Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Duiven

Beleidsregels uitstallingen en containers gemeente Duiven 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDuiven
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels uitstallingen en containers gemeente Duiven 2024
CiteertitelBeleidsregels uitstallingen en containers gemeente Duiven 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-2023nieuwe regeling

12-12-2023

gmb-2023-558981

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels uitstallingen en containers gemeente Duiven 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven,

 

Overwegende:

dat het gewenst is om in beleidsregels criteria vast te leggen die een nadere invulling geven aan het artikel over uitstallingen en containers in de Verordening fysieke leefomgeving gemeente Duiven (hierna: VFL);

 

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en op artikel 2:2 van de VFL;

 

besluit vast te stellen:

 

Beleidsregels uitstallingen en containers gemeente Duiven 2024

 

Hoofdstuk 1 algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    VFL: de actueel geldende Verordening fysieke leefomgeving gemeente Duiven;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    container: voorwerp van enige omvang op of aan de weg ten behoeve van (bouw) werkzaamheden die tijdelijk op of aan de weg worden geplaatst;

  • d.

    openbare plaats: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties;

  • e.

    stoepbord: verplaatsbaar reclamebord dat op stoep of trottoir gezet wordt om de aandacht van voorbijgangers te trekken;

  • f.

    uitstalling: een los voorwerp geplaatst voor een pand in de openbare ruimte, dat een onmiskenbare relatie heeft met de bedrijfsactiviteiten van de in dat pand gevestigde onderneming;

  • g.

    uitstallingenstrook: de strook voor de gevel, waarop uitstallingen geplaatst mogen worden;

  • h.

    weg: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet;

  • i.

    winkel: elke onderneming of instelling.

Hoofdstuk 2 Uitstallingen

Artikel 2 Eisen aan uitstallingen

Het is toegestaan om zonder vergunning een uitstalling te plaatsen op een openbare plaats indien:

  • a.

    de uitstalling een directe relatie heeft met de betreffende onderneming;

  • b.

    er geen verkoop vanuit de uitstalling plaatsvindt;

  • c.

    de uitstalling onmiddellijk te verwijderen is.

Artikel 3 Locatie uitstallingen

  • 1.

    Het is verboden om een uitstalling te plaatsen op een openbare plaats indien:

    • a.

      de uitstalling voor een ingang geplaatst wordt;

    • b.

      de uitstalling voor een nooduitgang geplaatst wordt;

    • c.

      de uitstalling voor een toegang ten dienste voor mensen met een beperking geplaatst wordt;

    • d.

      de uitstalling op een blindengeleidestrook of als zodanig in gebruik zijnde lijn geplaatst wordt.

  • 2.

    Het is niet toegestaan om voorwerpen te plaatsen binnen een straal van 0,50 meter van een brandkraan of een andere aansluitpunt voor brandblusapparaten.

Artikel 4 Omvang en plaats uitstalling

  • 1.

    Voor het centrumgebied zijn locatietekeningen opgenomen in Bijlage 1. Voor deze locaties gelden, in afwijking van de algemene regels in lid 3, 4 en 5 van dit artikel, de maatvoeringen zoals aangegeven op de tekeningen.

  • 2.

    Per onderneming mogen maximaal twee stoepborden op de openbare ruimte worden geplaatst met een maximale hoogte van 1,30 meter en een maximale breedte van 1,00 meter.

  • 3.

    De diepte van de uitstallingen mag, gemeten van de gevel, maximaal 1,20 meter bedragen.

  • 4.

    De uitstalling dient binnen het verlengde van de zijgevels van het desbetreffende perceel te blijven.

  • 5.

    Op het trottoir of op het als zodanig herkenbare voetpad moet er ten alle tijden een vrije ruimte aan doorgang overblijven van ten minste 1,50 meter.

Artikel 5 Onderhouden uitstalling

De ondernemer zorgt voor een schoon, ordelijk, degelijk en veilig aanzien van de uitstalling en voor het schoonhouden van de openbare ruimte in de directe omgeving daarvan.

Artikel 6 Aanwezigheid uitstalling

De uitstalling mag alleen buiten staan tijdens de openingstijden van de onderneming.

Artikel 7 Evenementen

Tijdens evenementen mogen op de locatie van dat evenement geen uitstallingen aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3 Containers

Artikel 8 Containers op de openbare weg

  • 1.

    Containers mogen worden geplaatst voor het tijdelijk verzamelen van afval, niet zijnde huishoudelijk afval en de tijdelijke opslag van materialen.

  • 2.

    Containers mogen maximaal 6 weken worden geplaatst.

  • 3.

    Containers mogen maximaal 6,00 meter lang, 2,45 meter breed en 2,60 meter hoog zijn.

  • 4.

    Containers moeten zodanig worden geplaatst, dat het verkeer, waaronder voetgangers, geen hinder ondervindt.

  • 5.

