Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Montfoort

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024 (Legesverordening Montfoort 2024)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMontfoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges 2024 (Legesverordening Montfoort 2024)
CiteertitelLegesverordening 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpLegesverordening 2024

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-2023Nieuwe regeling

11-12-2023

gmb-2023-559682

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024 (Legesverordening Montfoort 2024)

De raad van de gemeente Montfoort;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2023, zaaknummer 233675;

 

Gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

BESLUIT

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

(Legesverordening Montfoort 2024)

 

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

- dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

- jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

- kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

- maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

- week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

a. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

b. het verlenen van een dienst op aanvraag; of;

c. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

 

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

b. diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

c. het in behandeling nemen van aanvragen van verklaring omtrent inkomen en vermogen.

 

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 7 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

c. langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

d. langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

 

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

 

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

1. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

a. van zuiver redactionele aard zijn;

b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

1. paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

2. paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

3. artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

4. artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

5. artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

Een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

 

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    1. De Legesverordening Montfoort 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in de aanhef van het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

     

Artikel 12 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

3. De in hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet genoemde normbladen NEN 2699:2017, UAV 2012 en Referentielijst Bouwkosten 2022 wordt wegens aard of omvang bekendgemaakt door middel van terinzagelegging op stadskantoor Montfoort, Kasteelplein 5 te Montfoort.

 

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2024.

 

Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Montfoort, gehouden op 11 december 2023.

 

De griffier, mr. S.G. Meijer

 

De voorzitter, mr. P. J. van Hartskamp-de Jong

 

 

Bijlage Tarieventabel behorend bij de Legesverordening 2024 Montfoort

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

 

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

a.

werkdagen tussen 09.00 uur en 17.00 uur

€ 468,00

b.

enig ander moment dan genoemd in artikel 1.1 onder a.

€ 535,60

c.

met dien verstande dat geen leges worden geheven indien de voltrekking van het huwelijk of de registratie van een partnerschap plaats heeft op maandag om 9.00 uur of om 9.30 uur in het stadhuis en één van de partners ingezetene is van de gemeente.

 

 

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

 

a.

werkdagen tussen 09.00 uur en 17.00 uur

€ 468,00

b.

enig ander moment dan genoemd in artikel 1.2 onder a

€ 535,60

c.

met dien verstande dat geen leges worden geheven indien de voltrekking van de omzetting geregistreerd partnerschap in een huwelijk plaats heeft op maandag om 9.00 uur of om 9.30 uur in het stadhuis en één van de partners ingezetene is van de gemeente.

 

 

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op:

 

a.

werkdagen tussen 09.00 uur en 17.00 uur

€ 468,00

b.

enig ander moment dan genoemd in artikel 1.3 onder a.

€ 535,60

 

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op:

 

a.

werkdagen tussen 09.00 uur en 17.00 uur

€ 468,00

b.

enig ander moment dan genoemd in artikel 1.4 onder a

€ 535,60

 

 

 

Artikel 1.5 t/m 1.7 gereserveerd.

 

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering

€ 31,45

b.

gereserveerd

 

c.

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 27,45

Bedragen zijn afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 wettelijk

a.

een nationaal paspoort:

 

 

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ *

 

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ *

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 

 

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ *

 

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ *

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

 

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ *

 

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ *

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ *

* Dit is het wettelijk maximumtarief vanaf 1 januari 2024. Bedragen zijn afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

wettelijk 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 

 

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ *

 

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ *

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ *

* Dit is het wettelijk maximumtarief vanaf 1 januari 2024. Bedragen zijn afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

Artikel 1.11 Modaliteiten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

wettelijk

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ *

* Dit is het wettelijk maximumtarief vanaf 1 januari 2024. Bedragen zijn afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

 

Artikel 1.12 Rijbewijzen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ *

* Dit is het wettelijk maximumtarief vanaf 1 januari 2024. Bedragen zijn afgerond op 0,05 naar beneden.

 

Artikel 1.13 Modaliteiten

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

 

 

bij een spoedlevering vermeerderd met: het genoemde bedrag in de geldende “Regeling afdracht vergoedingen afgifte rijbewijzen”.

