Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Borsele

Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Borsele 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBorsele
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Borsele 2024
CiteertitelReglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Borsele 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Borsele 2018.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 16 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

07-12-2023

gmb-2023-559266

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Borsele 2024

De raad van de gemeente Borsele;

 

gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;

 

gezien het advies van het presidium;

 

besluit vast te stellen het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Borsele 2024

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • Wet: Gemeentewet;

  • Raad: de gemeenteraad van Borsele;

  • Raadslid: lid van de gemeenteraad;

  • Voorzitter: voorzitter van de raad of diens plaatsvervanger;

  • Griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borsele;

  • Secretaris: de gemeentesecretaris of zijn plaatsvervanger;

  • Wethouder: een wethouder van het college van de gemeente Borsele;

  • Amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing;

  • Subamendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een aanhangig amendement;

  • Motie: verklaring waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • Motie vreemd aan de orde van de dag: beleidsarme, korte en gemotiveerde verklaring over een actueel onderwerp dat niet op de agenda van de raad staat;

  • Initiatiefvoorstel: voorstel van een raadslid voor een verordening of ander voorstel;

  • Interpellatie is de mogelijkheid om een verzoek in te dienen om het college te bevragen over een onderwerp dat niet op de agenda van de raadsvergadering staat.

  • Raadsbesluit: genomen besluit door een gemeenteraad;

  • Fractie: de groep van leden van de raad, die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard;

  • Fractievoorzitter: voorzitter van een fractie;

  • Voorstel van orde: voorstel met betrekking tot de orde van de vergadering;

  • Raadsinformatiesysteem: de website van de raad waarop de vergaderkalender, de agenda’s en vergaderstukken worden gepubliceerd.

  • Raadsledenspreekuur: een maandelijks moment waarbij vragen, kritiek of ideeën aan de leden kunnen voorleggen. Tijdens dit spreekuur is van iedere in de raad vertegenwoordigde partij één lid aanwezig. Aanmelding geschiedt uiterlijk voor 08:00 uur de dag voorafgaand aan het geplande raadsledenspreekuur, via de griffie.

  • Thema-avond: een informele, niet openbare bijeenkomst voor leden van de raad waarbij het college, de burgemeester en/of derden op uitnodiging van het college of de burgemeester, de leden van de raad informeert over een vooraf bepaald thema. Deze avond kan digitaal of fysiek op verschillende wijzen worden ingevuld, zoals door middel van presentaties of interactieve sessies.

Artikel 1a. Besluitvormingsproces: Informerend-Kaderstellend-Besluitvormend

  • 1.

    Om de kwaliteit van het besluitvormingsproces van de raad te borgen, streeft de raad naar het doorlopen van de fases ‘informerend-kaderstellend-besluitvormend’.

    • Informerende raadsbijeenkomst: een vergadering van de raad waarin college dan wel een vertegenwoordiging namens het college de raad informeert over één of meerdere onderwerpen, veelal ten behoeve van het besluitvormingsproces. Hierna te noemen: inforaad. Voor de inforaad kan het Presidium en/of de voorzitter besluiten om inwoners, stakeholders en/of ambtenaren uit te nodigen.

    • Kaderstellende raadsbijeenkomst: een vergadering van de raad waarin hij de kaders stelt voor één of meerdere onderwerpen, veelal ten behoeve van het besluitvormingsproces. Oftewel het maken van politieke en/of bestuurlijke hoofdkeuzes dan wel richtinggevende uitspraken te doen ten behoeve van het college. De raadsleden debatteren daarbij voornamelijk onderling zonder vaste termijnen. Hierna te noemen: kaderraad.

    • Besluitvormende raadsbijeenkomst: een vergadering van de raad waarin hij besluiten neemt over de voorstellen van het college, het presidium en/of de griffier. Hierna te noemen: raadsvergadering.

  • 2.

    De raad kan werkgroepen instellen rondom een specifiek thema.

Artikel 2. Het presidium

  • 1.

    De raad heeft een presidium.

  • 2.

    Het presidium bestaat uit de voorzitter, de griffier en de fractievoorzitters.

  • 3.

    Fractievoorzitters wijzen elk een raadslid aan dat hen bij afwezigheid in het presidium vervangt.

