Organisatie | Vlissingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening Gemeente Vlissingen 2024 |
Citeertitel | Parkeerverordening Gemeente Vlissingen 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Parkeerverordening Vlissingen 1992
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 12-12-2023 |
De raad van de gemeente Vlissingen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 147, artikel 149, artikel 154 en artikel 156 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;
• op 5 oktober 2023 door de gemeenteraad van de Gemeente Vlissingen de Strategisch Visie Vlissingen 2023-2040 is vastgesteld;
• in 2024 door de gemeenteraad van de Gemeente Vlissingen de Omgevingsvisie wordt behandeld en vastgesteld, welke visie een uitwerking betreft van de Strategische Visie;
• in 2024 door de gemeenteraad van de Gemeente Vlissingen het Mobiliteitsplan wordt behandeld en vastgesteld, welke een uitwerking betreft van hetgeen hierover wordt opgenomen in de Omgevingsvisie;
• in 2024 door de gemeenteraad van de Gemeente Vlissingen het Parkeerbeleidsplan wordt behandeld en vastgesteld, welke een uitwerking betreft van hetgeen hierover wordt opgenomen in het Mobiliteitsplan;
• dat het wenselijk is om in het centrum van Vlissingen en de gebieden daaromheen ordenend op te treden ten aanzien van het beschikbaar houden van parkeerplaatsen voor bewoners en gerechtigden van onroerende zaken;
• dat het wenselijk is om in het centrum van Vlissingen en de gebieden daaromheen de kwaliteit van de openbare ruimte te bewaken en ruimte te scheppen voor meer leefbaarheid en verblijfskwaliteit, en dat het om die reden wenselijk is om ordenend op te treden ten aanzien van de locaties waar in welke mate wordt geparkeerd;
• dat het vaststellen van een parkeerverordening die terreinen voor betaald parkeren aanwijst, belanghebbendenzones aanwijst en een vergunningensysteem hieraan koppelt, het meest geëigende ordenend middel is;
Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren.
AFDELING I. DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 1 - Definities en begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
eigen parkeervoorziening: een parkeerplaats op eigen terrein, een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken op de openbare weg en/of een parkeerplaats dan wel garage(box) - huur of koop - op/bij het terrein of in de garage van een complex waarvan in de omgevingsvergunning, splitsingsakte, het ter plaatse vigerende bestemmingsplan, de huur- of koopovereenkomst of de erfpachtvoorwaarden is vastgelegd dat deze bedoeld is als parkeergelegenheid voor de bewoner die woonachtig is of het bedrijf dat gevestigd is op het betreffende adres;
garage(box): een eigen parkeervoorziening die onlosmakelijk verbonden is aan een appartementencomplex en waarvan uit de splitsingsakte blijkt dat deze gekoppeld is aan een appartement en aldus niet los verhandelbaar is of die onlosmakelijk verbonden is aan een woning in de vorm van één kadastraal object waardoor deze niet los verhandelbaar is;
maatschappelijke organisatie: professionele zorgverleners die zorg moeten verlenen in gereguleerd parkeergebied, en instellingen, kerken en organisaties die gebruik maken van MFA’s die zijn gevestigd in gereguleerd parkeergebied en die van maatschappelijk belang zijn, zulks ter beoordeling door het college.
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
zelfstandige woning: woning die een eigen toegang heeft, voorzien is van een keuken, douche en toilet en welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten die woning, als bedoeld in art. 7:234 van het Burgerlijk Wetboek, danwel een woning waarvan met een notariële akte wordt aangetoond dat sprake is van een zelfstandige woning.
AFDELING II. PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN
Artikel 6 - Nadere regels ter verdeling van beschikbare ruimte
Het college kan in het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeercapaciteit nadere regels vaststellen.
Artikel 8 - Intrekking of wijziging van parkeervergunningen
Het college kan een parkeervergunning intrekken of wijzigen:
Artikel 9 - Mogelijkheid tot afwijken in geval van niet beoogde effecten
Het college kan ten gunste van de aanvrager het bij of krachtens deze verordening bepaalde buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
AFDELING III. VERBODSBEPALINGEN
Artikel 10 - Verbod om zonder parkeervergunning te parkeren en ontheffingsmogelijkheid
AFDELING V. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Vergunningen die verleend zijn op grond van de Parkeerverordening Vlissingen 1992 en die op 1 januari 2024 nog geldig waren, worden aangemerkt als vergunningen die geacht worden te zijn verleend op grond van deze verordening, tot op het moment dat zij worden ingetrokken of worden vervangen door een vergunning die op grond van deze verordening is verleend.