    Bij plaatsing op het trottoir moet een vrije doorgang van minimaal 1.20 meter overblijven voor de voetgangers.

  • 6.

    Bij plaatsing in een parkeervak mag de container niet uitsteken op de rijbaan.

  • 7.

    Open containers moeten gedurende de avonden en het weekeinde en tijdens het vervoer zodanig zijn afgedekt, dat uitvallen of wegwaaien van afval of materialen wordt voorkomen.

  • 8.

    Containers moeten voorzien zijn van een markering die aan onderstaande voorschriften voldoet, volgens de ‘Richtlijn voor het markeren van onverlichte obstakels’ van het CROW:

    • a.

      Minimaal twee markeringsstrepen op elk zijvlak en elk kopstuk aan de uiterste buitenzijden van de container.

    • b.

      De afstand tussen het hoogste punt van de markering en de rijbaan waarop de container zich bevindt, bedraagt maximaal 1.55 meter.

    • c.

      De markering bestaat uit retroreflecterend materiaal van tenminste high intensity grade klasse II in de kleuren rood en wit.

    • d.

      De markering bestaat uit een vlak van 141 mm breed en 705 mm lang. Hierop zijn diagonale strepen in de kleuren rood en wit aangebracht.

    • e.

      De rode vlakken in de aanrijrichting aan de linkerzijde van rechtsboven naar linksonder zijn gericht en in de aanrijrichting aan de rechterzijde van linksboven naar rechtsonder gericht zijn.

  • 9.

    Containers mogen geen gevaar opleveren voor de brandveiligheid:

    • a.

      Ze mogen niet worden geplaatst op brandkranen en voor nooduitgangen.

    • b.

      Gesloten containers moeten op minimaal twee meter afstand van een gebouw geplaatst worden.

    • c.

      Open containers moeten op minimaal vijf meter van een gebouw geplaatst worden.

  • 10.

    Containers moeten zodanig worden geplaatst dat ze geen schade aanbrengen aan de weg en ze mogen alleen op een verharde ondergrond worden geplaatst.

  • 11.

    Op de containers moeten de naam en het telefoonnummer van de eigenaar/verhuurder of gebruiker zijn vermeld.

Hoofdstuk 4 Overige bepalingen

Artikel 9 Handhaving na inwerkingtreding

In de eerste vier maanden na de inwerkingtreding van dit beleid hebben ondernemers de tijd om te voldoen aan het uitstallingenbeleid. Na deze vier maanden zal er handhavend worden opgetreden in geval van een overtreding.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 11 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels uitstallingen en containers gemeente Duiven 2024.

 

Duiven, 12 december 2023,

Het college van burgemeester en wethouders,

De burgemeester,

De secretaris,

Toelichting op beleidsregels uitstallingen en containers gemeente Duiven 2024

Inleiding/aanleiding

Het plaatsen van uitstallingen in een openbare plaats komt steeds vaker voor en is een manier om aandacht te vestigen op de onderneming. Het is voor de ondernemer van belang om producten te presenteren aan het winkelende publiek. Voorbeelden van uitstallingen zijn uitstalrekken, bloembakken of reclame-uitingen. Uitstallingen verlevendigen de stad of het dorp en dragen bij aan de aantrekkelijkheid van de openbare ruimte. Tegelijkertijd kan een uitstalling op sommige locaties ook onveilige situaties veroorzaken en zorgen voor een onaantrekkelijk straatbeeld. Daarnaast komt het geregeld voor dat er containers worden geplaatst op de openbare weg, wat ook zorgt voor onveilige situaties.

 

De gemeente Duiven heeft geen nadere regels gesteld over uitstallingen en containers, terwijl de VFL hiervoor wel een mogelijkheid biedt. Regels omtrent uitstallingen en containers zijn noodzakelijk om de veiligheid te kunnen waarborgen en duidelijkheid te creëren.

 

Uitgangspunten

Met de vaststelling van de beleidsregels wordt beoogd:

  • -

    ondernemers duidelijkheid te bieden over het plaatsen van uitstallingen;

  • -

    belanghebbenden duidelijkheid te bieden over het plaatsen van containers;

  • -

    heldere en transparante toetsingskaders te bieden bij het plaatsen van uitstallingen en containers;

  • -

    een eenduidig beleid binnen de gemeente Duiven vast te stellen.

De beleidsregels vormen een juridisch kader voor de toetsing van het plaatsen van uitstallingen en containers. Er kunnen zich evenwel bijzondere situaties voordoen die het plaatsen van uitstallingen en containers in afwijking van de beleidsregels rechtvaardigen. Artikel 4:84 Awb geeft het bevoegde bestuursorgaan een zogeheten inherente afwijkingsbevoegdheid. Dit betekent dat het overeenkomstig de beleidsregel handelt, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. In dat geval is het bestuursorgaan, hoewel gesproken wordt van een bevoegdheid, verplicht om van de beleidsregel af te wijken. In dit opzicht verschilt een beleidsregel van een algemeen verbindend voorschrift (zoals een verordening), waarvan in beginsel niet mag worden afgeweken. Gelet op bovenvermelde inherente afwijkingsbevoegdheid behoeft de beleidsregel zelf geen hardheidsclausule te bevatten. Daar waar bij de toepassing van de beleidsregel blijkt dat stelselmatig moet worden afgeweken, kan dit aanleiding zijn om de beleidsregel aan te passen.