  • 4.

    Het presidium kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen.

  • 5.

    Het presidium doet aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie en het functioneren van de raad.

  • 6.

    Het presidium heeft in ieder geval de volgende taken:

    • a.

      Het presidium stelt de voorlopige agenda vast voor de vergaderingen van de raad;

    • b.

      Het presidium stelt de vergadercyclus van de raad vast.

    • c.

      Het vaststellen van vergaderingen als bedoeld in artikel 17, tweede lid van de wet, en in het derde lid.

  • 7.

    De vergaderingen van het presidium zijn openbaar, maar op voorstel van de voorzitter kan de vergadering of een gedeelte daarvan als besloten worden aangeduid.

  • 8.

    Elk lid heeft één stem in het presidium.

  • 9.

    Op initiatief van de rekenkamer kan het presidium worden geconsulteerd.

  • 10.

    Op voordracht van het presidium kan een raadslid een inforaad voorzitten.

Artikel 3.  

[Vervallen per 01-01-2024] - Het artikel over de rekenkamerfunctie vervalt vanwege de instelling van de rekenkamer Borsele.

Artikel 4. De griffier

  • 1.

    De griffier is aanwezig in raadsvergaderingen en vergaderingen van het presidium.

  • 2.

    Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door de plaatsvervangend griffier die door de raad is aangewezen.

  • 3.

    De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in raadsvergaderingen deelnemen.

Artikel 5. Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden

  • 1.

    Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie in, bestaande uit drie raadsleden.

  • 2.

    Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuwbenoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuwbenoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.

  • 3.

    Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen.

  • 4.

    Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5.

    In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter een nieuwbenoemd raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 6.

    De fracties kunnen voor de kandidaat-raadsleden een Verklaring omtrent gedrag (VOG) aanvragen. Per fractie worden de kosten van de eerste vijf plaatsen op de kandidatenlijsten vergoed door de gemeente.

Artikel 6. Benoeming wethouders

  • 1.

    Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in, bestaande uit drie raadsleden.

  • 2.

    Deze onderzoekt of de benoeming van de kandidaat-wethouder voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de wet.

  • 3.

    De commissie brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.

  • 4.

    De burgemeester geeft in overleg met de griffier voor de aanvang van iedere ambtstermijn opdracht om de kandidaat-wethouders aan een risicoanalyse integriteit te onderwerpen. De burgemeester brengt over het eindresultaat daarvan verslag uit aan de raad.

  • 5.

    De burgemeester zal een zakelijke mededeling doen aan de commissie over de uitkomst van de risicoanalyse en deelt niet meer dan die informatie die nodig is voor de commissie om een oordeel te kunnen vellen over de benoembaarheid.

Artikel 7. Fracties

  • 1.

    Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zittingsperiode als één fractie beschouwd.

  • 2.

    Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

  • 3.

    De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter/griffier.

  • 4.

    Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

  • 5.

    Een nieuwe aanduiding/naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3, vierde lid, van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.

Hoofdstuk 2. Raadsvergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereiding

Artikel 8. Oproep en agenda

  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een raadsvergadering de raadsleden een digitale oproep, onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering wordt deze met de daarbij behorende stukken aan de leden gezonden.

  • 3.

    Op de stukken, bedoeld in het eerste en tweede lid, is artikel 9, derde lid, van toepassing.

  • 4.

    De vergaderingen van de raad vinden plaats in de raadszaal in ’t Hof Stenevate te Heinkenszand. In voorkomende gevallen kan een vergadering digitaal plaatsvinden.

  • 5.

    De vergaderingen beginnen om 20.00 uur en eindigen, behoudens het bepaalde in lid 6, niet later dan 22.30 uur.

  • 6.

    Op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten dat een raadsvergadering na 22.30 uur wordt voortgezet en/of aan de raad voorstellen om het vragenmoment schriftelijk af te handelen.

  • 7.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen, na consultatie van het presidium, een ander aanvangsuur en locatie aanwijzen.

  • 8.

    De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de raad vastgesteld.

Artikel 9. Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    De raadsvoorstellen en de stukken ter toelichting daarvan worden gelijktijdig met het verzenden van de oproep en de voorlopige agenda in het raadsinformatiesysteem geplaatst.

