Artikel 1 Plaats en taak van de brandweer
- 1.
Het college beschikt over een gemeentelijke brandweer ter uitvoering van
de taken, die voortvloeien uit de aan hem ingevolge artikel 1, lid 4 van
de Brandweerwet 1985 opgedragen zorg voor:
- a.
het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken
van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij
brand en al hetgeen daarmee verband houdt;
- b.
het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij
ongevallen anders dan bij brand.
De brandweerzorg wordt geleverd conform de landelijke richtlijn
“handleiding brandweerzorg” van het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijkrelaties, de directie brandweer en rampenbestrijding
(circulaire d.d. 17 juni 1992, kenmerk EB92/1352), alsmede de
“handleiding brandweerzorg, aanvulling technische hulpverlening”
(circulaire d.d. 14 november 1996, kenmerk EB96/1948). In minimaal 90%
van de gevallen zal, binnen de gestelde tijden in de handleiding
brandweerzorg, het vereiste materieel en personeel aanwezig zijn.
- 2.
Tot de taak van de brandweer behoort tevens de uitvoering van
werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen, als
bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet.
- 3.
Tot de taak van de brandweer wordt geacht mede te behoren:
- a.
het verwerven, deugdelijk onderhouden, herstellen, in
bedrijfswaardige staat houden en afstoten van al het bij de
brandweer in gebruik zijnde materieel, materiaal, installaties,
kleding en uitrusting;
- b.
het uitvoeren van het gemeentelijk beleid op het gebied van
personeel, informatie, organisatie, financiën, administratie,
communicatie, huisvesting en voorlichting;
- c.
het opstellen, actualiseren en uitvoeren van het beleid op het
gebied van preparatiën, brandpreventie en brandweerzorg;
- d.
uitvoeren van betaalde dienstverlening;
- e.
adviseren van de gemeentesecretaris over het te voeren
concernbeleid;
- f.
het gevraagd of uit eigener beweging geven van adviezen en doen
van voorstellen over op het terrein van de brandweer liggende
onderwerpen.
- 4.
Het college kan andere werkzaamheden, dan die bedoeld in de leden 1, 2
en 3, aanwijzen die de brandweer verricht. Van elke aanwijzing als hier
bedoeld doet het college mededeling aan de raad.
- 5.
Het college draagt bij de uitvoering van deze verordening en overige
regelingen met betrekking tot de in het eerste en tweede lid genoemde
taken van de gemeentelijke brandweer, zorg voor een goede afstemming op
de gemeenschappelijke regeling voor de regionale brandweer waar de
gemeente aan deelneemt.
- 6.
De brandweer verleent aan gemeenten, waarmee een overeenkomst of
gemeenschappelijke regeling is aangegaan tot de verlening van hulp in
geval van brand en hulpverlening, ondersteuning in overeenstemming met
die overeenkomst of regeling. Zij kan harerzijds, indien de aard en/of
de omvang van een brand in de gemeente daartoe aanleiding geeft, de hulp
van een gemeente als vorenbedoeld, inroepen. Deze gemeenten worden
geacht deel uit te maken van het verzorgingsgebied.
- 7.
In geval van brand en/of ongeval buiten het verzorgingsgebied is de
commandant bevoegd, op daartoe strekkend verzoek, de brandweer ter
hulpverlening uit te zenden. In alle gevallen, waarin de commandant van
deze bevoegdheid gebruik maakt, stelt hij de burgemeester onverwijld
daarvan in kennis.
Artikel 2 Personeel van de gemeentelijke brandweer
Het korps van de gemeentelijke brandweer wordt gevormd door:
- a.
personeel, dat is aangesteld om bij wijze van beroep werkzaamheden
bij de brandweer te verrichten (beroepspersoneel);
- b.
personeel dat na vrijwillige beschikbaarstelling is aangesteld om
anders dan bij wijze van beroep werkzaamheden bij de brandweer te
verrichten (vrijwillig personeel).
Artikel 3 Samenstelling van het korps
- 1.
Het beroepspersoneel bestaat uit ten minste:
- -
- -
een plaatsvervangend commandant;
- -
voldoende officieren om:
* met inbegrip van de commandant en de plaatsvervangend
commandant continu één officier van dienst beschikbaar te
hebben;
* adequaat leiding te geven aan de brandweerorganisatie van
Amstelveen;
- -
voldoende functionarissen in de dagdienst om alle onder artikel
1 genoemde taken uit te voeren, waarbij zoveel mogelijk
functionarissen ook een uitrukfunctie kunnen bezetten;
- -
voldoende brandwachten en bevelvoerders in de 24-uursdienst
teneinde continu te kunnen beschikken over zeven brandwachten en
één bevelvoerende;
- -
twee administratieve krachten.
- 2.
Het vrijwillig personeel bestaat uit ten minste voldoende brandwachten
en bevelvoerders teneinde in piketdienst te kunnen beschikken over vijf
brandwachten en één bevelvoerende.
- 3.
Alle genoemde brandweerfunctionarissen dienen ter vervulling van hun
functie te beschikken over de vereiste diploma’s. Dit zoals vastgelegd
in het Besluit Brandweerpersoneel, d,d. 3 mei 1991 als richtlijn
uitgegeven door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, directoraat-generaal voor Openbare Orde en
Veiligheid.
