgevingsplan

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 241,00

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

2.47

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

12,500%

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

2.48

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 1.940,00

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.828,00

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 1.828,00

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

2.49

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 233,00

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 233,00

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 233,00

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 233,00

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 233,00

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 233,00

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 233,00

Artikel 2.50 Advies

 

 

 

 

2.50.1

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

2.50.1.1

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 578,20

2.50.1.2

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Instellingsbesluit Gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

a.

bij een bouwsom tot € 20.000,00

€ 50,00

b.

bij een bouwsom boven € 20.000,00

0,300%

c.

zonder bouwsom; o.b.v. tijd, omrekening naar commissietarief per uur, met een maximum van € 2750,00

€ 480,00 per stuk

c.1.

secretariaat - beleid coördinator

€ 90,00

c.2.

Mooi Noord-Holland adviseur / Commissielid

€ 130,00

c.3.

projecttarief Mooi Noord-Holland adviseur

€ 110,00

c.4.

previsoren, supervisors, leden kwaliteitsteam

€ 130,00

c.5.

adviseurs bij second opinion

€ 130,00

2.50.1.3

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in het Instellingsbesluit Gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel 2.50.1.2:

a.

bij reclame-objecten

€ 85,00

b.

bij sloopvergunningen

€ 110,00

c.

bij handhavingszaken / Excessenregeling

€ 150,00

2.50.1.4

Advisering Veiligheidsregio boven de maatlat

€ 49,80

2.50.1.5

Advisering Veiligheidsregio voor RO en externe veiligheid

€ 54,50

2.50.1.6

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen 2.50.1.1 tot en met 2.50.1.5: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.50.2

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.51 Instemming

2.51

2.51.1

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn..

2.51.2

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

2.52

2.52.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

2.52.1.1

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

100,000%

2.52.2

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

a.

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

b.

in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

c.

binnen 18 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag

2.53

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:

a.

bij 5 tot 10 activiteiten:

2,000%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

b.

bij 10 tot 15 activiteiten:

3,000%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

c.

bij 15 of meer activiteiten:

5,000%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

2.54

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

75,000%

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

85,000%

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75,000%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot acht weken na de indiening van de aanvraag:

60,000%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf acht weken na de indiening van de aanvraag:

45,000%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

75,000%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

60,000%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

45,000%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

40,000%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

 

 

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

40,000%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 50 wordt niet teruggegeven.

 

 

Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn

 

Artikel

Omschrijving

Verkooptarief

 

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing verstrekken sterke drank als bedoeld in artikel 2:34b lid 4 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor 1 kalenderjaar

€ 64,45

3.1.1.1

voor iedere extra dag in een aanvraag

€ 17,60

3.1.1.2

Indien bij de aanvraag om een ontheffing sluitingsuur tevens een ontheffing schenktijden nodig is, worden alleen de leges voor de ontheffing sluitingsuur in rekening gebracht.

3.1.2

Een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, vierde lid, van de Algemene plaatselijke verordening

€ 84,20

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verlenging van het sluitingsuur als bedoeld in artikel 2.29 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

3.1.3.1

afgifte verlenging van het sluitingsuur voor 1 dag per aanvraag voor sportverenigingen

€ 45,20

3.1.3.1.1

voor iedere extra dag in een aanvraag

€ 17,60

3.1.3.2

afgifte verlenging van het sluitingsuur per aanvraag voor 1 kalenderjaar voor bedrijfsmatige horeca en jeugd en jongerencentra

€ 64,45

Indienen bij de aanvraag om een exploitatievergunning tevens een aanvraag om een drank en horecavergunning wordt ingediend zoals vermeld in artikel1.1 van deze tabel, worden alleen de leges zoals ver- meld in artikel 1.5.1 in rekening gebracht.

3.1.4

exploitatievergunning, ingevolge artikel 2.28 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 451,70

3.1.4.1

verlenging van een ongewijzigde vergunning als bedoeld in 3.1.4

€ 83,75

3.1.4.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek van de aanvrager om een wijziging van de exploitatie vergunning

€ 112,40

3.1.4.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek van de aanvrager om een wijziging van het aanhangsel bij de exploitatievergunning (leidinggevende wijziging)

€ 83,80

3.1.4.4

Indienen bij de aanvraag om een wijziging aanhangsel exploitatievergunning tevens een wijzing zoals vermeld in artikel 1.3 van deze tabel nodig is, worden alleen de leges zoals vermeld in artikel 1.5.4. in rekening gebracht.

3.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing schenktijden als bedoeld in artikel 2:34b lid 4 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 45,60

3.1.5.1

voor iedere extra dag in een aanvraag

€ 17,60

3.1.5.2

Indien bij de aanvraag om een ontheffing sluitingsuur tevens een ontheffing schenktijden nodig is, worden alleen de leges voor de ontheffing sluitingsuur in rekening gebracht.

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van

3.2.1

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 451,90

3.2.2

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 369,85

3.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 112,40

3.2.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een meer jaren ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 177,05

3.2.3.2

Voor iedere extra dag in hetzelfde kalenderjaar en een aanvraag

€ 32,35

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.2.1.van de Algemene Plaatselijke Verordening:

a.

voor een seksinrichting

€ 2.104,20

b.

voor een escortbedrijf

€ 1.052,40

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

Gereserveerd

 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

3.5

Gereserveerd

 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenementen of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke Verordening en gelet op de evenementenbeleid gemeente Opmeer 2014, indien het betreft:

3.6.1

de Categorie regulier, vergunningsplichtige evenementen, per evenement

€ 79,35

3.6.2

de Categorie aandacht / risico, vergunningsplichtige evenementen, belastend, per evenement

€ 153,25

3.6.2.1

de Categorie aandacht / risico, vergunning plichtige evenementen, belastend, per evenement

€ 419,30

3.6.3

Een meerjaren vergunning evenementen maximaal voor 3 jaar per vergunning

€ 92,65

3.6.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een vechtsportevenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening.