 

Juridisch kader

Bij het formuleren van beleidsregels dient rekening te worden gehouden met diverse andere wettelijke regelingen. Hieronder zijn enkele relevante regelingen kort benoemd.

 

Verordening Fysieke Leefomgeving

De gemeente Duiven heeft in de Verordening Fysieke Leefomgeving Duiven een artikel (2:2) opgenomen waarin regels ten aanzien van het gebruiken van de openbare plaats of openbaar water anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan is geregeld. Lid 1 stelt dat zonder vergunning van het college geen uitstallingen en/of containers mogen worden geplaatst op de openbare weg. Het verbod van lid 1 is niet van toepassing op de voorwerpen gesteld in lid 5, mits wordt voldaan aan het bepaalde in lid 6. Volgens lid 6 kan het college in belang van de openbare orde, openbare veiligheid en woon- en leefomgeving nadere regels stellen. Op grond van lid 7 kan het college locaties aanwijzen voor het plaatsen voor voorwerpen zoals genoemd in lid 5.

 

Algemene wet bestuursrecht

De bepalingen van titel 4.3 Awb gelden voor het vormgeven en bekendmaken van beleidsregels. Het college moet deze regels dan ook in acht nemen.

 

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht kan een omgevingsvergunning worden aangevraagd, indien een container langdurig (langer dan zes weken) geplaatst moet worden.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Algemene begripsbepalingen

Deze begripsbepalingen zijn opgenomen om de verdere bepalingen te verduidelijken.

 

Artikel 2 Eisen aan uitstallingen

De uitstalling moet een directe relatie hebben met de betreffende onderneming, zodat de uitstalling en de winkel aan elkaar worden gekoppeld. Het is niet de bedoeling dat er verkoop vanuit de uitstalling plaatsvindt. Dit zorgt namelijk voor een te drukke omgeving vóór de winkelgelegenheden. Om de veiligheid van de omgeving te waarborgen moet de uitstalling onmiddellijk te verwijderen zijn. Dit betekent dat de uitstalling niet vast aangebracht mag worden in de grond.

 

Artikel 3 Locatie uitstallingen

Behoeft geen toelichting.

 

Artikel 4 Omvang uitstalling

Lid 1 t/m 5: Het artikel stelt eisen omtrent de omvang van uitstallingen. Deze eisen zijn gerelateerd aan de belangen van de openbare orde en veiligheid. Tevens creëert het duidelijkheid voor ondernemers over dit onderwerp.

 

Artikel 5 Onderhouden uitstalling

Behoeft geen toelichting.

 

Artikel 6 Aanwezigheid uitstalling

Behoeft geen toelichting.

 

Artikel 7 Evenementen

Ten tijden van een evenement wordt de openbare ruimte anders gebruikt dan normaal. Met het oog op de drukte van de locatie tijdens een evenement moet de veiligheid goed gewaarborgd blijven.

 

Artikel 8 Containers op de openbare weg

Lid 2: Zodra de termijn van plaatsingen van de containers op de openbare plaats langer is dan zes weken herleeft het verbod van /artikel 2:2 van de VFL omdat er dan geen sprake van tijdelijkheid meer is en er om die reden niet vanuit gegaan kan worden dat het plaatsen van de container geen belemmering vormt voor het beheer en onderhoud van de weg en de plaatsing van de container, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving mogelijk niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.

Lid 3 t/m 6: Deze regels stellen eisen omtrent de maximale omvang en de plaatsing van containers. Deze eisen moeten voor een goede ruimtelijke ordening zorgen.

Lid 7 t/m 9 : Deze regels zijn opgenomen om de veiligheid van de omgeving te kunnen waarborgen.

Lid 10: De gebruiker van een container moet voorkomen dat er schade ontstaat. Wanneer toch schade ontstaat door het hebben van een uitstalling, kan de gebruiker aansprakelijk worden gesteld.

Lid 1 en 11: Behoeven geen toelichting.

 

Artikel 10 Handhaving na inwerkingtreding

De gemeente geeft ondernemers en andere belanghebbenden vier maanden de tijd om aan de beleidsregels te voldoen. Indien na deze vier maanden niet voldaan is aan deze beleidsregels, heeft de gemeente het recht om in het belang van de openbare orde en veiligheid handhavend op te treden.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding

Behoeft geen toelichting.

 

Artikel 12 Citeertitel

Behoeft geen toelichting.