€ *

 

vanaf de invoering Wet digitale overheid verhoogd met:

€ *

 

Voor het afgeven van een gezondheidsverklaring ten behoeve van het Centraal Bureau Rijbewijzen bedraagt het tarief:

€ *

* Dit is het wettelijk maximumtarief vanaf 1 januari 2024, vermeerderd met het rijkskostendeel. Bedragen zijn afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

 

Artikel 1.14 Definities

 

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 12,80

b.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ *

* Dit is het wettelijk maximumtarief vanaf 1 januari 2024. Bedragen zijn afgerond op 0,05 naar beneden.

 

Artikel 1.16 gereserveerd.

 

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

 

In afwijking van de artikelen 1.15 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ *

* Dit is het wettelijk maximumtarief vanaf 1 januari 2024. Bedragen zijn afgerond op 0,05 naar beneden.

 

Artikel 1.18 Op verzoek doornemen basisregistratie personen

1.

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 27,45

2.

voor het op verzoek verstrekken van een persoonslijst

€ 12,80

3.

voor het verstrekken van informatie op basis van selecties uit het BRP-bestand, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 27,45

 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

 

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een afschrift van de gemeentebegroting:

€ 62,40

b.

een afschrift van een gemeenterekening:

€ 62,40

c.

een exemplaar van een verordening van de gemeente, de toelichting daaronder begrepen:

€ 31,20

d.

vermeerderd met per geheel of gedeeltelijk bedrukte pagina:

€ 0,60

e.

een afschrift van een mandaatbesluit:

€ 31,20

f.

een afschrift van een delegatiebesluit:

€ 31,20

g.

elk hier niet genoemd document per geheel of gedeeltelijk bedrukte pagina:

€ 0,60

h.

Indien een vergoeding in rekening wordt gebracht voor het verstrekken van kopieën van ander materiaal dat gegevens bevat, bedraagt deze niet meer dan de kostprijs

 

 

Artikel 1.20 gereserveerd.

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

 

Artikel 1.21 t/m 1.23 gereserveerd.

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

 

Artikel 1.24 gereserveerd.

 

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ *

b.

Tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn

€ 12,80

c.

Tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap

€ 12,80

d.

tot het legaliseren van een handtekening

€ 12,80

* Dit is het maximumtarief vanaf 1 januari 2024.

 

Artikel 1.26 t/m 1.28 gereserveerd.

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

 

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

1.

een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 21,10

2.

Indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 150,00 *

3.

inschrijving als standplaatszoekende:

€ 35,00

4.

Jaarlijkse verlenging van de inschrijving als standplaatszoekende

€ 17,50

* Dit is het maximumtarief.

 

Artikel 1.30 Leegstandwet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 141,15

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet:

€ 70,55

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

 

 

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50*

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50*

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00*

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 28,80*

  * Dit is het maximumtarief.

 

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid van de Telecommunicatiewet:

€ 314,00

a.

Als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Volgens offerte

b.

Het tarief, ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning op grond van artikel 2:11 APV voor het leggen van kabels en leidingen, bedraagt

 

€ 314,00

c.

Het bedrag genoemd in lid 1 en lid f wordt, bij aaneengesloten graafwerkzaamheden over een lengte van 25 meter of meer, voor het uitvoeren van coördinatie en toezicht met een toeslag over de bemeten tracélengte per strekkende meter tracé verhoogd met:

€ 1,50

d.

Het bedrag genoemd in lid 1 wordt, indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met:

€ 104,70

e.

per uur, welk bedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager wordt meegedeeld.

 

f.

Indien met betrekking tot het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in lid 1e coördinatie van gemeentewege dient plaats te vinden, wordt het bedrag bedoeld in lid 1e verhoogd met:

€ 104,70

g.

per uur, welk bedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager wordt meegedeeld.

 

2.

Indien een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

3.

In afwijking van het genoemde in lid 1 en f. kan het college voor grote projecten een vast bedrag in rekening brengen.

 

 

 

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 55,60

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 82,70

c.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart (1e aanvraag inclusief keuring) als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 191,20

d.

verlenging van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, indien geen geneeskundig onderzoek is vereist:

€ 59,55

e.