€ 448,30

3.6.5

Het verzetten van een datum van een evenement

€ 64,50

3.6.6

Wijziging(en) en/of aanvulling( en) van een meerjarige vergunning

€ 129,05

Artikel 3.7 Organiseren markt

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene Plaatselijke Verordening.

€ 79,45

3.7.1

voor elke extra dag per afgegeven vergunning binnen één jaar

€ 17,60

3.7.2

Een meerjarenvergunning snuffelmarkt maximaal voor 3 jaar per vergunning

€ 92,65

 

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning voor een standplaats als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening, per standplaats:

3.8.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning voor een standplaats als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening, per standplaats:

3.8.1.1

Indien de standplaatsvergunning een geldigsheidsduur heeft tot een maand

€ 105,35

3.8.1.2

Indien de standplaatsvergunning een geldigsheidsduur heeft langer dan 1 maand, voor iedere extra kalendermaand dan wel een deel daarvan.

€ 17,60

3.8.1.3

Indien de standplaatsvergunning een geldigheidsduur heeft van één dag

€ 56,40

3.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5 van de Marktverordening gemeente Opmeer:

3.8.2.1

tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning voor een standplaats op de weekmarkt:

3.8.2.1.1

geldig voor 1 dag, per kraam van 4 m 1

€ 7,60

3.8.2.1.2

geldig voor 1 dag, per kraam van 4 m 1, inclusief stroom, per kwartaal

€ 102,20

3.8.2.2

tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning voor een standplaats op de jaarmarkt (lappendag): geldig voor 1 dag, per kraam van 4 m1

€ 55,75

3.8.2.3

om overschrijving van de standplaatsvergunning op naam van een ander als bedoeld in artikel 12 van de Marktverordening gemeente Opmeer

€ 27,70

3.8.2.4

om een vergunning om zich op de standplaats te laten vervangen als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de Marktverordening gemeente Opmeer

€ 27,70

3.8.2.5

tot ontheffing van het verbod om de standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen als bedoeld in artikel 21, tweede lid, van de Marktverordening gemeente Opmeer

€ 27,70

Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt

Gereserveerd

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

Gereserveerd

 

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

Artikel 3.11 Vergunning onttrekken woonruimte

Gereserveerd

Artikel 3.12 Vergunning samenvoegen woonruimte

Gereserveerd

Artikel 3.13 Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

Gereserveerd

Artikel 3.14 Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

Gereserveerd

Artikel 3.15 Splitsingsvergunning

Gereserveerd

Artikel 3.16 Toeristische verhuur

Gereserveerd

Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming

Gereserveerd

 

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.18 Niet benoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een:

3.18.1

Aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen voor elke 15 minuten of ge- deelte daarvan van de behandelduur van de aanvraag

€ 314,95

3.18.2

De afgifte van gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 0,90

3.18.3

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 0,90

3.18.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing recreatief nachtverblijf buiten kampeer- terreinen als bedoeld in artikel4:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 56,40

3.18.5

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een meer jaren ontheffing overige geluidshinder

€ 41,30

3.18.6

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing overige geluidshinder als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene Plaatselijke verordening

3.18.6.1

Indien de ontheffing geldt op een dag (dagen) niet zijnde een zondag

€ 25,25

3.18.6.2

Indien de ontheffing geldt op zondag en de Zondagswet van toepassing is en er een ontheffing Zondagswet wordt verleend

3.18.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:10A van de Algemene Plaatselijke Verordening:

3.18.7.1

Voor reclameborden/spandoeken vergunning

€ 56,40

3.18.7.1.1

Het tarief zoals genoemd in artikel 4.3.1 van dit hoofdstuk wordt verhoogd wanneer het een aanvraag tot het verkrijgen van een meer jaren reclameborden / spandoeken vergunning betreft

€ 17,60

3.18.7.2

Voor het plaatsen van overige voorwerpen op, boven of aan de weg indien de vergunning een geldigheidsduur heeft tot één maand

€ 105,35

3.18.7.3

Voor het plaatsen van overige voorwerpen op, boven of aan de weg indien de vergunning een geldigheidsduur heeft langer dan één maand

€ 133,65

3.18.7.4

Voor het plaatsen van overige voorwerpen op, boven of aan de weg indien de vergunning een geldigheidsduur heeft van één dag

€ 56,40

3.18.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een collectevergunning als bedoeld in artikel 5:13 van de Algemene Plaatselijke Verordening, per collecte:

€ 28,25

3.18.8.1

Het tarief zoals genoemd in artikel 3.18.8 van dit hoofdstuk wordt verhoogd wanneer het een aanvraag tot het verkrijgen van een doorlopende collectevergunning door CBF gecertificeerde organisaties betreft met

€ 17,60

Teruggaaf

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag Drank en Horecavergunning. Als een aanvrager zijn aanvraag om een drank en horecawetvergunning intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

3.19.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na het in behandeling nemen ervan: 75% van de verschuldigde leges genoemd in titel 3 hoofdstuk 1 van deze tabel.

3.19.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na twee weken en binnen vier weken na het in behandeling nemen ervan: 50% van de verschuldigde leges genoemd in titel 3 hoofdstuk 1 van deze tabel.

3.19.3

indien de aanvraag wordt ingetrokken na vier weken en binnen acht weken na het in behandeling nemen ervan: 25% van de verschuldigde leges genoemd in titel 3 hoofdstuk 1 van deze tabel.