  • 2.

    Als na het verzenden van de oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad.

  • 3.

    Informatie van de raad of aan de raad verstrekte informatie waaromtrent op grond van hoofdstuk Va van de wet geheimhouding is opgelegd, blijft in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier.

Artikel 10. Openbare kennisgeving

  • 1.

    Raadsvergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door aankondiging in de (digitale) huis-aan-huiskrant en aankondiging op de website.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving uitsluitend langs elektronische weg plaatsvinden.

     

Paragraaf 2. Ter vergadering

Artikel 11. Presentielijst

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen.

  • 2.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst, die door de voorzitter en de griffier door ondertekening wordt vastgesteld.

  • 3.

    De griffier draagt zorg voor de archivering van de presentielijsten van raadsvergaderingen.

Artikel 11a. Spreekrecht burgers
  • 1.

    Na de opening van de vergadering, de vaststelling van de agenda en de ingekomen stukken kunnen inwoners van de gemeente Borsele, gezamenlijk gedurende maximaal vijftien minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen van de betreffende raadsvergadering waarvan maximaal vijf minuten per spreker.

  • 2.

    Groepen spreken uitsluitend via één woordvoerder.

  • 3.

    Niet-geagendeerde onderwerpen kunnen met een afvaardiging van de raad worden besproken in het raadsledenspreekuur.

  • 4.

    Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit vóór 8:00 uur op de dag voorafgaande aan de raadsvergadering aan de griffier onder vermelding van: naam, adres en telefoonnummer, e-mailadres, het onderwerp en het gerelateerde agendapunt waarover wordt ingesproken.

  • 5.

    Indien de informatie bedoeld in lid 3 niet of niet tijdig wordt aangeleverd, wordt betrokkene gevraagd de verzuimen te herstellen en kan betrokkene – indien niet tijdig wordt hersteld – geen gebruik maken van het spreekrecht in de raadsvergadering doch gebruikmaken van het raadsledenspreekuur.

  • 6.

    Het spreekrecht voor andere aanwezigen geldt niet voor de volgende onderwerpen:

    • a.

      Advies van een commissie bezwaarschriften ex. artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht.

    • b.

      Benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen.

  • 7.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken indien dit in het belang is voor de orde van de vergadering.

  • 8.

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan drie sprekers zijn. In bijzondere gevallen kan de voorzitter afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 9.

    Inspreken gebeurt in het Nederlands tenzij de raad in meerderheid van mening is dat de raad de gewenste voertaal voldoende machtig is om deze voldoende te begrijpen.

  • 10.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend.

  • 11.

    De voorzitter of een lid van de raad doet een voorstel over de behandeling van de inbreng.

  • 12.

    De voorzitter doet een voorstel om de volgorde van de agenda aan te passen naar aanleiding van de onderwerpen waarover wordt ingesproken.

  • 13.

    Bij besluitvormende raadsvergaderingen die fysiek plaatsvinden is geen mogelijkheid digitaal in te spreken.

Artikel 12. Aantal spreektermijnen

  • 1.

    Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

  • 2.

    Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Raadsleden voeren in een termijn niet meer dan éénmaal het woord over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een amendement, een subamendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend ten aanzien van de beraadslaging daarover.

  • 5.

    Bij de bepaling hoeveel keer een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

  • 6.

    Het presidium kan de raad voorstellen om voor de beraadslaging over een onderwerp maximumspreektijden vast te stellen per fractie.

Artikel 13. Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    Onverminderd artikel 21, eerste en tweede lid, van de wet, kan de voorzitter van de inforaad bepalen dat anderen deelnemen aan de beraadslagingen.

  • 2.

    Een beslissing daartoe – zoals bedoeld in lid 1 - wordt op voorstel van de voorzitter, de griffier of één der leden van de vergadering genomen.

Artikel 14. Voorstellen van orde

Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over.

Artikel 14a. Spreekregels

  • 1.

    Raadsleden en overige aanwezigen spreken vanaf hun plaats en richten zich tot de voorzitter.

  • 2.

    Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat raadsleden en de overige aanwezigen vanaf het spreekgestoelte of een andere plaats spreken.

  • 3.