Indien voor het verlengen van een gehandicaptenkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) een medische keuring, herkeuring of anderszins een keuring vereist is:

€ 138,25

f.

Indien de vergunning als bedoeld in lid c. niet wordt verleend, dan bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

€ 31,20

g.

Indien de medische keuring of herkeuring bij verlenging uitsluitend heeft bestaan uit dossieronderzoek en de keuringsinstantie dit verklaart, wordt het tarief onder lid d. verhoogd met:

€ 69,80

h.

Indien er door de keuringsarts van de keuringsinstantie een huisbezoek moet worden afgelegd wordt het tarief onder c. en d. verhoogd met:

€ 221,15

i.

tot het verkrijgen van een verkeersbesluit op kenteken conform artikel 26 sub c van het RVV, inhoudende het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats

€ 197,60

 

j.

het overeenkomstig lid i geheven bedrag wordt verhoogd met de kosten van het realiseren van de gehandicaptenparkeerplaats, indien de parkeerplaats wordt aangelegd op een bestaande parkeerplaats

€ 276,50

 

k.

het overeenkomstig lid i geheven bedrag wordt verhoogd met de kosten van het realiseren van de gehandicaptenparkeerplaats, indien er sprake is van een nieuw aan te leggen parkeerplaats

€ 1.318,05

 

 

l.

het bedrag genoemd in lid k wordt verhoogd met 50% van het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde meerkosten, blijkend uit een begroting die terzake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; indien een begroting als hiervoor genoemd is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken; indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

 

m.

tot het verplaatsen van een gehandicaptenparkeerplaats als gevolg van een binnengemeentelijke verhuizing van begunstigde

€ 193,60

 

n.

Het tarief bedraagt voor het wijzigen van een kenteken zoals vermeld op het onderbord bij een gehandicaptenparkeerplaats:

€ 52,65

o.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een eerste aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing blauwe zone:

€ 131,75

 

p.

Indien de aanvraag betrekking heeft op een tweede aanvraag op het zelfde adres, dan bedraagt het tarief

€ 197,60

 

 

Paragraaf 1.10 Diversen

 

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 7,75

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 51,70

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 7,75

d.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.

in formaat A4 of kleiner, zwart-wit, per bladzijde

€ 0,60

2.

in formaat A3, zwart-wit, per bladzijde

€ 0,80

3.

in formaat A4 of kleiner, kleur, per bladzijde

€ 1,75

4.

in formaat A3, kleur, per bladzijde

€ 2,80

5.

In formaat A2

€ 21,40

6.

in formaat A1

€ 22,75

7.

in formaat A0

€ 24,00

 

Artikel 1.35 gereserveerd.

 

Artikel 1.36 Algemene Plaatselijke verordening (APV)

1.

Het tarief, ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing als bedoeld in de APV van de gemeente Montfoort, voor zover daarvoor niet in deze tabel onder de hoofdstukken 1, 2 of 3 of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, bedraagt

€ 62,55

2.

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van artikel 4:6 van de APV (overige geluidshinder), is*

€ 89,20

 

3.

Voor het waarmerken van een door de handelaar verplicht bij te houden register op grond van artikel 2:67 van de APV wordt geheven

€ 22,25

4.

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het inzamelen van geld of goederen (collecte) zoals bedoeld in artikel 5:13 APV bedraagt:*

€ 51,70

5.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het doen van een aanwijzing zoals bedoeld in artikel 2 van de afvalstoffenverordening bedraagt

€ 51,70

6.

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een vergunningaanvraag (ontheffing) voor het plaatsen van sandwichborden overeenkomstig het gestelde in artikel 2:10 van de APV, bedraagt

€ 51,70

7.

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het in gebruik nemen van gemeenteterrein op grond van artikel 2:10 van de APV, bedraagt*

€ 51,70

8.

Wanneer sprake is van het plaatsen van meer dan één object, wordt voor het tweede en elke volgend object het tarief van 7. verhoogd met*

€ 8,05

9.

Indien de vergunning voor langer dan één week wordt verleend, wordt het tarief van 7. per 2 maanden verhoogd met*

€ 16,15

10.

