Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Werk en Inkomen Lekstroom

Mandaatbesluit Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom zelfstandigenregelingen en schuldhulpverlening aan zelfstandigen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWerk en Inkomen Lekstroom
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingMandaatbesluit Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom zelfstandigenregelingen en schuldhulpverlening aan zelfstandigen 2023
CiteertitelMandaatbesluit Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom zelfstandigenregelingen en schuldhulpverlening aan zelfstandigen 2023
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Mandaatbesluit Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom Zelfstandigenregelingen 2020 & het addendum op het Mandaatbesluit Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom Zelfstandigenregelingen 2020.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 7, vierde lid, van de Participatiewet
  4. artikel 78f van de Wet werk en bijstand
  5. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
  6. artikel 3a van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
  7. artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-202301-03-2020nieuwe regeling

21-11-2023

bgr-2023-1435

231115

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatbesluit Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom zelfstandigenregelingen en schuldhulpverlening aan zelfstandigen 2023

De directeur van Werk en Inkomen Lekstroom

gelet op

artikelen 10:3 en 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht;

artikel 7, vierde lid, van de Participatiewet;

artikel 78f van de Participatiewet;

artikel 34, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

het besluit Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) van 17 april 2020 (Staatsblad 2020, 118), alsmede de latere wijzigingen (verlengingen) op dit besluit;

artikel 3a Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

artikel 3 Mandaatregeling Werk en inkomen Lekstroom;

artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

 

overwegende dat:

  • -

    het bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom verantwoordelijk is voor de uitvoering van:

    • a.

      de zelfstandigenregelingen, zijnde het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (hierna Bbz 2004 te noemen);

    • b.

      de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (hierna IOAZ te noemen);

    • c.

      de uitvoering van schuldenregelingen aan zelfstandigen op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (hierna Wgs te noemen) en;

    • d.

      de uitvoering van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers van 17 april 2020 betreffende bedrijfskredieten, (hierna Tozo-bedrijfskredieten te noemen) alsmede de latere wijzigingen (verlengingen) op dit besluit;

  • -

    het bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom deze regelingen uitvoert voor de gemeenten Houten, IJsselstein, Lopik en Nieuwegein (hierna deelnemende gemeenten te noemen);

  • -

    het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht al jarenlang de zelfstandigenregelingen uitvoert voor Werk en Inkomen Lekstroom en andere gemeenten in de regio;

  • -

    het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht bereid is mandaat te aanvaarden van de directeur Werk en Inkomen Lekstroom tot de uitvoering van voornoemde zelfstandigenregelingen en schuldhulpverlening aan zelfstandigen.

 

besluit:

vast te stellen het volgende:

 

Mandaatbesluit Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom zelfstandigenregelingen en schuldhulpverlening aan zelfstandigen 2023

Artikel 1.  

  • 1.

    Namens het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom mandateert de directeur van Werk en Inkomen Lekstroom aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht de uitvoering van het Bbz 2004 en de IOAZ. Dit voor zover het betreft de vaststelling van de rechten en plichten van de zelfstandige en de daarvoor noodzakelijke beoordeling van zijn omstandigheden de bevoegdheden tot:

    • a.

      het innemen van aanvragen, het voorbereiden en het nemen van besluiten:

      • 1.

        in het kader van het Bbz 2004;

      • 2.

        voor voorschotten op grond van artikel 52 Participatiewet te verstrekken in het kader van het Bbz 2004;

      • 3.

        voor bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet aan zelfstandigen voor woonkostentoeslag en verschuldigde premie arbeidsongeschiktheidsverzekering;

      • 4.

        in het kader van de IOAZ;

    • b.

      de financiële afhandeling, waaronder uitbetalen, verrekenen en terugvorderen, van:

      • 1.

        uitkeringen verstrekt in het kader van het Bbz 2004;

      • 2.

        voorschotten op grond van artikel 52 Participatiewet, verstrekt in het kader van het Bbz 2004;

      • 3.

        bijzondere bijstand aan zelfstandigen voor woonkostentoeslag en verschuldigde premie arbeidsongeschiktheidsverzekering.

    • c.

      de financiële verantwoording aan het CBS (met uitzondering van de re- integratiestatistiek), het aanleveren van de loonaangiftes aan de Belastingdienst, het aanleveren van gegevens ten behoeve van de SISA-verantwoording en het Beeld van de Uitvoering aan het Rijk en het laten opstellen van de controleverklaring door de accountant, betreffende het Bbz 2004 en de IOAZ.

    • d.

      het uitvaardigen van een dwangbevel;

    • e.

      het verwerken van gegevens van inwoners uit de deelnemende gemeenten ten behoeve van de uitvoering van het Bbz 2004 en de IOAZ met in achtneming van de Algemene verordening gegevensbescherming en de Wet Basisregistratie Personen;

    • f.

      het, ten behoeve van de uitvoering van het Bbz 2004 en onderzoek toekenning uitkeringen IOAZ inzien van BRP-V en Suwinet gegevens van inwoners van de deelnemende gemeenten;

    • g.

      het toepassen van de artikelen 4.18 en 4.20 van de Algemene wet bestuursrecht inzake de dwangsom bij niet tijdig beslissen;

    • h.

      het vestigen van een recht van hypotheek en pand in het kader van verstrekking van bedrijfskapitaal;

    • i.

      het opleggen van een maatregel dan wel boete op grond van de Participatiewet in het kader van de uitvoering van het Bbz 2004 en de IOAZ.