    Een lid voert slechts het woord nadat hij dit van de voorzitter gekregen heeft.

  • 4.

    De voorzitter bepaalt de sprekersvolgorde in de vergadering.

  • 5.

    Als een nieuw raadslid voor de eerste maal het woord voert in een besluitvormende raadsvergadering, krijgt dit raadslid de gelegenheid tot het houden van de maidenspeech. Tijdens deze maidenspeech mag niet worden geïnterrumpeerd.

     

Paragraaf 3. Stemmingen

Artikel 15. Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.

Artikel 16. Besluitvorming

  • 1.

    Voorafgaand aan de beraadslaging over het voorstel, geeft de voorzitter de kern van het voorstel weer.

  • 2.

    De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist.

Artikel 17. Stemming; procedure hoofdelijke stemming

  • 1.

    De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 2.

    Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen, kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aangeven dat zij hebben tegengestemd of zich overeenkomstig artikel 28 van de wet van deelneming aan de stemming te hebben onthouden.

  • 3.

    Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.

  • 4.

    Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid en verloopt verder op alfabetische volgorde.

  • 5.

    Loting gebeurt via een app om aselect een getal te genereren, aan de hand van de presentielijst. De voorzitter maakt aan het begin van de vergadering kenbaar bij welk raadslid de hoofdelijke stemming begint.

  • 6.

    Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezige raadsleden die zich niet ingevolge artikel 28 van de wet van deelneming aan de stemming moeten onthouden, hun stem uit door zich 'voor' of 'tegen' te verklaren, zonder enige toevoeging.

  • 7.

    Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen tot het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.

  • 8.

    De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee en doet daarbij mededeling van het genomen besluit.

  • 9.

    Een aanwezig raadslid dat zich ingevolge artikel 28 van de wet van deelneming aan de stemming van het betreffende agendapunt moet onthouden, neemt plaats op de publieke tribune. De voorzitter maakt hiervan melding.

Artikel 18. Volgorde stemming over amendementen en moties

  • 1.

    Als op een aanhangig voorstel amendementen zijn ingediend, wordt eerst over die amendementen gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.

  • 2.

    Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.

  • 3.

    Als meerdere amendementen of subamendementen op eenzelfde gedeelte van een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd.

  • 4.

    Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over de motie gestemd en vervolgens over het voorstel. De raad kan besluiten van deze volgorde af te wijken.

Artikel 19. Stemming over personen

  • 1.

    Bij stemming over personen voor benoemingen of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, installeert de voorzitter een stembureau en benoemt drie raadsleden tot lid.

  • 2.

    Aanwezige raadsleden die zich niet ingevolge artikel 28 van de wet van deelneming aan de stemming moeten onthouden, zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren.

  • 3.

    Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van de griffier beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4.

    In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.

  • 5.

    Als niet wordt ingeschreven op een agendapunt, dan wordt het agendapunt geacht te zijn aangenomen en wordt niet hoofdelijk gestemd.

     

Paragraaf 4. Verslaglegging; ingekomen stukken

Artikel 20. Verslag en besluitenlijst

  • 1.

    De griffier stelt binnen een week na de raadsvergadering een besluitenlijst op, die een beknopt overzicht inhoudt van de inspraakonderwerpen en van de besluiten van de raad.

  • 2.

    Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering op de website en in de (digitale) huis-aan-huiskrant gepubliceerd.

  • 3.

    De vergadering van de raad wordt digitaal opgenomen, welke opname geldt als een verslag van de vergadering.

Artikel 21. Ingekomen stukken

  • 1.

    Voor de raad ingekomen stukken worden op werkdagen dagelijks gepubliceerd op de website onder de noemer ‘Post voor de gemeenteraad’.

  • 2.

    Indien raadsleden over een ingekomen stuk het woord wenst te voeren tijdens de raadsvergadering, maken zij dit uiterlijk voor 08:00 uur de dag voorafgaand aan de raadsvergadering, kenbaar aan de griffier. De griffier plaatst deze stukken bij het agendapunt ‘Ingekomen stukken’ op de eerstvolgende raadsagenda.

     

Paragraaf 5. Besloten raadsvergaderingen

Artikel 22. Toepassing reglement op besloten vergaderingen

Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 23. Verslag besloten vergadering

  • 1.