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning inzake ontheffing van het verbod op grond van artikel 5:34 van de APV (verbod stoken van vuur), bedraagt:

€ 51,70

* Indien de aanvraag voldoet aan de voorwaarden als gesteld onder “Bijzondere subsidieregelingen” in het Subsidiebeleid gemeente Montfoort geldt de vergunning tevens als een beschikking “subsidie bijzondere regeling” ten bedrage van de verschuldigde leges.

 

Artikel 1.37 Diversen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.

tot het verkrijgen van een eenmalige ontheffing, als bedoeld in

artikel 29 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 196,40

 

2.

tot het verkrijgen van een ontheffing voor de duur van een jaar,

als bedoeld in artikel 29 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 293,25

 

3.

tot het verlengen van een ontheffing voor de duur van een jaar,

als bedoeld in artikel 29 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 147,30

 

4.

tot het verkrijgen van een bijzondere toestemming laden en

lossen, als bedoeld in bijlage 1 van het ADR-verdrag

€ 96,90

 

 

 

Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

 

Artikel 2.1 Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn ook van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

 

aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, exclusief omzetbelasting. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

 

sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, exclusief omzetbelasting. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

De opgegeven bouwkosten worden getoetst aan de Referentielijst bouwkosten 2022. De bedoelde Referentielijst is een bijlage bij deze legesverordening, die bij de gemeente ter inzage ligt, conform het bepaalde in artikel 139, lid 3 van de Gemeentewet.

 

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

omgevingsoverleg;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

 

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag (het principeverzoek) betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of twee activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 870,10

2.

De op grond van het eerste lid verschuldigde leges worden verhoogd met:

€ 442,00

 

voor iedere extra activiteit die in de aanvraag voor omgevingsoverleg is opgenomen.

 

3.

Als naar aanleiding van het omgevingsoverleg een aangepast plan voor het omgevingsoverleg ter beoordeling wordt ingediend, bedraagt het tarief naast genoemd percentage van de eerder in rekening gebrachte leges voor het houden van omgevingsoverleg, mits er geen sprake is van een wezenlijk ander plan.

50%

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnisch deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 200.000:

4,75%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 552,50

b.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 1.000.000:

3%

 

van de bouwkosten;

 

c.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000:

1,5%

 

van de bouwkosten;

 

c.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 5.000.000:

0,5%

 

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 150.000,00

 

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijk deel)

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een (al dan niet tijdelijke) omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit en/of het in stand houden en gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de daarin bedoelde activiteiten:

1%

a.

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 552,50

b.

en een maximum van:

€ 16.140,00

2.

Indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit wordt het tarief verhoogd:

 

 

bij bouwkosten tot € 10.000 met:

€ 350,00

 

bij bouwkosten tussen € 10.000 en € 100.000 met:

€ 807,00

 

bij bouwkosten tussen € 100.000 en € 200.000 met:

€ 1.614,00

 

bij bouwkosten tussen € 200.000 en € 500.000 met:

€ 3.228,00

 

bij bouwkosten tussen € 500.000 en € 1.000.000 met:

€ 6.456,00

 

bij bouwkosten van € 1.000.000 of meer met:

€ 9.684,00

3.

Indien moet worden beoordeeld of een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bouwwerken in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1 onder a van de Omgevingswet, wordt het tarief verhoogd met:

€ 6.297,00

 

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 500,00

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten / beschermde stads- en dorpsgezichten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument, of bouw- of sloopactiviteit in een beschermd stads- en dorpsgezicht;

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 110,50

a

verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

 

 

1° bij bouw- en sloopkosten tot € 225.000

((bouw- en sloopkosten/1.000)*1,92) + € 77,25

 

met een minimumbedrag van

€ 130,80

 

2° bij bouw- en sloopkosten van € 225.001 tot € 450.000

(((bouw- en sloopkosten – 225.000) /1.000)*1,5) + € 571,90

 

3° bij bouw- en sloopkosten van € 450.001 tot € 2.250.000

(((bouw- en sloopkosten – 450.000) /1.000)*0,44) + € 958,30

 

4° bij bouw- en sloopkosten vanaf € 2.250.000

(((bouw- en sloopkosten – 2.250.000) /1.000)*0,11) + € 1.865,00

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 331,50

3.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag voor een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Montfoort is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

