Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Alphen aan den Rijn

Verordening op de heffing en de invordering van grafrechten 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlphen aan den Rijn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van grafrechten 2024
CiteertitelVerordening grafrechten 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening begrafenisrechten 2023.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-2023nieuwe regeling

14-12-2023

gmb-2023-559495

2023/3198366

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van grafrechten 2024

De raad van de gemeente Alphen aan den Rijn

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2023

 

Gelet op artikel 229 lid 1 aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet

 

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van grafrechten 2024

Artikel 1 Definities

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      afdekplaat: een door de beheerder van de begraafplaats goedgekeurde plaat, welke door de beheerder wordt aangebracht ter afsluiting van een nis;

    • b.

      algemeen graf: een zandgraf of keldergraf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van overledenen of de stoffelijke resten van overledenen;

    • c.

      algemene nis: een plaats waar asbussen, zonder bijzondere bestemming, worden bewaard;

    • d.

      algemeen urnengraf: een ondergronds graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

    • e.

      asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

    • f.

      begraafplaats(en): de Oosterbegraafplaats te Alphen aan den Rijn, de begraafplaats aan het Zuideinde te Aarlanderveen, de begraafplaats Buitendorp te Zwammerdam, de begraafplaats aan de Roemer te Boskoop, de begraafplaats Reijerskoop te Boskoop, de begraafplaats Vrederust te Benthuizen, de begraafplaats te Hazerswoude-Dorp en de begraafplaats te Koudekerk aan den Rijn;

    • g.

      beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

    • h.

      beheerverordening: verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de Gemeente Alphen aan den Rijn 2015;

    • i.

      belanghebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of algemeen urnengraf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden

    • j.

      gedenkplaatje: een door de beheerder van de begraafplaats te verstrekken plaatje, welke door de beheerder óf een door de beheerder aangewezen persoon wordt aangebracht op een daarvoor bestemd gedenkteken;

    • k.

      gedenkplek: een plaats ingericht om te gedenken;

    • l.

      gedenkteken: voorwerpen die op het graf kunnen worden geplaatst, hieronder mede begrepen een gedenkplaatje, grafmonument, urn, kettingen en hekwerken;

    • m.

      grafbeplanting: beplanting op een graf, waarmee rekening is gehouden met een door het college vastgestelde maatvoering;

    • n.

      keldergraf: een betonnen of gemetselde constructie waarin één of meer overledenen worden begraven of asbussen worden bijgezet;

    • o.

      kindergedeelte: een op de begraafplaats door het college aangewezen gedeelte, waaronder de kindervlinder, waarop uitsluitend kinderen die zijn overleden voordat zij de leeftijd van 12 jaar hebben bereikt, begraven kunnen worden;

    • p.

      overledene: een lijk als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging;

    • q.

      particulier graf: een zandgraf of keldergraf waarvoor, voor een bepaalde tijd, aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

      • 1.

        het doen begraven en begraven houden van overledenen;

      • 2.

        het doen bijzetten of bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

    • r.

      particulier urnengraf: een particulier graf al dan niet gelegen in een urnentuin, waarin aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht wordt gegeven tot het boven- of ondergronds plaatsen van een asbus met of zonder urn;

    • s.

      urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon , voor bepaalde tijd, het gebruiksrecht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • t.

      rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, op een particulier urnengraf, of een gebruiksrecht op een urnennis of op een gedenkplaatje;

    • u.

      urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

    • v.

      urnentuin: een op de begraafplaats door het college aangewezen gedeelte grond waarop urnen, hetzij ondergronds hetzij bovengronds, geplaatst worden;

    • w.

      verstrooiplaats: een op de begraafplaats door het college aangewezen gedeelte waarop as wordt verstrooid.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde door het college aanwijsbare gedeelten kunnen via het Uitvoeringsbesluit Aanwijzing zones door middel van indelingstekeningen ten behoeve van de “Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Alphen aan den Rijn 2015” worden vastgesteld.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor het verlenen van diensten op rechterlijk gezag of in opdracht en belang van de gemeente.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten bedoeld in hoofdstuk 6, onderdeel 6.3.4 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige kenbaar gemaakt.

  • 2.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in 6.3, 6.3.1, 6.3.2 en 6.3.3 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

  • 2.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt het tijdstip van aanwijzing van een graf, een nis of plaats voor een urn op een gemeentelijke begraafplaats als het tijdstip van aanvang van het gebruik van die gemeentelijke begraafplaats aangemerkt.