  • 2.

    Namens het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom mandateert de directeur van Werk en Inkomen Lekstroom aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht:

    • a.

      de uitvoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Dit voor zover het betreft het beoordelen en vaststellen van schuldregelingen voor zelfstandig ondernemers en de daarvoor noodzakelijke beoordeling van zijn omstandigheden, alsmede het onderhouden van alle noodzakelijke contacten met schuldeisers;

    • b.

      de uitvoering van de Tozo-bedrijfskredieten. Dit voor zover het betreft het beoordelen en vaststellen van de kredieten aan zelfstandig ondernemers en de daarvoor noodzakelijke beoordeling van zijn omstandigheden, het terugvorderen, alsmede het onderhouden van alle noodzakelijke contacten met de betrokken partijen.

    • c.

      het bepaalde onder lid 1 onder c. tot en met i. is overeenkomstig van toepassing.

  • 3.

    Het mandaat strekt zich niet uit tot:

    • a.

      de afhandeling van klachten;

    • b.

      de behandeling van bezwaar en beroep;

    • c.

      de behandeling van een verzoek om informatie in het kader van de Wet open overheid

    • d.

      de behandeling van een verzoek om informatie in het kader van de Algemene verordening gegevensbescherming.

Artikel 2  

De directeur van Werk en Inkomen Lekstroom is bevoegd om ondermandaat te verlenen aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, die deze bevoegdheid kan ondermandateren. Indien ondermandatering plaatsvindt aan organisaties buiten de gemeente Utrecht wordt Werk en Inkomen Lekstroom hiervan tevoren schriftelijk op de hoogte gesteld.

Artikel 3  

  • 1.

    Voor de uitvoering van het Bbz 2004, de IOAZ en de Wgs voor zelfstandigen, worden de beleidsregels van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom toegepast.

  • 2.

    In aanvulling op het gestelde in lid 1 heeft de gemeente Utrecht de mogelijkheid om, in het kader van de beoordeling van aanvragen bijzondere bijstand woonkostentoeslag voor Bbz-ers, op grond van de hardheidsclausule als genoemd in artikel 4:84 van de Awb in samenhang met artikel 18 Participatiewet, de eigen werkwijze te volgen. Gemeente Utrecht neemt dit op in haar besluit (i.e. in de rapportage en beschikking).

Artikel 4  

Namens het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom, mandateert de directeur van Werk en Inkomen Lekstroom aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht en geeft hij volmacht voor de volgende bevoegdheden ten aanzien van dienstverlening voor zelfstandigen in het kader van de Participatiewet, Bbz 2004, IOAZ, Tozo-bedrijfskredieten en de Wgs:

  • 1.

    het (Europees) aanbesteden en de inkoop van de dienstverlening zelfstandigen, inclusief het nemen van de bij de aanbesteding en inkoop behorende besluiten waaronder het besluiten tot de voorlopige- en definitieve gunning;

  • 2.

    verweer te voeren in het geval van een juridisch geschil in verband met de (Europese) aanbesteding en inkoop van de dienstverlening zelfstandigen;

  • 3.

    toe te staan het verlenen van ondermandaat en ondervolmacht door het college van gemeente Utrecht aan medewerkers van gemeente Utrecht.

Artikel 5  

Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt dat het besluit namens het dagelijks bestuur van Werk en Inkomen Lekstroom is genomen.

Artikel 6  

Bij de intrekking van het mandaat, bedoeld in artikel 10:8, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, wordt door de directeur van Werk en Inkomen Lekstroom een termijn van zes maanden in acht worden genomen, tenzij zwaarwegende omstandigheden aanleiding geven tot een kortere termijn.

Artikel 7  

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de dag van bekendmaking en werkt terug tot:

    • a.

      1 januari 2021 voor de uitvoering van de Wgs.

    • b.

      1 maart 2020 voor de uitvoering van de regeling Tozo-bedrijfskredieten.

  • 2.

    Het Mandaatbesluit Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom Zelfstandigenregelingen 2020, zoals vastgesteld op 24 maart 2020, wordt ingetrokken.

  • 3.

    Het addendum op het Mandaatbesluit Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom Zelfstandigenregelingen 2020 wordt mede ingetrokken.

Artikel 8  

Dit besluit wordt aangehaald als: “Mandaatbesluit Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom zelfstandigenregelingen en schuldhulpverlening aan zelfstandigen 2023.”

Aldus vastgesteld op 21 november 2023.

Het dagelijks bestuur van WIL,

namens dezen,

Directeur Werk en Inkomen Lekstroom,

R.H. Esser.