 

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 612,50

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

 

Artikel 2.10 Milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit of op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet ofin het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.812,90

b.

voor iedere aanvullende milieubelastende activiteit bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in lid a:

€ 2.302,30

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

 

Artikel 2.11 Lozingsactiviteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 921,60

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

 

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit

 

a

het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan

 

b

het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet

 

c

het verrichten van activiteiten waarvoor, ter bescherming en veiligstelling van archeologische (verwachtings)waarden, in het omgevingsplan is bepaald dat een vergunning nodig is

 

d

het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan

 

e

het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in het omgevingsplan

 

 

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 314,10

 

Artikel 2.13 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

indrijven van voorwerpen,

ophogen van de grond, of

verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 314,10

 

Artikel 2.14 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.657,60

 

Artikel 2.15 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet, artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 331,50

 

Artikel 2.16 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 331,50

 

Artikel 2.17 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

4,75%

van de aanlegkosten, met een minimum van

€ 331,50

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

 

Artikel 2.18 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de provinciale verordening of artikel 3 van de Bomenverordening gemeente Montfoort in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 165,75

 

Artikel 2.19 Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

behoort een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteiten bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 221,00

b.

Betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 221,00

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

 

Artikel 2.20 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief per maatwerkbesluit:

€ 552,50

 

Artikel 2.21 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op milieubelastende activiteiten, bedraagt het tarief per maatwerkbesluit:

€ 2.094,00

 

Artikel 2.22 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.20 en 2.21, bedraagt het tarief per maatwerkbesluit:

€ 552,50

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

 

Artikel 2.23 Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 104,70

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 104,70

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur

€ 104,70

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 104,70

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

 

Artikel 2.24 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 147,30

 

Artikel 2.25 Wijzigen omgevingsvergunning

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

 

Artikel 2.26 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

Vervallen

 

 

Artikel 2.27 Intrekken omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.40 van toepassing is:

€ 143,65

 

Artikel 2.28 Wijziging van het omgevingsplan

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 11.542,80

verhoogd met

€ 1.717,30

indien de gemeenteraad dient te besluiten over de wijziging van het omgevingsplan.

 

 

Artikel 2.29 Verklaring vergunningvrij bouwen

 

Vervallen.

 

 

Artikel 2.30 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 442,00

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

 

Artikel 2.31 Achteraf ingediende aanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10%

Met een maximum van

€ 2.152,00

 

 

 

Artikel 2.32 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

€ 2.289,75

 

Artikel 2.33 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 552,50

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 552,50

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 552,50

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 552,50

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 628,20

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 7.328,90

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 552,50

 

 

Artikel 2.34 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

De in artikel 2.33 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

 

Artikel 2.35 Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 1.768,00

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Kwaliteit 2021 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

 

 

1° bij bouwkosten tot € 225.000

(((bouwkosten/1.000)*

2) + € 77,25)

 

met een minimumbedrag van

€ 130,85

 

2° bij bouwkosten van € 225.001 tot € 450.000

(((bouwkosten - 225.000)/1.000) *1,5) + € 571,90)

 

3° bij bouwkosten van € 450.001 tot € 2.250.000

((((bouwkosten - 450.000)/1.000) *0,44) + € 958,30)

 

4° bij bouwkosten kosten vanaf € 2.250.000

((((bouwkosten - 2.250.000)/1.000) *0,11) + € 1.865,00)

 

verhoogd met

€ 130,85

 

voor iedere nieuwe welstandstoets die plaatsvindt na wijzigingen in het bouwplan die niet door of vanwege burgemeester en wethouders of de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit zijn voorgesteld.

 

c.

als een advies van de Agrarische beoordelingscommissie en/of van een ervenconsulent nodig is en wordt beoordeeld, het bedrag dat de Agrarische beoordelingscommissie en/of ervenconsulent de gemeente ter zake in rekening brengt.

 

 

 

 

Artikel 2.36 Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

 

Artikel 2.37 Vermindering na omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

70%

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

3.