  • 3.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt het tijdstip, waarop met de voorbereidingen van de omschreven dienst(en) wordt begonnen, als het tijdstip van aanvang van de dienstverlening aangemerkt.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen zes weken na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kunnen de rechten genoemd in onderdeel 6.3 in gevallen, waarbij de belastingschuldige aan de gemeente een automatische incasso heeft verstrekt, in maximaal tien gelijke maandelijkse termijnen worden voldaan. De eerste termijn vervalt daarbij op de laatste werkdag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens op de laatste werkdag van elke volgende maand.

  • 3.

    In aanvulling op het tweede lid geldt, dat betaling in termijnen alleen mogelijk is, indien het totaal verschuldigde bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen minder dan € 5.000 bedraagt.

  • 4.

    In afwijking van hetgeen in het tweede lid is bepaald, worden, indien de belastingplicht eerst in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel de belasting later dan in de tweede maand van het belastingjaar wordt opgelegd, de termijnen van betaling bij automatische incasso beperkt tot het aantal volle termijnen dat nog van de genoemde tien gelijke termijnen resteert. Met dien verstande dat een minimum aantal van zes termijnen overblijft.

  • 5.

    In afwijking van hetgeen in het tweede lid is bepaald, worden, indien de belasting eerst in één van de volgende kalenderjaren wordt opgelegd, de termijnen van betaling bij automatische incasso beperkt tot zes gelijke termijnen.

  • 6.

    De in dit artikel genoemde gelijke termijnen worden afgerond op twee decimalen. Afwijkingen en afrondingsverschillen in de te betalen termijnen zijn toegestaan.

  • 7.

    De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de grafrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Restitutie

  • 1.

    Indien het recht op een particulier (urnen)graf of het recht op een nis, is vervallen als gevolg van een besluit tot gehele of gedeeltelijke sluiting van een gemeentelijke begraafplaats, wordt van het vroeger ter verkrijging van dat recht betaalde aan de rechthebbende terugbetaald naar evenredigheid met de tijdsduur, gedurende welke van het recht nog gebruik gemaakt zou kunnen worden.

  • 2.

    Indien er vrijwillig, dan wel om andere redenen dan genoemd in het eerste lid van dit artikel, afstand wordt gedaan van een recht op een particulier (urnen)graf of het recht op een nis, wordt van het vroeger ter verkrijging van dat recht betaalde, niets aan de rechthebbende terugbetaald.

  • 3.

    Indien de (jaarlijkse) onderhoudskosten en/of het grafrecht niet worden voldaan, kan het grafrecht worden ontnomen en wordt van het vroeger ter verkrijging van dat recht betaalde, niets aan de recht- of belanghebbende terugbetaald.

Artikel 12 Ontheffing

Het college verleent ontheffing van de rechten omschreven in hoofdstuk 6, onderdeel 6.3.1 van de tarieventabel voor onbepaalde tijd aan rechthebbenden op een gedenkteken op de begraafplaats Aarlanderveen, uitgegeven voor 1 januari 1972, ingeval de rechthebbende het gedenkteken zelf aantoonbaar onderhoudt of laat onderhouden.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1.

    De ‘Verordening begrafenisrechten 2023” van de Gemeente Alphen aan den Rijn, vastgesteld bij raadsbesluit op 15 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2024, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening grafrechten 2024’.

Behoort bij het raadsbesluit nr 2023/3198366 van de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn van 14 december 2023.

De griffier,

Drs. J.A.M. Timmerman

Bijlage Tarieventabel behorende bij de 'Verordening grafrechten 2024'

 

 

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten op een graf

 

 

 

 

 

 

 

Particulier graf

 

2024

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf,

 

 

 

voor een periode van 10 jaar, wordt geheven:

 

 

1.1.1

voor een zandgraf gelegen buiten het kindergedeelte

1.156

1.1.2

voor een zandgraf gelegen in het kindergedeelte

696

 

 

 

 

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf,

 

 

 

voor een periode van 20 jaar, wordt geheven:

 

 

1.2.1

voor een zandgraf gelegen buiten het kindergedeelte

2.276

1.2.2

voor een zandgraf gelegen in het kindergedeelte

1.356

1.2.3

voor een keldergraf (periode minimaal 20 jaar)

6.878

 

 

 

 

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf,

 

 

 

voor een periode van 30 jaar, wordt geheven:

 

 

1.3.1

voor een zandgraf gelegen buiten het kindergedeelte

3.396

1.3.2

voor een zandgraf gelegen in het kindergedeelte

2.016

1.3.3

voor een keldergraf voor 20 jaar;