    Het digitale verslag en de besluitenlijst van een besloten raadsvergadering worden niet verspreid, maar zijn uitsluitend voor de raadsleden ter inzage gelegd bij de griffier.

  • 2.

    Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van het verslag en de besluitenlijst.

  • 3.

    De besluitenlijsten worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 24. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

 

Paragraaf 6. Digitale raadsvergaderingen

Artikel 25 Digitale raadsvergaderingen

  • 1.

    De vergaderstukken voor de digitale raadsvergaderingen van de gemeenteraad zijn openbaar en zijn voor eenieder rechtstreeks toegankelijk via het internet.

  • 2.

    Iedere fractie geeft uiterlijk voor 08:00 de dag voorafgaand aan de vergadering aan de griffie door welke raadsleden het woord willen voeren over een agendapunt. De griffier stelt hiervoor digitaal een intekenlijst beschikbaar. De ingevulde intekenlijst wordt gedeeld met de raadsleden.

  • 3.

    Alle raadsleden zijn zichtbaar en hoorbaar, zodanig dat de voorzitter en de griffier de identiteit zonder twijfel kan vaststellen

  • 4.

    Raadsleden van wie de identiteit niet met zekerheid vastgesteld kunnen worden, worden verondersteld dat zij niet deelnemen aan de vergadering

  • 5.

    De griffier stelt een presentielijst op van de deelnemers wiens identiteit is vastgesteld en ondertekent deze presentielijst samen met de voorzitter.

  • 6.

    Tijdens de schorsing worden alle microfoons en het camerabeeld uitgezet., de raadsleden blijven wel digitaal aanwezig

  • 7.

    Er kan tijden de digitale vergadering geen vertrouwelijke informatie of documenten waar geheimhouding is opgelegd, worden gedeeld.

  • 8.

    Voor een digitale vergadering ontvangen de deelnemers op de dag van de vergadering een link die toegang geeft tot de vergadering

  • 9.

    Moties en amendementen worden zoveel mogelijk uiterlijk voor 08:00 uur de dag voorafgaand aan de raadsvergadering, aan de griffier gemaild.

  • 10.

    Deelnemers aan de digitale vergadering zijn zelf verantwoordelijk voor een stabiele internetverbinding en een representatieve en rustige omgeving.

     

Paragraaf 7. Toehoorders en pers

Artikel 26. Toehoorders en pers

  • 1.

    Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen dan wel volgend de vergadering via de live-uitzending.

  • 2.

    Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

Artikel 27. Geluid- en beeldregistraties

Geluid- en beeldregistraties zijn toegestaan mits niet storend voor de orde van de vergadering, dit ter beoordeling aan de voorzitter

Hoofdstuk 3. Bevoegdheden, instrumenten raadsleden

Artikel 28. Amendementen en subamendementen

  • 1.

    Raadsleden dienen amendementen en subamendementen in vóór het sluiten van de beraadslaging van het voorstel waarop deze betrekking hebben. Dit gebeurt schriftelijk bij de voorzitter, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat. De voorzitter nodigt de indiener van het (sub-)amendement uit het (sub-)amendement tijdens de beraadslaging voor te lezen.

  • 2.

    Intrekking door de indiener van een amendement of subamendement is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 29. Moties

  • 1.

    Raadsleden dienen moties schriftelijk in bij de voorzitter, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.

  • 2.

    De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft.

  • 3.

    De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp (een motie vreemd aan de orde van de dag) vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld.

  • 4.

    Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

  • 5.

    De voorzitter kan besluiten dat alleen het dictum - het verzoek aan het bestuur – hoeft te worden voorgelezen.

Artikel 30. Initiatiefvoorstel

  • 1.

    Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk in bij de voorzitter. Deze brengt een ingediend voorstel zo spoedig mogelijk ter kennis van het college.

  • 2.

    Het college kan binnen vier weken nadat het ter kennis is gesteld van een voorstel schriftelijk wensen en bedenkingen met betrekking tot het voorstel ter kennis van de raad brengen.

  • 3.

    Nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen, wordt het voorstel op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst. Als de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.

Artikel 31. Collegevoorstel

  • 1.