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 552,50

 

 

 

Artikel 2.38 Vermindering bij meervoudige aanvraag

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op drie of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor Omgevingsplanactiviteit bouwactiviteiten, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijk deel) uit artikel 2.6, de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:

 

 

10%

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

 

 

Artikel 2.38a Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

 

Artikel 2.39 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

 

Artikel 2.40 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen twee jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

Artikel 2.41 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

Artikel 2.42 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

 

Artikel 2.43 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 40,00 wordt niet teruggegeven.

 

 

Artikel 2.44 Teruggaaf bij lagere bouw- en aanlegkosten

 

Er vindt geen legesteruggaaf plaats als gevolg van het lager zijn van de daadwerkelijke bouw-, sloop- en aanlegkosten, dan waarvan bij de indiening van de aanvraag is uitgegaan.

 

 

 

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

 

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

1.

Het tarief, voor het in behandeling nemen van:

 

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

€ 224,30

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

 

€ 111,90

 

2.

Het tarief genoemd in lid a. wordt, indien de exploitatievergunning ook geldt voor een bij het horecabedrijf behorend terras, verhoogd met:

 

€ 181,20

 

3.

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een wijziging van de exploitatievergunning in verband met de exploitatie van een niet eerder in de exploitatievergunning opgenomen terras, bedraagt:

€ 181,20

 

 

 

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

Het tarief, voor het in behandeling nemen van:

 

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 706,70

 

b.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 393,85

 

c.

een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

 

€ 68,65

d.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 68,65

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

 

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3.6 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 1018,85

 

2.

Indien een bestaande vergunning dermate wordt gewijzigd dat er naar de omstandigheden beoordeeld sprake is van een nieuwe vergunning, dan is het in 1. genoemde bedrag van toepassing; zulks doet zich in ieder geval voor als de vergunning op meer dan twee punten wordt gewijzigd.

 

 

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging:

€ 170,55

 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

 

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 100,30

b.

 wijziging van een in onderdeel a. bedoelde ontheffing:

€ 100,30

2.

 Tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1. bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander:

€ 100,30

 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

 

Artikel 3.6 Organiseren evenement

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning) (juncto Evenementenbeleid 2018 -2024) als het betreft:

 

a.

een kleinschalig evenement *

€ 89,20

 

b.

een grootschalig ééndaags evenement*

€ 588,95

 

c.

een grootschalig meerdaags evenement*

€ 743,80

 

* Indien de aanvraag voldoet aan de voorwaarden als gesteld onder “Bijzondere subsidieregelingen” in het Subsidiebeleid gemeente Montfoort geldt de vergunning tevens als een beschikking “subsidie bijzondere regeling” ten bedrage van de verschuldigde leges.

 

Artikel 3.7 gereserveerd.

 

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

 

Artikel 3.8 t/m 3.9 gereserveerd.

 

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 191,20

2.

Het overeenkomstig lid 1. geheven bedrag wordt vermeerderd met het hiernaast vermelde bedrag per dag, berekend naar het aantal dagen waarvoor de bedoelde vergunning wordt verleend:

€ 0,50

 

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 en Wet goed verhuurderschap

 

Artikel 3.11 Vergunning onttrekken woonruimte

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014:

€ 141,15

 

Artikel 3.12 Vergunning samenvoegen woonruimte

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014:

€ 141,15

 

Artikel 3.13Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014:

€ 141,15

 

Artikel 3.14 Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014:

€ 141,15

 

Artikel 3.15 Splitsingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste lid van de Huisvestingswet 2014:

€ 141,15

 

Artikel 3.16 t/m 3.18 gereserveerd.

 

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

 

 

€ 141,15

 

 

2.

Indien de tijdsbesteding meer bedraagt dan 30 minuten, wordt het overeenkomstig lid 1. berekende bedrag verhoogd met € 20,00 per ieder daaraan besteed kwartier boven de 30 minuten met een maximum van € 301,15.

 

 

Paragraaf 3.8 Kinderopvang

 

Artikel 3.19a Kinderopvang

 

 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

1.

het in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang, buitenschoolse opvang of peuterspeelzaal) of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen:

€ 1.807,35

 

2.

het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen:

€ 0,00

 

 

 

Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Montfoort 11 december 2023;

 

 

De griffier, mr. S.G. Meijer

 

De burgemeester, mr. P. J. van Hartskamp-de Jong