6.878

 

verlengd per 10 jaar

1.120

 

 

 

 

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf,

 

 

 

voor een periode van 40 jaar (=maximum), wordt geheven:

 

 

1.4.1

voor een zandgraf gelegen buiten het kindergedeelte

4.516

1.4.2

voor een zandgraf gelegen in het kindergedeelte

2.676

1.4.3

voor een keldergraf voor 20 jaar;

6.878

 

verlengd per 20 jaar

2.240

 

 

 

 

 

Particulier urnengraf of urnennis

 

 

1.5

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier urnengraf,

 

 

 

voor een periode van 5 jaar, wordt geheven:

 

 

1.5.1

voor een plaats in een particulier urnengraf

373

1.5.2

voor een plaats in de nis, model klein

221

1.5.3    

voor een plaats in de nis, model middel

269

1.5.4

voor een plaats in de nis, model groot

318

 

 

 

 

 

Gedenkplaatje

 

 

1.6

Voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een aangebracht

 

 

 

gedenkplaatje voor een periode van 5 jaar, wordt geheven

97

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Verlenging van rechten

 

 

 

 

 

 

 

Particulier graf

 

 

2.1

Voor het verlengen van het uitsluitend recht

 

 

 

onderdelen 1.1, 1.2, 1.3 of 1.4van deze tarieventabel voor elke periode

 

 

 

van 5 jaar, wordt geheven:

 

 

2.1.1

voor een zandgraf gelegen buiten het kindergedeelte

560

2.1.2

voor een zandgraf gelegen in het kindergedeelte

330

2.1.3

voor een keldergraf

560

 

 

 

 

 

Particulier urnengraf of urnennis

 

 

2.2

Voor het verlengen van het uitsluitend recht of gebruiksrecht

 

 

 

bedoeld in Hoofdstuk 1 onderdeel 1.5 van deze tarieventabel voor

 

 

 

elke periode van 5 jaar, wordt geheven:

 

 

2.2.1   

 voor een plaats in een particulier urnengraf

337

2.2.2

voor een plaats in de nis, model klein

185

2.2.3

voor een plaats in de nis, model middel

233

2.2.4

voor een plaats in de nis, model groot

282

 

 

 

 

 

Verlenging bij bijzetting particulier graf

 

 

2.3

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in Hoofdstuk 1

 

 

 

onderdelen 1.1, 1.2 of 1.3 van deze tarieventabel, wordt alleen in

 

 

 

geval sprake is van een bijzetting in een bestaand particulier graf,

 

 

 

voor elke periode van 1 jaar geheven (tot maximaal 9 jaar na een

 

 

 

bijzetting):

 

 

2.3.1

voor een zandgraf

112

2.3.2

voor een keldergraf

112

2.3.3

voor een kindergraf

66

 

 

 

 

 

Gedenkplaatje

 

 

2.4

Voor de verlenging van de periode, als genoemd in onderdeel

 

 

 

1.6 voor elke periode van 5 jaar, wordt geheven

54

 

 

 

 

 

Termijn uitsluitend recht

 

 

2.5

De periode van het uitsluitend recht of gebruiksrecht op een

 

 

 

particulier graf, particulier urnengraf of urnennis of een

 

 

 

gedenkplaatje, kan inclusief verlenging niet meer bedragen dan 40

 

 

 

jaar.

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 (Her)begraven

 

 

 

 

 

 

3.1

Voor het (her)begraven van een overledene van

 

 

 

12 jaar of ouder, wordt geheven:

 

 

3.1.1

in een particulier graf

1.131

3.1.2

in een algemeen graf

560

 

 

 

 

3.2

Voor het (her)begraven van een overledene van

 

 

 

1 jaar tot 12 jaar, wordt geheven:

 

 

3.2.1

in een particulier graf

565

3.2.2

in een algemeen graf

298

 

 

 

 

3.3

Voor het (her)begraven van een overledene tot 1 jaar of

 

 

 

een doodgeborene, wordt geheven:

 

 

3.3.1

in een particulier graf

282

3.3.2

in een algemeen graf

167

 

 

 

 

3.4

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven

 

 

 

de stoffelijke resten vanoverledene(n)in hetzelfde particuliere

 

 

 

graf, wordt een recht geheven van 50% van de onder 3.1, 3.2 en 3.3

 

 

 

genoemde rechten.