    Een collegevoorstel aan de raad dat vermeld staat op de voorlopige agenda van de raadsvergadering, wordt niet ingetrokken zonder toestemming van de raad.

  • 2.

    Als de raad van oordeel is dat het nodig is een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug te zenden aan het college, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 32. Interpellatie

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie schriftelijk in bij de voorzitter. Het verzoek bevat in ieder geval het onderwerp met een toelichting van de interpellatie.

  • 2.

    De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders.

  • 3.

    Over verzoeken die uiterlijk voor 08:00 uur de dag voorafgaand aan de raadsvergadering zijn ingediend of, in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, wordt tijdens de eerstvolgende raadsvergadering gestemd. In andere gevallen tijdens de daaropvolgende raadsvergadering.

  • 4.

    De interpellant voert niet vaker dan tweemaal het woord. De overige raadsleden, de burgemeester en de wethouders niet vaker dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.

Artikel 33. Schriftelijke vragen

  • 1.

    Raadsleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier.

  • 2.

    De griffier draagt zorg voor een spoedige beantwoording van de vragen.

  • 3.

    Schriftelijke beantwoording gebeurt zo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen 30 dagen nadat de vragen zijn ingediend.

  • 4.

    Schriftelijke vragen die betrekking hebben op de eerstvolgende raadsvergadering dienen uiterlijk om 08:00 uur de dag voorafgaand aan de raadsvergadering bij de griffier te zijn ingediend. Deze vragen worden op deze dag beantwoord, tenzij het college of de burgemeester gemotiveerd aangeeft dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording zal plaatsvinden.

  • 5.

    Schriftelijke antwoorden van het college of de burgemeester worden door de griffier aan het raadslid dat de vragen heeft gesteld toegezonden. Na verkregen toestemming van het betreffende raadslid worden de schriftelijke antwoorden gedeeld met de andere raadsleden.

Artikel 34. Inlichtingen

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de wet schriftelijk in bij de griffier.

  • 2.

    De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3.

    De verlangde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk aan de raad verschaft, in ieder geval binnen tien dagen nadat het verzoek is ingediend.

Artikel 35. Toezeggingen

Een in een raadsvergadering gedane toezegging wordt afgedaan binnen 60 dagen. Indien onverhoopt deze termijn niet kan worden gehaald, vindt binnen de termijn van 60 dagen een gemotiveerde terugkoppeling plaats aan de raad.

Artikel 36. Vragenmoment

  • 1.

    Nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en initiatiefvoorstellen zijn behandeld is er een vragenmoment, tenzij er bij de voorzitter geen vragen zijn ingediend. In bijzondere gevallen kan de raad bepalen dat het vragenmoment op een ander tijdstip wordt gehouden.

  • 2.

    Raadsleden die tijdens het vragenmoment vragen willen stellen, dienen deze vragen uiterlijk om 08:00 uur de dag voorafgaand aan de raadsvergadering in bij de voorzitter.

  • 3.

    De griffier stelt de portefeuillehouder in kennis van deze vraag.

  • 4.

    De voorzitter bepaalt de volgorde waarin aangemelde onderwerpen tijdens het vragenuur aan de orde worden gesteld.

  • 5.

    Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer concrete vragen aan het college of de burgemeester te stellen en een korte toelichting daarop te geven.

  • 6.

    Over de beantwoording daarvan kan in maximaal een termijn worden gediscussieerd. Daarbij krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen. Vervolgens kan de voorzitter aan andere leden van de raad het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

  • 7.

    Tijdens het vragenmoment worden geen moties ingediend en geen interrupties toegelaten.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 37. Uitleg reglement

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter

Artikel 38. Intrekking oude reglement

Het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente Borsele 2018 wordt ingetrokken.

Artikel 39. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Borsele 2024

     

Dit reglement is genderneutraal. Indien bij een verwijzing de derde persoon enkelvoud niet kan worden vermeden of er geen genderneutraal alternatief gebruikelijk is, is ervoor gekozen om de mannelijke vorm van voornaamwoord en zelfstandig naamwoord te gebruiken. Het doel hiervan is ervoor te zorgen dat de documentatie leesbaar blijft.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Borsele in zijn openbare vergadering van 7 december 2023

de griffier,

de voorzitter,