Artikel 4 Algemene inleiding en bevel
- 1.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 173 van de Gemeentewet
heeft de commandant de algemene leiding en het bevel over de brandweer,
overeenkomstig de voor hem en het overige personeel door het college
vastgestelde instructies.
- 2.
Bij ziekte, afwezigheid of verlof wordt hij vervangen door de
plaatsvervangend commandant en indien deze eveneens afwezig is, door een
door de commandant aan te wijzen beroepsofficier.
Artikel 5 Taakuitoefening
- 1.
De repressieve brandbestrijding, de hulpverlening en de overige
werkzaamheden geschieden door het beroeps- en vrijwillig personeel.
- 2.
De werkzaamheden, de brandweerzorg betreffende, zijn aan het korps van
de gemeentelijke brandweer opgedragen overeenkomstig de regelingen, die
de commandant, met inachtneming van het bepaalde in deze verordening en
de krachtens deze verordening door het college te nemen besluiten,
schriftelijk vaststelt. De regelingen behoeven de goedkeuring van het
college.
- 3.
De in het vorige lid bedoelde regelingen hebben in elk geval betrekking
op de alarmering, de uitruk, de blussing van brand, het verlenen van
hulp, de bediening en het onderhoud van het materieel, de consignering,
alsmede de wachtdiensten en werkzaamheden verband houdende met het
voorkomen van brand en het beperken van brandgevaar.
- 4.
Tot de taakuitoefening van het korps van de gemeentelijke brandweer
behoort de toetsing aan brandveiligheidseisen in elk geval van verzoeken
om:
- -
een bouwvergunning krachtens de Woningwet;
- -
een vergunning krachtens de Wet Milieubeheer;
- -
een gebruiksvergunning krachtens de Bouwverordening;
- -
een gebruiksvergunning krachtens de
Brandbeveiligingsverordening.
- 5.
De preventieve brandweerzorg geschiedt door het beroepspersoneel,
onverminderd de verplichting van het vrijwillig personeel om hieraan
mede te werken, wanneer daarvoor in aanmerking komende zaken aan dit
personeel bekend worden.
Artikel 6 Materieel
- 1.
Het rijdende brandweermaterieel van de gemeente Amstelveen bestaat uit
die voertuigen en bepakkingen die nodig zijn om de vereiste diensten te
kunnen verlenen conform de landelijke brandweerzorgnorm, alsmede de
overige diensten zoals genoemd in artikel 1.
- 2.
Het college bepaalt de plaats waar en de wijze waarop het materieel en
de overige goederen van de brandweer worden ondergebracht.
- 3.
Het brandweermaterieel mag door anderen dan de brandweer en voor andere
dan brandweerdoeleinden niet gebruikt worden dan met toestemming van het
college en onder toezicht van de brandweer.
Artikel 7 Bluswatervoorziening
Het college draagt zorg voor een adequate bluswatervoorziening. De
bereikbaarheid en bruikbaarheid daarvan moet zoveel mogelijk gewaarborgd
zijn.
Artikel 8 Melding en alarmering
Het college draagt zorg, dat de meldingspost en alarmeringsinrichting
zodanig zijn uitgerust en bezet dat te allen tijde een onmiddellijke melding
aan de brandweer en een doeltreffende alarmering van het brandweerpersoneel
zijn gewaarborgd.
Artikel 9 Opleiding en oefening
Het college draagt zorg voor de noodzakelijke opleiding en oefening van het
brandweerpersoneel, zodat het adequaat zijn taken kan uitvoeren.
Artikel 10 (Aanvullende) regelingen rechtspositie
- 1.
Ten aanzien van het beroepspersoneel is behalve het Algemeen
Ambtenarenreglement tevens de door het college vastgestelde Aanvullende
Rechtspositieregeling beroepsbrandweer personeel bij de gemeentelijke
brandweer van Amstelveen van toepassing.
- 2.
Ten aanzien van het vrijwillig personeel is de “Rechtspositieregeling
vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer” van kracht. lndienstneming
van het vrijwillig personeel geschiedt uitsluitend krachtens een
aanstelling conform deze regeling.
Artikel 11 Ongevallenverzekering
- 1.
Ten behoeve van het voltallig personeel sluit het college een
verzekering af tegen de materiële gevolgen bij ongelukken aan
persoonlijke eigendommen ontstaan in verband met de uitoefening van hun
betrekking, voor zover daarin uit anderen hoofde niet of niet in
voldoende mate is voorzien.
- 2.
Ten behoeve van het vrijwillig personeel sluit het college een
verzekering af tegen de gevolgen van ongevallen, ontstaan in verband met
de uitoefening van hun betrekking, voor zover daarin uit anderen hoofde
niet in voldoende mate is voorzien.
- 3.
Het college draagt zorg, dat de in het tweede lid bedoelde verzekering
bij voortduring in overeenstemming wordt gehouden met de samenstelling
van het brandweerpersoneel, de individuele omstandigheden van de
personeelsleden en het algemene loonpeil.
Artikel 12 Slotbepalingen
- 1.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Organisatieverordening
Brandweer Amstelveen”.
- 2.
Zij treedt in werking met ingang van de eerste dag volgende op die,
waarop zij is afgekondigd.
- 3.
Bij inwerkingtreding van deze verordening vervalt de “Verordening
betreffende de organisatie, het beheer en de taak van de gemeentelijke
brandweer van Amstelveen”, vastgesteld bij raadsbesluit van 25 september
1991.