 

 

 

 

 

 

3.5

Ter bepaling van de leeftijd voor artikel 3.1, 3.2 en 3.3, wordt

 

 

 

uitgegaan van de leeftijd op het moment van overlijden.

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Bijzetten van asbussen of urnen

 

 

 

 

 

 

 

Bijzetten

 

 

4.1

Voor het bijzetten of (her)plaatsen van een asbus of urn wordt geheven:

 

 

4.1.1

in een urnennis, ongeacht model nis

244

4.1.2

in een algemeen urnengraf

429

4.1.3

op of in een particulier zandgraf of keldergraf

244

4.1.4

in een particulier urnengraf

244

4.1.5

indien bij het bijzetten of (her)plaatsen tegelijkertijd nog een asbus

 

 

 

of urn wordt bijgezet of (her)plaatst, wordt hiervoor geen extra

 

 

 

tarief in rekening gebracht.

 

 

 

 

 

 

 

Bewaren

 

 

4.2

Voor het ter bewaring afgeven van een asbus wordt geheven

 

 

 

voor een periode van 10 jaar of een gedeelte daarvan;

113

 

met dien verstande dat de eerste 6 maanden kosteloos zijn.

 

 

 

 

 

 

 

Afdekplaat

 

 

4.3

Voor het verstrekken van een afdekplaat ter afsluiting van

 

 

 

een urnennis wordt geheven:

 

 

4.3.1

uitgevoerd in natuursteen

206

4.3.2

uitgevoerd in glas

434

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Verstrooien van as

 

 

 

 

 

 

 

Verstrooien

 

 

5.1

Voor het verstrooien van as op een verstrooiplaats, wordt per

 

 

 

verstrooiing geheven

162

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Onderhoud

 

 

 

 

 

 

 

Afkoop onderhoud

 

 

6.1

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de

 

 

 

begraafplaats, wordt gelijktijdig met het begraven, bijzetten of

 

 

 

plaatsen geheven:

 

 

6.1.1

voor een algemeen graf of voor een algemeen urnengraf, gelegen

 

 

 

buiten het kindergedeelte, gedurende een periode van 10 jaar

 

 

 

(=maximum)

500

6.1.2

voor een algemeen graf of voor een algemeen urnengraf, gelegen in

 

 

 

het kindergedeelte, gedurende een periode van 20 jaar

 

 

 

(=maximum)

783

6.1.3

voor een particulier graf gedurende een periode

 

 

 

van 10 jaar

1.120

6.1.4

voor een particulier urnengraf of urnennis, gedurende een periode

 

 

 

van 5 jaar

288

 

 

 

 

 

Verlenging afkoop onderhoud

 

 

6.2

Voor de verlenging van de onderhoudsperiode, wordt geheven

 

 

6.2.1

voor onderdeel 6.1.3, voor elke periode van 5 jaar

560

6.2.2

voor onderdeel 6.1.4, voor elke periode van 5 jaar

288

6.2.3.

voor onderdeel 2.3, bij een bijzetting in particulier graf voor een jaar

112

 

 

 

 

 

Historisch onderhoud

 

 

 

Oude jaarlijkse onderhoudsrechten, waarbij het uitsluitend recht

 

 

 

verleend of verlengd is vóór 1 januari 2015

 

 

6.3

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden, wordt voor

 

 

 

een periode van 1 jaar, geheven:

 

 

6.3.1

voor een gedenkteken, waarvan het eerste recht op een graf is

 

 

 

verleend vóór 1 januari 2008 op de Oosterbegraafplaats

 

 

 

te Alphen aan den Rijn, de Begraafplaats Aarlanderveen en de

 

 

 

Begraafplaats Buitendorp te Zwammerdam.

145

6.3.2

voor een particulier graf, waarvan het eerste recht op een graf is

 

 

 

verleend na 1 januari 2008 maar vóór 1 januari 2015 op de

 

 

 

Oosterbegraafplaats te Alphen aan den Rijn, de Begraafplaats

 

 

 

Aarlanderveen, de Begraafplaats Buitendorp te Zwammerdam

145

6.3.3

voor een particulier urnengraf of urnennis, waarvan het eerste recht

 

 

 

op een graf is verleend na 1 januari 2008 maar vóór 1 januari 2015

 

 

 

op de Oosterbegraafplaats te Alphen aan den Rijn, de Begraafplaats

 

 

 

Buitendorp te Zwammerdam

74

 

 

 

 

 

Afkoop oude onderhoudsrechten, waarbij het uitsluitend recht

 

 

 

verleend of verlengd is voor 1 januari 2015

 

 

6.3.4

De rechten, genoemd in onderdeel 6.3.1, 6.3.2 en 6.3.3 kunnen vanaf

 

 

 

1 januari 2015 worden afgekocht voor de nog niet aangevangen

 

 

 

belastingjaren, die in de periode vallen waarvoor het recht als bedoeld

 

 

 

in hoofdstuk 1 nog geldend is. De afkoopsom is gebaseerd op het

 

 

 

tarief genoemd in 6.1.3 en 6.1.4 en wordt naar rato berekend.

 

 

 

 

 

 

6.3.5

Oude onderhoudsrechten vervallen automatisch indien het uitsluitend

 

 

 

recht als bedoeld in hoofdstuk 1 of het onderhoudsrecht afloopt en

 

 

 

verlenging van rechten nodig is. Op dat moment dient tot

 

 

 

onmiddellijke afkoop van onderhoudsrecht te worden overgegaan,

 

 

 

volgens de tarieven van 6.1.3 en 6.1.4.

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 7 Opgraven, ruimen

 

 

 

 

 

 

 

Opgraven

 

 

7.1

Voor het opgraven van de stoffelijke resten van een overledene

 

 

 

uit een algemeen of particulier graf binnen 10 jaar na de datum van

 

 

 

de laatste bijzetting, wordt geheven

1.343

 

 

 

 

7.2

Voor het opgraven van de stoffelijke resten van een overledene uit

 

 

 

een algemeen of particulier graf ná verloop van 10 jaar na de

 

 

 

datum van laatste bijzetting wordt geheven:

 

 

7.2.1

voorafgaand aan een reguliere begrafenis in hetzelfde graf

380

7.2.2

niet aansluitend aan een reguliere begrafenis

1.235

7.2.3.

na afstand van het grafrecht

380

 

 

 

 

7.3

Voor het opgraven van een asbus wordt geheven:

 

 

7.3.1

uit een particulier graf

408

7.3.2

uit een algemeen urnengraf

255

 

 

 

 

7.4

Indien de stoffelijke resten van meer overledenen in één kist zijn

 

 

 

begraven, wordt bij opgraving als bedoeld in 7.1 en 7.2, per kist

 

 

 

een recht berekend van

380

 

 

 

 

7.5

Indien gelijktijdig stoffelijke resten van meer dan één overledene, als

 

 

 

bedoeld in 7.1 en 7.2 uit een particulier graf worden opgegraven

 

 

 

dan wordt ten hoogste tweemaal het daarbij

 

 

 

behorende recht berekend.

 

 

 

 

 

 

 

Ruimen

 

 

7.6

Voor het, tijdens of na een algehele ruiming van een grafveld,

 

 

 

afzonderen van de stoffelijke resten van een overledene ten

 

 

 

behoeve van een crematie of een herbegrafenis wordt geheven

185

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 8 Overige heffingen en toeslagen

 

 

 

 

 

 

8.1

Voor het (her)begraven, op afwijkende tijden zoals bedoeld in

 

 

 

artikel 10 lid 2 van de Beheerverordening, worden de

 

 

 

tarieven in hoofdstuk 3 van de tarieventabel verhoogd met

326

 

 

 

 

8.2

Voor het bijzetten, (her)plaatsen of verstrooien van as, asbus of urn

 

 

 

op afwijkende tijden zoals bedoeld in artikel 10 lid 2 van de

 

 

 

Beheerverordening, worden de tarieven in hoofdstuk 4, 5 en 7

 

 

 

van de tarieventabel verhoogd met

108

 

 

 

 

8.3

Voor het gebruik van de gemeentelijke aula, per uur of een

 

 

 

gedeelte hiervan, wordt geheven

178

 

 

 

 

8.4

Voor het opbaren van een overledene in de gemeentelijke aula bij

 

 

 

de begraafplaats wordt geheven per etmaal of gedeelte daarvan

59

 

 

 

 

8.5

Voor het graveren van een gedenkplaatje wordt geheven

40

 

 

 

 

8.6

Voor het door of vanwege de gemeente leveren van een kist voor

 

 

 

het (her)begraven of cremeren, wordt geheven:

 

 

8.6.1

Kist 40 cm

129

8.6.2

Kist 60 cm

157

8.6.3

Kist 100 cm

173

8.6.4

Kist 195 cm

206

 

 

 

 

 

Behoort bij het raadsbesluit nr 2023/3198366 van de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn van 14 december 2023.

 

De griffier,

 

Drs. J.A.M. Timmerman